Op winterse dagen snuffelen in oude kruidenboeken. Een mooie en nuttige bezigheid voor een herborist. Wat zeggen de 'Ouden' en de 'Nieuwen' over knoflook.
Galenus spreekt dat knoflook heet en droog is in de derde graad. Platearius en andere meesters spreken dat het warm en droog is bij de vierde graad. Serapio in het boek aggregatoris in het kapittel Thaum spreekt dat er zijn twee soorten knoflook, se ene wild en de andere tam en hebben beide gelijk een natuur. Avicenna spreekt dat knoflook beneemt en verdrukt de gezwellen des mensen in het lijf waar die zijn, het gegeten. En weekt ook zweren en opent ze en trekt erg uit de etter, die gekookt en daarover gelegd.
Met knoflooksap gesmeerd het hoofd doodt de luizen en ook de neten die daarop groeien en is ook goed tegen de haaruitval genaamd alopicia (zie onderzoek). Knoflook as met honing gemengd en op de huid gestreken beneemt de kwade gestalte van de huid, morfeem genaamd. Deze as alzo genuttigd heelt kwade zweren die geopend zijn, daarin gestrooid. Item knoflookas met honing en meiboter gemengd maakt een reine gladde huid die met ruigheid en uitslag overtrokken is, zich daarmee bestreken na het bad.
Item knoflook is schadelijk de ogen. Item knoflook gekookt en dan genuttigd maakt heldere stem en beneemt het oude hoesten en reinigt de borst als ze verkouden is. Knoflook gekookt met zijn kruid met wijn en dan gedronken maakt erg goed plassen en brengt ook alzo genuttigd de vrouwen hun ziekte genaamd menstruatie. En trekt ook uit secundina, dat is de nageboorte, de buik daarmee bestreken of de reuk van knoflook zal die vrouw van onder af naar haar schaam laten dampen en zal op een aarden stoel zitten met gaten en zich onder om bedekken.
Platearius spreekt; Wie met vrouwen te doen hebben wil die vermijdt knoflook want het verdrukt de zaden genaamd sperma, dat is de natuur van de man, en welke daarvan zich nuttigt die ontstaat daarvan grote ziekte. Welke overtrokken was met kwade koude vochtigheid, inwendig of uitwendig van het lijf, die eet vaak knoflook. Geen vergiftig dier steekt de mens die het genuttigd heeft met wijn. Als een dolle hond gebeten heeft, die neemt knoflook, vijgenbladeren, kamille bloemen, van elk gelijk veel, en kook die in water en stoot die en maak daaruit een pleister en leg het op dat dieren beet, hij geneest gelijk.
Knoflookgeur verdrijft allerhande wormen die vergif bij hen dragen. Knoflook gekookt met azijn en opgedronken met honingwater genaamd mulsa verdrijft de spoelwormen en allerhande wormen in de buik.
Knoflook in vijgenolie gekookt heelt vergiftige beet aan benen en aan andere leden des lijf. Met deze zalven verdrijft men het kwade ongemak en gezwellen, uitwendig daaraan gestreken. Item knoflook gekookt met melk en die gedronken beneemt peri-pneumonie, dat is een zweer aan de longen. Dioscorides spreekt; Wie de waterziekte heeft dat van koude materiën komt, genaamd yposarca, die neemt knoflook en Centaurea en kook die in wijn en drink het, hij geneest.
Item Pythagoras, een meester, spreekt; Dat knoflook gestoten en daarin gemengd koriander en alzo genuttigd met wijn verdrijft dat lendenpijn en helpt ook die er zo zwaar ademt. Alzo genuttigd dezelfde drank weekt de buik. Item knoflook met bonen gekookt en gestoten en daaronder gemengd olijvenolie of boommoszadenolie en daaruit gemaakt een zalf, deze zalf dient erg goed de slaap, genaamd tempora, mee bestreken voor die hoofdpijn.
Item knoflook die mag lichtelijk veranderd worden in venijn alzo; Neem de zaden daarvan en zaai het, daarvan wordt knoflook, van dezelfde knoflook neem de zaden en zaai het voor de tweede keer, dat doe je vijf of zes maal, dan is de laatste verandert in venijn. Daarom zal men de knoflook planten en niet zaaien en gebeurt gewoonlijk van den tuinders, hoewel ze de oorzaak niet goed weten. Item. Wie vele malen en steeds knoflook eet brengt dat hoofdpijn en is ook brengen onreinheid van het bloed genaamd lepra.
Ook is knoflook bijzonder boos rauw gegeten voor de ogen. Item knoflook gekookt of gebraden met mastiek en bertram poeder, daarvan de muil gewassen is goed tegen die tandpijndagen.
Item. Knoflook is goed de arbeidende mensen die staand water drinken en eten ook koude onverteerbare spijzen. Daarom spreken de leraar dat knoflook een teriakel is van der boeren. Want knoflook is rechtvaardigen en goed maken dat water genuttigd van de boeren.
Uit ‘Gartten der Gesundtheyt, tuin van gezondheid, garden of health, Ortus sanitatis’ uit 1485.
Allium tegen haaruitval? Even zoeken op Pubmed en.......
J Dermatol. 2002 Jun;29(6):343-6. Onion juice (Allium cepa L.), a new topical treatment for alopecia areata. Sharquie KE1, Al-Obaidi HK.
One small study published in the Journal of Dermatology indicated that applying onion juice to the scalp might help hair regrow in some people.
The study involved participants who had alopecia areata, which is a non-scarring, patchy form of hair loss.
Researchers found that hair growth started after 2 weeks of using onion juice, which was applied to the scalp twice daily.
Almost 74 percent of participants had some hair regrowth after 4 weeks, and at 6 weeks about 87 percent experienced hair regrowth. Both males and females participated in the study and the hair regrowth was higher among males.
Although the study did indicate positive results, it was small with only 38 participants.
En ..... Hajheydari Z, Jamshidi M, Akbari J, Mohammadpur R. Combination of topical garlic gel and betamethasone valerate cream in the treatment of localized alopecia areata: A double-blind randomized controlled study. Indian J Dermatol Venereol Leprol 2007;73:29-32. Garlic is a very commonly used home remedy in the treatment of alopecia areata in India and even in the rest of the world. One study analyzed the effect of a combination of topical garlic gel and betamethasone valerate ointment in alopecia areata in a double-blind study. The study found the combination useful in majority of the patients with a statistically significant difference between the treatment and control groups.
Zie ook https://sites.google.com/site/kruidwis/fytotherapie/haargroei
woensdag, januari 23, 2019
zondag, januari 13, 2019
Haneklootjes, menhirs en maretakken.
Tijdens onze kruiden- en druidenwandeling bij Weris komen we ook de eerste, frisse blaadjes van het speenkruid tegen. Niet verwonderlijk, het is elk jaar weer als eerste frisgroen van de partij.
Voor mij is deze deze Ficaria verna het kruid van het zeer vroege voorjaar. In het verleden werd het plantje nog al eens vergeleken met de Stinkende gouwe, zo noemde Dodoens het Kleine gouwe, een oude Franse benaming is Petite chelidoine en een Engelse naam is Lesser-celandine. Niet verwonderlijk die vergelijking want het zijn allebei planten die, zo vroeg al, mooi fris groen zijn en geel bloeien. Al lijken ze verder helemaal niet op mekaar. In 1644 schreef Dodoens reeds dat de wortelkens met aanhangende greynkens van het Speencruydt te ghebruycken zijn om de speenen te genesen: want de speenen oft anbeyen met het sap van dit cruydt met wijn oft pisse van den krancken (ja, je leest het goed) ghemengelt zijnde, dikwijls gewassen ende ghenet, worden kleynder ende in een getrocken ende verdroogen heel.
Mijn commentaar: een kruid laten trekken in urine van de persoon in kwestie vind ik een interessante gedachte. Met die 'kruidenthee' als kompres kon je dan je aambeien of speen behandelen. Een andere oude interessante naam van het Speenkruid is Haneklootjes, de mensen zagen in de langwerpige verdikte wortels een gelijkenis met de teelballen van een haan. Dat lijkt mij beter getypeerd dan de overeenkomst met aambeien. Volgens de signatuurleer (het uiterlijk van een plant geeft aan voor welke ziekte het kruid gebruikt kan worden) zou Speenkruid dus niet alleen goed moeten zijn tegen aambeien maar ook tegen teelbalkwalen of, met enige fantasie, tegen te zwak zaad.
We komen in de winter natuurlijk niet alleen naar Weris om de minuscule speenkruidjes te bewonderen, maar eerder om eeuwenoude rechtopstaande stenen, menhirs te aanschouwen. Deze monumenten zijn hier ooit door onze verre voorouders kwistig rondgestrooid. Alhoewel rondgestrooid? Eerder strikt gepland en met enorme inspanningen op de juiste plaats gebracht. Stenen rechtop geplant zoals bomen en struiken. Betekenis geven aan het landschap. Is dat de functie van een herborist?
Menhir, maretakken en mist. Weris op zijn best. |
Mijn commentaar: een kruid laten trekken in urine van de persoon in kwestie vind ik een interessante gedachte. Met die 'kruidenthee' als kompres kon je dan je aambeien of speen behandelen. Een andere oude interessante naam van het Speenkruid is Haneklootjes, de mensen zagen in de langwerpige verdikte wortels een gelijkenis met de teelballen van een haan. Dat lijkt mij beter getypeerd dan de overeenkomst met aambeien. Volgens de signatuurleer (het uiterlijk van een plant geeft aan voor welke ziekte het kruid gebruikt kan worden) zou Speenkruid dus niet alleen goed moeten zijn tegen aambeien maar ook tegen teelbalkwalen of, met enige fantasie, tegen te zwak zaad.
We komen in de winter natuurlijk niet alleen naar Weris om de minuscule speenkruidjes te bewonderen, maar eerder om eeuwenoude rechtopstaande stenen, menhirs te aanschouwen. Deze monumenten zijn hier ooit door onze verre voorouders kwistig rondgestrooid. Alhoewel rondgestrooid? Eerder strikt gepland en met enorme inspanningen op de juiste plaats gebracht. Stenen rechtop geplant zoals bomen en struiken. Betekenis geven aan het landschap. Is dat de functie van een herborist?
vrijdag, januari 11, 2019
Mijn uitzicht: winterse berken
Twee, zowat in elkaar verstrengelde berken, bepalen mijn huiselijk uitzicht. Achter de berken diep onder mij en soms in mist gehuld bevind zich de Maas. Bijzonder gevoel is het wel, alsof ik, net zoals eksters en eekhoorns, in de kruinen van de bomen woon.
Dat ik berken wil beleven, er over nadenken, ze wil beschrijven, is dus vanzelfsprekend. En inderdaad verhalen, gebruiken en praktische toepassingen met deze bomen zijn er genoeg.
De zachte berk was vroeger bekend onder de naam Betula odorata Bechst. (welriekende) Dit vanwege de naar hars geurende afscheiding van de jonge blaadjes. In de oudheid zouden die bladeren als amulet tegen jicht gebruikt geweest zijn. Het berkenblad, 10 gram op anderhalf kopje, heeft een sterke urinedrijvende werking, goed tegen huiduitslag, reuma, jicht en waterzucht. Het bladafkooksel in wijngeest, 1 tot 10, werd met etherische olie geparfumeerd en als hoofd en haarwasmiddel aanbevolen.
De berkenbast werd ooit als schrijfmateriaal gebruikt. Hierover bestaan nog getuigenissen van de zestiende eeuwse Duitse kruidkundige Hieronymus Bock (Tragus, 1498-1554) die in Zwitserland nog zelf teksten zag, geschreven op berkenbast. Een vergelijkbaar verhaal is bekend over een boek, geschreven op berkenbast dat in Brussel in 1662 werd geveild. Plinius de Oudere vermeldt dat in Gallië toortsen van berkenschors werden gebruikt bij huwelijksfeesten en als geluksbrengers.
Nog op het eind van de zeventiende de eeuw schrijft de Nederlander Abraham Munting in zijn ‘Nauwkeurige beschrijving der aardgewassen’dat dit gebruik in zijn tijd nog stand hield bij de landlieden. Hij schrijft ‘zij rollen ze in malkander; steeken ze in eenige vette stof, of vullen ze met pek, hars en diergelijke vuurvattende dingen.’ Een dergelijk gebruik vindt men ook enkele decennia eerder vermeld in Dodoens kruidenboek.
De berkentwijgen of berkenwisjes hebben niet alleen de naam de beste ‘natuurlijke’ bezems te leveren, ze waren in de handen van de schoolmeester in vrijwel alle scholen tot een flink eind in de twintigste eeuw nog een geducht middel om ontzag af te dwingen. Tal van ongehoorzame leerlingen kwamen immers onzacht in aanraking met de berkenroede.
Het berkenhout levert goed brandhout. Ontgonnen heiden werden om die reden vaak beplant met berk. Het hout werd ook door klompenmakers gebruikt.
Het belangrijkste medicijn uit de berk kan in het voorjaar gewonnen worden. Tegen de tijd dat de bladeren in het blad komen begint het bloed van de berk sneller te stromen. Die stroom wordt in februari op gang gezet en gaat door totdat de bladeren voldoende water kunnen verdampen. Dit vocht is bekend als berkenwater. Men kan dit tappen door dwarse insnijdingen te maken in de zuidzijde van de schors of een gat te boren waar een kurk in gestoken wordt en in die kurk een slangetje te bevestigen die aan de andere zijde in een fles uitmondt.
Dit water is een oeroud middel tegen blaasziektes, reuma en longziektes. Het is de berkenmede, de levenskracht van de berk waarmee men zich in het voorjaar versterkt. Deze grote lentekracht drinkt men zwijgend, de oerbron van het levens schenkt vruchtbaarheid aan jonge paren en gaf in de eindeloze heidevelden lafenis aan de herders. Het is een versterkend middel voor de “breukige “ mannen, die vroeger als impotent golden.
En ja, gewoon in de winter naar die sierlijke maar o zo krachtige berken staren, helpt al om de koude winter levenskrachtig door te komen
Dat ik berken wil beleven, er over nadenken, ze wil beschrijven, is dus vanzelfsprekend. En inderdaad verhalen, gebruiken en praktische toepassingen met deze bomen zijn er genoeg.
De zachte berk was vroeger bekend onder de naam Betula odorata Bechst. (welriekende) Dit vanwege de naar hars geurende afscheiding van de jonge blaadjes. In de oudheid zouden die bladeren als amulet tegen jicht gebruikt geweest zijn. Het berkenblad, 10 gram op anderhalf kopje, heeft een sterke urinedrijvende werking, goed tegen huiduitslag, reuma, jicht en waterzucht. Het bladafkooksel in wijngeest, 1 tot 10, werd met etherische olie geparfumeerd en als hoofd en haarwasmiddel aanbevolen.
