Bij de kerst hoort traditioneel nog ander groen dan de klassieke kerstboom. Het gebruik om andere wintergroene planten tijdens de winterzonnewende in huis te halen dateert van vóór het christendom.
De Romeinen maakten ter gelegenheid van de Kalender van januari slingers van laurier, Taxus, Buxus, rozemarijn, brem, den en van kermes-, steen- en kurkeik; in Gallië en Brittannië werden hulst, klimop, den en maretak tot kransen en slingers geweven. De vroege christenen namen het gebruik over, blijkbaar tot ongenoegen van de kerkvaders, die het als heidens veroordeelden. “Als gij de tempels hebt verzaakt, maak dan van uw eigen huisdeur geen tempelschrijn!” maande de kerkvader Tertullianus in De Idolatria. Niet alleen immergroene planten werden gebruikt. Men sneed ook ogenschijnlijk dode takken die binnenskamers in de warmte gingen bloeien. Verwante gebruiken hielden het trouwens uit tot in de 20ste eeuw: op het Limburgse platteland sneed men tot voor kort barbaratakken, kersen- of berkentwijgen die in water werden gezet opdat ze met Kerstmis zouden bloeien; in Scandinavië deed men hetzelfde met een lijsterbestak.
Waarom precies groenblijvers werden (en worden) gebruikt om met de winterzonnewende huis en erf te versieren, ligt voor de hand. Midwinter is de somberste periode van het jaar, het moment waarop de natuur zo dood lijkt dat je moeite hebt om te geloven dat het nog ooit anders wordt. Door hun wintergroene karakter wijzen de groenblijvers op de permanente aanwezigheid van leven, ook in de donkerste dagen. Hulst, maretak en klimop hebben bovendien de sympathieke eigenschap in hartje winter bessen te dragen, waardoor ze even symbolisch zijn als de besloze concurrentie maar bovendien een stuk decoratiever en spectaculairder.
Hulst / Ilex aquifolium L.
komt van oudsher zeer frequent voor in kerstversiering. Uiteraard omdat het, met zijn donkergroene, glanzende en stekelige bladeren en zijn helrode bessen, zo’n bijzonder opvallende plant is, veruit de opvallendste struik of boom in het Europese winterlandschap. Het volksgeloof wil, dat alleen de mannelijke hulst stekelig is, de bladeren van de vrouwelijke zijn gaaf en zacht.
Een andere traditie verbindt de plant zeer nauw met het leven en lijden van Christus. Hulst ontstond waar Jezus’ voeten de grond betraden; de stekelige bladeren zijn een verwijzing naar zijn doornenkroon, de rode bessen symboliseren het bloed dat hij vergoten heeft. Het Duitse Stechpalme zou refereren aan de legende waarbij de hulst de palm was waarvan men ter gelegenheid van Jezus’ intocht in Jeruzalem takken had gesneden. Toen het volk “Kruisig hem” riep, zou de palm van droefenis stekels hebben gekregen. Verder heet de hulst in een paar Europese talen Christusdoorn en 16de-eeuwse Engelse auteurs noemden hem met een woordspeling de Holy Tree.
Hij wordt beschouwd als een geluksbrenger. Plinius schrijft dat een dicht bij huis geplante hulst bescherming biedt tegen heksen, bliksem en vergif, en dat een projectiel van hulsthout de kracht heeft gelijk welk wild dier te vellen, zelfs als het zijn doel mist! Een Engels bijgeloof stelt dat jonge meisjes op kerstavond een takje hulst met rode bessen aan hun bed moeten hangen, ter bescherming tegen boze geesten. Terwijl de rest van het kerstgroen wordt verbrand of weggegooid na de kerstperiode (meestal vlak na Driekoningen, in sommige streken pas met Lichtmis), werd hulst in veel streken bewaard om het huis tegen blikseminslag te beschermen. Tot in de 19de eeuw dacht men in sommige streken van Engeland dat het ongeluk bracht géén hulst in huis te hebben met Kerstmis. Al was het ook niet verstandig om vóór kerstnacht hulst in huis te hebben, want dat kon eveneens ongeluk brengen.
Posts tonen met het label Hulst. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Hulst. Alle posts tonen
maandag, december 23, 2019
vrijdag, december 17, 2010
Hulst, heidens heilig
Hulst, niet direct de meest gebruikte medicinale plant, maar wel een plant met een mysterieus verleden, die bij de donkere, mystieke wintertijd hoort. Niet verwonderlijk als je ziet hoe die groenblijvende boom ook in December blijft glimmen. Hulst werd om dezelfde reden als de maretak als een heilige plant beschouwd:
Hij blijft altijd groen en lijkt onaantastbaar voor de tijd en de wisseling der seizoenen; hij is een symbool van het leven te midden van de schijndood van de winter. Vandaar de plaats die hij innam bij de midwintergebruiken en de beschermende krachten die hij zou bezitten.Veel daarvan is nog altijd terug te vinden in onze eigen gebruiken tijdens de kerst- en nieuwjaarstijd.
Hij blijft altijd groen en lijkt onaantastbaar voor de tijd en de wisseling der seizoenen; hij is een symbool van het leven te midden van de schijndood van de winter. Vandaar de plaats die hij innam bij de midwintergebruiken en de beschermende krachten die hij zou bezitten.Veel daarvan is nog altijd terug te vinden in onze eigen gebruiken tijdens de kerst- en nieuwjaarstijd.
De Hulst werd ook Grote steekpalm, Prikbladen, Ulster en zelfs Kattedoorn genoemd volgens Vandebussche in zijn boek 'Onze Volkstaal voor kruiden en Artzenijen uit 1955.
Volgens Dodoens waren 'de besiekens warm en droogh van naturen...en de bequaem om de winden te scheyden ende de opblasinghen te doen vergaen'. Niet direct de meest feestelijke indicaties. Maar zo'n een prikkende kerstkaart lijkt mij ook niet het ideale symbool voor vrede op aarde voor mensen van goede wille. Misschien juist daarom zo leuk.
Abonneren op:
Posts (Atom)