Bleke schubwortel parasiteert op bomen en struiken, zoals Populier, Iep, Es en Hazelaar. Je kunt zo'n parasiet dan ook meestal direct in de nabijheid van de gastheer vinden. De Schubwortel dringt met zijn wortels in de houtvaten van de gastheer. In het vroege voorjaar komt in de gastheer de sapstroom op gang richting bovengrondse delen, takken, twijgen, bladeren en knoppen die gaan uitbotten. Dan bevat die sapstroom in de gastheer naast water ook heel veel koolhydraten en daar profiteren Schubwortels van. Ze voltooien hun levenscyclus dan ook in het voorjaar.
zondag, april 16, 2023
En ook op zondag wandelen we!
Bleke schubwortel parasiteert op bomen en struiken, zoals Populier, Iep, Es en Hazelaar. Je kunt zo'n parasiet dan ook meestal direct in de nabijheid van de gastheer vinden. De Schubwortel dringt met zijn wortels in de houtvaten van de gastheer. In het vroege voorjaar komt in de gastheer de sapstroom op gang richting bovengrondse delen, takken, twijgen, bladeren en knoppen die gaan uitbotten. Dan bevat die sapstroom in de gastheer naast water ook heel veel koolhydraten en daar profiteren Schubwortels van. Ze voltooien hun levenscyclus dan ook in het voorjaar.
zondag, november 28, 2021
Wonderbaarlijk kruidenweekend met het paarbladig goudveil en andere genodigden
De planten van het geslacht Goudveil bezitten een dunne, in het water drijvende en over de grond kruipende wortelstok, waaruit niet al te grote stengels ontspringen en op dat kruipen slaat wellicht het woord veil. We ontmoeten dit woord ook in o.m. Eerdtveyl, een oude Nederlandse naam voor Hondsdraf, in Aardveil, een volksnaam ook voor Hondsdraf, in Veyle. Veyl voor Klimop in het kruidenboek uit 1576 van de Vlaamse plantkundige Matthias de Lobel (1538-1616), in Goldveilchen een oude Duitse naam voor Goudveil en in Veilchen, de hedendaagse Duitse naam voor Viooltje, zodat we vermoeden dat veil slaat op planten die dicht tegen de grond groeien met eventueel kruipende stengels of wortels.
zondag, mei 23, 2021
Christoffelkruid in het Belgisch regenwoud
Sint Christoffel is ook de patroon van geesten en tovenaars. Onder het kruid zou een geest liggen die de schat bewaakte. Om de geest te verdrijven moest het kruid aangeraakt worden en een bijzonder christoffelgebed opgezegd worden. Dit bezweren werd christoffelen genoemd (in het Hoogduits: christophelen). Tovenaars gebruikten het kruid om te christoffeln, met andere woorden: om geld verbergende geesten te bezweren.
De Heilige Christophorus gold ook als beschermheer tegen de pest. Actaea werd vroeger gebruikt tegen die ziekte. Wie in staat was die ziekte af te wenden en een tegenmiddel had, die bezat een grote schat. De aanblik van een heilige had sowieso al een dood verdrijvende werking en samen met zijn plant stond je sterk.
Gebruik vlgs Dodonaeus
Zo was het gebruik vroeger. zegt Dodonaeus. ‘Sint Christoffelskruid is zo hinderlijk en schadelijk, ja dodelijk, als het gebruikt of van binnen ingenomen wordt zoals de geslachten van Aconitum of wolfswortel mogen wezen. De giftige bessen die met aluin gemengd worden geven een goede zwarte verf. Is ze de Actaea van Plinius (die hij beschrijft zwaar ruikende of stinkende bladeren te hebben, ruwe geknoopte stelen, zwart zaad als de klimop en met zachte bessen) is ze goed om de inwendige gebreken van de vrouwen te genezen. Nochtans is onze Christophoriana altijd voor een vergiftig gewas gehouden geweest.’In de homeopathie wordt het als tinctuur tegen epilepsie, astma en waterzucht gebruikt.
Actaea spicata Linn., commonly known as Baneberry, belongs to family Ranunculaceae. A survey of ethnopharmacologic records reveals that the plant has been traditionally used in the treatment of rheumatism, inflammation, rheumatic fever, lumbago, scrofula, nervous disorders, chorea, and as emetic, expectorant, laxative, stomachic and purgative. The plant has also been used in traditional systems of medicines of various countries for the treatment of snake bite, asthma, and externally for skin complaints. In some parts of Europe the powdered leaves, stems and flowers are used as an insecticide. Chopra RN, Nayar SL, Chopra IC. Glossary of Indian Medicinal Plants. New Delhi: Council of Scientific and Industrial Research; 1956. Duke JA, Duke PA, Ducellier JL. Duke?s Handbook of Medicinal Plants of the Bible. New York: CRC Press; 2008.
Preliminary phytochemical screening showed presence of phenols and flavonoids in A. spicata. Investigation was undertaken to estimate total phenols and flavonoids in methanol extract of A. spicata roots, and its ethyl acetate fraction. In vitro antioxidant activity was also evaluated in the methanol extract and ethyl acetate fraction using DPPH method. Ethyl acetate fraction was found to contain twice the content of flavonoids and phenols in comparison to methanolic extract, whereas phenolic content in methanol extract was approximately similar to ethyl acetate fraction. A significant antioxidant activity, i.e., mean percentage inhibition of DPPH radical was observed in methanol extract and ethyl acetate fraction at the concentration of 10 μg/ml and 5 μg/ml respectively. Finally, it was suggested that polyphenols are responsible for antioxidant activity of A. spicata.
dinsdag, mei 05, 2020
De internet-herborist
Programma
1. Kruidenmonografieën per seizoen en per werking (luchtwegen, spijsvertering....). Voorbeeld: in mei bespreken we basisplanten zoals gewone vlier / Sambucus nigra en Meidoorn / Crataegus species. We bespreken ongeveer honderd belangrijke eetbare en medicinale planten. Hoofdzakelijk planten van bij ons, die je zelf kan oogsten en verwerken.
2. Een verhaal en uitleg bij elke plant.
3. Fytoschema's. Bespreking van een aandoening. Griep, bloeddruk, eczeem, prostaatklachten.....
4. Kruidenwandelingen. 4 echte wandelingen, 1 per seizoen. Oogsten van wortels, blad, bloem en knoppen om te verwerken tot tinctuur, siroop of om te gebruiken in de keuken.
5. Goed te combineren met het eerste weekend van de opleiding herborist 24 en 25 oktober 2020.
6. Persoonlijk uitleg bij de info is mogelijk via vlaamseherboristen@gmail.com of via https://www.facebook.com/opleidingherborist
Praktisch
Starten kun je op elk moment. Inschrijven door storten van het inschrijvingsgeld 220 euro op rekening van Maurice Godefridi BE09 0010 5818 8457 met vermelding internet-herborist Dodonaeus 2020. Stuur ook een bevestigingsmail naar vlaamseherboristen@gmail.com met vermelding van een mailadres, waar het cursuspakket naar verzonden moet worden
Lijst te bespreken planten
Cursusboek Fytologie: alfabetische lijst van de besproken planten
● Achillea millefolium** Duizendblad IV ● Acorus calamus L. Kalmoes ● Aesculus hyppocastanum L.* Paardekastanje IV ● Agropyron repens L. Kweekgras VI ● Alchemilla vulgaris auct. non L.** Vrouwenmantel VII ● Allium cepa L. * Ui, Ajuin III ● Allium sativum L.* Knoflook IV ● Aloë species* Aloë soorten I ● Althaea officinalis L.** Heemst III ● Anethum graveolens L. Dille I ● Angelica archangelica L.* Aartsengelwortel I ● Angelica sinensis Chinese engelwortel / Tang kuei IX ● Angelica sylvestris L. Gewone engelwortel I ● Apium graveolens L. Selderij VI ● Arctium lappa L.* Grote klis VIII ● Arctostaphylos uva ursi (L.) SPRENG.* Beredruif VI ● Arnica montana L.* Valkruid VIII ● Artemisia abrotanum L. Citroenkruid ● Artemisia absinthium L.* Absint alsem I ● Artemisia dracunculus L. Dragon I ● Artemisia vulgaris L. Bijvoet I ● Asparagus officinalis L. Asperge VI ● Astragalus membranaceus** Astragalus IX ● Avena sativa* Haver V ● Betula pendula ROTH* Berk ruwe VI ● Brassica sp. Koolsoorten VII ● Bupleurum falcatum L. Sikkelgoudscherm IX ● Calendula officinalis L.** GoudsbloemVIII ● Capsela bursa pastoris L.* Herderstasje IV ● Carica papaya L.* Papaya I ● Carum carvi L. Karwij I ● Cassia angustifolia VAHL.* Senna I ● Centaurium minus MOENCH* Duizendguldenkruid I ● Cerefolium sativum L. Kervel ● Chelidonium majus L.* Stinkende gouwe II ● Chrysanthellum americanum (L.) VATKE 'Camomille d'Or' II ● Cichorium intybus L. Wilde cichorei II ● Cimicifuga racemosa L.* Zilverkaars VII ● Citrus aurantium L. ssp. Amara* Bittere oranjeappel I ● Cnicus benedictus L.* Gezegende distel I ● Codonopis pilosula (Franch) Nannf. Dangshen IX ● Cordyceps sinensis Rupsendoder IX ● Coriandrum sativum L. Koriander I ● Crataegus laevigata (Poiret) DC.** Meidoorn IV ● Cucurbita pepo L.* Pompoen VII ●
Tussen de Vitex agnus-castus |
Nota 1: de planten met een sterretje* zijn als monografie besproken in het cursusboek. Nota 2: de planten met 2 sterretjes zijn basisplanten Nota 3: de Romeinse cijfers duiden het hoofdstuk aan, waarin de planten opgenomen zijn. Fytologie: plantenlijst / Maurice Godefridi VHO
zondag, maart 17, 2019
Opleidng op zijn Mauriciaans: geurgenoegens
S'anderdaags dus voor een kleine groep getrouwen uitleg geven over kruiden voor de luchtwegen, over slijmstofplanten zoals kaasjeskruid, heemst en weegbree. En natuurlijk wandelen we ook in het verrassend mooie landschap. Menselijk landschap, boomgaarden maar ook holle wegen en we vinden kleine planten die zich nog wat verstoppen voor ruige wind en water. Ereprijs, maarts viooltje, wilde marjolein en de stinkende ballote. Zoete, zware tot muffe geuren, geuren die volgens mijn theorie kalmerend en koesterend werkzaam zijn.
Passend in dat geur-rijtje zijn de overrijpe bessen van de Gelderse roos. In een klassiek boek over seksuele voorlichting uit 1929, Het volkomen huwelijk van Dr. Th. van de Velde, het standaard voorlichtingsboek uit die tijd. Het enige boek ook dat mijn ouders bezaten en dat ik 60 jaar geleden ontdekte in de linnenkast, diep verborgen onder een stapel dekens. In dat zedige boek schrijft Van de Velde over het clitoraal smegma, een zachte vetmassa, die door de daar aanwezige smeerklieren wordt bereid. Hij beschrijft de geur die van aangenaam naar zeer onaangenaam kan overgaan. En... vergelijkt de geur met viburnumbloesem in zijn tuin. 'Zijne pas ontloken bloesems hebben een reuk, die aan dien van vrouwelijke genitalia herinnert. Het valt mij telkens op dat mannen met blijkbare voorliefde aan deze bloesem ruiken....’. En hij schrijft er bij dat zelf zeer onervaren mannen, het graag ruiken.Worden deze bloesems ouder, zegt hij, dan verandert hun reuk meer en meer, om ten slotte het zeer onaangename ranzig-scherp-zoutige kenmerk aan te nemen, dat ons gynaecologen maar al te zeer bekend is.
Vreemd verhaal inderdaad en daarmee loop ik als serieuze herborist het risico verkeerd herinnerd te worden.
Meer over https://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/58256-viburnum-met-vaginale-geur.html
Over maarts viooltje https://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/31199-lentekruiden-speenkruid-sleutelbloem-en-maarts-viooltje.html
zondag, november 26, 2017
Leven in de natuur: daslook
Als everzwijnen snuffelen en wroeten we blad en aarde om en ontdekken geneeskrachtige en culinaire wortels. Echte valeriaan die de geïrriteerde aardbewoner kan kalmeren, nagelkruid die PDS-darmen tot rust kunnen brengen en..... we vinden ook de aromatische daslookbolletjes die soep en andere gerechten kunnen kruiden. Een verborgen wereld die herboristen vol verwondering ontdekken en met bewondering beleven.
Over daslook: There is good evidence for the use of ramson by Mesolithic people. Charred bulbs of A. ursinum were identified—in the late Mesolithic settlement at Halsskov in Denmark (Kubiak-Martens 2002). It was hypothesized that ramson was one of the plants that contributed to the hunter-gatherer diet. A. ursinum was known to the early Celts and to the ancient Romans. The Greek physician Dioscorides mentioned four kinds of onion, among them A. ursinum and also attributed a detoxifying effect to the plant (Meyer et al. 1999; Richter 1999). Ramson was well known also in the Middle Ages; it belongs to the group of plants often found at medieval West Slavic archeological sites (Celka 2011). King Charles the Great, also known as Charlemagne, included A. ursinum in his Capitulare de Villis imperialibis, where he formally cataloged plants, mostly those possessing medicinal properties, and documented how the gardens should be planned and cared for (Clickner 2011). Hieronymus Bock provided drawings of the plant in his Kreutterbuch, Lonicerus judged wild garlic to be superior to regular garlic (Richter 1999; Błażewicz-Woźniak et al. 2011; Strzelecka and Kowalski 2000; Madaus 1938).
zondag, oktober 23, 2016
Peyote mijn vriend
Deze beroemde peyote-cactus (Lophophora williamsii) is de eerste hallucinogene plant die door de Europeanen in Amerika werd ontdekt. Hij wordt vooral in verband gebracht met de Huichol-Indianen uit de Sierra Madre in Mexico, al wordt hij ook gebruikt door de Tarahumara-Indianen, de Noordamerikaanse Kiowa's en Comanches en de in recenter tijden gevestigde Native American Church. De cactus groeit vooral in het Noorden van Mexico en in het Zuiden van Texas. De geslachtsnaam Lophophora betekent "borstelig begroeid, borstel dragend", wat verwijst naar de wollige pluizenbundels die op elke knobbel van de bol zitten. Deze pluisjes beschermen de groeiende bloemknoppen en de kleine zaadjes.
Deze psychedelische cactus is natuurlijk bekend om zijn ritueel gebruik toch is hij ook als woestijnplant bijzonder. Om te overleven trekt hij zich namelijk in de winter in de grond terug voor een soort winterslaap. Zo beschermt hij zich tegen de koude, uitdrogende winden. Als in de herfst de droogtetijd begint, dan schrompelt de plant van boven zo sterk in elkaar, dat deze vaak de helft van zijn normale volume verliest. Vastgehouden door de sterke ondergrondse wortel wordt het bovengrondse deel door de verschrompeling onder de grond getrokken. Al gauw blaast de wind er zand en stof overheen en heeft de plant zijn winterkwartier betrokken. In de lente zuigt het rimpelige plantaardige lichaam snel al het nu weer voorhanden zijnde water op, zwelt binnen een paar dagen op tot zijn vroegere omvang, groeit nu rustig verder in licht en warmte en staat spoedig in bloei.
De eerste gedetailleerde beschrijving van de cactus werd gegeven door Francisco Hernandez, arts van koning Filips de Tweede van Spanje, die een studie van de geneeskunde van de Azteken had gemaakt. Hij schrijft: De wortel is bijna middelgroot, ontwikkelt geen takken of bladeren boven de grond, maar vertoont een bepaalde wolligheid, waardoor hij niet goed door mij kon worden afgebeeld. Zowel mannen als vrouwen schijnen erdoor te worden geschaad. Hij blijkt vrij zoet van smaak en matig pikant. Fijngemalen en aangebracht op pijnlijke gewrichten schijnt hij verlichting te geven. Wonderbaarlijke eigenschappen worden aan deze wortel toegeschreven, als tenminste geloof kan worden gehecht aan wat hierover in het algemeen door de Azteken wordt gezegd. Hij stelt degenen die hem verorberen in staat in de toekomst te zien en zaken te voorspellen.
Peyote is een hallucinogene cactus die een grote verscheidenheid aan effecten veroorzaakt. Zijn belangrijkste alkaloïde bestanddeel is mescaline, maar hij bevat ook rond de dertig andere psychoactieve stoffen. Gebruikers kunnen helder gekleurde beelden ervaren, flikkerende aura's rondom objecten, gevoelens van gewichtloosheid en ook ongebruikelijke gehoor- en gevoelsensaties.
Chemisch gezien berust de werking waarschijnlijk op de beïnvloeding van de biogene
aminenstofwisseling. De neurotransmitters die de prikkels in het zenuwstelsel moeten overbrengen worden verstoord, waardoor de werkelijkheid anders wordt waargenomen. Natuurlijk is dat een nuchtere, materiële en mogelijk ook té nuchtere kijk op deze en andere heilige planten. Door deze planten als chemische drugs te bekijken en te gebruiken en weg te halen uit hun spirituele en rituele context verliezen ze hun positieve en bewustzijnsveruimende werking.
zaterdag, oktober 22, 2016
Over mensen en kruiden…
We stappen een dreefje door bezaaid met duizenden noten van de tamme kastanje en, de oh’s en ah’s en heb je een zakje bij, ontsnappen uit onze mond. Terwijl we het dreefje doorstappen worden we door de vriendelijke Beatrijs ontvangen. We vertellen haar hoe mooi ze wel woont in deze natuurlijke omgeving en vragen naar de tamme kastanjes. Er worden een paar tips gegeven ivm het parkeren want hoe praktisch een wagen dan ook wel mag wezen, je vouwt hem zomaar niet op om hem daarna in je handtas te stoppen. Na onze eerste stappen in het wildplukken van tamme kastanjes begeven we ons naar het huis van Beatrijs dat ons vol met prachtige architecturale verrassingen ontvangt. We worden overweldigd door de enorme omvang van het glazen huis met in- en outdoor vijvers waarin prachtige koi’s in verschillende kleuren en maten rondzwemmen. De natte neus van de hond raakt zachtjes mijn hand. De met liefde ambachtelijk gevormde ramen en deuren trekken vervolgens onze aandacht met veel lovende woorden van bewondering tot gevolg.
