Posts tonen met het label Hoefblad. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Hoefblad. Alle posts tonen

zaterdag, maart 18, 2023

Ook klein hoefblad bloeit

Klein hoefblad is een echte pioniersplant, je vindt klein hoefblad op vochtige, zeer voedselrijke grond, die omgewerkt is en meestal kalkhoudend en soms tegen het brakke aan. Je vindt de soort dan ook op zandige oevers van rivieren, langs bermen, akkerranden en dergelijke. Op lichte klei en lemige bodems, dus ook langs bouwplaatsen. Vind je klein hoefblad in zandige gebieden dan kun je ervan uitgaan dat ter plaatse de bodem lemig is bijvoorbeeld doordat er andere grond gestort is. De plant is ook weinig gevoelig voor metalen en verontreinigingen, je vindt de soort dan ook wel op vervuilde terreinen. 

De naam Hoefblad is algemeen ingeburgerd, maar eigenlijk zou de plant Hoestblad moeten heten, zoals ook uit de geslachtsnaam Tussilago blijkt. Het gebruik als hoestmiddel was reeds bij de Ouden bekend. De Grieken noemden haar bechion, afkomstig van besso: hoesten. Zo bekend was het kruid als middel om de hoest te verdrijven dat Plinius bij zijn beschrijving van de plant ook nog een recept vermeldde. Het luidde als volgt: Men moet de wortel op houtskool van cypressenhout leggen en de rook hiervan door een trechter inademen. Ingewikkelder en zeker niet doeltreffender lijkt ons het recept van de Franse arts Marcellus Empericus uit de vijftiende eeuw. Volgens hem moet men de bladeren op een donderdag tijdens eb plukken, maar dan bij afnemende maan. Daarna moesten zij in een nieuwe ijzeren pot gedaan worden waarin zich gloeiende kolen bevonden. Vervolgens moest de hoestlijder met een pijpje de rook die dan ontstond opzuigen. Het gebruik om de plant bij hoest te gebruiken vinden we reeds bij Dioscorides vermeld. Hieruit blijkt wel dat de naam Hoestblad oudere papieren bezit dan Hoefblad, maar aan verandering is niet meer te denken; de naam Hoefblad is reeds te lang in gebruik. Hoefblad sprak waarschijnlijk meer tot de bevolking, want de hoefvorm van het blad was direct waarneembaar.

Het klein hoefblad is een echte verzachtende slijmstofplant, helaas bevat het blad ook alcaloiden die bij langer gebruik kankerverwekkend kunnen zijn. Interessant is wel om het wollige blad gekneusd als kompres te gebruiken.

Zie ook https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-planten-van-a-tot-z/tussilago-farfara-klein-hoefblad




vrijdag, april 16, 2021

Groot hoefbladextracten tegen hooikoorts

Groot hoefblad begint nu te bloeien. In Bretagne waar we tot voor kort woonden, is hij massaal aanwezig langs de rivier. Ik zal ze missen, die bijzondere bloemen en de indrukwekkende bladeren. Zouden ze mij ook missen? Hoe dan ook, onverbiddelijk zullen ze wel blijven bloeien en groeien. Geneeskracht en gevaar verspreiden. Een plant die vraagt om een handleiding. 

Groot hoefblad (Petasites hybridus (L.) G.Gaertn., B.Mey. & Scherb.; Asteraceae) is één van de bekendste planten waarvan de werking bij allergische rhinitis wetenschappelijk is bevestigd. 

Bloem van hoefblad kopje onder
in de Aulne
Extracten van zowel rhizoom (wortelstok) en wortels als van de bladeren worden al eeuwenlang gebruikt, onder andere bij hoest, astma, spasmen in gladde spieren en hoofdpijn. De belangrijkste werkzame stoffen zijn de sesquiterpenen petasin, isopetasin en neopetasin. Petasites bevat echter ook levertoxische pyrrolizidinealkaloïden (PA’s). Het gehalte van deze alkaloïden is in de bladeren tienmaal lager dan in de wortels. Door middel van superkritische CO2-extractiemethoden kunnen extracten verkregen worden die vrij zijn van PA’s, wat wil zeggen dat eventuele sporen ervan onder de detectiegrens liggen.


Het anti-allergische effect van petasinen is voor een deel terug te voeren op een antihistamine-activiteit en op een ontstekingsremmende activiteit. Het Petasites-extract verhindert de calciuminflux in geactiveerde mestcellen, wat zorgt voor blokkering van degranulatie van deze mestcellen (remming van het vrijkomen van histamine). Remming van de vorming van leukotriënen in immuuncellen zorgt voor de anti-inflammatoire werking.

Klinische studies naar Ze 339 Petasites-extract

Een gestandaardiseerd en gepatenteerd CO2-extract van de bladeren van Petasites hybridus (Ze 339) is in 2003 in Zwitserland op de markt gekomen als geregistreerd receptgeneesmiddel met als indicatie de behandeling van intermitterende allergische rhinitis en de symptomen in de neus, oog en keel. De effectiviteit en kortetermijnveiligheid van dit extract is in meerdere, kortdurende studies van twee weken aangetoond door de fabrikant, vergeleken met een placebo of met een positieve controle met antihistaminica. Allergische rhinitis bij de proefpersonen werd bevestigd met een huidpriktest, soms aangevuld met een bepaling van specifieke IgE-antistoffen.

 Een dosis (tablet) bevat 20-40 mg extract overeenkomend met 8 mg petasin. Naast petasinen (20,3%), bevat het extract onder andere vetzuren (40,2%), aromatische componenten (7%) en fytosterolen (1,2%).

Een studie waarin twee verschillende doses Ze 339-extract werden vergeleken met een placebo toonde dat de effectiviteit dosisafhankelijk is. De studie werd uitgevoerd onder 186 personen met bevestigde intermitterende allergische rhinitis. In de groep die 2 weken lang 3 tabletten per dag kreeg (24 mg petasin), trad bij 91% een verbetering van de totale symptomen op en in de groep die 2 tabletten per dag kreeg (16 mg petasin) gebeurde dat bij 71%.

Eerdere onderzoeken

Eerder al werden positieve effecten gemeten in een verkennende studie met 6 proefpersonen met allergische rhinitis. Gebruik van 6 tabletten per dag gaf binnen 5 dagen een sterke afname van de concentraties van ontstekingsmediatoren (cysteïnyl-leukotrieen, leukotrieen B4) en van histamine in het neusvocht. Rhinomanometrie, een methode waarbij het functioneren van de neus wordt gemeten, toonde een sterke verbetering in de symptomen van een verstopte neus.

Post-marketing surveillance uitgevoerd bij 580 personen liet bij 90% een verbetering zien van de symptomen (neus- en oogklachten en niezen) na 2 weken gebruik van gemiddeld 2 tabletten per dag. Effectiviteit, verdraagbaarheid en verbetering van kwaliteit van leven werden positief beoordeeld door respectievelijk 80%, 92%, en 80% van de proefpersonen. Bijwerkingen werden gemeld door 3,8% van de proefpersonen, voor het merendeel (milde) klachten van het maagdarmkanaal. Bovendien gaf toevoeging van een antihistaminicum aan het Petasites-extract geen verdere verbetering van de klachten.

Interessant is verder dat het Ze 339-extract ook objectief gemeten (met behulp van rhinomanometrie) effectief is tegen een verstopte neus, iets wat vaak niet of minder snel verbetert bij gebruik van antihistaminica. In een cross-overstudie met 18 proefpersonen werd dit verschil toegeschreven aan een sterke afname van leukotrieen B4 (LTB4) en interleukine-8 (IL-8) in het neusvocht, wat niet optrad bij het gebruikte antihistaminicum (desloratadine). In deze studie herstelde een verstopte neus na provocatie met graspollen sneller na gebruik van Ze 339-extract dan na gebruik van desloratadine of een placebo.

Referenties

  • Thomet OA, et al. Anti-inflammatory activity of an extract of Petasites hybridus in allergic rhinitis. Int Immunopharmacol. 2002;2(7):997-1006.
  • Brattström A. A newly developed extract (Ze 339) from butterbur (Petasites hybridus L.) is clinically efficient in allergic rhinitis (hay fever). Phytomedicine. 2003;10 Suppl 4:50-2.
  • Schapowal A; Petasites Study Group. Butterbur Ze339 for the treatment of intermittent allergic rhinitis: dose-dependent efficacy in a prospective, randomized, double-blind, placebo-controlled study. Arch Otolaryngol Head Neck Surg. 2004;130(12):1381-6.
  • Käufeler R, et al. Efficacy and safety of butterbur herbal extract Ze 339 in seasonal allergic rhinitis: postmarketing surveillance study. Adv Ther. 2006;23(2):373-84.
  • Dumitru AF, et al. Petasol butenoate complex (Ze 339) relieves allergic rhinitis-induced nasal obstruction more effectively than desloratadine. J Allergy Clin Immunol. 2011;127(6):1515-21.e6.
  • Gray RD, et al. Effects of butterbur treatment in intermittent allergic rhinitis: a placebo-controlled evaluation. Ann Allergy Asthma Immunol. 2004;93(1):56-60.
  • Anderson N, et al. Hepatobiliary Events in Migraine Therapy with Herbs-The Case of Petadolex, A Petasites Hybridus Extract. J Clin Med. 2019;8(5):652. Published 2019 May 10

6. Thomet OA, et al. Anti-inflammatory activity of an extract of Petasites hybridus in allergic rhinitis. Int Immunopharmacol. 2002;2(7):997-1006.
7. Brattström A. A newly developed extract (Ze 339) from butterbur (Petasites hybridus L.) is clinically efficient in allergic rhinitis (hay fever). Phytomedicine. 2003;10 Suppl 4:50-2.
8. Schapowal A; Petasites Study Group. Butterbur Ze339 for the treatment of intermittent allergic rhinitis: dose-dependent efficacy in a prospective, randomized, double-blind, placebo-controlled study. Arch Otolaryngol Head Neck Surg. 2004;130(12):1381-6.
9. Käufeler R, et al. Efficacy and safety of butterbur herbal extract Ze 339 in seasonal allergic rhinitis: postmarketing surveillance study. Adv Ther. 2006;23(2):373-84.
10. Dumitru AF, et al. Petasol butenoate complex (Ze 339) relieves allergic rhinitis-induced nasal obstruction more effectively than desloratadine. J Allergy Clin Immunol. 2011;127(6):1515-21.e6.
11. Gray RD, et al. Effects of butterbur treatment in intermittent allergic rhinitis: a placebo-controlled evaluation. Ann Allergy Asthma Immunol. 2004;93(1):56-60.
12. Anderson N, et al. Hepatobiliary Events in Migraine Therapy with Herbs-The Case of Petadolex, A Petasites Hybridus Extract. J Clin Med. 2019;8(5):652. Published 2019 May 10.

6. Thomet OA, et al. Anti-inflammatory activity of an extract of Petasites hybridus in allergic rhinitis. Int Immunopharmacol. 2002;2(7):997-1006.
7. Brattström A. A newly developed extract (Ze 339) from butterbur (Petasites hybridus L.) is clinically efficient in allergic rhinitis (hay fever). Phytomedicine. 2003;10 Suppl 4:50-2.
8. Schapowal A; Petasites Study Group. Butterbur Ze339 for the treatment of intermittent allergic rhinitis: dose-dependent efficacy in a prospective, randomized, double-blind, placebo-controlled study. Arch Otolaryngol Head Neck Surg. 2004;130(12):1381-6.
9. Käufeler R, et al. Efficacy and safety of butterbur herbal extract Ze 339 in seasonal allergic rhinitis: postmarketing surveillance study. Adv Ther. 2006;23(2):373-84.
10. Dumitru AF, et al. Petasol butenoate complex (Ze 339) relieves allergic rhinitis-induced nasal obstruction more effectively than desloratadine. J Allergy Clin Immunol. 2011;127(6):1515-21.e6.
11. Gray RD, et al. Effects of butterbur treatment in intermittent allergic rhinitis: a placebo-controlled evaluation. Ann Allergy Asthma Immunol. 2004;93(1):56-60.
12. Anderson N, et al. Hepatobiliary Events in Migraine Therapy with Herbs-The Case of Petadolex, A Petasites Hybridus Extract. J Clin Med. 2019;8(5):652. Published 2019 May 10.

zaterdag, november 07, 2020

Over groot hoefblad bij allergische rhinitis

Nog een laatste mooi beeld van verzopen groot hoefblad in onze Bretoense tuin. Ooit een enkel stukje wortel zelf aangeplant bij de Aulne in Pont ar Gorret. Ook zonder mij zullen ze gelukkig wel overleven. 

Dan maar een nuchter artikel over de geneeskrachtvan deze stoere plant. Petasites Groot hoefblad (Petasites hybridus (L.) G.Gaertn., B.Mey. & Scherb.; Asteraceae) is waarschijnlijk een van de bekendste planten waarvan de werking bij allergische rhinitis wetenschappelijk is bevestigd. Bekende synoniemen van P. hybridus zijn Tussilago hybrida L. of T. petasites L. Extracten van zowel rizoom en wortels als van de bladeren worden al eeuwenlang gebruikt, onder andere bij hoest, astma, spasmen in gladde spieren en hoofdpijn. 

De belangrijkste werkzame stoffen zijn de sesquiterpenen petasin, isopetasin en neopetasin. Petasites bevat echter ook levertoxische pyrrolizidine-alkaloïden (PA’s). Het gehalte van deze alkaloïden is in de bladeren tienmaal lager dan in de wortels. Door middel van superkritische CO2 -extractiemethoden kunnen extracten verkregen worden die vrij zijn van PA’s.

Het anti-allergische effect van petasinen is voor een deel terug te voeren op een antihistamine-activiteit en op een ontstekingsremmende activiteit. Het Petasites-extract verhindert de calciuminflux in geactiveerde mestcellen, wat zorgt voor blokkering van degranulatie (afbraak) van deze mestcellen (remming van de histaminevrijzetting). Remming van de vorming van leukotriënen (cysteïnyl-leukotrieen en leukotrieen B4) in immuuncellen zorgt voor de anti-inflammatoire werking. 

Klinische studies naar Ze 339 Petasites-extract 

Een gestandaardiseerd en gepatenteerd CO2 -extract van de bladeren van Petasites hybridus (Ze 339) is in 2003 in Zwitserland op de markt gekomen als geregistreerd receptgeneesmiddel met als indicatie de behandeling van intermitterende allergische rhinitis en daaraan gerelateerde symptomen van neus, oog en keel. De effectiviteit en kortetermijnveiligheid van dit extract is in meerdere, kortdurende studies van twee weken aangetoond door de fabrikant, vergeleken met een placebo ofmet een positieve controle met antihistaminica. Allergische rhinitis bij de proefpersonen werd bevestigd met een huidpriktest, soms aangevuld met een bepaling van specifieke IgE-antistoffen. De werking van het extract is lokaal (op de plaats van ontsteking) en niet perifeer en is werkzaam in de vroege en de late fase van de allergische reactie. Een dosis (tablet) bevat 20-40 mg extract overeenkomend met 8 mg petasin. Naast petasinen (20,3%), bevat het extract onder andere vetzuren (40,2%), aromatische componenten (7%) en fytosterolen (1,2%). 

Een studie waarin twee verschillende doses Ze 339-extract werden vergeleken met een placebo toonde dat de effectiviteit dosisafhankelijk is. De studie werd uitgevoerd onder 186 personen met bevestigde intermitterende allergische rhinitis. In de groep die 2 weken lang 3 tabletten per dag kreeg (24 mg petasin), trad bij 91% een verbetering van de totale symptomen op en in de groep die 2 tabletten per dag kreeg (16 mg petasin) gebeurde dat bij 71%. 

Eerder al werden positieve effecten gemeten in een verkennende studie met 6 proefpersonen met allergische rhinitis. Gebruik van 6 tabletten per dag gaf binnen 5 dagen een sterke afname van de concentraties van ontstekingsmediatoren (cysteïnylleukotrieen, leukotrieen B4) en van histamine in het neusvocht. Rhinomanometrie, een methode waarbij het functioneren van de neus wordt gemeten, toonde een sterke verbetering in de symptomen van een verstopte neus.

Meer info over hoefblad.https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/petasites-groot-hoefblad


donderdag, maart 12, 2020

Mijn herboristenkatje en ons anti-reumaveld

Zonnig ochtendgloren. Coronavirus lijkt ver weg. Langs de rivier op ons anti-reumaveldje oogst ik jong brandnetelblad en losgespoelde wortels en wortelstokken van het groot hoefblad. Voorproever van dienst is ons jong herboristenkatje. Van pyrrolizidines heeft ze blijkbaar nog nooit gehoord, even proeven dan maar. En ja, dat doet ze wel degelijk in de juiste, kleine dosering.

Over groot hoefblad dan maar. Wat mij het meest opvalt bij het Groot hoefblad zijn de bloemen die vroeg in het voorjaar zomaar bloot uit de grond te voorschijn komen, ver voor het blad zich vertoond. De bloemen lijken wat op een stevige wilde orchidee, tenminste de mannelijke variant. De vrouwelijke bloemen groeien verder door en vormen later hoge melkwitte zaadpluizen. De tegendraadse groei en bloei was de aanleiding tot de middeleeuwse naam Filiae ante Patrem, dochters voor vaders.

Een van de oudste namen, die in vele variaties vroeger gebruikt werd is Pestblad, naar de gevreesde ziekte die in de tijd van Matthiolus (1563) halve volkeren uit moorden. Ook als pestilentiekruid bekend. Dus zeker niet omdat men er de pest aan had. Mogelijk is die naam ook ontstaan uit een verandering van Petasitus... Pestasitus?



Dodonaeus in zijn Cruydeboeck van 1554 schreef over Petasites, Pestilentie wortel (Dockebladeren): Pestilentie wortel heeft groote ronde bladeren die ierst den Hoefbladeren ghelijck zijn ende daer naer zoo groot worden dat men met een blat een cleyn ront tafelken bedecken mach/ ende zijn op die een zijde schoon gruen/ en op die andere witachtich van coluere.
‘Pestilentie wortel ghedroocht/ ghepoedert en met wijn ghedroncken es een seer costelijcke medecijne teghen die pestilentie ende pestilentiale cortsen/ want zy doet den mensche zweeten/ ende daer duer drijft zy alle fenijn en quaet vier (kwaad vuur, ontsteking) vander herten.

Zouden we deze Pestilentiewortel kunnen gebruiken tegen de Coronapest van dit moment? Voorlopig zou ik daar zeker niet aan beginnen, ook al omdat de wortel leverbeschadigende pyrrolizidines kan bevatten. Het gehalte aan pyrrolizidine alkaloïden is 5 tot 90 ppm per 100 gram droog gewicht. Het gehalte aan petasine (werkzame stof, sesquiterpeen) in de wortels ligt tussen de 7 en 15 mg per 100 gr droog gewicht. Sesquiterpenen, vooral petasine en iso-petasine hebben een ontkrampende werking op de gladde spieren en vaatwanden en mogelijk ook ontstekingsremmende werking, verhinderen van leukotriënen synthese. Indicatie voor gebruik: migraine en hooikoorts.

Lees ook op mijn website: https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/petasites-groot-hoefblad
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/11410074-an-extract-of-petasites-hybridus-is-effective-in-the-prophylaxis-of-migraine/  The frequency of migraine attacks decreased by a maximum of 60 percent compared to the baseline. This reduction in migraine attacks with Petadolex was significant (p < 0.05) compared to placebo. No adverse events were reported.

dinsdag, maart 22, 2016

Klein hoefblad in de oude groeve

 De bloemen van klein hoefblad zijn er zoals steeds vroeg bij. Massaal vind ik ze vandaag in een verlaten steengroeve in de Molignéevallei. Omgewoelde, kale, braakliggende terreinen, daar voelt deze woekeraar zich het best thuis. Het blad, dat pas na de bloei aan de plant komt, werd tot voor kort veel in hoest- en luchtwegmiddeltjes gebruikt maar omdat er ook gevaarlijke pyrrolizidine-alkaloïden in ontdekt werden, is het in diskrediet geraakt. Niet dat je er op korte termijn dood van gaat, maar wel omdat die alkaloïden bij lang gebruik levercellen kunnen beschadigen. Thee van trekken kan nog steeds zonder problemen, alleen liefst geen weken aan een stuk.

Klein hoefblad etymologie
De naam  ‘tussilago’ komt van ‘tussis’ hoesten en ‘agere’ verdrijven, naar zijn hoestdempende werking en dus zou het kunnen dat de Nederlandse naam oorspronkelijk ‘hoestblad’ geweest is. Ook de Grieken noemden haar ‘becchion’ van besso (hoesten). Zowel bij Plinius als bij Dioscorides vinden we de plant als hoestblad terug, met de nodige ingewikkelde en soms sympathieke recepturen, zoals het opzuigen van smeulende bladeren door een pijpje.

Uiteindelijk heeft de naam Hoefblad het gewonnen. In de Codex Bonnensis (11de eeuw) wordt het ‘Rossehuf’ (hoef van een ros), Bock in zijn ‘Neu Kreuterbuch’ zegt Rosshuf en Fuchsius (1543) spreekt zelfs over Peertsclauwe, tenminste in de Nederlanse vertaling. Hoe dan ook de officiële Nederlandse en Latijnse naam is nu Klein hoefblad – Tussilago farfara en dat kan alleen nog veranderen mits toestemming van een officiële taalcommissie. Ja, ook daar hebben wij officiële instanties voor.

Nog wat andere namen
Tussilago farfara L., Tussilage, pas d'âne (Frankrijk), Coltsfoot (GB), Gemeiner Huflattich (Duitsland)
Andere Engelse namen voor Klein hoefblad: assfoot, Butterbur, Butter dock, Coughwort, coltsfoot (veulenvoet), horsefoot, foalfoot, bull'sfoot, horsehoof, colt-herb, clayweed, cleats, dove-dock,
Andere Franse namen voor Klein hoefblad: chou de vigne, herbe de Saint-Quirin, herbe aux pattes, pas de cheval, pied de cheval, racine de peste, taconnet.


dinsdag, september 01, 2015

Herfstig hoefblad


Het groot hoefblad is al aan zijn herfst begonnen.De forse bladeren worden bruin en krijgen grote gaten. De stevige stengels kunnen blijkbaar de bladeren ook niet meer dragen en gaan vermoeidheid voorover hangen. Alle krachten van de planten vloeien naar zijn wortelstok toe, dat is dan ook het deel van de plant met de grootste geneeskracht en straks is dan ook het moment om die wortel te oogsten. Helaas bevat de plant ook gevaarlijke pyrrolizidine-alcaloïden die de levercellen kunnen beschadigen. En dus ga ik van mijn wilde hoefbladeren ook geen tinctuur of siroop maken, al worden er nu voor medicinale doeleinden wel planten geteeld die geen pyrrolizidines bevatten.

Petasine is het voornaamste werkzame, gezonde bestanddeel in groot hoefblad, de stof vermindert de aanmaak van leukotrienen en histamine waardoor het opgezwollen slijmvlies in de neus slinkt. Histamine en leukotrienen spelen een belangrijke rol in allergische rhinitis (hooikoorts). Hooikoorts en migraine zijn dan ook de klassieke toepassingen van goed gecontroleerde hoefbladpreparaten.

Ref. Thomet OA, Schapowal A, Heinisch IV, Wiesmann UN, Simon HU. | Anti-inflammatory activity of an extract of Petasites hybridus in allergic rhinitis. | Int Immunopharmacol. | 2002 Jun;2(7):997-1006.

Over oude namen van de plant: Dokkebladeren en Pestwortel

Petasitis / Groot hoefbladDe oude naam Dokkebladeren bij Dodoens is ook nu nog soms in gebruik. Dokken zou van duiken komen, planten die vochtig groeien of in het water duiken. Mij lijkt het eerder dat deze naam overgenomen is van het Engelse Butter dock, een bewaarplaats voor boter. De grote bladeren werden  gebruikt om boter in te verpakken of fris te houden.
Ik moet zeggen dat ikzelf het blad vroeger ook wel omgekeerd op mijn hoofd plaatste als een soort zonnehoed. Al wil ik mijn kop niet vergelijken met een pakje boter. Toch vinden we ook de volksnaam 'Grote hoetjesblaar' terug, ook kinderen zouden het blad als zonnehoed gebruikt hebben.  Bij Grimm lezen we dat Dock ‘een geschmuckte kopfbedeckung, Mutze‘ is. Dus toch een hoedje van natuur.

Over een andere oude naam: Pestblad, Pestilentiekruid, Pestilentiewortel, Pestkruid en Pestwortel.
 Deze namen duiden op het gebruik dat van deze plant gemaakt werd bij het bestrijden van deze gevreesde ziekte.  Zo schrijft Matthiolus (1563) dat hem uit ervaring is gebleken dat de verpulverde wortel, met goede wijn ingenomen, bij pest uitstekende resultaten oplevert. Daar pest in geheel Europa voorkwam vinden we ook elders benamingen die op deze ziekte gericht zijn. Men wil deze namen verklaren als volksetymologisch ontstaan uit de Latijnse naam petasites. Het is ook goed mogelijk, dat, nadat de volksnaam in gebruik gekomen was, men dit als een aanwijzing ging zien om de pest te bestrijden. Want een plant met een dergelijke naam moest wel goed zijn tegen deze ziekte.

Bij Hildegard von Bingen (ca. 1150) luidt de naam: Hufblatta major, wat Groot hoefblad wil zeggen. Vooral de wortel werd veel aangewend bij allerlei ziekten. Zo vinden we in de achttiende eeuw de wortel van de plant aangeprezen als urineafdrijvend middel, verder bij koorts en om de maandstonden te bevorderen. In de diergeneeskunde werd vroeger de wortel gebruikt bij paarden met ingewandswormen, maar ook ter bestrijding van schapenschurft.

Lees ook http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/25369-in-de-naam-van-groot-en-klein-hoefblad.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/petasites-groot-hoefblad

zaterdag, maart 22, 2014

Filiae ante patrem, groot hoefblad

Hoefblad een plant die altijd tot mijn verbeelding heeft gesproken. De vreemde, orchidee-achtige bloem die vroeg in maart, nog voor er blad aan de plant zit, uit de blote grond te voorschijn komt. En daarna immense kantige bladeren vormt waar je als kind zomaar onderdoor kan lopen. Zijn sterke bijna woekerende groei, die veel mensen afschrikt, maar mij juist aantrekt. Genoeg reden dus om van deze plant te houden of hem te haten. Ik heb het nu vooral over het groot hoefblad Petasites hybridus .
De exemplaren op de foto groeien aan de voet van een hellingbostuin bij een oude openbare wasplaats in het Bretoense stadje Huelgoat. Een plek met poëtische zenallures. Groot en klein zijn er broederlijk naast mekaar aanwezig. Groot in de gedaante van de hoefbladeren, klein in de gedaante van de nu teer bloeiende goudveil. Een plek om gewoon even te zijn.

In de middeleeuwen werd het hoefblad ook wel ‘filiae ante patrem’ genoemd, wat betekent: de dochters (de bloemen) komen vóór de vader (de bladeren): eerst komen de forse bloeistengels en dan het rabarberachtig blad. Onder de bladeren komt nauwelijks licht op de bodem. Dit is een prima milieu voor padden en zo ontstond de bijnaam Paddenblad. De Latijnse naam Petasites verwijst mogelijk naar de Petasos, de zonnehoed die eeuwen geleden al door de Griekse boeren werd gedragen. Zelf gebruik ik het blad op mijn bergtochten ook wel eens om mijn hoofd tegen de zon te beschermen, vooral omdat ik niet graag een hoed of een onnozel petje op mijn kop zet. Nu ja, een hoefbladhoed is ook geen zicht maar geeft niet alleen schaduw maar ook extra koelte.

Lees ook http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/25369-in-de-naam-van-groot-en-klein-hoefblad.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/petasitus-groot-hoefblad-onderzoek

donderdag, juni 27, 2013

Klimmen naar Passage du Dérochoir

Wat zoekt een herborist hoog in de bergen? Daar zijn toch geen plantjes meer!

We zijn op weg naar de Passage du Dérochoir sneeuw en rotsen, veel sneeuw dit jaar en toch vinden we, net onder de sneeuw vandaan, bloeiend  wit hoefblad. Hoog in de bergen moeten de planten snel groeien en bloeien. Het seizoen is immers kort. En ja, ik kom niet alleen voor de planten, maar vooral voor de natuur, de angstwekkende natuur, voor sneeuw, mist, rotsen, ijs en inspanning. Met je lichaam in het landschap!

De Passage du Dérochoir, de naam zegt het al, een doorgang die ooit ont-rotst is, rotsblokken los gekomen uit de kam. Du point de vue géomorphologique, très grande importance des éboulements de masse et des éboulis, toujours actifs. En liaison probable avec la disparition du glacier de l'Arve, l'écroulement du Dérochoir a maintes fois défrayé la chronique, les dernières phases paroxysmales datant de 1471 et 1751 (mais il est fait mention dans les textes depuis 1231 d'un lac de barrage sur l'Arve en aval de Servoz). Les glissements de terrain récents prennent naissance dans les formations marneuses, ou flyschoïdes, ou morainiques.
Ainsi, en avril 1970, un glissement de terrain de plus de 30 000 m3 de boue faucha l'établissement de soins de Praz Coutant, provoquant la mort de 72 personnes, des enfants pour la plupart.

De ultieme klim naar de kam is van kabels en ladders voorzien, een echte via ferrata. Het ijzeren pad zorgt er voor dat ook wandelaars de col kunnen bereiken. Aan de andere kant wachten ons meters sneeuw, ondoenbaar om langs daar af te dalen. Sneeuw, mist en wolken zorgen voor een impressionant schouwspel, wolken en sneeuw vormen één witte wazige massa.
Wij picknicken op de kam en gaan dan dezelfde weg naar beneden

Over hoefblad: http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/25369-in-de-naam-van-groot-en-klein-hoefblad.html
Over Passage du dérochoir: http://www.refuges.info/point/2977/site-remarquable/aiguilles-rouges/passage-du-derochoir/

vrijdag, maart 22, 2013

Groot hoefblad en waterkers

Groot hoefblad vind je niet veel in Bretagne. Wel wat vreemd voor een landstreek met zoveel water. Ook in onze eigen tuin ondanks over-stromende rivier, moeras en poeltjes, helemaal zijn biotoop zou ik denken, is of moet ik zeggen was deze Petasites hybridus niet aanwezig.
Vorige jaar in volle zomer ontdekte ik dan toch, vreemd genoeg op een braakliggend terrein bij het oude station van Locmaria-Berrien een partij hoefblad. Vandaag ben ik even gaan kijken hoe ze er nu bij stonden en inderdaad massaal in mannelijke bloei en als bijkomende verrassing vond ik in de beek vlakbij, een veldje met echte waterkers. Ook daar droomde ik van om die in de tuin te kweken. Twee supergeneeskruiden, hier op een vreemde manier bij mekaar.


Groot hoefblad. Mannelijke bloei? Inderdaad en dat heeft niks te maken met zijn stevige groeiwijze. Normaal hebben planten tegelijkertijd mannelijke en vrouwelijke bloemen en dat is voor de bestuiving door bijen handig. Bij tweehuizige planten komen die mannelijke en vrouwelijke bloemen dus niet op één plant voor. En hier bij Locmaria gare groeien dus blijkbaar alleen mannelijke planten, de vrouwelijke hebben namelijk hoge witpluizige bloemen.

De wetenschappelijke naam, ‘Petasites’, komt  waarschijnlijk van het Griekse woord ‘petannumi’ dat ‘verspreiden’ betekent en verklapt het bijna woekerend groeien van de plant met zijn stevige wortelstokken.  Het tweede deel, ‘hybridus’, zou ontstaan zijn als gevolg van een vergissing van de beroemde plantkundige Linnaeus, omdat het groot hoefblad  tweehuizig is dacht hij met twee verschillende planten te maken te hebben. Die vrouwelijke vorm moest wel een hybride (‘bastaard’) zijn.

Meer over de naamgeving vind je op  http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/25369-in-de-naam-van-groot-en-klein-hoefblad.html. De oude naam Dokkebladeren vind je bij Dodoens en is ook nu soms nog in gebruik, het duidde dikwijls op allerlei planten met grove, grote bladeren. Dokken zou dan van duiken komen, planten die vochtig groeien of in het water duiken. Mij lijkt het eerder dat deze naam overgenomen is uit het Engelse Butter dock, een bewaarplaats voor boter. Ook bij ons wordt wel vermeld dat de grote bladeren gebruikt werden om boter in te verpakken of fris te houden. En ik moet zeggen dat ikzelf het blad vroeger ook wel omgekeerd op mijn hoofd plaatste als een soort zonnehoed. Al wil ik mijn eigen kop niet vergelijken met een pakje boter....

Lees ook http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/64702-witte-waterkers-etymologie-en-geschiedenis.html



maandag, maart 28, 2011

Doornappels in een braaf landschap

Zo maar een wandeling met mijn 'bende'. Een voorbereiding op onze jaarlijkse Alpenreis. Het Argendaalpad  in de buurt van Kortrijk. De wandelroute verkent de landelijke omgeving van Bellegem.
Gelegen op een hoogte tussen Leie en Schelde wordt dit rurale gebied gekenmerkt door een golvend landschap met vergezichten. Toch vooral landbouwgebied met hier en daar bosjes, die spijtig genoeg opgevuld worden met villa's, die proberen te imponeren. Verder zijn er wat mooie, gerestaureerde hoeves te bewonderen.

Resten (stoppels) van mais en andere granen stofferen de akkers, toch zijn er ook al wat groene graanrijtjes te genieten. Herboristische plantengroei is er niet veel aanwezig, we vinden wel, verrassend, nog een rij statige droogresten van doornappels. Ik heb toch maar wat zwarte zaadjes uit de nog steeds stekelige 'doornappels' geschud, een herborist moet toch wat meehelpen aan de verdere verspreiding van dit soort sjamanistische planten. Daar zijn herboristen toch voor.

Wat verder zijn het de imponerende bloemknotsen van het groot hoefblad die het landschap stofferen. Het lijkt wel een groep purperorchissen, maar moest dat zo zijn, dan zou er al lang een reservaathek omheen geplaatst zijn.
Ik ben in elk geval meer dan tevreden met deze Petasites hybridus. In de kruidengeneeskunde worden ze al eeuwenlang gebruikt als een spasmolytische pijnstiller, bij menstruatieklachten, hoofdpijn maar nu vooral bij hooikoorts.

Zijn tegendraadse groei, de bloemen zijn er voor het blad, was de aanleiding tot de Middeleeuwse naam Filiae ante Patrem, zonen voor vaders. Andere vreemde namen waren pestwortel omdat hij zo woekerend groeit of omdat hij vroeger tegen de pest gebruikt werd. Al in het kruidboek van Dodonaeus werd Hoefblad pestillentiewortel genoemd. Dodoens schrijft: 'Pestilentie wortel ghedroogt, ghepoedert en met wijn gedroncken is een seer costelijke medecijne tegen die pestilentie .... zij doet den mensche zweeten...
De wetenschappelijke naam petasites verwijst mogelijk ook naar de pest, al is het meer waarschijnlijk dat het woord afkomstig is van petasos, Grieks voor breedgerande hoed.