Posts tonen met het label Pont ar Gorret. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Pont ar Gorret. Alle posts tonen

maandag, december 21, 2015

Kortste dag, langste nacht

Kortste dag, langste nacht. Pont ar Gorret Bretagne. Het verlaten en vervallen heksenhuisje van onze buurvrouw.
Na het overlijden van de oude moeder komen kinderen en kleinkinderen het vervallen huisje leeg maken. Het oude leven wordt verbrand. De donkerste dag wordt verlicht met het vuur van de oude sofa. Alsof de oude moeder als een fenix uit de as verrijst.

Vanuit onze tuin kijk ik en de boommalva toe hoe alles eindig is.

maandag, december 29, 2014

IJswitte warmte

En dus dan toch. Vanmorgen wit gerijpt hier in Pont ar Gorret. Gezellig even enkele graden onder nul. Witte rook uit de schouw, buiten blinken de schermbloemige resten van bereklauw en engelwortel, rietgras hallucineert van zichzelf en als de zon boven de horizon verschijnt lijkt de rivier te verdampen. Etherische tijd van het jaar, rookdagen. Zelf gaan zweven, verdampen. Zou dat mooi dood gaan zijn?

maandag, augustus 06, 2012

Even....

Moerasandoorn
Even fietsen in de schemering. Het fietspad op richting gare Skrignag, ja het fietspad is ooit een spoorweg geweest en ja we zijn in Bretagne, het land van magie en tongbrekende namen: Pont ar Gorret, Kervallon, Ty Jaffré, foret de Fréau en terug Pont ar Gorret, mijn fietsroute.
Onderweg de spekwortel gezien, een veld gewone engelwortel en gestopt bij een heerlijk verwilderde akker met veel jakobskruiskruid, peen, heelblaadje, moerasandoorn en wollige munt. Verdwaasd onder gedompeld in planten, in Bretoense wolkenluchten en met het burrelen van een ree in de verte, een moment van mogelijkheden. Even de eeuwigheid.




Gewone engelwortel is hier wel ongewoon veel en imposant aanwezig. Daar moeten we de volgende dagen wel wat mee doen. Maar gewoon genieten van de bloemschermen in de blauwe schemering, kan natuurlijk ook.
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/angelica-archangelica-aartsengelwortel

Moerasandoorn staat hier echt mooi te zijn, zo mooi dat ik hem zelfs niet herkende. Niet echt een gebruiksplant toch lezen we in de Flora Batava dat 'de wortel is meelrijk en gekookt zijnde kan dezelve gegeten worden, gedroogd en tot meel bereid, kan men hiervan brood bakken'.
http://leeswerk.nl/florabatava/02/met_tekst/0106.htm

dinsdag, maart 13, 2012

Wandeling langs la rivière d'Argent

Ik wandel. Vertrek bij Pont ar Gorret. De oude brug over, links het fietspad Voie verte op richting Gare Locmaria-Berrien. De pas uit gelaten koeien van de buurman-boer staren me verwonderd aan. Zijn ze jaloers op een vrije wandelaar of vinden ze wandelen alleen maar vreemd? Naast en hoger dan het fietspad is ook een mooi pad in het hellingbos. Ik wandel tussen de zwaar bemoste en dus sprookjesachtige eiken, ook veel geurende douglasspar vinden we hier. Op de hoek, waar la rivière d'argent in de Aulne stroomt, draai ik mee met de Argent.

Vanaf de 11de eeuw is hier op deze hoogte een versterkte vesting geweest La motte féodale de Valy wordt op een informatief bord aangegeven. La motte féodale "Castel ar Valy" : Située le long de l'ancienne voie ferrée Carhaix-Morlaix, la motte (ancêtre du château-fort), lieu important de l'économie médiévale, est la plupart du temps placée le long des voix de communications de l'époque, en l'occurrence, à proximité de la rivière d'argent. Bâtie au début du XIè siècle, elle fît office de forteresse dans la période du XIè au XIIè siècle, elle est ensuite devenue la fortification du baron Kéraliou de Loscoat qui régnait sur un domaine de 346 ha. La motte était en fait l'emblème d'une petite et moyenne chevalerie ayant droit de basse et haute justice (ces avantages ayant disparus quelques années plus tard). Artificiellement construite avec une basse cour qui servait de refuge à la population en cas de troubles, était couronnée d'un donjon de bois. Le fossé qui l'entourait assurait une défense supplémentaire.

Versterkte forten zijn er blijkbaar niet meer nodig. Ik wandel rustig romantisch in de eerste lentezon, geen vuiltje aan de lucht. Wel geschiedenis alom. Ik kom bij le moulin de l'argent. Nu, een wat verwaarloosde woning, een lieu-dit, in de 19de eeuw de kern van een kleine industrie voor het winnen van 'la plombe argentifière'. Ik klim de vallei uit en kom begeleid door 2 hardnekkig blaffende honden bij een ander lieu-dit Rouzoucon. Een oudere man zegt me vriendelijk bonjour en begint een gesprek. Hij denkt mij te kennen, oudere mannen vooral met grijze baard beginnen blijkbaar net zoals baby's op mekaar te lijken. Robert is zijn naam, en hij is geboren op 9 mei 1945. Stel je voor, nog één jaar jonger dan ik en ook nog in dezelfde maand geboren. Hij stelt mij zelfs voor om samen eens te wandelen. Wie weet! Ik wandel ondertussen verder naar Keraliou-Laurent en via de mooie, mij reeds bekende holle weg kom ik terug thuis.

woensdag, februari 29, 2012

Mistige mystieke ochtend aan de Aulne




De ochtendzon verzilvert de mistige morgen. Dampen drijven over de Aulne de tuin in... betoveren elzen- en hazelaarkatjes, maken spinnenwebben zichtbaar en boomtakken onzichtbaar. 

Elfjes en andere onzichtbare wezens, als ze bestaan, moeten ze nu te voorschijn komen....

Daslook aan de Aulne

zaterdag, februari 25, 2012

Morlaix, thuis in Pont ar Gorret en Bretoense magie

Morlaix, een oud Bretoens stadje met een enorme oudere hoge spoorwegbrug over de vallei en over de stad, vlakbij de oude kerk. Zaterdagmarkt, wel erg rustig, het is middag en dus zitten de Fransen een 'menu du jour' te eten thuis of in een plaatselijk restaurant. Dat lukt hier al voor 8 tot 10 euro. Wij drinken un café in het ook weer oude, pittoreske grand cafe La Terrasse (place des Otages, 31). Enkele leuke straatjes met vakwerkhuizen, een grote boekhandel, een winkel theehuis waar men ook aan tricothé doet en nogal wat cafeetjes. Na de middag rijden we naar het plaatselijke Centre commerciale, voor grote winkels moet je daar zijn maar het blijft een verschrikkelijk samenraapsel van hangar-achtige lelijke gebouwen met schreeuwerige reclames. Toch vinden we hier een biocoop waar we ondere andere Tulsithee kopen, verder bezoeken we de plaatselijke Troch om meubels te kopen of te verkopen. En dan rijden we over een mistige veenvlakte terug naar huis. Naar huis is nu dus Pont ar Gorret.

En dan savonds het oude huis weer warm stoken met hout in plaats van aardgas. Veel werk, veel stof, te heet of te koud maar het is wel aangename, directe stralingswarmte, hout is bij de hand en is herkenbaar oervuur. Vlam van verbondenheid.
Savonds zonder televisie, zonder internet en zonder andere moderne magische praktijken blijft er mij niks anders over dan echte magie te beoefenen of toch er tenminste over te lezen. En ik moet bekennen dat dat lezen vooral op mijn laptop gebeurd. Opgeslagen gegevens waar ik nu de tijd voor neem om te bestuderen. Terug naar de 13de en 14de eeuw toen de zogenaamde demonomanie hoog tij vierde. Nu ja vieren, duivelsbezwering en Satans-evocatie waren toen niet weg te denken uit het dagelijkse leven en een religieus boek als de Heksenhamer over heksen, ketters, duivels en demonen vond dan ook gretig aftrek. Iedereen was ervan overtuigd dat de wereld vol zat met kwaadwillige demonen, die eeuwenlang de mens had geplaagd en verleid.

De heidense godenkruiden, die in de Oudheid contact met goden en geesten moest mogelijk maken, waren met de opkomst van het christendom veranderd in duivelse kruiden. Men kon er misschien wel mee genezen, maar het was met die diabolische kruiden ook mogelijk een pact met gevaarlijke demonen te sluiten. De duivel werd vooral gezien als metafoor voor het kwaad en diende op alle mogelijke manieren te
worden bestreden. De heksenkruiden, te zeer verweven met het heidendom, moesten verdwijnen. Tot die diabolische kruiden werden alruin, bilzekruid, belladonna, scheerling, monnikskap en papaver gerekend.

Botanische narcotica speelden sinds de Oudheid een belangrijke rol. Zo berusten de vele heksenzalven uit de Middeleeuwen op de werking van psychoactieve planten. In die zalven konden wel 32 planten verwerkt worden, waaronder nachtschade, alruin, monnikskap, dolik, bilzekruid en doornappel. De mystieke ervaring zoals die in praktisch alle verhalen tot uiting komt, stemt overeen met het gevoel van een oneindige ruimte waarin men in een roes al zwevende opgaat. De daartoe benodigde medicijnen zoals slaap- en pijnmiddelen, werden uit de apotheek betrokken en bevatten alle nachtschade planten, opium en soms scheerling.
We zien dat in apotheekverordeningen van de 14e en 15e eeuw steeds de aflevering wordt ontraden van sterk werkende narcotische farmaca aan onbekende vrouwen en van pijnstillende middelen zonder voorschrift van een arts.
Het bestrijden van pijn, bijvoorbeeld met de narcotische populeumzalf, werd streng afgekeurd en de vroedvrouw die pijn bij de geboorte wilde verzachten werd verdacht van hekserij en aangeklaagd.
Voor de geestelijkheid was gezondheid afkomstig van God en niet van de inspanningen van de mens. 

En hier zit ik dan in eenzaamheid, in de diepe donkerte van Pont ar Gorret, wel met glinsterende
sterrenhemel te filosoferen over de heksenkruiden uit het verleden en hoe we die vandaag weer kunnen gebruiken of misbruiken.