Beatrijs ondertussen al bezig met het traditioneel opgieten van koffie verwelkomt ons nogmaals en we krijgen ondertussen de kans om kennis te maken met Carla een spontane vrouw die reeds vele uren vanuit Duitsland (Bremen-Hamburg- Denemarken) had gereden om samen met ons de cursus van Maurice te volgen.
Stilletjes aan komen de andere leden van de nieuwe te vormen cursistengroep binnen gesijpeld. We sippen aan onze koffie of maken een tasje thee, eten een boterhammetje of koek en praten met de nieuw aangekomenen. De groep is bijna volledig en een frêle uitziende man met een bos witte haren en baard komt stilletjes binnengewandeld. Zelf ben ik een grote fan van Aziatische legenden en verhalen en het beeld van Maurice doet mij onmiddellijk denken een Sifu of shīfu (skillful person or a master/teacher/old person of skill) persoonlijke vrije vertaling, oude wijze met veel ervaring.
Ook al ontmoet je dikwijls nieuwe groepen cursisten zoals Maurice, ik kan alleen maar vermoeden dat die eerst ontmoetingsdag ook voor hem nog altijd een stressvol gebeuren moet zijn. Elkaar beetje bij beetje leren kennen en een delicaat evenwicht opbouwen tussen lesgever en cursist, tussen theorie en praktijk en tussen persoonlijke ervaring en algemene kennis zodat ieder individu aan zijn trekken komt lijkt mij een ganse opgave, het zou mij slapeloze nachten bezorgen.
Ieder van ons zoekt een plaatsje aan de grote tafel en Maurice die een onuitputtelijk spraakwater blijkt te zijn, tovert orde uit chaos en brengt chaos waar eerder orde was. Hij duikt van het ene verhaal in het andere en pikt terug aan bij de materie waarmee hij gestart was. We starten met het spijsverteringsstelsel en van daaruit worden gerelateerde planten besproken. Maurice gaat ons helpen een frame op te bouwen waarmee we kunnen werken zodat we ieder plant die besproken wordt ten volle kunnen benutten.
Net voor de middagpauze krijgen we de kans om ons voor te stellen en te vertellen hoe ieder van ons tot op dit punt is beland. We mogen een glimp opvangen van ieders redenen die toch nog vele interessante, warme, droevige, blijde of boeiende achterliggende verhalen doen vermoeden. Daarna zoeken we de boterhammen en warme koffie of thee en verse met liefde gemaakte soep van Beatrijs op. De groep zwermt uit en ieder van ons zoekt connectie met één of een paar van de andere cursisten om elkaar beter te leren kennen en zo op een aangename manier het middagmaal te nuttigen…….
Impressie geschreven door Myriam Puts
donderdag, december 17, 2015
Over Dodonaeus en mijn herboristenopleiding
Dodonaeus, geboren en getogen.
Dodonaeus werd in 1517 te Mechelen geboren. Zijn eigenlijke naam was Rembert Doedesz of Dodoens Joenckema, zijn familie was van Friese afkomst. Op zijn 14de jaar was hij al medisch student aan de universiteit van Leuven. Na zijn studies reisde hij veel en studeerde ondertussen verder aan universiteiten in Frankrijk, Italië en Duitsland.
In 1548, hij was toen zowat 30 jaar, werd hij benoemd tot stadsarts in Mechelen. Enkele jaren later in 1554 publiceerde hij zijn bekende ‘Cruyde-boeck’, wat gedeeltelijk gebaseerd was op ‘De Historiae Stirpium’ van Fuchs, waar Dodoens eerder al een Nederlandse vertaling van gemaakt had.
Dodoens was ook bevriend met de bekende botanici Clusius en Lobelius. Zij gebruikten ook elkaars materiaal om hun boeken te schrijven. Er werd toen al even veel overgeschreven als nu, in ons digitale tijdperk.
Cruyde-Boeck.
In de inleiding van zijn‘Cruyde-boeck’ zegt Dodoens over de kruidenleer ‘ ghelyck vele edele scientien (wetenschappen) ende schoone konsten, lange tijt van de medicijns (de dokters) is cleyn geacht,...omdat sy meynden dat alsulcken kennisse haer niet en betaemde... Wat komt me dat bekend voor!
Dodoens probeerde de tot dan toe versmade gewassen, niet op alfabetische volgorde in te delen maar te groeperen naar hun uiterlijk. Dat ziet er voor ons soms vermakelijk uit, maar het was wel een eerste poging om familieverbanden in de plantenwereld te zoeken. Al is, ‘Een aantal planten zonder nader verband’ en ‘Bloemen bevallig aan het gezicht’ nog ver verwijderd van een botanisch of medisch indeling. Alhoewel de hoofdstukken ‘Van der Wortelen, Van der Corenen en Van der Boomen’ al wat op een flora-indeling beginnen te lijken.
Dodoens geeft ook nauwkeurige beschrijvingen van de planten, telt de meeldraden en spreekt over mannelijke en vrouwelijke planten. Een voorbeeld: Sint Jans cruyt heeft bruyn roode stelen/ met veel aenwassende zijde tacxkens verciert. Sijn bladeren zijn lanck en smal/ den bladeren van Wijnruyt niet seer onghelijck/ die als zy teghen den dach ghesien worden/ vol cleyne gaetkens schijnen al oft zy met naelden duersteken waeren.
Bijzonder vind ik ook de vermelding van de plantennamen in verschillende talen. Sint Jans cruyt wordt gheheeten in Griecx/ in Latijn ende in die Apoteke Hypericum/ ende van sommighen Perforata en Fuga daemonum. In Hoochduytsch S. Johans kraut en van sommighen Harthauw. In Neerduytsch S. Jans cruyt. In Franchois Millepertuys.
Bij de medische toepassing van de verschillende kruiden volgde hij voornamelijk de elementenleer, maar er zijn ook veel voorbeelden van signatuurleer te vinden. Al vond hij dat geneeskracht van planten aan het uiterlijk van de plant aflezen ‘'teghen alle reden.....ydel ja belachelijck’ is.
Vooral de beschrijving van ‘die Crachte’ spreekt mij erg aan, zij zijn kernachtig kort en toch bijna poëtisch weergegen. ‘Sint Jans cruyt met saet en bloemen ghesoden ende ghedroncken/ lost die urine/ ende doet water maken/ ende es seer goet teghen den steen in die blase/ het brenght den vrouwen huer natuerlijcke cranckheyt weder/ ende het stopt den loop des buycx.
Dodoens eindigt zijn boekwerk met een alfabetisch ‘Register van die Crachte ende Werckinghe der Cruyden’, dat klinkt als volgt: ‘Bijslapen lust maken’, Clapooren ghenesen, Dronckenschap beletten, Handen vol puysten doen comen, Hersenen goet maken, Kinderen doen pissen, Menschen dooden’ en ‘Rimpelen vergaen’.
Deze selectie is niet bedoeld om de zot te houden met een onvoorstelbaar wijs man als Dodoens. Het is eerder een bewondering en verwondering voor de mens en voor Dodonaeus in het bijzonder, die met verstand en gevoel ‘crachte ende werckinghe’ in de wereld brengen.
Dodoens hofarts en docent.
Dodoens werd in zijn leven ook niet gespaard van tegenslag. In 1572 overleed zijn vrouw en enkele maanden later werd Mechelen door de Spanjaarden geplunderd en gingen al zijn bezittingen verloren. Hij trok toen naar Oostenrijk, waar hij, 5 jaar lang, hofarts van keizer Maximiliaan II en keizer Rudolf II was.
In 1582 aanvaarde hij een leerstoel in de medicijnen te Leiden, waar hij, tot aan zijn dood 3 jaar later, bleef. In die Leidense periode verscheen bij Plantijn ook zijn ‘Stirpium Historiae Pemptades Sex’ zijn meesterwerk van ‘pemptades’, verhandelingen van 900 bladzijden, geïllustreerd met 1300 houtsneden.
Op zijn grafschrift in de Sint Pieterskerk te Leiden lezen we: Aan Rembert Dodoens uit Mechelen, van de keizers Maximilliaan II en Rudolf II de arts en raadsman: aan hem die inzake astronomie en geneeskrachtige kruiden door zijn kennis en geschriften beroemd geworden is, die thans als grijsaard bij de Leidense universiteit van de Betaafse staat als leraar in de medicijnen in zaligheid heengegaan is, in het jaar 1585 op de zesde dag van Maart, 68 jaar oud. Rembert Dodoens een zeer vrome zoon.
zondag, september 28, 2014
Wandelen in Weelde
Ik verwacht volk, enthousiast en intelligent volk en dat dank zij FB. Een Facebookwandeling zou ik het durven noemen. Gezichten die ik alleen maar digitaal kende, komen in levende lijve aangewandeld en aangereden. Wel spannend maar vooral mooi, een kruiden- maar ook een mensenwandeling.
Toch over planten vertellen.
Planten met een verhaal, mijn verhaal. Peterselievlier, hop, wilde kastanje.....ooit zelf aangeplant. Venkel heeft zich buiten de oorspronkelijke tuin trots op een hoge berm geïnstalleerd. Bij de resten van het perron vinden we weggegooide karmozijnbessen, ook een manier om uitheemse planten in de natuur te krijgen. Aan de achterkant van het oude perron geen treinsporen meer, wel een bospaadje en het oprukkende bos. In de berm boerenwormkruid nog in bloei, de overal aanwezige brandnetel en enkele klisplanten. Eetbare kliswortel bevat inuline, goed voor de darmflora en dan kan ik weer mijn verhaal over de kliswortelolie vertellen. De olie goed om het haar gezond te houden maar het grijs worden van mijn haar heeft de klis toch niet kunnen tegen houden. Grijs-kruid vinden we hier wel, ooit molenkruid genoemd omwille van zijn voorkomen bij graanmolens en spoorwegen.
Zigzag wandelen
Ver wandelen doen we niet, we zigzaggen tussen wilg, berk, meidoorn en vlier. In de droge en warme sintelgrond vinden we agrimonie maar vooral rosetten van teunisbloem, toorts en slangenkruid. Resten van sintjanskruid zijn natuurlijk ook aanwezig. Wat heb ik hier vroeger veel johanneskruid geplukt om olie en tinctuur te maken. Herinnering zonder heimwee. Langs het Bels lijntje wandelen we terug, mensen ontmoeten planten, nog even guldenroede goeie dag zeggen en oh ja resten en rosetten van kaardebol. Allemaal planten met oude maar nu ook met nieuwe verhalen, maar we moeten verder. Het is al ver over de middag, sommigen krijgen honger of moeten naar huis. Al had de wandeling met deze mensen, met Murielle, Aukje, Evelien, Joelle....... wel de hele dag mogen duren.
Na de wandeling en na het café,
ben ik nog even alleen in mijn oude tuin. Braamstruiken zijn weer volop aanwezig zoals ze dat ook al waren toen ik hier 40 jaar geleden kwam wonen. Wat dat betreft is alles weer bij het oude. Zelfs stevige woekeraars zoals groot hoefblad en reuzebereklauw moesten het afleggen tegen de bramen. Na wat nauwkeuriger zoeken vind ik toch nog wat roze bloemetjes van het kroonkruid, verder wilde marjolein en gewone ereprijs. Maar waar zijn de honderden andere planten gebleven? Weggehaald, verdwenen, gevlucht naar andere oorden? Wie weet, waar we mekaar weer ontmoeten. Mensen en kruiden.
dinsdag, december 03, 2013
Les geven, over muizedoorn of butcher's broom
Wat geschiedenis over muizedoorn. The common name “butcher’s broom” came from Europe, where butchers would bundle the shrub into a broom to sweep and cleanse their cutting blocks, due to the stiffness of the material.3 (It was later discovered that the essential oil in the plant is antibacterial.) Europeans have been using the shrub as a laxative and diuretic for almost 2,000 years. Many cultures soaked the rootstock in water or wine to help alleviate abdominal complaints. In the first century CE, Greek physicians used butcher’s broom to treat kidney stones. In the 17th century, the English herbalist Nicholas Culpepper used butcher’s broom to help the healing of fractured bones. He recommended that patients take a decoction of the root (made by boiling the plant’s woody parts) orally along with spreading a poultice of the berries over the fracture.
Verdere info
http://kruidwis.blogspot.be/2013/01/zon-na-3-weken-regen_7.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/ruscus-muizedoorn
zaterdag, november 30, 2013
Herboristen in spé
De boksdoorn staat als eerste struik op ons programma. Deze plant is de laatste jaren beroemd geworden onder de naam gojibes, gezondheidsbesje uit het Verre Oosten, maar groeit hier gewoon in de duinen. Verder zien we hier meidoorn, de bessen zijn bijzonder geschikt voor een versleten hart, en zijn ook nu nog te plukken. Vooral bomen en struiken vallen nu het meeste op. Vlier is bijna bladerloos, de gestippelde, gegroefde schors en de laatste verlepte bladeren geven de struik een triest, wat verlopen uiterlijk, oude zwerver zonder onderdak. De kardinaalsmuts daarentegen met zijn groene, soepele takken oogt heel wat vrolijker.
We steken de weg en spoorweg over, in het duinbos vinden we nog groene pijpjes van de wilde bieslook, Allium species. Goed te eten op dit moment, zacht en met subtiele knoflooksmaak. Verder langs het paardenpad zijn het de kiemplantjes van de winterpostelein die frisgroen opvallen, nog niet veel aan te eten maar is straks wel onze wintersla bij uitstek. Resten van uitgebloeid nagelkruid is de klassieke plant langs deze paden. De hakerige zaden laten zich graag vervoeren via kleding en beharing om zich verderop weer uit te zaaien. Deze Geum wordt niet veel meer gebruikt, maar is zonder meer een goede geneeskrachtige plant, vooral de wortel is voor de darmen bij reizigersdiarree te gebruiken. Gewoon uitgebreid op een stukje wortel knabbelen en zo het sap met speeksel mengen en doorslikken.
Langs de rand van het bos zijn het vooral ruigtekruiden zoals bijvoet die hier graag groeien. De houtige stengels zijn ook in de winter herkenbaar. Geneeskrachtig maar niet veel meer gebruikt, vroeger was de wortel als amulet zelfs in gebruik tegen epilepsie. Wat we van dat soort gebruiken moeten denken, blijft moeilijk. De nuchterheid gebied ons dat ten strengste af te keuren, maar deze oude gebruiken eens goed onderzoeken lijkt me ook wel verstandig. Alleen waar moeten we in godsnaam beginnen?
Even doorstappen en we kunnen het duin in. Daar vinden we natuurlijk duindoorn, en dat vind ik het wonderbesje van bij ons. In de duinen voelen deze duindoornen zich volop thuis, naast hun hoofdwortel vormen ze veel horizontale uitlopers, waarmee ze zich woekerend kunnen uitbreiden. Deze krachtige uitlopers kunnen in de tuin zelfs de terrastegels verplaatsen.
Duindoorn heeft vooral in het Oosten een lange en gereputeerde geschiedenis achter zich. In Tibet was het een veel gebruikte plant. Zelfs de soldaten en paarden van Djengis Khan zouden hun uithoudingsvermogen te danken hebben aan het eten van duindoornbessen. Hopelijk niet hun agressiviteit. Het verhaal over de paarden-kracht vinden we ook bij de Oude Grieken terug. Zieke dieren werden niet opgeruimd maar vrij gelaten en kwamen later gezond terug omdat ze zowel bladeren als bessen van duindoorn gegeten hadden. Dus toch hyppos phaino, glimmende paarden.
Ook wij snoepen wat van de zuur-zoete bessen, zeker ook goed voor onze huid.
Over het duin heen, zien we de zee en laten de zoute, gezonde zeelucht door onze luchtwegen stromen. Lucht als voedsel. Ook dat is fytotherapie.
dinsdag, november 05, 2013
Herfst, planten verzamelen?
Door problemen met mijn laptop (gehackt?) begin ik wel gestrest aan de les. Al die spanning valt snel van mij af, als ik op dreef komt. Ik geef een kort, nu ja kort in zo dik 2 uur, een overzicht van de verschillende aspecten van een kruid (monografie). Over de naam, teelt, ecologie van de levende plant, over het te gebruiken plantendeel (wortel, bloem, blad...) de zogenaamde materia medica, over inhoudsstoffen en algemene farmacologische werking, de indicaties, over dosering en bereidingswijzen.... Alles een beetje illustreren met planten, tincturen en etherische olie, en dat is wel nodig, want ondanks de belangstelling is het moeilijk voor de studenten om na een dag werken in een suffe ruimte ook nog 3 uur te luisteren naar één mens.
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenbereidingswijzen/paardekastanjezalf
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/aesculus-paardekastanje
zondag, oktober 27, 2013
Herboristen Opleiding: een eerste impressie
We starten dit jaar de cursus in de schaduw van Brussel, wel landelijk op den buiten, ondanks auto's en spoorwegen. Een interessante kruidentuin is mijn steun en toeverlaat om in 2 dagen een overzicht te geven van de basiskruiden voor geneeskrachtig gebruik. Kennismaken met 30 kruiden en 15 mensen op 2 dagen. Hoe doe je dat?
Namen van mensen, namen van planten (Nederlandse en Latijnse), namen van ziektes, inhoudsstoffen. Wie is wie? Artemisia, heemst, Greetje, Tanja, Katrien, Els, saponinen en slijmstoffen, juffertjes in 't groen en anderen, mooie en curieuze namen. Even ook over afrodisiaca zoals bonenkruid en berenklauw, over adaptogenen zoals rhodiola en ginseng of over een op het eerste zicht onschuldig plantje maar toch met een gevaarlijke, aborterende werking, poleimunt dus..... plantjes, plantjes met kantjes.