Nog op het eind van de zeventiende de eeuw schrijft de Nederlander Abraham Munting in zijn ‘Nauwkeurige beschrijving der aardgewassen’dat dit gebruik in zijn tijd nog stand hield bij de landlieden. Hij schrijft ‘zij rollen ze in malkander; steeken ze in eenige vette stof, of vullen ze met pek, hars en diergelijke vuurvattende dingen.’ Een dergelijk gebruik vindt men ook enkele decennia eerder vermeld in Dodoens kruidenboek.
De berkentwijgen of berkenwisjes hebben niet alleen de naam de beste ‘natuurlijke’ bezems te leveren, ze waren in de handen van de schoolmeester in vrijwel alle scholen tot een flink eind in de twintigste eeuw nog een geducht middel om ontzag af te dwingen. Tal van ongehoorzame leerlingen kwamen immers onzacht in aanraking met de berkenroede.
Het berkenhout levert goed brandhout. Ontgonnen heiden werden om die reden vaak beplant met berk. Het hout werd ook door klompenmakers gebruikt.
Het belangrijkste medicijn uit de berk kan in het voorjaar gewonnen worden. Tegen de tijd dat de bladeren in het blad komen begint het bloed van de berk sneller te stromen. Die stroom wordt in februari op gang gezet en gaat door totdat de bladeren voldoende water kunnen verdampen. Dit vocht is bekend als berkenwater. Men kan dit tappen door dwarse insnijdingen te maken in de zuidzijde van de schors of een gat te boren waar een kurk in gestoken wordt en in die kurk een slangetje te bevestigen die aan de andere zijde in een fles uitmondt.
Dit water is een oeroud middel tegen blaasziektes, reuma en longziektes. Het is de berkenmede, de levenskracht van de berk waarmee men zich in het voorjaar versterkt. Deze grote lentekracht drinkt men zwijgend, de oerbron van het levens schenkt vruchtbaarheid aan jonge paren en gaf in de eindeloze heidevelden lafenis aan de herders. Het is een versterkend middel voor de “breukige “ mannen, die vroeger als impotent golden.
En ja, gewoon in de winter naar die sierlijke maar o zo krachtige berken staren, helpt al om de koude winter levenskrachtig door te komen
maandag, januari 07, 2019
Cannabis bij fibromyalgie
Uit een recente studie blijkt dat de gestandaardiseerde cannabis van het bedrijf Bedrocan met een hoog THC-gehalte (tetrahydrocannabinol) effectief is bij pijnbestrijding bij fibromyalgie. Cannabis met alleen cannabidiol (CBD) geeft daarentegen helemaal geen verlichting. Het onderzoek is uitgevoerd door het Nederlandse Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). De resultaten zijn hoopgevend en volgens professor Albert Dahan, hoofd van de wetenschappelijke onderzoeksafdeling Anesthesiologie van het LUMC, is dit het eerste echte wetenschappelijke bewijs dat twee producten van Bedrocan werken bij fibromyalgie.
Fibromyalgiepatiënten ervaren chronische pijn die onder meer gepaard gaat met slaapstoornissen, allergieën en darmklachten. In totaal deden twintig patiënten aan het onderzoek mee. Zij kregen drie verschillende cannabisproducten toegediend met behulp van een verdamper: Bedrocan®, Bediol®, Bedrolite® en placebo-cannabis zonder cannabinoïden, de inhoudsstoffen van cannabis. Bij de producten Bedrocan en Bediol ervaarden patiënten significant minder drukpijn in vergelijking met het placebo. Bovendien gaven veel respondenten aan verlichting van hun spontane pijn te ervaren na gebruik van Bediol.
Professor Dahan hierover: “Fibromyalgiepatiënten ervaren met name drukpijn aan spieren en pezen. Omdat alleen de producten Bediol en Bedrocan goede resultaten laten zien, en de CBD-variant Bedrolite totaal niet, geeft ons dat de indicatie dat met name THC effectief is bij deze specifieke aandoening.”
Patiënten moesten voor het onderzoek naar het ziekenhuis komen. Voor en na de toediening van de cannabis vonden allerlei onderzoekjes plaats. Bij één experiment werd een gewicht gelegd op de spier tussen de duim en wijsvinger. Dahan: “Gezonde mensen kunnen tien kilo aan. Bij een fibromyalgiepatiënt is één kilo al pijnlijk. Maar na toediening van een Bedrocan-product met THC zagen we dat dezelfde patiënt ineens tien kilo kon hebben.”
Verder onderzoek is nu nodig om te bepalen of dezelfde mate van pijnverlichting kunnen worden gereproduceerd in een langetermijnonderzoek met fibromyalgiepatiënten. Dahan: “De volgende studie vindt bij patiënten thuis plaats. Ik wil dan onderzoeken of THC ingezet kan worden als opiaatbesparend middel. Heel veel mensen gebruiken, en misbruiken opiaten als oxycodon. Wij denken dat je veel minder oxycodon hoeft voor te schrijven als je die mensen ook de mogelijkheid geeft om THC te gebruiken.”
Meer over Cannabis https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/cannabis medisch en https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/41991-hennep-door-de-eeuwen-heen.html
Fibromyalgiepatiënten ervaren chronische pijn die onder meer gepaard gaat met slaapstoornissen, allergieën en darmklachten. In totaal deden twintig patiënten aan het onderzoek mee. Zij kregen drie verschillende cannabisproducten toegediend met behulp van een verdamper: Bedrocan®, Bediol®, Bedrolite® en placebo-cannabis zonder cannabinoïden, de inhoudsstoffen van cannabis. Bij de producten Bedrocan en Bediol ervaarden patiënten significant minder drukpijn in vergelijking met het placebo. Bovendien gaven veel respondenten aan verlichting van hun spontane pijn te ervaren na gebruik van Bediol.
Professor Dahan hierover: “Fibromyalgiepatiënten ervaren met name drukpijn aan spieren en pezen. Omdat alleen de producten Bediol en Bedrocan goede resultaten laten zien, en de CBD-variant Bedrolite totaal niet, geeft ons dat de indicatie dat met name THC effectief is bij deze specifieke aandoening.”
Patiënten moesten voor het onderzoek naar het ziekenhuis komen. Voor en na de toediening van de cannabis vonden allerlei onderzoekjes plaats. Bij één experiment werd een gewicht gelegd op de spier tussen de duim en wijsvinger. Dahan: “Gezonde mensen kunnen tien kilo aan. Bij een fibromyalgiepatiënt is één kilo al pijnlijk. Maar na toediening van een Bedrocan-product met THC zagen we dat dezelfde patiënt ineens tien kilo kon hebben.”
Verder onderzoek is nu nodig om te bepalen of dezelfde mate van pijnverlichting kunnen worden gereproduceerd in een langetermijnonderzoek met fibromyalgiepatiënten. Dahan: “De volgende studie vindt bij patiënten thuis plaats. Ik wil dan onderzoeken of THC ingezet kan worden als opiaatbesparend middel. Heel veel mensen gebruiken, en misbruiken opiaten als oxycodon. Wij denken dat je veel minder oxycodon hoeft voor te schrijven als je die mensen ook de mogelijkheid geeft om THC te gebruiken.”
Meer over Cannabis https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/cannabis medisch en https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/41991-hennep-door-de-eeuwen-heen.html
maandag, december 31, 2018
Baden in het bos
Dat bomen een hechte gemeenschap vormen en met elkaar
communiceren, dat kwamen wetenschappers een paar decennia
geleden al op het spoor.
De eerste die bewijzen leverde over het intelligente communicatiesysteem van bomen was de Canadese ecologe Suzanne Simard. Ze toonde aan dat bomen, dankzij het gigantische ondergrondse netwerk van wortels en schimmeldraden die hen verbinden, een enorme capaciteit hebben tot zelfgenezing. De verbindingen werken als een soort internet, waarlangs niet alleen informatie wordt doorgestuurd over nakend gevaar, zoals insecten, parasieten of blad-etend wild, maar waarlangs ook koolstof en voedingsstoffen doorgestuurd worden.
Simard toonde verder aan dat moederbomen overtollige koolstof naar hun eigen nageslacht zenden, naar de kind-scheuten die in hun nabijheid opschieten uit hun gevallen vruchten. Moederbomen beperken zelfs hun eigen wortelgroei zodat hun kinderen genoeg groeiruimte krijgen. Wanneer een oude moederboom sterft, pompt die langzaam alle overgebleven koolstof naar de andere bomen, samen met een hele hoop verdedigingssignalen. “Words of wisdom”, volgens Simard, afscheidswoorden om te overleven. Door die informatie uit te wisselen, maken bomen de weerbaarheid van hun bosgemeenschap veel groter. In een bos geldt geen darwiniaans survival of the fittest. Wel integendeel: bomen helpen elkaar effectief te overleven.
De Duitse ex-boomkapper en tegenwoordig innig bomenliefhebber Peter Wohlleben heeft het ook over families en over moeder- en vaderbomen. Een paar jaar geleden schreef hij de bestseller 'Het verborgen leven van bomen', waarin hij zijn persoonlijke observaties gebruikt om resultaten van wetenschappelijk onderzoek zoals dat van Suzanne Simard te illustreren. Het boek is een erg liefdevolle beschrijving van een onbekende en ongelooflijk fascinerende wereld. Ook Wohlleben verwondert zich over zoveel solidariteit tussen bomen, al hebben bomen wel een voorkeur voor hun eigen soort, zegt hij. Ze zullen eerst hun eigen ‘kinderen’ helpen, dan hun eigen boomsoort, en pas dan een andere boomsoort met wie ze het kunnen vinden. Er zijn ook boomsoorten die sowieso niet kunnen rekenen op hun hulp of sympathie. Ook in de natuur kent solidariteit blijkbaar grenzen.
Een onderzoeksteam van de Universiteit van Bonn, zo vertelt Wohlleben, is ervan overtuigd dat boomwortels hersenachtige structuren bevatten om informatie door te geven die dan tot gedragsverandering leidt en de boom op die manier doet overleven.
Mogen we dan besluiten dat bomen echt zoiets als verstand hebben? Beschikken ze over een bewustzijn? Een wil? Ze hebben in ieder geval een taal. Ze zullen ultrasone geluiden voortbrengen als ze erg veel dorst hebben. Die ultrasone geluiden zijn een gevolg van trillingen die ontstaan als de waterstroom van de wortels naar de bladeren in de stam wordt onderbroken. Het zou goed kunnen dat die ultrasone geluiden waarschuwingskreten zijn voor andere bomen, dat het water opraakt, aldus Wohlleben.
Bomen hebben dus een soort intelligentie. Een bos heeft geneeskrachtige eigenschappen, individuele bomen evenzeer. De positieve invloed van bomen op mens en natuur is de laatste jaren blijkbaar in ontelbare studies bewezen. Dat ze de lucht zuiveren en door hun uitzicht de stadsmens wat rust kunnen geven, is maar een fractie van wat bomen daadwerkelijk voor mensen kunnen betekenen. Ettelijke studies geven aan dat mensen die leven in de nabijheid van bomen of gaan wandelen in bossen meteen een gezondere bloeddruk krijgen. Wie een lagere bloeddruk wil, moet naar een loofbos trekken, wie een hogere bloeddruk wil, begeeft zich beter naar een naaldbos.
Patiënten in kamers met uitzicht op bomen genezen sneller. Mensen met alzheimer hebben minder crisismomenten en fleuren op. Kinderen zijn veel meer gefocust. Bij volwassenen wordt de aandacht en bovendien een positief humeur aangescherpt. Stress heeft veel minder invloed bij mensen die zich in de nabijheid van bomen bevinden. Kinderen met ADHD vertonen veel minder symptomen na een wandeling door een bos. Enzovoort. Zie ook http://chicagorti.org/TreeBenefits
In het fantastische boek Blinded by Science gaat de Britse Matthew Silverstone op een schitterende manier op zoek naar antwoorden die de wetenschap niet of maar half geeft. Silverstone las zowat alle studies die ooit gemaakt zijn over fenomenen die moeilijk te verklaren vallen – over de eigenschappen van water, de invloed van de zon, de maan, bijen, vogels, planten en bomen. Daarbij gaat hij uit van de bewezen premisse dat mensen, water, aarde, planten en materie een zekere vibratie of elektromagnetische trilling bezitten. Soms raakt die vibratie bij mensen verstoord door de aanwezigheid van ‘zwervende’ trillingen van apparaten, van wifi-straling of van nefaste chemische elementen. In zijn uiteenzetting zouden bomen in staat zijn om bij aanraking de goede vibraties in het menselijk lichaam terug te herstellen door de kracht van hun eigen energie, dus door hun eigen inherente trillingen. Het klinkt misschien vreemd als je het hier leest, maar het houdt wel steek als Silverstone het uitlegt, gestaafd door verschillende wetenschappelijke studies.
Bosbaden
Is er al een echte oorzaak gevonden, naast de onomstotelijke vaststellingen van positieve invloed, waarom bomen eigenlijk genezend werken? In Japan beseffen ze al veel langer dat bomen mensen gezonder kunnen maken. Sinds 1982 wordt ‘bosbaden’ daar door de overheid gepromoot als algemene therapie. Onderdompeling in een bos. Je hoeft met dat bosbaden geen kilometers te gaan wandelen. Gaan zitten onder een boom is dus ook goed. De kracht van bomen zit in Japan zo hard verweven in de cultuur en in de levensfilosofie, dat de overheid er 4 miljoen dollar voor over had om te onderzoeken waarom bomen zo goed zijn voor mensen. Dankzij dat onderzoeksgeld toonde professor Qing Li van de Universiteit van Tokio aan dat het menselijke immuniteitssysteem aanzienlijk beter wordt in de nabijheid van bomen, en wel specifiek dankzij het inhaleren van de essentiële oliën of zogenaamde phytonciden die bomen uitstoten als verdediging tegen insecten en bacteriën. De killercellen in ons eigen systeem worden door de phytoncide-geur van de bomen zo hard gestimuleerd dat ze prompt de aanvallers van onze goede cellen verslaan. Aromatherapie in de natuur. Kruidengeneeskunde zonder de planten op te eten.
https://www.ted.com/talks/suzanne_simard_how_trees_talk_to_each_other/discussion?source=tumblr&language=nl
De eerste die bewijzen leverde over het intelligente communicatiesysteem van bomen was de Canadese ecologe Suzanne Simard. Ze toonde aan dat bomen, dankzij het gigantische ondergrondse netwerk van wortels en schimmeldraden die hen verbinden, een enorme capaciteit hebben tot zelfgenezing. De verbindingen werken als een soort internet, waarlangs niet alleen informatie wordt doorgestuurd over nakend gevaar, zoals insecten, parasieten of blad-etend wild, maar waarlangs ook koolstof en voedingsstoffen doorgestuurd worden.
Simard toonde verder aan dat moederbomen overtollige koolstof naar hun eigen nageslacht zenden, naar de kind-scheuten die in hun nabijheid opschieten uit hun gevallen vruchten. Moederbomen beperken zelfs hun eigen wortelgroei zodat hun kinderen genoeg groeiruimte krijgen. Wanneer een oude moederboom sterft, pompt die langzaam alle overgebleven koolstof naar de andere bomen, samen met een hele hoop verdedigingssignalen. “Words of wisdom”, volgens Simard, afscheidswoorden om te overleven. Door die informatie uit te wisselen, maken bomen de weerbaarheid van hun bosgemeenschap veel groter. In een bos geldt geen darwiniaans survival of the fittest. Wel integendeel: bomen helpen elkaar effectief te overleven.
De Duitse ex-boomkapper en tegenwoordig innig bomenliefhebber Peter Wohlleben heeft het ook over families en over moeder- en vaderbomen. Een paar jaar geleden schreef hij de bestseller 'Het verborgen leven van bomen', waarin hij zijn persoonlijke observaties gebruikt om resultaten van wetenschappelijk onderzoek zoals dat van Suzanne Simard te illustreren. Het boek is een erg liefdevolle beschrijving van een onbekende en ongelooflijk fascinerende wereld. Ook Wohlleben verwondert zich over zoveel solidariteit tussen bomen, al hebben bomen wel een voorkeur voor hun eigen soort, zegt hij. Ze zullen eerst hun eigen ‘kinderen’ helpen, dan hun eigen boomsoort, en pas dan een andere boomsoort met wie ze het kunnen vinden. Er zijn ook boomsoorten die sowieso niet kunnen rekenen op hun hulp of sympathie. Ook in de natuur kent solidariteit blijkbaar grenzen.
Een onderzoeksteam van de Universiteit van Bonn, zo vertelt Wohlleben, is ervan overtuigd dat boomwortels hersenachtige structuren bevatten om informatie door te geven die dan tot gedragsverandering leidt en de boom op die manier doet overleven.
Mogen we dan besluiten dat bomen echt zoiets als verstand hebben? Beschikken ze over een bewustzijn? Een wil? Ze hebben in ieder geval een taal. Ze zullen ultrasone geluiden voortbrengen als ze erg veel dorst hebben. Die ultrasone geluiden zijn een gevolg van trillingen die ontstaan als de waterstroom van de wortels naar de bladeren in de stam wordt onderbroken. Het zou goed kunnen dat die ultrasone geluiden waarschuwingskreten zijn voor andere bomen, dat het water opraakt, aldus Wohlleben.
Bomen hebben dus een soort intelligentie. Een bos heeft geneeskrachtige eigenschappen, individuele bomen evenzeer. De positieve invloed van bomen op mens en natuur is de laatste jaren blijkbaar in ontelbare studies bewezen. Dat ze de lucht zuiveren en door hun uitzicht de stadsmens wat rust kunnen geven, is maar een fractie van wat bomen daadwerkelijk voor mensen kunnen betekenen. Ettelijke studies geven aan dat mensen die leven in de nabijheid van bomen of gaan wandelen in bossen meteen een gezondere bloeddruk krijgen. Wie een lagere bloeddruk wil, moet naar een loofbos trekken, wie een hogere bloeddruk wil, begeeft zich beter naar een naaldbos.
Patiënten in kamers met uitzicht op bomen genezen sneller. Mensen met alzheimer hebben minder crisismomenten en fleuren op. Kinderen zijn veel meer gefocust. Bij volwassenen wordt de aandacht en bovendien een positief humeur aangescherpt. Stress heeft veel minder invloed bij mensen die zich in de nabijheid van bomen bevinden. Kinderen met ADHD vertonen veel minder symptomen na een wandeling door een bos. Enzovoort. Zie ook http://chicagorti.org/TreeBenefits
In het fantastische boek Blinded by Science gaat de Britse Matthew Silverstone op een schitterende manier op zoek naar antwoorden die de wetenschap niet of maar half geeft. Silverstone las zowat alle studies die ooit gemaakt zijn over fenomenen die moeilijk te verklaren vallen – over de eigenschappen van water, de invloed van de zon, de maan, bijen, vogels, planten en bomen. Daarbij gaat hij uit van de bewezen premisse dat mensen, water, aarde, planten en materie een zekere vibratie of elektromagnetische trilling bezitten. Soms raakt die vibratie bij mensen verstoord door de aanwezigheid van ‘zwervende’ trillingen van apparaten, van wifi-straling of van nefaste chemische elementen. In zijn uiteenzetting zouden bomen in staat zijn om bij aanraking de goede vibraties in het menselijk lichaam terug te herstellen door de kracht van hun eigen energie, dus door hun eigen inherente trillingen. Het klinkt misschien vreemd als je het hier leest, maar het houdt wel steek als Silverstone het uitlegt, gestaafd door verschillende wetenschappelijke studies.
Bosbaden
Is er al een echte oorzaak gevonden, naast de onomstotelijke vaststellingen van positieve invloed, waarom bomen eigenlijk genezend werken? In Japan beseffen ze al veel langer dat bomen mensen gezonder kunnen maken. Sinds 1982 wordt ‘bosbaden’ daar door de overheid gepromoot als algemene therapie. Onderdompeling in een bos. Je hoeft met dat bosbaden geen kilometers te gaan wandelen. Gaan zitten onder een boom is dus ook goed. De kracht van bomen zit in Japan zo hard verweven in de cultuur en in de levensfilosofie, dat de overheid er 4 miljoen dollar voor over had om te onderzoeken waarom bomen zo goed zijn voor mensen. Dankzij dat onderzoeksgeld toonde professor Qing Li van de Universiteit van Tokio aan dat het menselijke immuniteitssysteem aanzienlijk beter wordt in de nabijheid van bomen, en wel specifiek dankzij het inhaleren van de essentiële oliën of zogenaamde phytonciden die bomen uitstoten als verdediging tegen insecten en bacteriën. De killercellen in ons eigen systeem worden door de phytoncide-geur van de bomen zo hard gestimuleerd dat ze prompt de aanvallers van onze goede cellen verslaan. Aromatherapie in de natuur. Kruidengeneeskunde zonder de planten op te eten.
https://www.ted.com/talks/suzanne_simard_how_trees_talk_to_each_other/discussion?source=tumblr&language=nl
zaterdag, december 29, 2018
De legende van He Shou Wu
Polygonum multiflorum / wortel eigen oogst |
Ondanks alle tegenslag, was hij een enthousiast volgeling van het Taoïsme en was hij vaak in de buurt van zijn Taoïstische leraar in de bergen. Op een dag, hij was toen 58 jaar, viel hij dronken in een diepe slaap. Toen hij ontwaakte, viel zijn oog op een paar in elkaar verstrengelde wijnranken. Het leek alsof die druivelaars de liefde aan het bedrijven waren. In een grillige bui groef hij de knobbelige wortel van de plant op en nam die mee naar zijn huisje. Niemand in zijn dorpje kende het kruid. Een kluizenaar uit de bergstreek zag hem ermee lopen en zei 'Die klimplant heeft op een bijzondere wijze je aandacht getrokken. Ongetwijfeld is het de bedoeling dat deze plant je gaat dienen als een goddelijke drank. Waarom ga je het niet gebruiken?' Neng Si stemde daarmee in en ging snel naar huis om de wortel tot poeder te vermalen. Hij nam wat poeder met water op een lege maag, en bleef dat elke dag doen. Tot zijn grote verbazing voelde hij na zeven dagen, een hem onbekende stroom van vitaliteit door zijn aderen stromen. Hij verdubbelde zijn dagelijkse dosis en maanden later voelde hij zich oersterk! Weldra trouwde hij een mooie jonge vrouw met wie hij meerdere kinderen kreeg. En.... hij leefde nog lang en gelukkig.
Bovendien verteld de legende dat zijn grijze haar in enkele jaren tijd veranderde van wit naar zwart, dat zijn losse tanden weer stevig vast kwamen te zitten, zijn uiterlijk werd weer jeugdig! Hij nam de naam 'Old Black Hair', ofwel 'He Shou Wu' aan. Later hebben zijn zonen het kruid naar hun vader genaamd, He Shou Wu. Later veranderde hij zijn naam in Neng Si (hij die in staat is nageslacht te produceren).
De juiste voorbereiding ontluikt al haar krachten!
De knol van He Shou Wu (Polygonum multiflorum) moet speciaal worden bereid om veilig te kunnen gebruiken. Verse niet verwerkte He Shou Wu bevat nauwelijks versterkende effecten en kan zelfs bijwerkingen geven. De vers geoogste He Shou Wu knollen worden gesneden en dan gestoomd in zwarte bonensoep in een verhouding van 10 delen He Shou Wu op 1 deel zwarte bonen. Totdat de soep ingekookt is. Daarna worden de nu voorbewerkte wortels gedroogd.
Meer over Polygonum multiflorum https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/polygonum-multiforum-fo-ti-tieng
donderdag, december 27, 2018
Kruidwis
Het boek van Mellie Uyldert, waar ik het nu nog eens wil over hebben, noemt Plantenzielen, het was zowat 10 jaar geleden dat ik het nog echt gelezen had, maar in de Kerstperiode heb ik de neiging om dat soort spirituele kruidenboeken nog eens, met gemengde gevoelens, ter hand te nemen en te lezen. Als nuchter mens lijken mij de feiten die er beschreven worden nogal twijfelachtig maar de fantastische, sprookjesachtige sfeer, die uit het boek zweeft, wil ik af en toe wel graag ondergaan.
Mellie heeft het in dit boek ook over de zogenaamde Kruidwis, een boeket wilde planten die niet bedoeld waren om het huis te versieren maar om mens en dier te beschermen tegen reële en ingebeelde belagers. De Kruidwis werd opgehangen of verbrand in huis of stal. Een soort ontsmetten. Afhankelijk van het aantal planten dat er gebruikt werden noemden men deze boeketten negenderhand of vijftienderhand. De negenderhande kruidwis werd tegen midwinter verbrand op gloeiend houtskool in de koperen rookpan met lange steel, met deze smeulende pot ging de boer in de vier heilige rooknachten St. Thomasdag, Kerstmis, Nieuwjaar en Driekoningen, door huis en stallen ter zuivering.
Deze kruidwisplanten moest op 14 augustus voor zonsondergang en zonder messnede geplukt worden (ijzer onttrekt er kracht aan). In het midden stond de alant of Odinskop (Odin of Wodan is Mercurius, die o.a. luchtwegen, adem en spraak beheerst). De alantwortel is een der beste ontslijmende middelen bij bronchitis en astma, men moet een deel afkoken en een ander deel koud uittrekken in water, dan beide aftreksels vermengen en drinken. De alant heeft een goudgele bloem (Zon). Wodan-Mercurius is in Noord-Europa de hoofdgod (denkpool), terwijl Jupiter-Donar-Thor dat in het zuiden is (levenspool). Daaromheen werden het leverkruid, Keltische valeriaan, bijvoet, citroenkruid, alsem, O.L.V. bedstro, bitterzoet en boerenwormkruid geschikt. Soms ook duizendblad en wijnruit.
De vijftienderhande kruiden hadden de toorts in het midden en daaromheen: lisdodde, grote pimpernel, sint-janskruid, akkerklokje, blauwe knoop, karwij, hertsmunt, boerenwormkruid, wijnruit, mattenbies, lavas, bitterzoet en vijfvingerkruid. Je vindt in de literatuur natuurlijk ook wel anders samengestelde boeketten. Deze kruiden moesten met een bitterzoet-stengel driemaal omwonden worden. Men gebruikte deze kruiden ook wel om er een soort thee van te maken en voegde dat aftreksel toe aan het badwater, een warm bad ter kalmering van 'hysterische' mensen, die er drie een half uur in moest blijven liggen. In tegenstelling tot de andere vermelde kruiden is het bitterzoet giftig om te eten. In Zuid-Nederland noemde men het alfsrank (elfenrank), het is een magisch kruid, behorend tot de familie der Solanaceae, waar ook de wolfskers of het doodkruid (Atropa belladonna), het bilzenkruid, de zwarte nachtschade, de tabak, de tomaat en de aardappel bij horen.
Meer over de kruidenwis. https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/30603-kruidwis-rituele-planten-en-hun-betekenis.html
Mellie heeft het in dit boek ook over de zogenaamde Kruidwis, een boeket wilde planten die niet bedoeld waren om het huis te versieren maar om mens en dier te beschermen tegen reële en ingebeelde belagers. De Kruidwis werd opgehangen of verbrand in huis of stal. Een soort ontsmetten. Afhankelijk van het aantal planten dat er gebruikt werden noemden men deze boeketten negenderhand of vijftienderhand. De negenderhande kruidwis werd tegen midwinter verbrand op gloeiend houtskool in de koperen rookpan met lange steel, met deze smeulende pot ging de boer in de vier heilige rooknachten St. Thomasdag, Kerstmis, Nieuwjaar en Driekoningen, door huis en stallen ter zuivering.
Deze kruidwisplanten moest op 14 augustus voor zonsondergang en zonder messnede geplukt worden (ijzer onttrekt er kracht aan). In het midden stond de alant of Odinskop (Odin of Wodan is Mercurius, die o.a. luchtwegen, adem en spraak beheerst). De alantwortel is een der beste ontslijmende middelen bij bronchitis en astma, men moet een deel afkoken en een ander deel koud uittrekken in water, dan beide aftreksels vermengen en drinken. De alant heeft een goudgele bloem (Zon). Wodan-Mercurius is in Noord-Europa de hoofdgod (denkpool), terwijl Jupiter-Donar-Thor dat in het zuiden is (levenspool). Daaromheen werden het leverkruid, Keltische valeriaan, bijvoet, citroenkruid, alsem, O.L.V. bedstro, bitterzoet en boerenwormkruid geschikt. Soms ook duizendblad en wijnruit.
De vijftienderhande kruiden hadden de toorts in het midden en daaromheen: lisdodde, grote pimpernel, sint-janskruid, akkerklokje, blauwe knoop, karwij, hertsmunt, boerenwormkruid, wijnruit, mattenbies, lavas, bitterzoet en vijfvingerkruid. Je vindt in de literatuur natuurlijk ook wel anders samengestelde boeketten. Deze kruiden moesten met een bitterzoet-stengel driemaal omwonden worden. Men gebruikte deze kruiden ook wel om er een soort thee van te maken en voegde dat aftreksel toe aan het badwater, een warm bad ter kalmering van 'hysterische' mensen, die er drie een half uur in moest blijven liggen. In tegenstelling tot de andere vermelde kruiden is het bitterzoet giftig om te eten. In Zuid-Nederland noemde men het alfsrank (elfenrank), het is een magisch kruid, behorend tot de familie der Solanaceae, waar ook de wolfskers of het doodkruid (Atropa belladonna), het bilzenkruid, de zwarte nachtschade, de tabak, de tomaat en de aardappel bij horen.
Meer over de kruidenwis. https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/30603-kruidwis-rituele-planten-en-hun-betekenis.html
dinsdag, december 25, 2018
Signatuurleer, tekenen van God?
In deze overeenkomsten zag de middeleeuwse mens, die sterk gericht was op het vinden van de hoofdlijnen die de gehele natuur verbonden, duidelijke aanwijzingen. Zij geloofden dat God, toen hij de planten schiep, elk uitrustte met een teken dat duidde op hun genezende werking. Dus werd de granaatappel aangewend bij bloedziekten, klaverzuring bij hartkwalen en leverkruid om leverziekten te genezen.
Deze theorie kende tegenstanders, maar werd door velen in Europa onderschreven. Ook in de zeventiende eeuw kon de Engelse kruidkundige Robert Turner nog beweren dat 'God op planten, kruiden en bloemen, als waren het hiëroglyfen, de tekenen van hun deugden had gedrukt'.
Deze theorie kende tegenstanders, maar werd door velen in Europa onderschreven. Ook in de zeventiende eeuw kon de Engelse kruidkundige Robert Turner nog beweren dat 'God op planten, kruiden en bloemen, als waren het hiëroglyfen, de tekenen van hun deugden had gedrukt'.
Zelfs John Ray, die als grondlegger van de meer wetenschappelijke botanie in Engeland wordt be-schouwd, kon deze signatuurleer niet geheel vermijden. 'Ik kan niet ontkennen,' schrijft hij 'dat veel van de schadelijke en boosaardige planten iets van hun natuur onthullen door de droevige en zwaar-moedige aanblik van hun bladeren, bloemen of vruchten.' Hij voegde daaraan toe, dat ingeval een ziekte tot een bepaald gebied was beperkt, bepaalde planten uit dat gebied zeker genezing konden brengen.
Het leek wel of God van het leven van de mens een spelletje had gemaakt, en dit had verlevendigd door willekeurig bepaalde tekens in de planten te verbergen. Helaas waren de interpretaties over gelijkenissen niet altijd eensluidend. Volgens sommigen leek de bloeiwijze en het schutblad van de aronskelk op een fallus, volgens anderen op een baby in zijn wiegje. Moeders werden dan ook aangeraden om de planten naast de wieg van hun kinderen te plaatsen ter bescherming.Verder waren er ook kruiden met een geneeskrachtige werking die door niemand werd betwijfeld, die helemaal niet leken op enigerlei lichaamsdeel of orgaan dat ze konden genezen. Maar de kruidkundigen hadden ook op dit probleem een antwoord. Met oneindig grote wijsheid wist een van hen te verklaren dat God dit had gedaan om het vermogen van de mens om dit soort problemen op te lossen te testen - of om hem beter te doen opletten. Als sommige planten zo duidelijk lieten zien waartoe ze geschikt waren zou iedereen ze verzamelen en zou er spoedig geen een meer over zijn.
De signatuurleer en afrodisiaca
Volgens de signatuurleer zou men dus aan het uiterlijk en/of de kleur van een plant zijn geneeskrachtige eigenschappen kunnen afleiden. Rode zuring was bijvoorbeeld goed voor het bloed, longkruid waarvan het blad de vorm heeft van een long, werd beschouwd als een remedie tegen longziekten, het oranje-gele sap van stinkende gouwe was goed tegen leverkwalen.
Planten die min of meer een gelijkenis vertonen met de mannelijke of vrouwelijke geslachtsorganen, werden daarom traditioneel beschouwd als stimulerende middeltjes, en dus als afrodisiaca. Ook oesters en mosselen zouden hun lustopwekkende reputatie te danken hebben aan hun gelijkenis met respectievelijk de vrouwelijke en mannelijke geslachtsorganen.
Orchideeën geassocieerd met een krachtig liefdesleven omdat de bloemen met enige fantasie lijken op een mannelijk orgaan in erectie. De wortels van orchideeën zouden dan weer de vorm bezitten van kleine testikels. Daaraan danken ze trouwens hun naam: orchis betekent testikel.Een geurige en lekkere toepassing van de orchidee in de keuken is de vanille. Dit is de gefermenteerde, onrijpe vrucht van een tropische orchidee. Zij dankt haar naam aan het Spaanse vainilla, wat een verkleinvorm is voor vagina. De gedroogde vanillestengel ziet er immers uit als een kokervormige vrucht met overlangse rimpels.
Ook asperges worden omwille van hun vorm die lijkt op een penis, van oudsher beschouwd als een afrodisiacum. "Eet nooit asperges met de hand terwijl een bevallige jongeling naar u kijkt," zo waarschuwde Pierre Louys in het begin van deze eeuw in zijn Handboek voor etiquette voor jonge meisjes. "Aller aux asperges", betekende trouwens zich prostitueren. En "il ne faut pas tremper son asperge dans n’importe quel cocquetier" is een Frans spreekwoord dat weinig uitleg behoeft. Het spreekwoord diende in de tijd vóór de penicilline, wel ernstig genomen te worden vermits syfilis toen nog een dodelijke ziekte was die niet kon worden genezen.
De Romeinse keizer Nero wilde naar verluidt dagelijks prei op het menu omwille van het stimulerend effect.
Selder heeft, omwille wellicht van zijn gelijkenis met het mannelijke orgaan, wel een zeer krachtige reputatie als afrodisiacum en vindt men in haast alle culturen van de oudheid tot nu terug. Spreekwoorden zoals "Si l’homme savait l’effet du céleri, il en remplirait son courtil" en "Si la femme savait que le céleri vaut à l’homme, elle en irait chercher jusqu’a Rome", zijn in dat verband veelbetekenend. In Rome was de selder trouwens het symbool voor sommige bordelen.
Signatuurleer (signatura rerum), een deel van de oude sympathieleer.
Signatuurleer is het denken in analogieën, zoals dit zich uitte in de leer der sympathieën en kan worden gezien als één van de eerste vormen van systematisch denken in de geneeskunst. Het trekken van conclusies uit de onderlinge samenhang van vormen en verschijnselen in de natuur is in de laatste eeuwen van de middeleeuwen in een speciale richting uitgegroeid tot de zogenaamde signatuurleer. In deze leer, die kan worden beschouwd als een onderdeel van de sympathieleer, gaat men ervan uit dat in de vorm, kleur, smaak, geur en andere kwaliteiten van mensen, dieren, planten en stenen krachten aanwezig zijn die kunnen worden aangewend bij bestrijding van ziekten. Allerlei grootheden in de natuur wijzen door een bepaalde eigenschap of bijzonderheid op hun specifiek genezend vermogen bij ziekten. De scheppende kunst heeft voor iedere ziekte een geneesmiddel in de natuur gelegd. Het is slechts de kunst het te vinden. Ook de invloed van de hemellichamen op de mens en zijn ziekten heeft in dit denken een duidelijke plaats.
zondag, december 23, 2018
Maretak kerstritueel
Maretak, Viscum Album, heeft een lange en oude geschiedenis achter zich. De plant speelt in veel legenden een rol. De Gallische en Engelse Druïden hadden grote eerbied voor de Maretak. Ze beschouwden de plant als heilig. De Maretak mocht alleen met een gouden snoeimes worden afgesneden en, zoals de overlevering vertelt, zes dagen na Volle Maan in de laatste maand van het jaar. In de Noorse mythologie wordt de Maretak beschreven als het symbool van vrede en liefde, vandaar ook het ‘elkaar mogen zoenen’ onder de Maretak. Niet zo vreemd dat die Maretak in de kerstrituelen een bijzonder plekje kreeg, want het kerstfeest staat immers ook in het teken van verbroedering, vrede op aarde en liefde, als mensen echt van ‘goede wille’ zijn.
Naast al die bijzondere kerstrituelen, waarin de Maretak door de eeuwen heen een rol heeft gespeeld, wordt de Viscum album ook al zeer lange tijd gebruikt als geneeskruid. De ‘aartsvader’ van de westerse geneeskunde, de Griekse arts Hippocrates, heeft de Maretak al beschreven als een goed middel bij aandoeningen van de milt.
Plinius beschreef, kort na het begin van onze jaartelling, de gunstige werking van de Maretak bij epileptische aanvallen, krampen en stuipen. In de 16e eeuw beschreef de beroemde Vlaamse arts en kruidkundige Rembertus Dodonaeus de maretak in zijn Cruydeboeck (1554) en de Limburgse Broeder Aloysius zegt in zijn destijds heel bekende boek 'De troost der zieken', dat maretak bruikbaar is bij epilepsie, stuipen en spastische ontregelingen van het centraal zenuwstelsel.
De afgelopen 75 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de werkzaamheid van de Viscum Album. Men kwam tot de ontdekking, dat Viscum Album onder andere het z.g. para-sympathisch zenuwstelsel activeert. Dat is een goed bericht, want daardoor kan er enige ‘vaatverwijding’ optreden. Maretak blijkt ook vaatkrampen gunstig te beïnvloeden. Een van de belangrijkste werkingsterreinen van de Maretak, zeker in de moderne kruidengeneeskunde (fytotherapie), is de bloeddruk verlagende werking. Vooral als de bloeddrukverhoging het gevolg is van stress, een te heftig ‘modern leven’, blijkt dikwijls het nut van het gebruik van Viscum album tinctuur.
Bloeddrukverlagende eigenschappen hangen van verschillende componenten af waaronder acetylcholine, histamine, GABA, tyramine en flavonen. Hoe deze bloeddrukverlagende werking precies ontstaat is nog niet opgehelderd. Deskundigen menen dat er sprake is van een remming op prikkelgevoelige centra van vasomotorische centra in de medulla oblongata. Andere wetenschappers denken dat er sprake is van een reflectorische reactie waardoor er bloeddruknormalisatie optreedt bij hyper- en hypotensie. Van Hellemont verklaart de bloeddrukverlagende werking uit de aanwezigheid van aminen, zoals choline, tyramine en histamine, GABA, lignanen, flavonoïden en syringine. Deze componenten prikkelen de parasympathicus en veroorzaken dilatatie van perifere bloedvaten dilateren hetgeen de vaatweerstand verminderd. Andere auteurs bevestigen dat bij 20% van de patiënten met arteriële hypertensie inname van maretakproducten de bloeddruk verlaagt. Bij meer dan 20% nemen vooral subjectieve symptomen als hoofdpijn, duizeligheid en vage hartklachten af.
Je kunt Viscum Album heel zinvol combineren met de Meidoorn (Crataegus laevigata). Viscum album heeft een ontspannend effect op de vaatwanden en Crataegus bevordert als geen ander kruid, de spankracht van het hart en de doorbloeding van de hartspier en geeft daarnaast ook wat rust in het vegetatief zenuwstelsel.
Is het niet bijzonder, dat een kruid dat de bloedvaten enigszins ontspant, de stress vermindert en de doorbloeding bevordert, ja, dat dit kruid nu juist een plek heeft gekregen in het ‘kerstritueel’, waarbij we toch allemaal willen streven naar… vrede op aarde.
Maretak in wilg / Bellegarde en Diois |
Plinius beschreef, kort na het begin van onze jaartelling, de gunstige werking van de Maretak bij epileptische aanvallen, krampen en stuipen. In de 16e eeuw beschreef de beroemde Vlaamse arts en kruidkundige Rembertus Dodonaeus de maretak in zijn Cruydeboeck (1554) en de Limburgse Broeder Aloysius zegt in zijn destijds heel bekende boek 'De troost der zieken', dat maretak bruikbaar is bij epilepsie, stuipen en spastische ontregelingen van het centraal zenuwstelsel.
De afgelopen 75 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de werkzaamheid van de Viscum Album. Men kwam tot de ontdekking, dat Viscum Album onder andere het z.g. para-sympathisch zenuwstelsel activeert. Dat is een goed bericht, want daardoor kan er enige ‘vaatverwijding’ optreden. Maretak blijkt ook vaatkrampen gunstig te beïnvloeden. Een van de belangrijkste werkingsterreinen van de Maretak, zeker in de moderne kruidengeneeskunde (fytotherapie), is de bloeddruk verlagende werking. Vooral als de bloeddrukverhoging het gevolg is van stress, een te heftig ‘modern leven’, blijkt dikwijls het nut van het gebruik van Viscum album tinctuur.
Bloeddrukverlagende eigenschappen hangen van verschillende componenten af waaronder acetylcholine, histamine, GABA, tyramine en flavonen. Hoe deze bloeddrukverlagende werking precies ontstaat is nog niet opgehelderd. Deskundigen menen dat er sprake is van een remming op prikkelgevoelige centra van vasomotorische centra in de medulla oblongata. Andere wetenschappers denken dat er sprake is van een reflectorische reactie waardoor er bloeddruknormalisatie optreedt bij hyper- en hypotensie. Van Hellemont verklaart de bloeddrukverlagende werking uit de aanwezigheid van aminen, zoals choline, tyramine en histamine, GABA, lignanen, flavonoïden en syringine. Deze componenten prikkelen de parasympathicus en veroorzaken dilatatie van perifere bloedvaten dilateren hetgeen de vaatweerstand verminderd. Andere auteurs bevestigen dat bij 20% van de patiënten met arteriële hypertensie inname van maretakproducten de bloeddruk verlaagt. Bij meer dan 20% nemen vooral subjectieve symptomen als hoofdpijn, duizeligheid en vage hartklachten af.
Je kunt Viscum Album heel zinvol combineren met de Meidoorn (Crataegus laevigata). Viscum album heeft een ontspannend effect op de vaatwanden en Crataegus bevordert als geen ander kruid, de spankracht van het hart en de doorbloeding van de hartspier en geeft daarnaast ook wat rust in het vegetatief zenuwstelsel.
Is het niet bijzonder, dat een kruid dat de bloedvaten enigszins ontspant, de stress vermindert en de doorbloeding bevordert, ja, dat dit kruid nu juist een plek heeft gekregen in het ‘kerstritueel’, waarbij we toch allemaal willen streven naar… vrede op aarde.
dinsdag, december 18, 2018
De es in de Edda: Ygdrasil
Een es weet ik staan
Ygdrasil heet hij
hoog en
met helder
heilvocht begoten.
Vandaar komt de dauw
in de dalen gevallen.
Aan de bron van Urd
staat hij
eeuwig groen.
De dauw die van Ygdrasil neervalt brengt ieder wezen dat ontstaat het levenswater, de drager van de levenskracht. Zo ook aan de mensen. Daarom hebben alle geslachten veel aan de boom te danken; slechts weinigen echter beseffen dit.
Het lijden van de es kan niemand bevroeden. Vier herten grazen in zijn takken en vreten voortdurend het jonge loof van de levensboom. Van hun gewei stroomt een regenvloed naar beneden naar de bron Hvergelmir. Dit is de oorzaak, waarom Hvergelmir nooit uitdroogt.
Oud wordt de schors, vermolmd het hout. Hoog in de kruin nestelt een adelaar. Die laat zijn blik tot op verre afstand spiedend over de wereld gaan. Hij weet veel. Tussen zijn ogen zit een kleine havik. Een eekhoorntje loopt langs de stam op en neer en brengt met zijn praatjes vijandschap of vriendschap teweeg tussen de adelaar en het serpent.
Diep verborgen in Ygdrasil, de boom van de zon, rusten de kiemen van de toekomst. Want... eens werd de vraag gesteld, wie de wereldondergang zou overleven. "Lif en Lifthrasir, Leven en Levensdrang " zo luidde het antwoord, "de namen van een mensenpaar, dat in Hodmimirs hout wacht. Tot voedsel dient hen de morgendauw van de boom."
Nog zijn Lif en Lifthrasir ongeboren kinderen. Maar hen is voorbehouden, eens het begin van een nieuw geslacht te worden.
De inhoud van deze verhalen berust op de poëtische Edda, ook wel oude Edda genoemd, en de proza- of jonge Edda, op de liederen en de sagen.
Yggdrasil is de naam van de 'Wereldboom' in de Noordse kosmogonie. De naam laat zich letterlijk vertalen als 'paard van Yggr', oftewel 'paard van Odin', en verwijst naar de felle levenskracht die hem draagt en overal heen voert.
Yggdrasil is de levensboom en kennisboom, het symbool van de eindeloos vertakte vorm van dat wat is. Tegelijk draagt en verbindt hij de werelden als wereldas (axis mundi). Deze toont tegelijk de weg naar het hogere, de weg die de sjamaan volgt om in het gebied van goden en geesten te komen. Hij reikt van de onderwereld dwars door de mensenwereld naar de wereld van goden en helden.
Meer over de es https://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/52064-es-een-mythische-en-medische-boom.html
Ygdrasil heet hij
hoog en
met helder
heilvocht begoten.
Vandaar komt de dauw
in de dalen gevallen.
Aan de bron van Urd
staat hij
eeuwig groen.
De dauw die van Ygdrasil neervalt brengt ieder wezen dat ontstaat het levenswater, de drager van de levenskracht. Zo ook aan de mensen. Daarom hebben alle geslachten veel aan de boom te danken; slechts weinigen echter beseffen dit.
Het lijden van de es kan niemand bevroeden. Vier herten grazen in zijn takken en vreten voortdurend het jonge loof van de levensboom. Van hun gewei stroomt een regenvloed naar beneden naar de bron Hvergelmir. Dit is de oorzaak, waarom Hvergelmir nooit uitdroogt.
Slapen onder de es: Ygdrasil |
Diep verborgen in Ygdrasil, de boom van de zon, rusten de kiemen van de toekomst. Want... eens werd de vraag gesteld, wie de wereldondergang zou overleven. "Lif en Lifthrasir, Leven en Levensdrang " zo luidde het antwoord, "de namen van een mensenpaar, dat in Hodmimirs hout wacht. Tot voedsel dient hen de morgendauw van de boom."
Nog zijn Lif en Lifthrasir ongeboren kinderen. Maar hen is voorbehouden, eens het begin van een nieuw geslacht te worden.
De inhoud van deze verhalen berust op de poëtische Edda, ook wel oude Edda genoemd, en de proza- of jonge Edda, op de liederen en de sagen.
Yggdrasil is de naam van de 'Wereldboom' in de Noordse kosmogonie. De naam laat zich letterlijk vertalen als 'paard van Yggr', oftewel 'paard van Odin', en verwijst naar de felle levenskracht die hem draagt en overal heen voert.
Yggdrasil is de levensboom en kennisboom, het symbool van de eindeloos vertakte vorm van dat wat is. Tegelijk draagt en verbindt hij de werelden als wereldas (axis mundi). Deze toont tegelijk de weg naar het hogere, de weg die de sjamaan volgt om in het gebied van goden en geesten te komen. Hij reikt van de onderwereld dwars door de mensenwereld naar de wereld van goden en helden.
Meer over de es https://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/52064-es-een-mythische-en-medische-boom.html
maandag, december 17, 2018
Cayennepeper voor de spieren
Gebruik je vaak rode peper als je kookt? Of sambal, of cayennepeper? Die gewoonte komt je spieren ten goede. aldus een studie die onderzoekers van Tianjin Medical University publiceerden in de Journal of Nutrition, Health & Aging. Volgens dat onderzoek zijn je spieren enkele procenten sterker als je een paar keer per week rode peper binnenkrijgt.
Studie
De onderzoekers bepaalden bij 3717 Chinezen met hoeveel kracht ze met hun handen een veer konden dichtknijpen. Tevens achterhaalden ze via vragenlijsten hoe vaak ze wekelijks rode pepers consumeerden.
Resultaten
Hoe vaker mannen per week rode pepers consumeerden, hoe meer kracht hadden ze. Bij vrouwen was die tendens er ook, maar hij was niet statistisch significant.
Mechanisme
De onderzoekers keken ook naar de consumptie van paprika, maar vonden geen verband. En dat is interessant. Paprika's zijn gecultiveerde varianten van de rode peperplant, die in een eeuwenlang veredelingsproces hun vermogen hebben verloren om capsaïcine - de 'brandende' en 'hete' stof in rode peper - aan te maken. Die stof veroorzaakt dus wellicht het positieve effect op de spierkracht.
Capsaïcine remt door onderdrukking van nuclear factor kappa B [NF-kB] de aanmaak van verschillende ontstekingsfactoren, die spierafbraak in de hand kunnen werken. Volgens fundamenteel onderzoek kan capsaïcine ook door activering van PGC-1-alpha de aanmaak van mitochondria in cellen stimuleren. Dat houdt in dat cellen meer voedingsstoffen kunnen omzetten in energie.
Conclusie
"We demonstrate here that the frequency of chili consumption, as measured by a self-administered questionnaire, is independently related to handgrip strength in adult males", resumeren de onderzoekers. "These results suggest that a chili-rich diet may have a beneficial effect on the prevention of handgrip strength decline."
"Considering that the muscle strength is part of the components of sarcopenia, and the health consequences of sarcopenia are increasingly being recognized. This finding has important public implications."
"Additional well-designed clinical studies or prospective interventional studies are necessary to confirm the effectiveness of chili in the prevention of loss of muscle strength."
Bron: J Nutr Health Aging. 2016;20(5):546-52.
Meer over pepers
https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/27228-pepers-op-het-spoor.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/capsicum-sp-rode-peper
Studie
De onderzoekers bepaalden bij 3717 Chinezen met hoeveel kracht ze met hun handen een veer konden dichtknijpen. Tevens achterhaalden ze via vragenlijsten hoe vaak ze wekelijks rode pepers consumeerden.
Resultaten
Hoe vaker mannen per week rode pepers consumeerden, hoe meer kracht hadden ze. Bij vrouwen was die tendens er ook, maar hij was niet statistisch significant.
Mechanisme
De onderzoekers keken ook naar de consumptie van paprika, maar vonden geen verband. En dat is interessant. Paprika's zijn gecultiveerde varianten van de rode peperplant, die in een eeuwenlang veredelingsproces hun vermogen hebben verloren om capsaïcine - de 'brandende' en 'hete' stof in rode peper - aan te maken. Die stof veroorzaakt dus wellicht het positieve effect op de spierkracht.
Capsaïcine remt door onderdrukking van nuclear factor kappa B [NF-kB] de aanmaak van verschillende ontstekingsfactoren, die spierafbraak in de hand kunnen werken. Volgens fundamenteel onderzoek kan capsaïcine ook door activering van PGC-1-alpha de aanmaak van mitochondria in cellen stimuleren. Dat houdt in dat cellen meer voedingsstoffen kunnen omzetten in energie.
Conclusie
"We demonstrate here that the frequency of chili consumption, as measured by a self-administered questionnaire, is independently related to handgrip strength in adult males", resumeren de onderzoekers. "These results suggest that a chili-rich diet may have a beneficial effect on the prevention of handgrip strength decline."
"Considering that the muscle strength is part of the components of sarcopenia, and the health consequences of sarcopenia are increasingly being recognized. This finding has important public implications."
"Additional well-designed clinical studies or prospective interventional studies are necessary to confirm the effectiveness of chili in the prevention of loss of muscle strength."
Bron: J Nutr Health Aging. 2016;20(5):546-52.
Meer over pepers
https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/27228-pepers-op-het-spoor.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/capsicum-sp-rode-peper
vrijdag, december 14, 2018
Over de geschiedenis van de kleurstofplant meekrap in de Nederlanden
Rechts: meekrapwortels |
In Nederland was er in de 15de eeuw een uitgebreide meekrapteelt vooral in Zeeland en Gelderland. De Hollandse welvaart in die tijd was gedeeltelijk te danken aan deze Meekrap. Ook Dodonaeus beschrijft in zijn Cruydboeck van 1554 de teelt van Meekrap: ‘Die tamme Rotte, zoals hij Rubia noemt, wordt in Zeelant in Vlaenderen/ ende in sommige plaetsen van Brabant by Berghen etc. op goede vette velden gheplant. Die wilde wast al om van selfs aen die canten van den velden onder die haghen en hegghen.'
Geschiedenis van de mede of meekrap
Mede of meekrap is ''Bene plant die verbouwd werd om de in hare wortelstokken vervatte verfstof' (1). Kiliaan geeft de Griekse naam: erythrodanon, en de Latijnse: rubia; herba radice rubia, d.i. plant met rode wortel.
Het woordenboek van de middeleeuwse Latijnse taal van Du Cange, III, 476: garantia-rubia; sandix; herba tincturae (garance).
Larousse (1947): garance, genre de rubiacées, dont les racines donnent une belle teinture rouge elite garance était surtout cultivée en Provence.
Verschuerens Modern Woordenboek (1968) beschrijft de meekrap als volgt: sterbladige plant met bijschermen van geelgroene bloempjes en wortelstokken die een rode verfstof opleveren (rubia tinctolhum); gestampte wortel ervan.
De geïllustreerde Flora van Nederland, door Heimans, Heinsius en Thijsse (1948): meekrap, rubia tinctorum Lel; slappe stengels heffen zich op tussen andere planten door middel van achterwaarts gerichte stekeltjes aan hun kanten en aan de randen en middennerven der bladeren; bloempjes talrijk in rijk vertakte trossen, groengeel, weinig in 't oog lopend; de plant, afkomstig uit Zuid-Europa, werd vroeger gekweekt om de verfstof in de wortel, vooral in Zeeland; daar handhaaft ze zich nog hier en daar in een enkele heg.
De oudste bekende vermelding aangaande de teelt van meekrap in het Brugse Vrije betreft het Ambacht Lissewege. In 1244 kocht de St.-Bertinsabdij van St.-Omaars vier schoven uit de tiende van de parochies Lissewege en Koudekerke. De Latijnse tekst omschrijft het gekochte recht als volgt: 'met schoven bedoelen we alle bundels gemaakt, hetzij van vlas, hennep, look of mede, hetzij van om het even wat men gewoonlijk in bundelen oogst' (7).
Verder bestaat er nog een oorkonde van gravin Margata van Vlaanderen die de tolgelden voor de te Damme aangevoerde goederen vaststelde. Daaruit halen we het tarief voor de meekrap: 'scuta de warantie (een schuit Mede)-2-pénningen;. 'lastcm navis warantie' (een scheepslast mede), 2 penningen (8).We weten voorlopig niet uit welke landen de Vlaamse ververs meekrap betrokken.
De Flou, X, 2679 vermeldt zonder datum de 'meedthiende beoosteree'. Hij vermoedt dat het gaat om een perceel in Kadzand. Beoosterede is een waterschap bij Aardenburg. M. Gottschalk zinspeelt op de medetiende van het Ambacht Aardenburg naar aanleiding van een betwisting in 1363 tussen de boeren van het genoemde ambacht en de St.-Baafsabdij, die daar o.a. de medetiende inde. Schrijfster verwijst ook naar de meestoven te Aardenburg, en naar de medetiende van het Ambacht IJzendijke (9)
Het toltarief van het Zwin uit 1368 belastte de mede als volgt ' eene bale ghemaelre meeden', 4 penningen.; 'eenen sac groene meeden, 3 pen.; 'een gote meden in een scip', 2 pen.; 'een waghen gheladen met meeden'? 2 pen. 'ende eic paert', 1 pen.; 'een scute met meeden' 2 pen.; 'een scip ghelast met meeden' 2 pen. (10).
Zie ook een paar gevallen uit het einde van de 4de eeuw, waar de meekrap over zee vervoerd werd.:
1 1370, 'une nief de garance,.. appartenant a certains marchans de la ville de Bievelier en Flandres (= Biervliet) (11);
2 voorjaar 1396, '8 bales de garanche' aangespoeld. te Reis, vervoerd naar Brugge; 13 balen gestrand 'entre Wulpes et Casant', per schip vervoerd naar Brugge (12).
Het meten van de meekrap
Het meten van meekrapwortels was, evenals het meten van graan, kalk en andere dergelijke producten, een openbaar recht dat ofwel verpacht ofwel uitgeleend werd. Aangezien de Brugse lakenwevers veel meekrap uit de omliggende parochies betrokken, sloten Brugge en het Vrije op 18 februari 1318 een akkoord, dat o.a. het meten van de mede bepaalde. Het gehele akkoord omvatte 17 punten over allerlei zaken. Artikel 11 luidde als volgt: 'item, van den mede vate (17) dat men sculdich es te houdene met ere cruce ghesloten in ene clincke(18), alzo als ment hier vormaels ghehouden hevet; ende dat elc mensche late gebruken den vercoper van dat buten maten blyft, den vercoper sinen wille mede te doene' (19).
Referenties
1 Verwijs-Verdam, Middelnederlands Woordenboek, IV, 1246.
2. Idem, IX, 1883.
3. Rond den Heerd, 15e jaar, 198 (1880).
4. L. Coatume de la Ville de Bruges, 1, 351, Keure van de deelmans.
5. W. Wintein, Koolkerke, Rond de Poldertorens 7e jaar, nr 1, heeft de bedoelde twee plaatsen gesitueerd: p. 6 (no 4), p. 5 (n 99) en op de toponimische kaart.
6. Mondelinge mededeling van wijlen de Heer van Catz uit St.-Anna ter-Mudden. Het gehucht Brugheers is Verdwenen toen het garnizoen van Sluis in 1583, even ten zuiden van de stad, de dijk van het Zwin doorstak, en zodoende het Lapscheurse Gat deed. ontstaan.
7. F. D'Hoop, Cart. St.-Bertin Foperinge, p. 71-72.
8. L. Gilliodts, Inv. des Archives de la Ville de Bruges, charter Nr 3.
9. M. Gottschalk, Historische geografie van Westelijk Zeeuws-Vlaanderen, 19 135 en 157.
10. J. van Dale, Reglement voor de scheepvaart en de heffing der tollen op het Zwin, in Bijdragen Gesch, Zeeuws-Vlaanderen V9 p. 33 en 58.
11.SAG, Charters stad. Gent, nr 432.
12. ARA, Rekenkamer 13679, Rek. Baljuw van Brugge, _jan-mei 1396, f 8 r en 16 r.
13. Verwijs-Verdam, 19 bilevinge levenslang vruchtgebruik. Hoir erfgenaam.
14. L. Gilliodts, Coatume du Franc de Bruges, 19 770,
15. Idem, 1, 784.
16, Idem, 1, 177
17. De term medevat beduidde vooreerst een ton vol meekrap, vervolgens het recht om mede te meten.
Uit artikel: De mede of rubia tinctorum. Maurits Coornaert
Lees ook https://mens-en-samenleving.infonu.nl/sociaal/28316-meekrap-kleur-rijk-verleden-maar-ook-een-toekomst.html en
woensdag, december 12, 2018
Passiflora tegen ADHD?
Kinderen met ADHD reageerden net zo goed op een supplement met een extract van Passiflora incarnata als op methylfenidaat, de actieve stof in het ADHD-medicijn Ritalin. Dat blijkt tenminste uit een klein onderzoek dat Iraanse psychiaters van Roozbeh Hospital in Teheran in 2005 publiceerden.
Studie
De onderzoekers verdeelden 34 kinderen van 6 tot 13 jaar met ADHD in 2 groepen. Gedurende 8 weken gaven ze de ene groep elke dag 2 pillen met methylfenidaat. Per kilo lichaamsgewicht kregen de kinderen dagelijks 1 mg methylfenidaat per dag.
Een tweede groep kinderen kreeg dagelijks per kilo lichaamsgewicht 0.04 milligram Passiflora incarnata-extract. De onderzoekers gebruikten Pasipay, een extract op alcoholbasis. Ook die groep verdeelde de inname over twee momenten van de dag.
De onderzoekers ondervroegen de ouders en de leraren van de kinderen met vragenlijsten, die een beeld van hyperactief gedrag kunnen geven.
Resultaten
Afgaande op de rapportages van de ouders en de leraren van de kinderen werkte het supplement met Passiflora incarnata net zo goed als methylfenidaat.
Het supplement had significant minder bijwerkingen dan methylfenidaat. De kinderen die de amfetamine gebruikten hadden minder eetlust en waren nerveuzer dan de kinderen die Passiflora incarnata gebruikten.
Conclusie
"We conclude that Passiflora may be a novel therapeutic agent for the treatment of ADHD", schrijven de onderzoekers. "In addition, a tolerable side-effect profile may be considered as one of the advantages of Passiflora. Nevertheless, our study is relatively small and our results require confirmation in a larger study."
Bron:
Therapy (2005) 2(4):609-14.
Meer info over Passiflora https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/passiflora-incarnata-passionflower en https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/58917-passiebloem-geneeskruid-uit-de-nieuwe-wereld.html
dinsdag, december 11, 2018
Luchtwegen en de winter
Hier wat wijsneuzerige adviezen van een herborist om jezelf en je luchtwegen gezond de winter door te loodsen.
Groenten en fruit eten. Deze zitten boordevol antioxidanten. Groenten die bij luchtwegaandoeningen bijzonder goed werkzaam zijn: prei, ui en wortelen hebben allen een goede uitwerking op de slijmvliezen door hun gehaltes aan vitamine C, zwavelhoudende bestanddelen en carotenoïden. Een gesneden ui op je nachttafel houdt de neus open en daardoor slaapt je beter bij neusverkoudheid. Astmapatiënten en mensen die lijden aan chronische bronchitis doen er goed aan wekelijks enige keren uien te eten. Ook look bevat de zwavelhoudende component allicine wat het antioxidant systeem ondersteunt door het aanleveren van glutathion. Ook bieslook en prei behoren tot de planten met cepaënen en helpen slijmen in het ademhalingsstelsel op te lossen.
Lees ook https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/ziekten/26513-ui-tegen-astma-en-diabetes.html
Tijm helpt het slijm op te lossen en kunnen we gebruiken bij verkoudheden, keelaandoeningen en vooral bij hoesten. Tijm heeft zowel culinaire als medicinale toepassingen en is een veel voorkomende remedie tegen hoesten, keelpijn, bronchitis en problemen met de spijsvertering.
N-Acetyl-L-Cysteïne (NAC) is afkomstig is van het aminozuur L-cysteïne. Het nemen van een dagelijkse dosis kan de frequentie en ernst van een natte hoest verminderen door het slijm in de luchtwegen te verminderen. Een meta-analyse van 13 studies suggereert dat NAC de symptomen significant kan verminderen bij mensen met chronische bronchitis. De onderzoekers suggereren een dagelijkse dosis van 600 milligram (mg) NAC voor mensen zonder luchtwegobstructie, en tot 1200 mg bij een obstructie. Liefst in overleg met de arts.
Oregano, wilde marjolein / Origanum vulgare: de etherische olie met thymol in oregano vernietigt E. coli en bacteriën die longontsteking veroorzaken. Van oregano is zelfs aangetoond dat het kan ingezet worden bij het bestrijden van antibiotica-resistente bacteriën.
Smalbladige weegbree is een plant die we gedroogd, maar nog beter vers kunnen gebruiken voor het maken van kruidenthee of om te verwerken in een smoothie. Het blad is ook in de winter vers te plukken.
Echte salie. We kunnen saliethee drinken of als gorgeldrank gebruiken bij ontstoken keel en mondholte, ontsteking van de amandelen, maag en darmen. Salie drijft het slijm weg uit de ademhalingsorganen. In één onderzoek werden significante verbeteringen gezien bij acute virale keelontsteking. 140 microliter salie-extract per dosis (spray) werkte significant ten opzichte van placebo. Salie niet gebruiken bij koorts of borstvoeding. Salie remt zweten en melkproductie af.
Gember: Onderzoek suggereert dat sommige ontstekingsremmende stoffen in gember membranen in de luchtwegen kunnen ontspannen, wat hoesten zou kunnen verminderen. Brouw een kalmerende gemberthee door 20 gram verse gemberplakjes toe te voegen aan een kop heet water. Laat enkele minuten trekken voordat je drinkt. Voeg honing of citroensap toe om de smaak te verbeteren en een hoest nog meer te verzachten.
Bromelaïne is een eiwitsplitsend enzym dat afkomstig is van de ananasvrucht. De bromelaïne is het meest overvloedig in de kern van de vrucht. Bromelaïne heeft ontstekingsremmende eigenschappen en kan ook slijm afbreken en het uit het lichaam verwijderen. Mensen die bloedverdunners of specifieke antibiotica gebruiken, mogen geen bromelaïne gebruiken.
Groenten en fruit eten. Deze zitten boordevol antioxidanten. Groenten die bij luchtwegaandoeningen bijzonder goed werkzaam zijn: prei, ui en wortelen hebben allen een goede uitwerking op de slijmvliezen door hun gehaltes aan vitamine C, zwavelhoudende bestanddelen en carotenoïden. Een gesneden ui op je nachttafel houdt de neus open en daardoor slaapt je beter bij neusverkoudheid. Astmapatiënten en mensen die lijden aan chronische bronchitis doen er goed aan wekelijks enige keren uien te eten. Ook look bevat de zwavelhoudende component allicine wat het antioxidant systeem ondersteunt door het aanleveren van glutathion. Ook bieslook en prei behoren tot de planten met cepaënen en helpen slijmen in het ademhalingsstelsel op te lossen.
Lees ook https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/ziekten/26513-ui-tegen-astma-en-diabetes.html
Tijm helpt het slijm op te lossen en kunnen we gebruiken bij verkoudheden, keelaandoeningen en vooral bij hoesten. Tijm heeft zowel culinaire als medicinale toepassingen en is een veel voorkomende remedie tegen hoesten, keelpijn, bronchitis en problemen met de spijsvertering.
N-Acetyl-L-Cysteïne (NAC) is afkomstig is van het aminozuur L-cysteïne. Het nemen van een dagelijkse dosis kan de frequentie en ernst van een natte hoest verminderen door het slijm in de luchtwegen te verminderen. Een meta-analyse van 13 studies suggereert dat NAC de symptomen significant kan verminderen bij mensen met chronische bronchitis. De onderzoekers suggereren een dagelijkse dosis van 600 milligram (mg) NAC voor mensen zonder luchtwegobstructie, en tot 1200 mg bij een obstructie. Liefst in overleg met de arts.
Oregano, wilde marjolein / Origanum vulgare: de etherische olie met thymol in oregano vernietigt E. coli en bacteriën die longontsteking veroorzaken. Van oregano is zelfs aangetoond dat het kan ingezet worden bij het bestrijden van antibiotica-resistente bacteriën.
Smalle weegbree / Plantago lanceolata / Foto maurice godefridi |
Echte salie. We kunnen saliethee drinken of als gorgeldrank gebruiken bij ontstoken keel en mondholte, ontsteking van de amandelen, maag en darmen. Salie drijft het slijm weg uit de ademhalingsorganen. In één onderzoek werden significante verbeteringen gezien bij acute virale keelontsteking. 140 microliter salie-extract per dosis (spray) werkte significant ten opzichte van placebo. Salie niet gebruiken bij koorts of borstvoeding. Salie remt zweten en melkproductie af.
Gember: Onderzoek suggereert dat sommige ontstekingsremmende stoffen in gember membranen in de luchtwegen kunnen ontspannen, wat hoesten zou kunnen verminderen. Brouw een kalmerende gemberthee door 20 gram verse gemberplakjes toe te voegen aan een kop heet water. Laat enkele minuten trekken voordat je drinkt. Voeg honing of citroensap toe om de smaak te verbeteren en een hoest nog meer te verzachten.
Bromelaïne is een eiwitsplitsend enzym dat afkomstig is van de ananasvrucht. De bromelaïne is het meest overvloedig in de kern van de vrucht. Bromelaïne heeft ontstekingsremmende eigenschappen en kan ook slijm afbreken en het uit het lichaam verwijderen. Mensen die bloedverdunners of specifieke antibiotica gebruiken, mogen geen bromelaïne gebruiken.
*microliter = miljoenste deel van liter
vrijdag, december 07, 2018
Nog te maken: Meidoornbessen-appelchutney
Meidoornbessen-appelchutney met gember
1 kg bessen
1 kg appels (geschild en in stukjes gesneden)
1 kleine ui (kan weggelaten worden)
1l azijn (cider appelazijn)
650g suiker
2 theel. gemberwortel (poeder, of verse wortel fijngemalen iets meer dan 2 theel.)
1/2 theel. kruidnagel (poeder)
peper naar smaak
Meer over meidoorn https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/crataegus-laevigata-meidoorn
In medieval England, children ate the plant's fruit, which was considered to be very nutritious. The fruit was also used in Russia to make wine (Sowerby). In some regions of Europe the dry pulp of the fruits of C. laevigata and C. monogyna has been eaten or added to flour. In West Asia, the larger, more fleshy and flavorful fruits of C. aronia (L.) Bosc. (C. azarolus) are commonly harvested from the wild and eaten fresh. These two species are variable. In their native ranges, seed from superior forms is selected and planted at field edges or on non-arable land.
The fruits are collected from the mountains around Peking and other parts of China and mixed with sugar to make a jam or jelly or a sweet wine. These, along with candied fruit slices, are commonly sold in markets and by street vendors. The sweet and sour flavor is thought to support and activate the digestion (Lu, Smith & Stuart, Hooper).
The nutlets of C. laevigata and C. monogyna have been found at a number of archeological sites in Europe, from the Neolithic to Roman time. Crataegus aronia seeds have been found in Bronze Age sites in Israel, as well as other archeological sites in the Near East (Zohary and Hopf 1988).
At least a dozen species of Crataegus are documented as food plants of various native groups of North America. Often the fruits were dried and stored for winter use. For an enumeration of native groups that used hawthorn as food, plus references, see E. Yanovsky (1936).
Flavonoids
The first work on the flavonoids of C. laevigata and C. monogyna was conducted in 1953, when hyperoside, vitexin-4'-L-rhamnoside, quercetin, and vitexin were isolated by Kranen-Fiedler (Kowalewski & Mrugasiewicz). Since then, at least 30 more flavonoids have been isolated from these plants. The classes of flavonoids that have been particularly well studied in hawthorn and have shown activity are flavone derivatives such as hyperoside and vitexin-4'-O-rhamnoside; oligomeric procyanidins (with varying degrees of polymerization); polymeric procyanidins; and the catechin l-epicatechin. Hawthorn fruits, as well as the leaves, contain catechin polymers, called condensed tannins, which account for the astringent effect noted by Gerard in the late 1500s. Colorless condensed tannins can be transformed to phlobaphenes which have a bright red color. These "tannin reds," as they are sometimes called, have been ascribed cardioactive properties. List & Hörhammer mention that these red, crystalizable pigments (found mainly in the fruits, and to a lesser extent in the autumn leaves) have the same activity as pure anthocyanins, i.e., they have a tonic effect on the cardiac muscles, are negatively chronotropic and dromotropic, and also show the bradycardiac effect commonly noted for Crataegus which is supported in a study by Hahn, et al.
The major flavonoids in Crataegus preparations are vitexin-2"rhamnoside, rutin, and hyperoside in flowers, with the addition of vitexin in the leaves (Tittel, G. & Wagner, 1982). One commercial preparation containing a mixture of total flavonoids has also been tested for activity (Crataemon). Other tested fractions include a preparation of purified triterpenic acids, unpurified triterpenic acids, oleanolic, oleanolic acids, and a fraction of total saponins.
Additional Notes on Pharmacology: 1."High doses of Crataegus agents lead to a decrease in cardiac output, low dosages increase it." 2."Lowers pathologically increased pyruvic and lactic acid levels" (which may be increased after heart damage). 3."[causes]...a decrease in heart frequency along with heightened systolic discharge and cardiac output after O(2)-deficit respiration of a healthy person and the prevention of ECG-alterations due to hypoxia." (Adapted from List & Hörhammer)
1 kg bessen
1 kg appels (geschild en in stukjes gesneden)
1 kleine ui (kan weggelaten worden)
1l azijn (cider appelazijn)
650g suiker
2 theel. gemberwortel (poeder, of verse wortel fijngemalen iets meer dan 2 theel.)
1/2 theel. kruidnagel (poeder)
peper naar smaak
- Zorg ervoor dat alle steeltjes van de bessen verwijderd zijn
- Doe de gewassen bessen samen met de azijn in een pan en breng aan de kook
- Laat ongeveer 30 minuten op een laag vuur zachtjes koken
- Eventueel het mengsel door een zeef halen en zet de pan met de vloeistof weer op het vuur
- Voeg hier de stukjes appel, gesnipperde ui, suiker en de kruidnagel, gember en peper aan toe
- Laat het geheel koken tot de appel zacht is, maar nog wel zijn vorm behoud.
- Doe de chutney in gesteriliseerde potten.
Meer over meidoorn https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/crataegus-laevigata-meidoorn
In medieval England, children ate the plant's fruit, which was considered to be very nutritious. The fruit was also used in Russia to make wine (Sowerby). In some regions of Europe the dry pulp of the fruits of C. laevigata and C. monogyna has been eaten or added to flour. In West Asia, the larger, more fleshy and flavorful fruits of C. aronia (L.) Bosc. (C. azarolus) are commonly harvested from the wild and eaten fresh. These two species are variable. In their native ranges, seed from superior forms is selected and planted at field edges or on non-arable land.
The fruits are collected from the mountains around Peking and other parts of China and mixed with sugar to make a jam or jelly or a sweet wine. These, along with candied fruit slices, are commonly sold in markets and by street vendors. The sweet and sour flavor is thought to support and activate the digestion (Lu, Smith & Stuart, Hooper).
The nutlets of C. laevigata and C. monogyna have been found at a number of archeological sites in Europe, from the Neolithic to Roman time. Crataegus aronia seeds have been found in Bronze Age sites in Israel, as well as other archeological sites in the Near East (Zohary and Hopf 1988).
At least a dozen species of Crataegus are documented as food plants of various native groups of North America. Often the fruits were dried and stored for winter use. For an enumeration of native groups that used hawthorn as food, plus references, see E. Yanovsky (1936).
hyperoside |
The first work on the flavonoids of C. laevigata and C. monogyna was conducted in 1953, when hyperoside, vitexin-4'-L-rhamnoside, quercetin, and vitexin were isolated by Kranen-Fiedler (Kowalewski & Mrugasiewicz). Since then, at least 30 more flavonoids have been isolated from these plants. The classes of flavonoids that have been particularly well studied in hawthorn and have shown activity are flavone derivatives such as hyperoside and vitexin-4'-O-rhamnoside; oligomeric procyanidins (with varying degrees of polymerization); polymeric procyanidins; and the catechin l-epicatechin. Hawthorn fruits, as well as the leaves, contain catechin polymers, called condensed tannins, which account for the astringent effect noted by Gerard in the late 1500s. Colorless condensed tannins can be transformed to phlobaphenes which have a bright red color. These "tannin reds," as they are sometimes called, have been ascribed cardioactive properties. List & Hörhammer mention that these red, crystalizable pigments (found mainly in the fruits, and to a lesser extent in the autumn leaves) have the same activity as pure anthocyanins, i.e., they have a tonic effect on the cardiac muscles, are negatively chronotropic and dromotropic, and also show the bradycardiac effect commonly noted for Crataegus which is supported in a study by Hahn, et al.
The major flavonoids in Crataegus preparations are vitexin-2"rhamnoside, rutin, and hyperoside in flowers, with the addition of vitexin in the leaves (Tittel, G. & Wagner, 1982). One commercial preparation containing a mixture of total flavonoids has also been tested for activity (Crataemon). Other tested fractions include a preparation of purified triterpenic acids, unpurified triterpenic acids, oleanolic, oleanolic acids, and a fraction of total saponins.
Additional Notes on Pharmacology: 1."High doses of Crataegus agents lead to a decrease in cardiac output, low dosages increase it." 2."Lowers pathologically increased pyruvic and lactic acid levels" (which may be increased after heart damage). 3."[causes]...a decrease in heart frequency along with heightened systolic discharge and cardiac output after O(2)-deficit respiration of a healthy person and the prevention of ECG-alterations due to hypoxia." (Adapted from List & Hörhammer)
zaterdag, december 01, 2018
Wandelen in Weris
Wandelen in Weris, zeker in de winter, is meer dan resten van planten bekijken. Het is ook wandelen door en fantaseren over de verleden tijd. Drie- tot vijfduizend jaar terug in de tijd, de tijd van de megalietenbouwers. Merkwaardig hoe menhirs en dolmens de hedendaagse mens, herboristen en anderen nog steeds beïnvloeden. De invloed van deze megalithische monumenten op het plaatselijke leven van Wéris kan men afleiden uit de plaatselijke folklore, de legendes en tradities die hier voortleven. Sinds mensenheugenis zoekt men een verklaring voor deze stenen. Zouden reuzen, dwergen, feeën, heksen, of ... de duivel er iets mee te maken hebben?
De "Pierre Haina" domineert de megalithische site van Weris. Werd deze opvallende rots zo'n 5.000 jaar geleden op het einde van de steentijd door de eerste landbouwers, de dolmenbouwers, gebruikt als uitzichtpunt over de streek? Is het van hieruit dat de dolmenbouwers de ideale plekken voor de megalieten berekenden?
Puddingsteen en menhirgroeve
Op een hogere gelegen heuvelhelling ten oosten van Weris ligt een harde conglomeraatbank van puddingsteen. Door de werking van de aarde over de miljoenen jaren heen - aardbevingen, erosie,... kwamen er barsten in de bank, zijn sommige rotsblokken uit de bank losgekomen en weggegleden. Zo'n 5.000 jaar geleden bedacht de mens dat die rotsblokken toch wel ideaal waren. Ze zochten naar de juiste steen, versleepten die naar de juiste plek, plaatsen de menhirs en bouwden er megalietengraven mee.
In Weris circuleren verscheidene legendes rond de wonderbaarlijke rotsblokken in de natuur: de Pierre Haina, het Lit du Diable (het duivelsbed) en Pas-Bayard (hoefafdruk van 't Ros Beiaard).
De "Pierre Haina" is geen menhir maar een gril van de natuur, hij staat hier als de enige overgebleven rotsblok, de andere rotsblokken zijn afgebroken en weggerold. Deze rotsblok is zo'n 3 meter hoog, met een helling van +/- 45°. Het zou kunnen dat de term "haina" van het Keltisch komt, men zou dan kunnen spreken over de "steen der voorouders".
Dolmen van Oppagne |
Volgens een van de legendes is de Pierre Haina de stop die een onderaardse galerij afsluit. Deze schacht zou leiden tot diep in het centrum van de aardbol, daar waar de duivel in zijn hellevuur heerst. Soms werd het hellevuur zelfs voor de duivel te veel, of wou hij nieuwe zieltjes vangen en besloot uit zijn hel te kruipen. Hij duwde de rots weg en dwaalde in de streek rond. Niemand heeft hem ooit gezien want voor het kraaien van de haan was hij weer verdwenen en stond de steen weer op zijn plaats. Maar ... de dorpsbewoners bemerkten wel dat hij weer was langs geweest: kippen waren dood, ruzie brak uit, ziekte kwam in het dorp, ... Het was genoeg geweest voor de Wérisiens! Zij kwamen samen en zochten samen naar een oplossing. Vele mogelijkheden werden voorgesteld, maar bleken steeds onuitvoerbaar te zijn. Tot een klein meisje, helemaal in het wit gekleed, vers geraapte eieren binnen bracht. Dat was het ! WIT ! De duivel heeft een afkeer van het reine WIT. Van die dag af werd de Pierre Haina bij elke herfstequinox, door de Wérisiens wit geverfd. En bleef de duivel weg.
Puddingsteen en menhirgroeve
De megalieten van Wéris, de dolmen en menhirs, bestaan allemaal uit de lokale puddingsteen rotsblokken. Alsje deze rotsen van nabij bekijkt dan lijkt het wel een soort beton van kiezelstenen in cement. En inderdaad, het is een soort natuurlijk beton dat "puddingsteen" wordt genoemd. Deze rots is een zandsteenconglomeraat miljoenen jaren terug gevormd met donkere en bleke rolkeien van kwartsiet, aan een geklit in een fijne maar harde zandmassa van het strand van een al lang verdwenen prehistorische zee.
menhirgroeve |
Puddingsteen is een ontzettend moeilijk te bewerken steen omwille van zijn hardheid. Het is dankzij deze hardheid dat de megalieten de tand des tijd, de vernielzucht en de recuperatiedrang van de mens heeft weerstaan. De plaatselijke gebouwen werden vooral met natuursteen zoals zand- en kalksteen opgetrokken.
En toch is er een tijd geweest dat hier een steengroeve was. Van 1866 tot WOI werd puddingsteen hier op industriële wijze gewonnen. De stenen werden in rechthoekige blokken of in halve cirkels gehouwen. Vervolgens werden ze op stevige en brede karren vervoerd, getrokken door tien tot veertien paarden, naar het station van Barvaux sur Ourthe. Van hieruit bracht de trein ze naar Luik of naar het Franse Lotharingen, waar ze als vuurvaste bodems gebruikt werden in de hoogovens.
Hellevuur of vuur voor de hoogovens?
Hellevuur of vuur voor de hoogovens?
woensdag, november 28, 2018
Maretaktijd
Er bestaan allerlei oude gebruiken rondom de maretak: Hij brengt geluk, met kerstmis wordt de plant opgehangen, een kus gegeven onder de maretak versterkt de verbondenheid. In Zweden wordt hij met Sint Jan opgehangen in huis en in de stal om boze geesten en trollen af te weren. De maretak, ofwel Viscum album of vogellijm, groeit in Nederland veelal in Limburg als half-parasiet in bomen, zoals de appelboom, de den, de eik, de populier etc. Er zijn drie ondersoorten: de maretak groeiend op loofbomen, op naaldbomen zoals de den en de maretak groeiend op de spar. Deze zijn botanisch ook verschillend. De naam Viscum betekent kleverigheid, en album duidt op de witte kleur van de bessen. De maretak is een half-parasiet: hij krijgt water en mineralen van de gastheer, maar benut zelf het zonlicht om substantie te vormen. De maretak groeit meestal op zachtere houtsoorten, vooral in de buurt van riviertjes en water.
Wetenschappelijk onderzoek Viscum album
1. H. Becker: "Botany of European Mistletoe (Viscum album L.)" Oncology 43: suppl. 1, pp. 2-7 (1986)
2. E. Jordan, H. Wagner: "Structure and Properties of Polysaccharides from Viscum album (L.)" Oncology 43: suppl. 1, pp. 8-15 (1986)
3. H. Wagner, E. Jordan, B. Feil: "Studies on the Standardization of Mistletoe Preparations" Oncology 43: suppl. 1, pp. 16-22 (1986)
4. Hartmut Franz: "Mistletoe Lectins and Their A and B Chains" Oncology 43: suppl. 1, pp. 23-24 (1986)
5. Gilles Ribereau-Gayon, Marie-Louise Jung, Dominique Di Scala, Jean-Paul Beck: "Comparison of the Effects of Fermented and Unfermented Mistletoe Preparations on Cultured Tumor Cells" Oncology 43: suppl. 1, pp. 35-41 (1986)
6. Tasneen A. Khwaja, Cecilia B. Dias, Stephanie Pentecose: "Recent Studies on the Anticancer Activities of Mistletoe (Viscum album) and Its Alkaloids" Oncology 43: suppl. 1, pp. 42-50 (1986)
7. Hajto, Tibor: "Immunomodulatory Effects of Iscador: A Viscum album Preparation" Oncology 43: suppl. 1, pp. 51-65 (1986)
8. Hajto, Tibor; Oncology 50: pp. 393-398 (1993)
9. Thompson, Lawrence S.: Norse mythology; the Elder Edda in prose translation, 1974.
10. Virgil's Aeneid; translated by Robert Fitzgerald; Vintage Books, 1984
11. Pliny the elder: Natural History; Book XVI
12. Green, Miranda J.: "The World of the Druids" Thames and Hudson, London (1997).
13. http://www.ugcs.caltech.edu/~cherryne/myth.cgi/Introduction.html
14. http://cancernet.nci.nih.gov/cam/mistletoe.htm
15. Grossarth-Maticek R. Kiene H. Baumgartner SM. Ziegler R: "Use of Iscador, an extract of European mistletoe (Viscum album), in cancer treatment"; Alternative Therapies in Health & Medicine. 7(3):57-66, 68-72, 74-6 passim, 2001 May-Jun.
16. Anderson, LA; Phillipson, JD; "Mistletoe‹the Magic Herb"; Pharmaceutical Journal 229: 437-439
17. Stein GM, Schaller G, Pfuller U, Wagner M, Wagner B, Schietzel M, and Bussing A: "Characterisation of granulocyte stimulation by thionins from European mistletoe and from wheat"; Biochimica et Biophysica Acta. 1426(1):80-90, 1999 Jan 4.
18. Edlund U, Hensel A, Frose D, Pfuller U, Scheffler A: "Polysaccharides from fresh Viscum album L. berry extract and their interaction with Viscum album agglutinin I."
19. Romagnoli S. Ugolini R. Fogolari F. Schaller G. Urech K. Giannattasio M. Ragona L. Molinari H.: "NMR structural determination of viscotoxin A3 from Viscum album L."; Biochemical Journal. 350 Pt 2:569-77, 2000 Sep 1.
20. Stein GM. Schaller G. Pfuller U. Schietzel M. Bussing A.: "Thionins from Viscum album L: influence of the viscotoxins on the activation of granulocytes"; Anticancer Research. 19(2A):1037-42, 1999 Mar-Apr.
Voor het maken van antroposofische medicijnen wordt maretak tweemaal per jaar geoogst, namelijk in het voorjaar (het wintersap) en in de herfst (het zomersap). Dat is ook nodig om zowel de lektines als de viscotoxines te benutten. Op een schijf van titanium van een meter doorsnede, die draait met een snelheid van 10.000 toeren per minuut, wordt voortdurend het wintersap op het midden ingegoten, zodat het zich kan verspreiden. Tegelijkertijd wordt het zomersap vanaf een zekere hoogte binnen in de rand gedruppeld. Zo ontstaat een sterker werkend preparaat. Daarna wordt het extract tot verschillende sterktes verdund en in ampullen gedaan. Er wordt een extract van de gehele maretak gebruikt. Het meest bekende maretakpreparaat is Iscador van Weleda. Het wordt in Duitsland zeer vaak toegepast, ook in klinieken.
De Maretak versterkt de activiteit van het immuunsysteem zodat tumorcellen beter worden aangepakt. Het verbetert de doorbloeding, waardoor immuuncellen actiever kunnen worden in het weefsel. Het heeft bovendien een pijn-verzachtende werking, geeft verbetering van de eetlust, verbetering van de slaap, zorgt voor het beter verdragen van de chemotherapie, bestraling en operaties en geeft verbetering van de vitaliteit.
Volgens de antroposofische geneeskunde werkt de maretak met al zijn lichtkwaliteiten tegen het te aards worden, zoals dat bij het kankerproces aan de orde is. Het versterkt de autonomie van de mens en het stimuleert licht en warmtekwaliteiten in de mens. Het is een kosmische plant: hoog in de boom, reagerend op de maanbewegingen en zijn eigen weg gaand, los van de aardse seizoenen. Het kosmische werkt genezend op het ontspoorde, aardse van de kanker.
thionines of viscotoxines |
Mistletoe extracts have exhibited both cytotoxic and immunomodulatory properties which have been efficacious in the treatment of cancer. These have been experimentally evaluated in vitro and in vivo. Isolation of lectin and alkaloid compontents of mistletoe extracts have yielded tumor-reducing properties, yet none of these isolated components have been comparable to the effectiveness and relatively low-toxicity of the bulk fermented extract. Constituents of mistletoe with tumor-reducing components include: lectins, viscotoxins, alkaloids, polysaccharides, and polyphenolic substances. Other components include: carbyohydrates, phenolic compounds, sterols, triterpenes, and amines. Factors for testing mistletoe's ability to inhibit the cell-growth of cancerous cells include: type of cell-line, mistletoe species, preparation method (such as fermentation), and the host tree species (due primarily to variable alkaloid content).
The commercial extract Iscador developed in the 1920's has produced the following results in breast cancer patients after one intravenous infusion: enhancement of phagocytic activity of granulocytes (white blood cells); significant increase in natural killer and antibody-dependent cell mediated cytotoxicity; and augmented levels of large granular lymphocytes (white blood cells). The monitored kinetic responses of the immune system with Iscador are similar to those attained after treatment with alpha-ineterferon, which is used to stimulate the immune system in cancer patients. 7 A German study published in 2001 found that Iscador treatment of cancer patients led to prolongation of survival time and stimulation of psychosomatic self-regulation. 15 In vitro studies with Iscador on rat hepatoma tissue culture (HTC) cells and human leukemia Molt 4 cells have yielded cytotoxic effects variable with regard to whether or not a fermented or unfermented extracts were used. Both fermented and unfermented extracts induced rapid lysis of cellular membranes and DNA synthesis inhibition. On Molt 4 cells the fermented extract produces cytolysis after a longer time of action, but the fermented extract is also more potent than unfermented in HTC cell growth inhibition. Unfermented has a stronger cytotoxic effect on Molt 4 than HTC and also has 10 times more lectins. Fermented Iscador was more effective than the well known antitumoral agent 5-fluorouracil (a 5-thymidylate synthase inhibitor) in these tests. 5 The variability due to the fermentation processes is most likely due to the breaking down of toxic lectins.
Three different mistletoe lectins (ML) have been currently isolated. Lectins are proteins or glycoproteins with specific binding sites for sugars which are not antibodies or enzymes. MLI has shown specificity for D-galactose, seems to be the most toxic of the three, and is degraded in fermentation. It is a two-chain conjugate of enzyme and lectin. MLII is D-galactose and N-acetyl D-galactosamine specific. MLIII is N-acetyl D-galactosamine specific. The lectins react with erythrocytes (red blood cells) and immunoglobulins (antibodies) and have experimentally induced cytotoxicity by inhibiting protein synthesis on the ribosomal level. A-chain properties: mitogenicity and inhibition of synthesis in cell-free systems; candidate for construction of immuotoxins. B-chain properties: activate macrophages and release lymphokines from lymphocytes; inhibit allergen-induced histamine release from leukocytes and collagen-induced serotonin release from platelets. Purified lectins produced similar effects to unfermented Iscador extract on both HTC and Molt 4 cells, yet HTC cells are 100 times less sensitive to this than Molt 4 cells. 3,7
Viscotoxins, or thionins, are cytotoxic small molecular weight proteins that inhibit cell growth in vitro at concentrations 100-fold higher than inhibitory lectin concentrations. 8 They have been shown to exhibit stimulatory and cytotoxic effects on immune cells 17, and in a more specific study it was found they exert a strong immunomodulatory effect on human granulocytes (white blood cell type) 20. It has also been postulated that they might be acetylcholine agonists 16.
Polysaccharides in mistletoe play a more ambiguous role as of yet in contrast to the more directly active constituents; they seem function more in association with the lectins and other mistletoe components. In mistletoe berries the sugar complex arabinogalactan is the predominant polysaccharide while in green parts highly esterified galacturonan is more abundant. Although in immunological tests the isolated polysaccharides failed to increase phagocytic activity of granulocytes and macrophages, there is specifc evidence that there are significant interactions between arabinogalactan and galactose-specific lecin (MLI). Therefore, even though mistletoe polysaccharides may not exhibit significant medicinal properties, a synergy may exist between them and other constituents of mistletoe to produce the extract's medicinal effects. 2 Studies on interactions between lectins and polysaccharides found in mistletoe show that agglutination of immune cells by lectins is increased with the presence of mistletoe polysaccharides 18.
Alkaloids are structurally unrelated, basic nitrogenous compounds that possibly act as a plant defense
mechanism against animal and parasitic infection. The alkaloids isolated from California, European, and Korean mistletoe have shown variable degrees of activity, with Korean highest in activity. Isolated alkaloids from Korean mistletoe have produced antitumor effects at relatively high doses with low toxicity and may play contribute to extract cytotoxicity. Alkaloids may exist as glycoconjugates with lectins and/or viscotoxins. It is thought that mistletoe alkaloids are sequestered by the parasite from the host tree. 5
Although the exact nature of mistletoe's historic use cannot be inferred, its centrality in the Aeneid, integral role in Celtic culture, and unique importance in Norse mythology all incur questioning why mistletoe assumed such prominence. Its unique botany no doubt provoked interest in poetic metaphor, yet its Celtic reputation for being a "cure all" contrasted with modern research in mistletoe's bioactivity suggests ancient knowledge of its medicinal properties and its medicinal use to be far more credible and deep than merely primitive or mythological fiction.
Referenties
The commercial extract Iscador developed in the 1920's has produced the following results in breast cancer patients after one intravenous infusion: enhancement of phagocytic activity of granulocytes (white blood cells); significant increase in natural killer and antibody-dependent cell mediated cytotoxicity; and augmented levels of large granular lymphocytes (white blood cells). The monitored kinetic responses of the immune system with Iscador are similar to those attained after treatment with alpha-ineterferon, which is used to stimulate the immune system in cancer patients. 7 A German study published in 2001 found that Iscador treatment of cancer patients led to prolongation of survival time and stimulation of psychosomatic self-regulation. 15 In vitro studies with Iscador on rat hepatoma tissue culture (HTC) cells and human leukemia Molt 4 cells have yielded cytotoxic effects variable with regard to whether or not a fermented or unfermented extracts were used. Both fermented and unfermented extracts induced rapid lysis of cellular membranes and DNA synthesis inhibition. On Molt 4 cells the fermented extract produces cytolysis after a longer time of action, but the fermented extract is also more potent than unfermented in HTC cell growth inhibition. Unfermented has a stronger cytotoxic effect on Molt 4 than HTC and also has 10 times more lectins. Fermented Iscador was more effective than the well known antitumoral agent 5-fluorouracil (a 5-thymidylate synthase inhibitor) in these tests. 5 The variability due to the fermentation processes is most likely due to the breaking down of toxic lectins.
Three different mistletoe lectins (ML) have been currently isolated. Lectins are proteins or glycoproteins with specific binding sites for sugars which are not antibodies or enzymes. MLI has shown specificity for D-galactose, seems to be the most toxic of the three, and is degraded in fermentation. It is a two-chain conjugate of enzyme and lectin. MLII is D-galactose and N-acetyl D-galactosamine specific. MLIII is N-acetyl D-galactosamine specific. The lectins react with erythrocytes (red blood cells) and immunoglobulins (antibodies) and have experimentally induced cytotoxicity by inhibiting protein synthesis on the ribosomal level. A-chain properties: mitogenicity and inhibition of synthesis in cell-free systems; candidate for construction of immuotoxins. B-chain properties: activate macrophages and release lymphokines from lymphocytes; inhibit allergen-induced histamine release from leukocytes and collagen-induced serotonin release from platelets. Purified lectins produced similar effects to unfermented Iscador extract on both HTC and Molt 4 cells, yet HTC cells are 100 times less sensitive to this than Molt 4 cells. 3,7
Viscotoxins, or thionins, are cytotoxic small molecular weight proteins that inhibit cell growth in vitro at concentrations 100-fold higher than inhibitory lectin concentrations. 8 They have been shown to exhibit stimulatory and cytotoxic effects on immune cells 17, and in a more specific study it was found they exert a strong immunomodulatory effect on human granulocytes (white blood cell type) 20. It has also been postulated that they might be acetylcholine agonists 16.
Polysaccharides in mistletoe play a more ambiguous role as of yet in contrast to the more directly active constituents; they seem function more in association with the lectins and other mistletoe components. In mistletoe berries the sugar complex arabinogalactan is the predominant polysaccharide while in green parts highly esterified galacturonan is more abundant. Although in immunological tests the isolated polysaccharides failed to increase phagocytic activity of granulocytes and macrophages, there is specifc evidence that there are significant interactions between arabinogalactan and galactose-specific lecin (MLI). Therefore, even though mistletoe polysaccharides may not exhibit significant medicinal properties, a synergy may exist between them and other constituents of mistletoe to produce the extract's medicinal effects. 2 Studies on interactions between lectins and polysaccharides found in mistletoe show that agglutination of immune cells by lectins is increased with the presence of mistletoe polysaccharides 18.
Alkaloids are structurally unrelated, basic nitrogenous compounds that possibly act as a plant defense
Although the exact nature of mistletoe's historic use cannot be inferred, its centrality in the Aeneid, integral role in Celtic culture, and unique importance in Norse mythology all incur questioning why mistletoe assumed such prominence. Its unique botany no doubt provoked interest in poetic metaphor, yet its Celtic reputation for being a "cure all" contrasted with modern research in mistletoe's bioactivity suggests ancient knowledge of its medicinal properties and its medicinal use to be far more credible and deep than merely primitive or mythological fiction.
Referenties
1. H. Becker: "Botany of European Mistletoe (Viscum album L.)" Oncology 43: suppl. 1, pp. 2-7 (1986)
2. E. Jordan, H. Wagner: "Structure and Properties of Polysaccharides from Viscum album (L.)" Oncology 43: suppl. 1, pp. 8-15 (1986)
3. H. Wagner, E. Jordan, B. Feil: "Studies on the Standardization of Mistletoe Preparations" Oncology 43: suppl. 1, pp. 16-22 (1986)
4. Hartmut Franz: "Mistletoe Lectins and Their A and B Chains" Oncology 43: suppl. 1, pp. 23-24 (1986)
5. Gilles Ribereau-Gayon, Marie-Louise Jung, Dominique Di Scala, Jean-Paul Beck: "Comparison of the Effects of Fermented and Unfermented Mistletoe Preparations on Cultured Tumor Cells" Oncology 43: suppl. 1, pp. 35-41 (1986)
6. Tasneen A. Khwaja, Cecilia B. Dias, Stephanie Pentecose: "Recent Studies on the Anticancer Activities of Mistletoe (Viscum album) and Its Alkaloids" Oncology 43: suppl. 1, pp. 42-50 (1986)
7. Hajto, Tibor: "Immunomodulatory Effects of Iscador: A Viscum album Preparation" Oncology 43: suppl. 1, pp. 51-65 (1986)
8. Hajto, Tibor; Oncology 50: pp. 393-398 (1993)
9. Thompson, Lawrence S.: Norse mythology; the Elder Edda in prose translation, 1974.
10. Virgil's Aeneid; translated by Robert Fitzgerald; Vintage Books, 1984
11. Pliny the elder: Natural History; Book XVI
12. Green, Miranda J.: "The World of the Druids" Thames and Hudson, London (1997).
13. http://www.ugcs.caltech.edu/~cherryne/myth.cgi/Introduction.html
14. http://cancernet.nci.nih.gov/cam/mistletoe.htm
15. Grossarth-Maticek R. Kiene H. Baumgartner SM. Ziegler R: "Use of Iscador, an extract of European mistletoe (Viscum album), in cancer treatment"; Alternative Therapies in Health & Medicine. 7(3):57-66, 68-72, 74-6 passim, 2001 May-Jun.
16. Anderson, LA; Phillipson, JD; "Mistletoe‹the Magic Herb"; Pharmaceutical Journal 229: 437-439
17. Stein GM, Schaller G, Pfuller U, Wagner M, Wagner B, Schietzel M, and Bussing A: "Characterisation of granulocyte stimulation by thionins from European mistletoe and from wheat"; Biochimica et Biophysica Acta. 1426(1):80-90, 1999 Jan 4.
18. Edlund U, Hensel A, Frose D, Pfuller U, Scheffler A: "Polysaccharides from fresh Viscum album L. berry extract and their interaction with Viscum album agglutinin I."
19. Romagnoli S. Ugolini R. Fogolari F. Schaller G. Urech K. Giannattasio M. Ragona L. Molinari H.: "NMR structural determination of viscotoxin A3 from Viscum album L."; Biochemical Journal. 350 Pt 2:569-77, 2000 Sep 1.
20. Stein GM. Schaller G. Pfuller U. Schietzel M. Bussing A.: "Thionins from Viscum album L: influence of the viscotoxins on the activation of granulocytes"; Anticancer Research. 19(2A):1037-42, 1999 Mar-Apr.
Abonneren op:
Posts (Atom)