woensdag, mei 24, 2023

Veldbloemen zaaien

Vandaag gezaaid, een zonnige nog wel frisse dag 18 graden. Cascatellestuin 3 plekjes. Mengsel 'Fleur des champs. !0 eenjarigen en 5 meerjarigen.

Delphinium consolida
Adonis aestivalis / Zomeradonis, Centaurea cyanus / Korenbloem, Chrysanthemum segetum / Gele ganzenbloem, Papaver rhoeas / Grote klaproos, Agrostemma githago / Bolderik, Hesperis matronalis / Damastbloem, Leucanthemum vulgare / Wilde margriet, Linum perenne / Overblijvend vlas, Nigella damascena / Juffertje in 't groen, Delphinium consolida / Wilde ridderspoor, Saponaria vaccaria / Koekruid

Zomeradonis is inheems in zuidelijke helft van Europa, Midden-Oosten, Noord-Afrika. In Noord-Amerika is de plant aangevoerd met graan gevonden.Ze groeit vooral in de warmere streken, op bouwland, op leem- en kalkgrond. In Nederland en België is zij waarschijnlijk alleen gevonden op waar zij is aangevoerd. Op een enkele plaats lijkt ze een natuurlijker voorkomen te hebben gehad in korenvelden. In België is de soort uitgestorven op haar semi-natuurlijke standplaatsen en was ze allicht alleen in Wallonië, laatste vondst in 1950, een echte akkerplant. De laatste jaren is de plant alleen nog aangetroffen als adventief in Nederland en België. Adonis = de plant, die zich, naar de sage meldt, ontwikkelde uit het bloed van Adonis, nadat deze op de jacht door een wild zwijn gedood was. Aestivalis = 's zomers bloeiend.

Gele ganzenbloem.   De Gele ganzenbloem, Glebionis segetum (L.) Fourr., uit de Composietenfamilie werd vroeger ook wel ondergebracht in het geslacht Chrysanthemum en heette als plantensoort Chrysanthemum segetum L.. De in de zomer en tot in de herfst bloeiende tot kniehoogte komende planten hebben veel gelijkenis met de Gewone margriet, wat de oude wetenschappelijke naam verklaart.Uit opgravingen is gebleken dat de Gele ganzenbloem in Groot-Brittannië al voor de komst van de Romeinen daar groeide en in Nederland is ze bekend uit opgravingen uit de Middeleeuwen. Soms bleek de Gele ganzenbloem het nog beter te doen dan het gewas dat men op de akker verbouwde; vandaar dat in Duitsland de naam Wucherblume, 'Woekerbloem', bekend is voor deze soort. Zowel door chemische bestrijdingsmiddelen, maar ook door verslemping van de bodem door het uitrijden van drijfmest krijgt de soort tegenwoordig veel minder kans. In Maïsakkers zie je de plant dan ook nauwelijks of zelfs helemaal niet. 

Overblijvend vlas / Linum perenne. Overblijvend vlas is inheems in (Oost-)Europa en vrijwel geheel gematigd Azië. In Noord-Amerika is Overblijvend vlas een aangevoerde plant die een aanzienlijke verspreiding heeft. In Europa komt ze voornamelijk in de (oostelijke) Alpen voor. Er is verwarring over de juiste identiteit van overblijvende soorten blauwbloeiend vlas in Nederland en België. Het lijkt erop dat het steeds maar om 1 van de soorten uit het Linum perenne aggregaat gaat. In België wordt uitgegaan van Oostenrijks vlas (er is geen bevestigde melding van Overblijvend vlas). In Nederland zijn lange tijd alleen meldingen geweest van Overblijvend vlas. Het is aan te bevelen bij vondsten goede foto's te maken van met name de stand van de vrucht en/of materiaal te verzameln. Verzameld, gedroogd materiaal kan naar het Nationaal Herbarium (Leiden) of de Plantentuin (Meise) gestuurd worden. Linum = van het Griekse linon: draad, omdat uit Vlas een kledingstof (linnen) kan worden gemaakt. Perenne = overblijvend.

Wilde ridderspoor (Consolida regalis, synoniem: Delphinium consolida) is een eenjarige plant die behoort tot de ranonkelfamilie (Ranunculaceae). Het is een plant van matig voedselrijke, kalkhoudende, vochtige, zandige klei: de soort komt daar voor tussen het wintergraan. De plant komt van nature voor in West-Azië en Europa. In Nederland komt de plant alleen nog voor in Zuid-Limburg en wordt vaak verward met verwilderde riddersporen, maar is daarvan te onderscheiden door de kale kokervrucht. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeer zeldzaam en zeer sterk in aantal afgenomen. Deze plant is in Nederland wettelijk beschermd sinds 1 januari 2017 door de Wet Natuurbescherming. 


dinsdag, mei 23, 2023

Cascatellestuin. De bergcentaurie bloeit.

Bergcentaurie in de Cascatellestuin

De Centaurea montana, bergcentaurie of  bergkorenbloem bloeit in de Cascatellestuin. Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Centaurea, is afgeleid van het Oudgriekse woord kéntauros (Κένταυρος), waarmee ooit een lid van een woest ras uit de Griekse regio Thessalia werd aangeduid maar.... een centaur is ook een Grieks mythologisch wezen, een mens (of dier) met een menselijk bovenlichaam en de poten van een paard. Het tweede deel van de naam, montana, is te herleiden tot het Latijnse mons ('berg'), waarin we het hedendaagse Engelse woord mountain nog herkennen.

Bergcentaurie komt op rotsen, bergbossen en bergweiden in een aanzienlijk deel van Europa voor. In Noord-Amerika is het een redelijk verspreid voorkomende geïntroduceerde soort. In Nederland, Vlaanderen en het agrarische of verstedelijkte deel van Wallonië komt zij wel als sierplant in tuinen voor en is daar verwilderd te vinden. De laatste decennia is ze zelfs op die plaatsen als minder zeldzaam te beschouwen. In Hoog-België, maar ook in heel wat bossen in het zuidoosten van België is de plant van oorsprong wild.

In Midden- en Zuid-Europa werd de bergcentaurie, maar vooral de verwante korenbloem ingezet voor medicinale eigenschappen. Een extract zou vermoeide ogen tot rust te brengen. Uiteraard meende men dat het grootste positieve effect te behalen was bij blauwe ogen, een overblijfsel van de middeleeuwse signaturenleer. De gedroogde bloemen zouden hoesten tegengaan, ietwat vochtafdrijvend zijn en een milde zuiverende werking hebben. Ook zou spoelen kunnen helpen tegen bloedend tandvlees en druppelen zou weer helpen bij een ontstoken slijmvlies (of bindvlies) van het oog (conjunctivitis).  

Wetenschappelijk onderzoek
Many Centaurea species are used in folk medicine to treat different diseases such as coughs, liver-strengthening, peptic ulcer as well as malaria (Yeşilada et al. 1995). Being used in common colds, stomach upset, abdominal pain (Honda et al. 1996), herpes infections around the lips , coughs, ophthalmic remedies (Poletti 1978); they are also used as antirheumatic, astringent, hypoglycemic, hypotensive, (Shoeb et al. 2006;Flamini et al. 2002), digestive, tonic, expectorant, stomachic, antipyretic and anti-diarrheic, anti-dandruff, in addition to treat hemorrhoid and abscess (Baytop 1999), diuretic (Sokolov and Zamotaev 1984), anti-inflammatory, antimicrobial, antibacterial, choleretic, cytotoxic as well as immunological agents (Arif et al. 2004) and as antidiabetic (Twaij et al. 1983). The phytochemical investigations on Centaurea species led to the isolation of sesquiterpenes lactones, flavonoids, lignans, cyanogenic glucosides, sterol and triterpenes (Flamini et al. 2001(Flamini et al. , 2002Djeddi et al. 2008;Hammoud et al. 2012;Hodaj et al. 2017;Shakeri et al. 2018a, b;Grafakou et al. 2018;Bruno et al. 2018;Mirzahosseini et al. 2018;Zengin et al. 2018). ...

donderdag, mei 18, 2023

Over een natuurtuin


Blote grond beplanten met voornamelijk wilde planten, planten uit de omgeving! Kan ik dan niet beter wachten tot die planten vanzelf komen? Inderdaad en daar hoop ik ook op, maar een beetje helpen kan hopelijk ook geen kwaad. En waarom zou de mens, net zoals dieren, insecten, water en wind niet mogen meehelpen?

Tuinieren is natuurlijk niet alleen filosoferen maar ook wroeten, planten, scheuren, zaaien en zelfs wieden. Voor het wieden heb ik gelukkig hulp, zowel lichamelijk als geestelijk is dat rucksichloos wieden niet mijn ding. Wieden is zo agressief, zo anti-natuur maar een stuk grond waar agressieve duizendknopen en brandnetels de alleenheersers zijn, moet de mens de andere planten maar een handje helpen. 

De andere planten zijn in dit biotoop dan vooral bijzondere bosplanten, die humusrijke vochtige grond en schaduw waarderen, dus wilde akelei, monnikskap, wolfskers gezaaid en geplant. Nu zijn dat, van uit menselijk oogpunt bekeken, ook niet de vriendelijkste planten want hallucinogeen giftig, maar wel spannend en in de juiste dosering ingenomen zelf geneeskrachtig voor mens en dier.

Verder moeten het ook planten zijn die sterk zijn en later zonder mijn hulp verder kunnen. Vaste planten met stevige wortelstokken zoals het groot hoefblad, kruidvlier en andoornsoorten. 

In de helling kunnen veel vlinderbloemigen met hun wriemelende wortelstokken, hun draperende stengels en vrolijke bloemen de blote grond vastleggen. Bont kroonkruid, hokjespeul, de eetbare aardaker en wikkesoorten zijn dan mijn favorieten.

En op een zonniger plek geïsoleerd van de grote, stevige planten hebben we de klassieke, kruidige lipbloemigen aangeplant, zoals tijmsoorten, echte salie, rozemarijn, bonenkruid...... sterke planten zeker wel maar in deze omgeving zullen we deze warmteminners toch wel moeten vertroetelen. 

Aanplanten, observeren en hier en daar voorzichtig ingrijpen. De mens die harmonie, evenwicht in een stukje natuur brengt. Vreemd maar het moet kunnen.

woensdag, mei 10, 2023

Bloemen bij mijn begrafenis

We begraven vandaag een verre buur en dus denk ik na over de dood. Of eerder fantaseer ik over mijn eigen begrafenis.
We worden uitgenodigd om wat gecultiveerde bloemen uit een mandje op de kist van de verre buur uit te strooien. Mooi gebaar inderdaad maar zelf zou ik toch liever wat wilde klaprozen en korenbloemen op mijn kist gestrooid zien. Bij deze hoop ik dat nu geregeld te hebben. 

Doodsbloemen? 
Liever geen calla, chrysant of dahlia op mijn kist. Al lees ik dat Calla staat voor zuiverheid, sympathie en schoonheid. Ook de vorm van de bloem, met de gestileerde kelken, leent zich goed voor een liggend rouwstuk. En de chrysant de kerkhofbloem bij uitstek, vooral in Azië wordt de witte en gele chrysant veel gebruikt bij afscheid. Deze 'gouden bloem' staat in die landen vol van betekenis. En ook met dahlia's op mijn kist zou ik mij symbolisch omdraaien.

Dus..... liefst verse klaprozen strooien, al moet ik dan wel eind mei doodgaan. 

Kleine vaantjes wapp’ren rood
langs de veld- en akkerboord
aan een groene vlaggestok.
Preuts dirkt zich de aarde op:
rijpe kleuren, fijne geuren
overspoelen veld en wei
om de mensen op te beuren,
straks komt Ceres weer voorbij

dinsdag, mei 02, 2023

Klaverzuring, geen klaver noch zuring

Wandelend in ons domein vind ik tussen vrolijke bosanemonen, driftig daslook en lieflijk goudveil het frisse klaverzuring. 
Klaverzuring draagt de naam van 2 planten. Klaver omwille van zijn uiterlijk, de vorm van het blad en omwille van zijn innerlijk, de zure smaak van de blaadjes
De typische klaverblaadjes sluiten zich als het donker wordt of als het gaat regenen. Klaverzuring kan dus dienst doen als een soort barometer: als de blaadjes zich dichtplooien tegen het steeltje weet men dat er regen op komst is.
Klaverzuring is een dankbaar plantje voor de tuin: het oogt goed, groeit onder struiken en bomen als grondbedekker en kan bovendien nog gegeten worden ook. Stobart zegt het zo: 'Wood sorrel can replace garden sorrel in salads or in soup. Since wood sorrel is also decorative, it makes a useful dual-purpose plant to grow in the garden.'