Hoe kan ik in die overvloed, toch tot de geneeskrachtige essentie van de fytotherapie komen? We bespreken
- bitterstofplanten voor spijsvertering en lever: alsem, paardenbloem,
- manusjes van alles: echte kamille, duizendblad
- voor hart en bloedvaten: meidoorn, knoflook, tempelboom (ginkgo)
- voor het veneuze vaatstelsel: paardenkastanje (Aesculus), duizendblad
- het zenuwstelsel: sintjanskruid en echte valeriaan
- nieren en urinewegen: echte guldenroede, veel bomen...berk, wilg, es en heermoes
- huid: goudsbloem en smeerwortel (slijmpapje maken)
- hormonaal: vrouwenmantel, vitex, cimicifuga
- lever: mariadistel, paardenbloem
- luchtwegen: heemst, rode zonnehoed, tijm, salie
zondag, oktober 20, 2013
Cursusboeken en paardenkastanje
Vanmorgen ook wat wilde kastanjes geraapt, geschild en de witte stukjes in water laten trekken Flink schudden zorgt ervoor dat de zeepstoffen zichtbaar vrijkomen. Het water, thee of zeepsop (hoe moet ik het noemen) kan vermengd met klei of gedrenkt in een katoenen doek als kompres tegen spataderen gebruikt worden. Je zou er ook nog een druppeltje etherische olie van cipres bij kunnen doen. Een kuur van één week in het kastanjeseizoen, elke dag een kompres een half uur opleggen.
https://sites.google.com/site/kruidwis/fytotherapie/veneuze-insufficientie
https://sites.google.com/site/hagershandbuch/aesculus. Deze link is alleen toegankelijk voor leden.In Hagers Handbuch lees ik: Das aus Samen gewonnene Mehl ist zur Reinigung von Wäsche, Wolle usw. seit langem bekannt. Während des Krieges wurde ein Auszug von Samen unter Beigabe von kieselsaurer Tonerde zu Sirupdicke eingedampft. Er besaß als „Bolusseife“ gute Waschkraft, war jedoch wegen des Eisengehaltes der Tonerde für weiße Wäsche ungeeignet. Vorwiegend Schlosser, Kaminkehrer und Schmiede benutzen Mehl oder Samen gern zur Reinigung, da fettige Stoffe gut gelöst wurden.
zaterdag, juni 01, 2013
In de Kruidtuin
Maar we wandelen verder tot bij de anjerachtigen, niet zoveel bekende medicinale planten wel zeepkruid, vooral planten met saponinen. Ook bij de sterbladigen komen we terecht met veel oude en nieuwe geneeskruiden bedstro, kleefkruid, walstro en meekrap, vooral geurende cumarineglycosiden vinden we in deze walstrosoorten, interessant om zoals bij lieve-vrouwebedstro maitrank te maken.
Om even op adem te komen wandelen we door naar het schaduwrijke bosgedeelte. Het machtige blad van het groot hoefblad trekt de aandacht. Mooi, statig en rustgevend is het, maar wat ik er over te vertellen heb, is voor sommigen minder rustgevend. De wortel bevat ongezonde pyrrolyzidine-alcaloïden die levercellen kunnen beschadigen, toch worden er veilige extracten gemaakt van de wortel die bij astmatische klachten en menstruatiepijn goed gebruikt kunnen worden. Als begroeiing onder de oude bomen vinden we veel bloeiende pioenrozen, toch is het juist een minder aantrekkelijke stekelige plant die mijn aandacht trekt, de muizedoorn of Ruscus aculeatus. Een geneeskrachtige plant die vooral voor het veneuze vaatstelsel en als diureticum in Frankrijk veel gebruikt wordt. Wij komen dan ook op het goede moment bij de toiletten terecht, over plassen praten is blijkbaar genoeg om ook te moeten. Zo, hebben we geen plantaardige diuretica nodig.
Ondertussen is de zon te voorschijn gekomen en worden zowel mensen als planten vrolijker. Nog even nieuwe energie opdoen om opnieuw de systeemtuin aan te kunnen, dat hebben we wel nodig. De grote familie van de samengesteldbloemigen wacht ons op, margrieten, madeliefjes, rode zonnehoed en vele anderen vinden we hier. Toch kijken we nu vooral naar het klein, kruipend geel bloeiend muizenoortje dat nog steeds als diureticum gebruikt wordt.
En dan vinden we een vreemd, voorhistorisch plantje met een klein aronskelkachtig bloemetje, woekerend in verschillende vakken. Het komt mij bekend voor maar ik ken absoluut de naam niet meer, tot wat later als iedereen weg is, de naam mij als een deus ex machina te binnen schiet. Een Arisaema, mogelijk Arisaema triphyllum, Jack-in-the-pulpit, een giftige alkaloïdbevattende plant die goed gekookt toch gegeten werd. Meer giftige en altijd weer spannende planten, vooral goed om verhalen te vertellen, vinden we verderop bij de nachtschaden. Massaal maar pas ontkiemd zien we vele doornappelplanten, aan de miniblaadjes ruiken verraad zijn sombere, magische kwaliteiten.
Ondertussen zijn alleen de fanatiekste kruidenliefhebbers nog overgebleven, de hardliners, verzadigd van geur, geweld van woorden, kramp in het geheugen zijn er al velen afgehaakt. En zo hoort het ook, iedereen moet stoppen op zijn eigen hoogtepunt.
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/60681-engelwortel-geschiedenis-van-een-kruid.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/29054-engelwortel-in-de-oud-noorse-samenleving.html
http://eten-en-drinken.infonu.nl/bier-en-wijn/36045-bedstro-het-lieflijk-meikruid.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/57491-muizeoor-of-hieracium-pilosella.html
zondag, mei 05, 2013
Het kruidensteegje
Het is mooi zonnig weer, zonde om de hele dag binnen te zitten, dus tussendoor nog eens via het binnenpaadje naar de tuin van Hilde. De stinkende gouwe, madeliefjes en paardenbloemen zijn in volle bloei, echte onkruiden met een grote O, goed geneeskrachtig en wat vrolijken ze de grasvelden en de mensen mooi op. Hoe kunnen we daar nu bestrijdingsmiddelen op los laten!
