vrijdag, februari 25, 2011

Geneesheer der Armen

Oude kruidenboeken blijven tot mijn verbeelding spreken. Wat ik boeiend vind is niet alleen wat, maar ook hoe het geschreven werd. De stijl, de mentaliteit, alle deugden en ondeugden waar een mens nu en in het verleden mee behept was en is. En natuurlijk is het ook een ontdekkingstocht, een mogelijke bron voor nieuwe medicinale toepassingen van planten.

Neem nu het nog niet zo oude, alhoewel 1920 is ook al even geleden, Geneesheer der armen, van een zekere Dr. Beauvillard. In dit kleine, handzame boekje worden kruiden op een toch wel deskundige manier besproken, al moet je soms de namen van de kruiden wel kunnen interpreteren. Gelukkig dat er dan ook Latijnse namen vermeld worden.

Maldegeer
Want wie weet wat de maldegeer wortel is? Wel dat is gewoon Gentiana lutea, dus de Gele gentiaan. En deze Maldegeer is volgens Beauvillard versterkend, prikkelt het maagsap, verjaagt de koorts en is wormafdrijvend. En dat zijn ook de indicatie waar wij hem nu nog voor gebruiken. Beauvillard adviseert 'maakt er een wijn van; en drinkt er een glas van vóór ieder maaltijd'.
  • Gedroogde maldergeerbladeren 30 grammen
  • Brandewijn 30 grammen
Alles laten rusten gedurende vier en twintig uren, één liter witte wijn bijvoegen, en dan zes dagen laten rusten. Door een fijn linnen doek laten filtreeren. 'Deze wijn geeft goede uitslagen, bijvoorbeeld om de maag te versterken na een ziekte of na koortsen, of in geval van jicht of kliergezwellen'.

Klootbloem
Mindere bekende planten, obsolete planten volgens de apothekersboeken, worden besproken onder de vreemdste namen en daardoor wordt zo'n boekje extra aantrekkelijk. Want zeg nu zelf, de Klootbloem of Turbithwortel, die dan nog tot de familie der Klootachtigen behoort, zo gek had ik het zelf nooit kunnen verzinnen. Wij noemen deze plant nu, spijtig genoeg, de Kogelbloem of Globularia vulgaris en Globularia alpinum, niet onaardig van naam, maar niks in vergelijking met Klootbloem.
Beauvillard verklaart zelf deze naam 'De vorm van deze bloem heeft haar naam gegeven'. Dus vroeger zag men in de bloem een klootvorm en nu een kogelvorm, of zou 'men' de namen van planten ook gecensureerd hebben. Beauvillard zegt verder ' De klootbloem en turbith verschillen niet veel. Beiden zijn uitmuntende purgeermiddels en veroorzaken geen ongemakken en geen buikloop. Beiden hebben een aangenamen smaak.

Aalbeziestruik kennen wij als Zwarte bes of Cassis, Latijnse naam, Ribes nigrum.
De bladeren van cassis of aalbeziestruik, gemengd met 30 grammes kallisie (30 gr. bladeren), alles in een treksel van 1 liter water, vormt een zeer verfrisschenden drank, die pisafdrijvend is. Wij raden dezen drank aan aan waterzuchtigen, aan steenlijders, aan de menschen die moeilijk hun water lossen, aan jichtlijders, rhumatieklijders, en voor diegene die brand aan de maag of aan de darmen hebben. Ook deze Ribes nigrum wordt zo nog steeds gebruikt en is door de speciale bereidingswijze en het gebruik van de knoppen, de nu ook veel sterker werkzaam.

Beauvillard, bier en ander vertier
Waarin deze boeken wel veel verschillen met onze tijd zijn eerder de filosofische en morele opvattingen die hier en daar doorschemeren of verwoord worden door Beauvillard. Zeg maar het belerend toontje maar ook wel de verrassende opvattingen. Over tabak bijvoorbeeld. Misbruik maken van tabak is heel gevaarlijk, maar ik vind dat hij ons het leven vrolijker en helder doet schijnen... Het is ook een onmisbaar nagerecht, de tabak is de beste vriend van hem die zich tevreden moet stellen met een korst brood en water.

Beauvillard lijkt toch ook wel graag te genieten van het leven. Bier vind hij een weldoende drank, ook voedzaam en vooral geschikt voor zwakke jongelingen en bleekzuchtige meisjes. Ik ga hem niet tegenspreken maar in mijn 2de handsexemplaar van Geneesheer der Armen, is deze passage driftig onderlijnd, zijn er vele vraagtekens geplaatst en wordt verwezen naar de drankbestrijding. Dat is het 'voordeel' van tweedehandsboeken, ze zijn niet alleen goedkoop maar je krijgt er soms nog een tweede handgeschreven exemplaar bij.

Ik zou je nog veel langer kunnen entertainen met deze 'Geneesheer der Armen', maar koop dat boekje nu zelf maar, het is zeker hier en daar nog in een muffig, tweedehands boekenwinkeltje te verkrijgen. En koopt het niet via internet, want dan mis je dat ouderwets plezier van het zoeken en snuffelen in die mysterieuze winkeltjes.

woensdag, februari 23, 2011

Heermoes

Reuzepaardenstaart
Vanavond les gegeven bij een Velt afdeling helemaal in Zeveren. Zowat 36 mensen met serieuze belangstelling voor medicinale planten. In de pauze een gesprekje gehad over een siliciumzalf die geadviseerd werd tegen artrose, wel te bestellen in Wallonië voor enkele honderden euro's. Is dat de serieuze fytotherapie die we voorstaan?
Dat silicium en de plant heermoes waar die stof veel inzit, inwendig gebruikt, enigszins kan helpen bij artrose kan ik me nog voorstellen, maar uitwendig als zalf aangemeerd lijkt mij pure oplichterij.

Informatie over heermoes kun je ook in mijn artikel op info.nu vinden.
 http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/39117-heermoes-tegen-de-ouderdom.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/equisetum-arvense-heermoes
http://www.medherb.com/Materia_Medica/Equisetum_-Silicon_in_horsetail_and_comfrey.htm

woensdag, februari 16, 2011

Outgaarden, holle wegen, hoeves en kapelletjes

Wandelen in mijn verleden tijd.. Door de holle wegen bij Hoegaarden naar Outgaarden. Langs de opritweg naar de autostrade tussen Tienen en Hoegaarden draai ik links een doodlopende weg in. Ik stop bij de modderige landweg die leidt naar een holle weg.
Een weg die ik jaren geleden bij mijn weekend bezoeken aan mijn ouders regelmatig bewandelde. Om er eens uit te zijn.

Het begin van de weg is echt een 'veld'weg, want volledig omringd door akkers. Groen is er nu in februari, behalve gras nog niet veel te zien. Toch vind ik enkele planten met frisgroen sterk ingesneden blad, meestal is dat in dit seizoen het fluitekruid, toch ziet het er enigszins anders uit. En dan besef ik plots, dat het de giftige, mysterieuze gevlekte scheerling is. Een plant met geschiedenis, een plant waar 2000 jaar geleden Socrates de gifbeker mee heeft gedronken. Niet leuk voor Socrates maar wel leuk voor mij om deze plant hier en nu in een Hoegaardse holle weg te vinden. Geschiedenis zit gewoon in elk plantje.

Een mooi begin van mijn wandeling. Even doorstappend zitten we al snel in de holle weg en dus omringd door de klassieke bomen zoals vlier, es en populier en onder mijn voeten het even klassieke speenkruid, kleefkruid en nagelkruid. Ik verwacht hier ook de zeldzamere aronskelk, het maartse viooltje en de heggerank. Helaas vind ik ze niet, nog te vroeg of toch voorgoed verdwenen. Boven, uit de holle weg komend, kijk ik weer over geploegde akkers met in de verte de altijd zichtbare Gorgoniuskerk van Hoegaarden.

Outgaardse holle weg

Scherp naar rechts afdalend over een gebetonneerde holle weg wandel ik richting Outgaarden. Bij de eerste huizen vind ik, aan het eind van de holle weg, weggegooid tuinafval. Helaas is dat blijkbaar een menselijke gewoonte, holle wegen moeten blijkbaar opgevuld worden. Soms gaan die tuinresten zelf een eigen leven leiden. Vooral de gevlekte dovennetel trekt zich van dat verwijderen uit de propere tuintjes niks aan, hij gaat vrolijk verder woekeren in de natuur. Misschien is deze plant wel blij, verlost te zijn van de menselijke bemoeizucht. 
Outgaarden dus. Het slonzige sympathieke boerendorp uit mijn jeugd met zijn grote en kleine boerderijen is veranderd in een proper gerestaureerd villegiatuur. Enkele grotere vierkantshoeven zijn zelfs chambre d'hotes of iets dergelijks geworden. Mooi zeker wel maar toch heb ik gemengde gevoelens bij deze veranderingen.

Gerestaureerde boerderij
Ik zigzag, als een dronkaard verzadigd van verleden gevoelens, door het hele dorp heen. Langs de huisjes en boerderijen van oude schoolkameraden, langs nauwe straten en steegjes. Zouden Virgile, Willy en anderen hier nog wonen. Bezoeken durf ik ze niet en ze op straat herkennen is er ook niet meer bij. Bij de indrukwekkende boerderij van mijn vroegere boezemvriend wandel ik weer het dorp uit en het veld in. Wat verder bij een Mariakapelletje kijk ik helemaal over de akkers tot in Wallonië en Zétrud Lumay toe. Ook een andere mooie kapel is in de verte op de taalgrens zichtbaar. Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand of de Bon Secours, ook daar ging ik regelmatig op heidense bedevaart.

Akkerereprijs
Ik laat Maria, de heilige maagd, nu wel letterlijk links liggen en wandel via een echte kasseiweg terug Outgaarden in. Aan de rand van de akker vind ik het eerste hemelsblauw bloeiend veldereprijsje, dat zorgt ervoor dat ik met mijn ogen en neus nog even over de leemgrond snuffel.
Terug in de straten van Outgaarden. Bij de schoolmeisjesstraat sla ik links af naar de Paenhuysbeekstraat, via een smal steegje kom ik bij de Paenhuysbeek zelf. In de verte zie ik mijn auto al staan. Nog even schrik ik omdat er een politieauto achter mij aan komt, gelukkig maakt hij rechtsomkeer en kan ik zonder problemen mijn auto bereiken. Doelloos wandelen is blijkbaar toch nog altijd toegelaten.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/41802-gevlekte-scheerling-en-de-gifbeker.html



zondag, februari 13, 2011

Eekhoorn


Eens wat anders dan een levende plant, een dode eekhoorn. Hij ligt er wel mooi 'slapend' bij. Niet voor lang, vrees ik en zelf vergat ik hem aan de kant te leggen of te begraven.

zaterdag, februari 12, 2011

Galanthusgeheimen

Een gewone afbeelding van een gewoon sneeuwklokje. En toch verbergt ook dit plantje geneeskrachtige en giftige geheimen.
In de Griekse Odyssee verandert de godin Kirke de metgezellen van Odysseus in varkens door ze drugs toe te dienen waardoor, zoals Homerus schrijft, «een mens zijn vaderland vergeet».
Kirke's helse kruiden bestonden uit doornappel of alruin en monnikskap, een combinatie die zich tot in de twintigste eeuw in de apotheek heeft gehandhaafd als uitwendig pijnstillend middel. Aconitine uit monnikskap veroorzaakt na inname een specifieke jeuk en tinteling van de huid, met de autosuggestie van uitgroeiende stekelharen. Odysseus krijgt echter van Hermes een kruid dat als tegengif werkt en, ongevoelig geworden voor het vergif, dwingt hij Kirke met het zwaard zijn makkers weer uit hun roes te halen. De anti-drug van Hermes was waarschijnlijk het sneeuwklokje, Galanthus nivalis, de toverplant Moly van de klassieke Oudheid, waarin het alkaloïde galanthamine de parasympaticolytische werking van de tropaanalkaloïden opheft.


Dat zelfde galanthamine is ondertussen in gebruik tegen de ziekte van Alzheimer. In de kruidengeneeskunde van Oost-Europa werd het gebruikt als middel tegen de symptomen van polio en voor verbetering van het geheugen. Dezelfde stoffen vinden we ook in andere bolgewassen zoals narcissen.
Is het vroege voorjaar het moment om je geheugen op te frissen? Alhoewel, nu niet direct sneeuwklokjes en narcissen op eten, want dat zou je weleens slecht kunnen bekomen. Misschien kun je maar beter met de ogen genieten van die vroege bloeiers. Zou dat ook het geheugen opfrissen?

Sneeuwklokjes bekijken kun je overal, maar in de Alpenplantenkwekerij Cathy Portier  Margareta van Vlaanderenstraat 27  8310 St.Kruis-Brugge organiseren ze zelfs sneeuwklokjes weekends.
vrijdag 4 tot en met zondag 6 februari
vrijdag 11 tot en met zondag 13 februari
zaterdag 5 en zondag 6 maart (van 9 tot 17 uur)

Over de werking van galanthamine: J Ethnopharmacol. 2004 Jun;92(2-3):147-62. Galanthamine from snowdrop--the development of a modern drug against Alzheimer's disease from local Caucasian knowledge.

vrijdag, februari 11, 2011

Curieuze zaaddozen


Wie kent deze pluizige zaden? 
Of de zaaddozen? 


Enkele dagen later. De naam is mij dan toch te binnen geschoten. De zijdeplant (Asclepias syriaca, Asclepias intermedia).  De plant wordt 1,2-1,5 meter hoog en vormt ondergronds stevig groeiende wortelstokken. Bij verwonding komt er wit melksap vrij.. Aan de zaden hangen lange, witte haren en het wordt omsloten door grote vruchtzakjes. Dit met enige fantasie op het lijf van een parkiet of een kleine papegaai lijken en daar heeft hij dan ook zijn naam papegaaiplant aan te danken.
Het melksap (de latex) in steel en blad is licht giftig. Jonge scheuten, bladeren en bloemknoppen zouden wel te eten zijn, maar heb ik nog niet geproefd. Wie wil zichzelf opofferen voor de weten-schap?

donderdag, februari 10, 2011

Rode biet

Modes in de kruidenwereld worden steeds vanzelfsprekender. Gojibes, groene thee,  anti-oxidantthee,  .... en nu weer rode bietensap. Gemengde gevoelens heb ik daar wel bij.
Bietensap schudt dezer dagen zijn oubollig onsmakelijk imago van zich af en wordt door sportliefhebbers met liters tegelijk gedronken. Ja, het werd bewezen onder andere door Engelse wetenschappers dat bietensap de uithouding tot 16 procent kan verhogen. Dat heeft volgen inspanningsfysiologen te maken met de nitraten die in deze groente zitten. Deze stoffen bevorderen de aanmaak van stikstofoxide. Dat er op zijn beurt voor zorgt dat zuurstof  in de spieren sneller zijn werk kan doen. En zo de uithouding verbetert.

Wat onderzoekjes over rode biet

  • Kujala T. S et al. phenolics and betacyanines in red beetroot ( Beta vulgaris ) root: distribution and effect of cold storage on the content of total phenolics and three individual compounds . J Agric Food Chem 2000; 48:5338-5342 p.
  • Bobek P et al. The effect of red beet ( Beta vulgaris var. rubra ) fiber on alimentary hypercholesterolemia and chemically induced colon carcinogenesis in rats. Nahrung, 2000; 44(3): 18 4 -187 p.
  • Weiss R. F. Beta vulgaris (Sugar Beet). Herbal Medicine 1988: 89 p.

woensdag, februari 09, 2011

Munt

De voorbije dagen heb ik  nog al wat les gegeven over de kruiden voor de spijsvertering. Voor mij het moment om zelf nog wat meer over bitterstofplanten zoals Alsem en Gele gentiaan, maar ook over Kamille en Munt na te denken. En dus heb ik voor infonu.nl nog maar eens een artikeltje over die merkwaardige muntsoorten geschreven.


De vele muntsoorten hebben een lange en soms merkwaardige geschiedenis achter de rug. Van Plinius over Culpeper tot Broeder Aloysius, allemaal hebben ze wat te vertellen over de Menthasoorten.

Munt is een overblijvende plant die vooral goed groeit op vochtige, bescha­duwde plaatsen, en in gunstige omstandigheden zelfs een woekerend kruid kan worden die andere planten geen ruimte meer laat.
Het kruid heeft rechte, vierkantige stengels en gladde, gesteelde blaadjes. 'De bloemkens sijn rood ende wassen in de ronde om de steelkens.' Als strooikruid was hij vroeger favoriet: 'Die reuck van Munte maeckt den Mensch vrolijck ende blijde, ende daerom soo worden die wilde munten hier te lande int stroysel ghemenght.' Dodonaeus, van wie deze citaten zijn, noemde akkermunt, Mentha arvensis, Bruynheylighe, omdat dit kruid in ker­ken werd gestrooid.