In oude kookboeken worden zowel klaverzuring als zuring in de keuken en als medicijn gebruikt.Zo lezen we in 'Souvereyne remedies voor de keuken meyssen' uit de 'Nieuwe Belgische Keukemeyd of den verstandigen kok', 19de eeuw, dat klaverzuring gekauwd goed is tegen een 'stinkende mond. 
Indien den mond stinkt. Is het goed Savie, Hysop en Aluyn, op de helft in wyn gezoden en daer mede gegorgeld, ofte klaver zulker in den mond geknauwd, aft met sap van wegbree-bladeren den mond gewasschen, is ook onfeylbaer.

Klaverzuring bevat vooral oxaalzuur, oxaalzuurzout en vitamine C, en een weinig slijmstoffen, het werkt daardoor samentrekkend op huid en slijmvliezen. Klaverzurlng is ook diuretisch of urineafdrijvend.
Voor inwendig gebruik kan men klaverzuring in de vorm van verdund sap en siroop innemen. Voor uitwendig gebruik kan men de blaadjes kapot wrijven op de huid, bij kleine verzweringen of lichte brandwonden en bij huidirritatie.
In de volksgeneeskunde in Vlaanderen vinden we nog over klaverzuring dat het wormafdrijvend zou zijn, goed tegen heesheid en hoest volgens Dodoens.

Klaverzuring in de keuken
Bij de beroemde kok Escoffier, die leefde van 1847 tot 1935, lezen wij dat hij klaverzuring waardeert om de fijne zure smaak die ze aan de gerechten verleent. Moes van klaverzuringbladeren noemt Escoffier 'purée brésilienne' omdat de plant afkomstig is uit Zuid-Amerika. De witte klaverzuring, de 'shamrock', is het symbool van Sint-Patrick, de schutspatroon van Ierland, en vindt men afgebeeld op de Ierse vlag. 
Gérard, een bekende Engelse kruidkundige, schrijft over klaverzuring:  'It makes  better green sauce than any other herbe whatsoever.

Curieuze info vinden we in Materia Medica of New and Old Homeopathic Medicines .....dream state seemed to be strongly affected by this remedy. Dreams were remembered and were of a sexual nature. 

Wetenschappelijk onderzoek
Oxalis acetosella L. is a common, edible wild plant native to the northern hemisphere. The contents of selected antioxidants, and the antioxidant capacity of young and old spring leaves of O. acetosella, were evaluated. The present study reports foliar contents of ascorbic acid, tocopherols, carotenoids, chlorophyll, flavonoids, phenolic acids and total phenolics, and compares the nutritional value of O. acetosella with other cultivated and wild plants. The composition of foliar antioxidants was found to depend on leaf age. On the other hand, the antioxidant capacity of old leaves were in the same range as young leaves. A comparison between O. acetosela with lettuce analysed in our study, and with numerous cultivated and wild edible plants from other studies, showed that O. acetosella is very rich in β-carotene, ascorbic acid, tocopherols and xanthophylls, and that it is one of the best sources of flavonoids (flavonol glycosides and flavan-3-ols), especially rutin. Therefore, O. acetosella is a potentially important dietary source of antioxidants. (Antioxidants in spring leaves of Oxalis acetosella L November 2010 Food Chemistry 123(2):351-357)

zondag, april 16, 2023

En ook op zondag wandelen we!

En ook op zondag wandelen we, nu langs de Lesse in de buurt van Furfooz. Een grijze dag vandaag maar wat een overvloed aan zeldzame geheimzinnige, giftige en dus spannende planten. Geen planten voor een herborist? Toch wel, planten met energie, planten om te mediteren, om te fantaseren, om te hallucineren ...... We struikelen, wandelen heen en weer, snuiven, snuffelen en vinden wilde judaspenning, eenbes, salomonszegel, gele monnikskap en zelfs de buitenaardse parasiet bleke schubwortel. 

Een volledig parasitair levende plantensoort is deze Bleke schubwortel, Lathraea squamaria L., uit de Bremraapfamilie of Orobanchaceae; eerder werd de soort ingedeeld in de Helmkruidfamilie of Scrophulariaceae. Volledige parasietplanten kenmerken zich door het ontbreken van chlorophyl of bladgroen en zijn daardoor helemaal aangewezen op het aftappen van andere planten waar ze alle stoffen uithalen die ze nodig hebben om te kunnen leven. 

Bleke schubwortel parasiteert op bomen en struiken, zoals Populier, Iep, Es en Hazelaar. Je kunt zo'n parasiet dan ook meestal direct in de nabijheid van de gastheer vinden. De Schubwortel dringt met zijn wortels in de houtvaten van de gastheer. In het vroege voorjaar komt in de gastheer de sapstroom op gang richting bovengrondse delen, takken, twijgen, bladeren en knoppen die gaan uitbotten. Dan bevat die sapstroom in de gastheer naast water ook heel veel koolhydraten en daar profiteren Schubwortels van. Ze voltooien hun levenscyclus dan ook in het voorjaar.

Ondergronds heeft Bleke schubwortel een horizontale wortelstok, die vertakt is en waarop holle schubben staan. Vermoed wordt dat deze holle schubben een rol spelen bij de nodige zuigkracht om vanuit de sapstroom van de gastheer, die door de worteldruk van de boom of struik zelf al op gang komt, deze sapstroom naar behoefte af te leiden naar de parasitaire Schubwortelplant. Uit de wortelstok kunnen zich dan een of meer bleke stengels vormen waaraan de bloemen ontstaan, die in een naar één zijde gekeerde tros of aar staan. De bloemen zijn bleek tot licht roze, soms naar licht rood zwemend. Ze staan geknikt en hebben een klokvormige kelk met driehoekige kelktanden. Het vruchtbeginsel met stijl en stempel produceert na bestuiving en bevruchting stoffige bolvormige zaadjes met en oliehoudend gezwelletje dat fungeert als een mierenbroodje. 

En een herborist vraagt zich natuurlijk af of zo'n bleekscheet nu ook eetbaar of geneeskrachtig is. Ik zeg meestal van niet, waarom zou je zo'n zeldzame en onappetijtelijke plant ook opeten. Toch hebben ijverige wetenschappers de schubwortel onderzocht en zijn de planten in verschillende culturen ook gebruikt geweest.

Currently, in Russian traditional medicine, there is considerable experience in the use of сommon toothwort (Lathraea squamaria L.) herb and roots as antitumoral, biligenic, infertility-treatment and diuretic drugs. The chemical composition of L. squamaria has not been quite well determined. Phenylethanoid glycosides (acteoside, isoacteoside), iridoid glycosides (aucubin, and aucuboside ester, 6'-O-glucopyranosyl-aucubin, melampyroside, 6'-O-glucopyranosyl melampyroside), simple sugars, fatty acids, organic acids, β-sitosterol were identified. Further study of L. squamaria raw materials is a very promising field including implementation in official medicine.  Pharmacognosy Journal,2020,12,3,667-673 . Lathraea squamaria L. (Orobanchaceae): A Review of its Botany, Phytochemistry, Traditional Uses and Pharmacology

En ondertussen wandelen we verder langs de Lesse, lezen het landschap en zijn plantaardige bewoners. Iedere plant zijn verhaal. Iedere plant zijn leven met mensen. Planten! Alsof we door de geschiedenis van de mensheid lopen. 

Info over enkele andere planten die we gezien hebben.

zaterdag, april 15, 2023

Weer wandelen in Sosoye

En we wandelen weer in Sosoye. Wat een weelde van mensen en planten. Achttien mooie mensen uit alle windstreken. Snuffelend over de grond vinden we bescheiden maar toch adembenemende plantjes zoals wilde marjolein, wilde tijm, kogelbloem, gamander en zelfs heelkruid. 

Het bescheiden en zo zeldzame heelkruid had ik zelfs niet herkend, gelukkig hadden we ook andere deskundige snuffelaars in de groep en kan ik hier dan ook wat vertellen over deze Sanicula europea of Sanikel zoals hij in het verleden door Dodonaeus genoemd werd. 

Dodoens schrijft Sanikel die in water of wijn gekookt en gedronken is stopt het bloedspuwen en geneest rode loop en de zwerende en gekwetste nieren. Sanikel die in dezelfde manieren gebruikt wordt of het sap daar van gedronken, geneest de verscheurdheid als je het gestampte of het gekookte kruid daarop bindt.
De bladeren van dit kruid die met de wortels in water met honing gekookt zijn geneest de gekwetste longen en gedronken allerhande kwade, vervuilde zweren van de mond, van het tandvlees en de keel als het daarmede gegorgeld en de mond gespoeld wordt.

En recentere verrassende wetenschappelijke info. Extracts from the aerial parts of Sanicula europaea L. were investigated for their anti-HIV activity, and the 50% ethanolic extract was shown to exhibit the highest activity. J Nat Prod. 1997 Nov;60(11):1170-3. Saniculoside N from Sanicula europaea L. en The antiviral activity of Sanicula europaea L. extracts against human parainfluenza virus type 2 (HPIV-2) was examined. The extract prepared from the leaves of the plant and a fraction separated from the crude extract with gel filtration chromatography were found to inhibit HPIV-2 replication without any toxic effect on Vero cells. The acidic fraction obtained from the crude extract of S. europaea leaves was found to be the most active fraction with plaque inhibition assay at non-cytotoxic concentrations. Unfortunately, antiviral activity was not detected in the molecules purified from the crude ethanol extract of Sanicula leaves.

Nu niet allemaal heelkruid gaan verorberen, er zijn genoeg andere geneeskrachtige kruiden om ons gezond te houden. Laat het bescheiden heelkruid maar rustig verstopt verder groeien in de schaduw van het donkere bos.


donderdag, april 13, 2023

Salvia voor een beter geheugen. Een onderzoek.

Studenten nemen beter informatie in zich op als ze etherische olie van de plant Salvia lavandulaefolia - ander woord: Spaanse salie - gebruiken. Een druppeltje is voldoende om de werking van het geheugen bijna onmiddellijk beter te laten functioneren.

Studie
In 2003 publiceerden Britse psychologen een kleine humane studie in Pharmacology, Biochemistry and Behavior, waarin ze twee dozijn gezonde studenten bij verschillende gelegenheden placebo's of capsules met olie uit Salvia lavandulaefolia gaven. In de uren na de toediening testten de onderzoekers het geheugen van de proefpersonen meerdere keren. De studenten moesten kijken naar een beeldscherm waarop kort achter elkaar 15 woorden verschenen. Onmiddellijk na de vertoning moesten de studenten proberen zoveel mogelijk van die woorden op te schrijven. Twintig minuten later vroegen de onderzoekers de proefpersonen hetzelfde nog eens te doen.
Salvia
Traditionele genezers in Europa en China hebben eeuwenlang extracten van planten uit de Salviafamilie gebruikt als middel om het geheugen en andere cognitieve vermogens op te vijzelen. Tot die planten behoren Salvia officinalis en Salvia lavandulaefolia [hieronder].

Studenten nemen beter informatie in zich op als ze olie van de plant Salvia lavandulaefolia of Spaanse salie gebruiken. Een druppeltje is voldoende om de werking van het geheugen vrijwel onmiddellijk beter te laten functioneren.
Beide planten bevatten ongeveer dezelfde bioactieve stoffen. In Salvia officinalis zit echter meer thujone dan in Salvia lavandulaefolia. Omdat thujone in hoge doses giftig is en omdat de onderzoekers het [overigens kleine] risico verder wilden reduceren dat hun proefpersonen verkeerd op suppletie zouden reageren, kozen de onderzoekers voor Salvia lavandulaefolia.
De olie in de capsules die de onderzoekers aan hun proefpersonen gaven, bestond voor 26 procent uit 1,8-ci neol en voor 24 procent uit camphor. Daarnaast bevatte de olie onder meer alpha-pinene, camphene, beta-pinene, borneol en alpha-terpineol.
De onderzoekers deden in vitro-onderzoek met de olie uit Salvia lavandulaefolia, en constateerden dat die het enzym acetylcholinesterase afremt. Omdat acetylcholinesterase in de hersenen acetylcholine afbreekt, kunnen stoffen met deze eigenschap de concentratie acetylcholine doen toenemen. Acetylcholine is een neurotransmitter die is betrokken bij leerprocessen.

Sponsor
Het onderzoek werd gesponsord door Oxford Natural Products. Over dat bedrijf weten we niet zoveel, behalve dan dat het in 2010 is opgeheven.

Resultaten
De meest effectieve dosering was 50 microliter Salvia lavandulaefolia-olie, ontdekten de Britten. Dat is 0.05 milliliter. Bij die inname konden de proefpersonen zich 60-150 minuten na inname meer woorden herinneren.
Studenten nemen beter informatie in zich op als ze etherische olie van de plant Salvia lavandulaefolia / Spaanse salie gebruiken. Een druppeltje is voldoende om de werking van het geheugen vrijwel onmiddellijk beter te laten functioneren.

Dosering

Meestal zit Salvia lavandulaefolia-olie in druppelflesjes. Een vuistregel is dat 1 druppel van een olie uit een kruid ongeveer 0.05 milliliter is. De optimale dosering volgens deze studie is dus 1 druppeltje olie.

Conclusie
De onderzoekers vermoeden dat Spaanse salie meer is dan een supplement dat gezonde mensen beter laat leren. Ze hopen dat extracten van Spaanse salie ook interessant zijn voor mensen met de ziekte van Alzheimer of een andere vorm van dementie.
"The primary symptom of Alzheimer's disease is a loss of memory", schrijven de Britten. "The encouraging memory-enhancing properties of Salvia in this acute administration paradigm and the favourable pharmacological profile suggest that Salvia is potentially a novel therapeutic treatment for Alzheimer's disease."
"Placebo-controlled trials in this patient population are indicated as are trials in nondemented elderly and those with mild cognitive impairment."

Bron: Pharmacol Biochem Behav. 2003 Jun;75(3):669-74.

woensdag, april 05, 2023

Steenviolieren op de ruïnes van Creve-Coeur

Na een week longproblemen probeer ik het slijm uit mijn lijf te drijven door de ruines van Creve-Coeur te beklimmen. What's in a name? 
Boven vind ik niet alleen verlichting maar ook vergankelijkheid en bloeiende, zoetgeurende muurbloemen of te wel Steenviolieren. 

De muurbloem wuift over de ruïnes, nederig, maar hoog boven alles uit. Een altijddurend symbool van vertrouwen door alle veranderingen heen. Ze staat als een landmerk tussen heden en verleden en roept herinneringen op aan vervlogen schoonheid en door ontelbare jaren heen zal ze staan als een moralist, een getuige voor de mensheid hoe aardse overvloed vervaagt. Als alles om haar vergaan en vermolmd zal zijn, als de hoge toren is gevallen, steen na steen en verkruimeld tot stof, zal ze wuiven boven de toppen van begraven ruïnes als een schoonheid boven een stille afzondering, het vertrouwen in tegenspoed.

Geurende muurbloemen. Op oude stadsmuren, kerken en ruïnes tref je een heel eigen plantengemeenschap aan met daarin de opvallende Muurbloem, Erysimum cheiri. De planten uit de Kruisbloemenfamilie hebben grote gele tot oranjegele bloemen; na de bloei blijven de hauwen waarin de zaden goed herkenbaar zijn nog een tijd aan de planten zitten. De onderste delen van de kruidachtige planten verhouten enigszins en kunnen goed overwinteren. De wortels zoeken zich een weg in de specie tussen de stenen van de muren waar ze op groeien. Typisch voor de muurbloem is zijn zoete, vioolgeur waar de plant zijn oude naam steenviolieren aan te danken heeft. 
Muurbloem komt niet alleen in het wild voor, maar wordt ook veel gebruikt als sierplant. Zo werd de plant in de Romeinse tijd ook al gebruikt om bij plechtigheden godenaltaren op te sieren. De als sierplant gekweekte Muurbloemen kunnen een wat afwijkende donker gele tot oranje en naar het bruin neigende kleur hebben. 

Zo was het gebruik vroeger. Muurbloem of Steenviolieren. (Dodonaeus) 
‘Dioscorides schrijft dat de gele Leucioa, dat is de steenviolieren, in de medicijnen het meest gezocht en gebruikt worden. Want hij zegt dat de bloemen van steenviolieren die droog zijn in een bad gekookt en gebruikt zeer geschikt zijn om de ontstekingen en zweren van de baarmoeder te genezen en de maandstonden te verwekken. Hippocrates leert ons in zijn boek van de natuur van de vrouwen het zaad van Leucoïon of violieren klein gestampt met wijn te drinken te geven om de nageboorte af te drijven en het bloed uit de baarmoeder te laten rijzen en uit te leiden en zegt er noch bij dat tot hetzelfde doel de wortel van de gele Leucoïon of steenviolieren op dezelfde manier ingenomen zeer nuttig gebruikt plag te wezen.
Steenviolieren gedroogd en in water gekookt laat plassen en geneest de verharde zwellingen van de baarmoeder als men daar een bad van maakt en in een zweetkuip zit of ermee stooft. Dit kruid is zo krachtig in het afjagen dat als het lang gebruikt is niet alleen de dode vrucht naar beneden drijft, maar ook de levende vrucht doden kan of immers schadelijk wezen. Dan het zaad is beter gebruikt en met wijn gedronken bevordert de vrouwen die gaan om te baren.
Het sap van dit kruid in de ogen gedrupt verteert, verdrijft en neemt alle vlekken, plekken en donkerheid van de ogen.
Van de bladeren van de steenviolieren maakt men een zeer mooie groene verf door die te stampen met wat aluin en zo het sap daarvan te bewaren wat de schilders en waterververs zeer bekend is’.
De bittere en waterkersachtig smakende bloemen werden vroeger in de artsenij gebruikt. Het uitgeperste sap zou geschikt zijn om de stonden en de kraam te bevorderen. Dioscorides looft de plant als een vrouwenmiddel. De gedroogde en gekookte bloemen hebben in baden een goede uitwerking op de baarmoeder en bevordert de menstruatie. Heeft een goede werking op de zenuwen en spieren. 

Wallflower (Erysimum cheiri (L.) Crantz) 
Wallflower (Erysimum cheiri (L.) Crantz) is a common medicinal plant in Persian medicine and nowadays some traditional products from wallflower are consumed on global markets. The aim of the present study was to study the phytochemical constituents of wallflower and discuss safety evaluations related to the traditional wallflower preparations. Major Persian scholars (e.g. Avicenna) books, Persian manuscripts (e.g. Makhzan-al-advia) and Arabic medical manuscripts (e.g Alshamel-fi alsanaat altebya) of the medieval Islamic era as well as current search engines including Pubmed, Scopus, Siencedirect, and Google Scholar were included in the study from 1700 up to 2018 A.D. In traditional medicine manuscripts, various topical and oral dosage forms of wallflower were administered in low doses. After renaissance, phytochemical investigations reported cardiac steroids in wallflower and it might be the reason that next medical investigations on the herb have been interrupted. According to in vivo studies, topical indications of cardiac steroids in doses lower than their inhibitory concentration 50 (IC 50) should be safe and effective in some cutaneous disorders. Wallflower is reported to have several different classes of compounds including: 11 types of cardenolides (such as strophanthidin, bipindogenin, uzarigenin, cannogenol and digitoxygenin derivatives), two flavonoids, a cyanidin and two glucosinolates. Therefore, for safety guarantee, wallflower products require dose adjustment based on IC 50 and probable cardenolide soluble content in that dosage forms.

donderdag, maart 23, 2023

Lentekruid. Speenkruid.

Lentekruiden: Speenkruid, Sleutelbloem en Maarts viooltjeVoorjaar! Lente! Licht en verborgen warmte. De mens ontwaakt, elk jaar herboren. En zo doen ook de planten. Geel, ongrijpbaar groen en fijnzinnig blauw. Speenkruid, leverbloempje, sleutelbloem en maarts viooltje! Geur, kleur en geluk.

Begin Maart kun je ze al bewonderen, de eerste gele speenkruidbloempjes van het nieuwe jaar. Voor mij, het kruid van het vroege voorjaar, deze Ficaria verna. In het verleden werd het plantje nog al eens vergeleken met de Stinkende gouwe, zo noemde Dodoens het Kleine gouwe, een oude franse benaming is Petite chelidoine en een engelse naam is Lesser-celandine. Niet verwonderlijk die vergelijking want het zijn allebei planten die, zo vroeg al, mooi fris groen zijn en geel bloeien. Al lijken ze verder helemaal niet op mekaar. In 1644 schreef Dodoens reeds dat de wortelkens met aanhangende greynkens van het Speencruydt te ghebruycken zijn om de speenen te genesen: want de speenen oft anbeyen met het sap van dit cruydt met wijn oft pisse van den krancken (ja, je leest het goed) ghemengelt zijnde, dikwijls gewassen ende ghenet, worden kleynder ende in een getrocken ende verdroogen heel. Kommentaar: een kruid laten trekken in urine van de persoon in kwestie vind ik een boeiende gedachte. En met die kruidenthee als compres kun je dan je aambeien of speen behandelen. Een andere oude interessante naam voor het Speenkruid is Haneklootjes, de mensen zagen in de langwerpige verdikte wortels een gelijkenis met de teelballen van een haan. Dat lijkt mij beter getypeerd dan de overeenkomst met aambeien. Volgens de signatuurleer (het uiterlijk van een plant geeft aan voor welke ziekte het kruid gebruikt kan worden) zou Speenkruid dus niet alleen goed moeten zijn tegen aambeien maar ook tegen teelbalkwalen of, met enige fantasie, tegen te zwak zaad. Oude kruidenboeken lezen, prikkelt misschien niet direct het lichaam maar in elk geval de geest.