In het herboristentuintje van Hilde vinden we bloeiend bedstro Galium odoratum. Het moment om maitrank te maken. Eenvoudig recept: 5 à 10 bloeiende stengels laten verwelken en dan in een fles droge witte wijn 24 uur laten trekken. Bedstro is rustgevend en licht bloedverdunnend.
Bijzondere bloeiende planten bij Hilde zijn de doorlevende judaspenning, een zeer zeldzame bosplant die juist in de diepe schaduw goed groeit en in het vijvertje vinden we de sierlijke waterviolier. Eenvoudige wilde schoonheid.
http://eten-en-drinken.infonu.nl/bier-en-wijn/36045-bedstro-het-lieflijk-meikruid.htm
lhttps://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/galium-odoratu
woensdag, april 10, 2013
Herboristen Opleiding: een jaar in de natuur
Voor een jubileum willen we er een echte natuuropleiding van maken. Gewoon buiten zijn, zowel winter als zomer. De natuurelementen op de huid voelen. Natuur-geneeskunde in de letterlijke betekenis van het woord. Seizoensgebonden de basisplanten ontdekken, oogsten en verwerken, een beetje chaos dat wel, maar het cursusboek moet daar wat orde in brengen. We beginnen dus deze keer niet met inhoudsstoffen en kruiden voor de verschillende orgaansystemen, maar eindigen daar wel mee. De kennis op zijn kop, eerst aan de lijve ondervinden, voelen, proeven, ervaren en daarna pas je verstand inschakelen. We gaan dus vooral ook de basisplanten van bij ons bespreken. Logisch als we buiten de planten willen ontdekken, dus paardenbloem (lever, stofwisseling), brandnetel (reuma, huid), weegbree (luchtwegen), vlier (luchtwegen, immuumsysteem), berk, guldenroede, meidoorn (hart, bloedvaten).....en om ons een beetje te helpen zullen we af en toe ook een tuin bezoeken en een reisje maken om eventueel gele gentiaan en rozenwortel te ontdekken.
Praktische info vind je op http://sites.google.com/site/kruidwis/
zondag, november 18, 2012
Duin- en strandwandeling
Winterpostelein - Claytonia perfotiata. Frans: Claytonie perfoliée Duits: Kragen-Portulak (Winterpostelein), Engels: Springbeauty. Zijn witte bloemen met 5 kroonbladeren, ontluiken boven de 2 vergroeide bladeren. De bladeren ondersteunen de bloem en vormen een schoteltje. Ze bevolken in de lente de boorden van de wandelpaden en de schaduwrijke zoomrand van de duinbossen om in de zomer compleet te verdwijnen. Het is afkomstig uit Noord-Amerika en bij ons geïntroduceerd als groente tijdens de jaren '20. Ze kunnen geoogst worden in de winter, wat meteen hun naam verklaart. De blaadjes worden rauw gegeten als sla, bereid als spinazie of er wordt soep van gemaakt. Rauw bevatten ze een belangrijke hoeveelheid vitamine C.
zondag, november 04, 2012
Herboristen en glucosinolaten
Tussendoor luchten we ons eigen even en waar kun je dat beter doen dan in het tuintje van een andere herboriste. En om bij het onderwerp van de dag te blijven, de nog zichtbare planten op de foto zijn citroenkruid, rode zonnehoed (polysacchariden), bieslook (glucosinolaten), bernagie (pyrrolizidine-alcaloïden), goudsbloem (flavanoïden), wijnruit, (rutine) wilde tijm (etherische olie).
Verder in de tuin zagen we nog een notenboom (juglon), een beetje bevroren doornappel (tropaan-alcaloïden), zeepkruid (zeepstoffen = saponinen), bevroren Oost-Indische kers (glucosinolaten = mosterdolieglycosiden). Alles bij mekaar al een hele huisapotheek.
Over glucosinolaten. Het zijn de belangrijkste zwavelhoudende secundaire metabolieten in Brassica-gewassen. Een glucosinolaatmolecule bestaat uit een β-thioglucose, een gesulfoneerde oxime en een variabele zijketen afgeleid van een aminozuur (Fig 1). Er zijn meer dan 120 verschillende glucosinolaten beschreven (Fahey et al, 2001), waarvan slechts een 16-tal in cultuurgewassen voorkomen. Brassica-planten zijn vooral koolgewassen zoals bloemkool, kool, broccoli, spruiten....
Epidemiologische studies hebben aangetoond dat glucosinolaten de gezondheid ten goede komen, vooral het risico op kanker vermindert (Talalay & Fahey, 2001).
In de landbouw
Bieden glucosinolaten een alternatief voor de klassieke chemische bodemontsmetting omwille van de insecticide, nematicide en fungicide eigenschappen van hun afbraakproducten, voornamelijk isothiocyanaten.
De toepassing van natuurlijk geproduceerde chemicaliën in de land- en tuinbouw (biofumigatie) zou het gebruik van synthetische bestrijdingsmiddelen aanzienlijk kunnen verminderen en zo zorgen voor een beter milieu en een duurzame landbouw.
Wat is het effect van bewaren en bereiden op de glucosinolaten?
Het snijden van kool heeft tot gevolg dat de groenten meer glucosinolaten aanmaakt. Twee dagen na het snijden kan de hoeveelheid glucosinolaten zijn verdubbeld of nog meer. Koken heeft een vermindering van glucosinolaten tot gevolg. Opslag en transport zijn geen belangrijke factoren voor de concentratie van beschermende stoffen. Thuisbereiding en industriële bereiding wel. Glucosinolaten lossen op in water. Onderzoek waarbij groenten 30 minuten werden gekookt had een vermindering tot gevolg van 65% tot 77%. Tien minuten koken leidde tot een vermindering van 40-50%, vijf minuten koken leidde tot een vermindering van 20-30%. Stomen, magnetronbereiding en wokken hadden nauwelijks effect op het glycosinolaat.