Over zeesla / Ulva
Ulva is Latijn voor ‘moeras plant’. De zeer dunne, brede, platte bladeren zijn teer, golvend en transparant. Ze lijken op slabladeren en groeien tot 50 cm lang in verschillende vergelijkbare vormen. Bijna cirkelvormig of ovaal, of lang en dun met gehavende randen en geperforeerde gaten. Zeesla lijkt op en voelt als vetvrij papier, met een zijdezachte textuur. De meeste soorten zijn maar een of twee cellen dik.
Het groeit op een ondergrond waar het zich aan vastklampt met het "houvast". Die ondergrond kan bestaan uit stenen,maar zeesla kan ook op schelpdieren groeien!
Het oogsten en klaarmaken van zeesla
Eenjarig wier. Oogsten in het vroege voorjaar tot aan het einde van de zomer, kan 2 x per seizoen gesneden worden. Het gedijt goed in zowel voedingsstof-rijke als vervuild water, dus let goed op de oogstplaats. Pluk of snij de zeesla boven zijn ‘houvast’ bij laagtij. Los drijvende planten mogen geoogst worden mits zij vers en felgroen van kleur zijn. Spoel de bladeren goed af en droog ze snel op grasmatten, katoenen lakens of kranten.
Eet het vers met citroensap of in een groene salade. Rooster het in de oven op 95º en verkruimel het als smaakmaker in granen, soepen, salades. Voeg het toe aan vlees, vis, oesters en groenten. Of pak er vis mee in. Frituur het, of hak het fijn voor in een salade. Kook het samen met spinazie of fijngesneden kool. Eet het als snack, zoals nori of drink het als hete thee. Of sauteer zeesla in olijfolie en blus dit af met shoyu en gembersiroop. Gedroogd, in vlokken, kan het over aardappels gestrooid worden als extra smaakmaker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten