De rode besjes zijn over het algemeen goed voor ziekten die met het bloed en het hart te maken hebben. Dioscorides beschreef 2000 jaar geleden al dat het eten van meidoornbessen goed is tegen diarree en dat het menstruatie inperkte. Verder zei hij dat het goed was voor het hart. In de Middeleeuwen werd deze plant gebruikt bij slapeloosheid, duizeligheid, pleuritis (longvliesontsteking), jicht, diarree en bloedingen. In de 16de eeuw schreef men meidoornbessen voor om overvloedige menstruatie te remmen. In de 17de eeuw meende men dat de vruchten goed zouden zijn voor het hart en aderverkalking zouden tegen gaan. En ook in de 19de eeuw werd de plant regelmatig gebruikt om zijn hartversterkende eigenschappen.
Het best te gebruiken is de Meidoorn voor het ouderdomshart of om de gevolgen van een hartinfarct te verminderen. Verder is de plant ook te gebruiken bij een verhoogde bloeddruk dan eventueel combineren met de vochtafdrijvende guldenroede of bij ritmestoornissen, dan is een mengsel met citroenmelisse of hartgespan zeer geschikt. Door zijn versterkende werking op de hartspier is de plant ook te gebruiken bij duursporten. Geen echt pepmiddel maar het zorgt er wel voor dat je hart een inspanning langer kan volhouden.
Meidoornbessen in de keuken.
In onze tijd van overvloed hebben we de meidoornbessen niet echt meer nodig als voedsel, maar als wilde aanvulling op ons gecultiveerd dieet kan een gemengde confituur van meidoornbessen met appel of met pruimen ons hart letterlijk ondersteunen.En waarom niet eens gebruiken in een chutney. in deze smaakmaker uit de Indiase keuken kun je makkelijk wilde bessen verwerken. Chutney is een combinatie van groenten en fruit, op smaak gebracht met kruiden en specerijen. Typisch van een chutney is dat het naast zoet (door de vruchten en suiker) ook zuur (door de azijn) en pittig (door de groenten en kruiden) smaakt. Door toevoeging van azijn, zout en suiker als conserveermiddelen zijn chutneys net zo lang houdbaar als confituur. Je kunt chutney ook wecken om te conserveren. Dan kan je minder suiker toevoegen. Dus een meidoornchutney.
- 250 g meidoornbessen
- 0,25 l azijn
- 1 ui
- 250 g appels
- 2 tenen knoflook
- 1 tl verse gember
- 1 tl zout
- 2 kruidnagels
- 1 kaneelstokje
- 125 g suiker
- 50 g rozijnen
- cayennepeper weinig
Verwijder alle steeltjes van de bessen. Was de bessen en kook ze in de azijn op een laag vuur, gedurende ongeveer een uur. Terwijl dit staat te koken, snijd je de ui en appel in stukjes en snipper je de knoflook en verse gember fijn. Vervolgens zeef je het gekookte bessenmengsel door een fijne zeef, waarbij je al het vocht en vruchtvlees uit de schilletjes drukt. Aan dit sap voeg je de rest van de ingrediënten toe. Voor extra pit kan je een rood pepertje toevoegen. Laat het geheel koken tot de appel zacht is, maar wel nog zijn vorm behoudt. Doe de chutney in potjes, zet ze 5 minuten ondersteboven en laat vervolgens afkoelen. Je kunt de chutney meteen eten, maar hij is vaak smakelijker als je hem een paar weken laat staan.
Verdere info