dinsdag, mei 17, 2016

Onder de meidoorn

Tijdens mijn overnachting onder de meidoorn (in mijn motorhome) ben ik van plan een ode te schrijven aan deze stekelige struik, maar de zoete bloemengeur walmde zo intens naar binnen waardoor ik slaperig werd en niet aan romantisch schrijven toe kwam. 
Buiten mijn huisje, je moet wel weten dat ik op een parking langs de autoweg staat, is het een heen en weer geloop van mannen die in de meidoornbosjes gaan pissen. Of.... dat dacht ik tenminste totdat één man bij mijn motorhome komt staan en vraagt of ik wat 'plezier' zoek. Zou dat de geur van de meidoorn zijn die zoiets veroorzaakt?


Dan toch maar een nuchter stukje schrijven over de inhoudsstoffen van Crataegus laevigata. Dat bloemen en bessen van de meidoornstruik een werking hebben op hart en bloedvaten staat wel vast. Men kan zeggen dat de tot hiertoe onderzochte Crataegus-soorten in hun bladeren, bloemen en vruchten dezelfde of in ieder geval gelijksoortige inhoudsstoffen bezitten; de hoeveelheid van de afzonderlijke verbindingen kan echter, afhankelijk van de soort en het orgaan, zeer sterk verschillen. Meidoorn bevat hoofdzakelijk een mengeling van verschillende flavonoïden Het zijn vooral twee inhoudsstoffen die behoren tot verschillende groepen die farmacologisch zeer belangrijk zijn: de oligomeren procyanidinen (OPC) en verschillende flavonoïden. De Crataegus-flavonen zijn afgeleide stoffen van apigenine en luteoline; die van de Crataegus-flavonolen zijn afgeleid van quercetine, kamferol en 8-methoxykamferol. Het gehalte aan oligomere procyanidinen hangt af van de groeiperiode. Bij C. laevigata is in de maand mei het aandeel aan oligomere procyanidinen OPC het hoogst. Later in het jaar neemt het polymeergehalte van de bladeren af en bereikt in augustus een minimum van 50%. Wagner heeft vastgesteld dat gedroogde meidoornbloemen cardiotonische 'aminen' bevatten die een positief inotroop (versterking van hartspiercontractie) effect uitoefenen in farmacologische tests. De drie 'amines' zijn stoffen met een  indirect sympatho-mimetische (stimulerende invloed op het autonoom zenuwstelsel) eigenschappen.

Toch zijn de therapeutische effecten van Crataegus-bereidingen niet uitsluitend toe te schrijven aan deze amines, vermits deze stoffen grotendeels worden afgebroken in het spijsverteringsstelsel van ons lichaam. De studies die tot hiertoe zijn gedaan, nebben aangetoond dat de juiste werking nog ver van opgelost is. Andere inhoudsstoffen zijn o.a.: triterpeenzuren zoals ursolzuur, oleanolzuur en de Crataegus-specifieke crataegolzuur met verder nog de plantenzuren: chlorogeenzuur en koffiezuur. Als stikstofverbindingen: cholin, actylcholin, ethylamine en purinederivaten zoals adenosine, adenine, guanine en urinezuur.

Oef, dat was een hele boterham. Plezier beleven kun je blijkbaar op heel veel manieren.

Geen opmerkingen: