En dan vind ik langs in de boshelling bij de Maas bij Hastiere tussen velden vol witte bosanemoon enkele plukjes geelbloeiende anemonen. Een afwijking of wel degelijk de zeldzame gele anemoom? En inderdaad volgens mij en volgens Plantnet inderdaad de gele anemoon, Anemone ranunculoides. Mogelijk de eerste keer in mijn 77-jarig leven dat ik deze lieflijke plant in levende lijve tegen kom en dus is het toch een beetje feest.
De naam Anemone komt waarschijnlijk van het Griekse anemos: wind. naar de snel afvallende gele kelkblaadjes die door de wind meegevoerd worden. dat ranunculoides betekent ranonkelachtig. Dit slaat op de gele kleur van de bloem, al vertoont de plant verder niet veel overeenkomst met de ranonkel of boterbloem.De planten groeien vaak in groepen bij elkaar op vochtige, humeuze, kalkrijke en voedselrijke grond. De groeiplaatsen zijn altijd beschaduwd. Het is een soort die we tot de schaduwplanten rekenen, dat wil zeggen dat het een soort is die vroeg in het voorjaar zijn hele ontwikkeling doormaakt als de bomen en struiken nog bladloos zijn. In de voorzomer sterft het bovengronds deel van de planten af, nadat de opgebouwde reserve naar de wortelstok getransporteerd is. Hierin lijkt de plant als twee druppels water op de Bosanemoon, een veel algemenere soort, waar ze vaak samen mee voorkomt.
Mogelijk is Gele anemoon ook wel ingevoerd en in grote landgoederen geplant als geneeskrachtig kruid. Maar we weten wel dat de plant niet zo onschuldig is als hij lijkt. De plant bevat een stof die giftig is voor het hart. Voordat de bomen in blad staan, in maart, geeft het tot 20 centimeter grote plantje het bos kleur. Maar lieflijk is bedrieglijk: een hongerige volwassene stierf ooit na het eten van dertig verse anemoontjes. Alle plantendelen zitten vol met giftige anemonine en protoanemonine. In het Russische Kamtsjatka zou het zelfs gebruikt geweest zijn om pijlgif mee te maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten