Wandelend langs het natuurgebiedje bij mij om de hoek, kom ik een grote, grove den tegen, die omgevallen over de omheining mij de weg wil versperren. Of.. wil hij ontsnappen uit het natuurgebied. Of.. wil hij mij de gevaarlijke moeite besparen om hoog in de boom te moeten klimmen om enkele takken te oogsten voor het maken van mijn kerstboom?
Nu hangen enkele takken van die omgevallen den onderste boven in de woonkamer en roepen herinneringen op. Aan het ouderlijk huis van lang geleden, aan kind, koude, zwarte kraaien op de witte sneeuw. Aan vroeger, niks nieuws onder de zon zeker. En vroeger is niet beter, noch slechter. Mijmeringen, momenten, vluchtig als het verleden.
En ik, die als herborist hier alleen maar wat medicinale en andere info wou verstrekken over Pinus sylvestris. Over de geur, de etherische olie, de knoppen en het hars die zo vele verschillende toepassingen hebben.
Nog veel langer geleden noemt Dodonaeus die hars "Een schoone claere vetticheyt" en de ' keernen van den Pijnnootkens, zegt hij, 'sijn goet voor die longhene, sy suyveren die borst ende doen die fluymen lossen ende daer en boven zoo voeden sy oock wel ende maken redelick goet bloet/ ende daer om zoo sijn sy goet den ghenen die hoesten ende uutdrooghen in alle manieren ghebruyckt ende inghenomen'.
Pinus was ooit een menselijk of goddelijk wezen, de vriendin van de natuurgod Pan. Zij werden overvallen door de ijzige Noorderwindgod Boreas, waarbij Pinus het leven liet. Pan veranderde haar toen in een pijnboom om zo eeuwig bij haar te kunnen zijn. Het huilend geluid in de pijnbomen herinnert nog steeds aan die wandaad van de windgod en aan het verdriet van Pinus en Pan.