Posts tonen met het label muizenoortje. Alle posts tonen
Posts tonen met het label muizenoortje. Alle posts tonen

dinsdag, december 02, 2025

Over het muizenoortje oftewel Hieracium pilosella en nu Pilosella officinarum

Muizenoortje? Muizeoor? Geen muis noch een oor. Wel een klein kruipend plantje dat ook in de winter zich nog wollig wil laten zien. Weinig bekend als geneeskruid en toch......

Laat ik voor de verandering prof. Binet eens citeren: 'De tijd is voorbij dat er geloofd werd dat sperwers muizeoor vraten om hun blik te scherpen, maar een waterig extract is wel goed bij onregelmatige, hoge koorts bij mensen en bij het vee tegen miskramen ten gevolge van runderpest'

De antibiotische werking van deze plant is getest en bewezen aan de hand van diverse cultures van Brucella. Wat een merkwaardige ontdekking om juist langs de paden waar vee graast een plantje te zien groeien dat werkzaam blijkt te zijn bij de behandeling van infectieuze miskramen die zoveel voorkomen bij runderen en schapen.' Toevallig' zeggen de sceptici. Misschien, maar het is dan wel zeer toevallig dat zo'n toeval zoveel voorkomt!

Er wordt tegenwoordig algemeen aangenomen dat muizeoor een gunstig effect heeft bij atheroma, d.w.z. verharding van de vaatwanden. Muizenoor wordt voorgeschreven bij de volgende klachten: waterzucht, niergruis, oedeem, gepaard gaande met hartklachten, koorts, levercongesties, geelzucht, galstenen.

Dit plantje is zeker diuretisch, decongestionerend, koortswerend, samentrekkend en bloedstelpend. Er wordt een afkooksel van gemaakt: 40 à 50 gedroogde plant, bladeren en bloemen op 1 liter water; 5 minuten koken; even laten trekken, 3 à 4 kopjes per dag tussen de maaltijden. In 1922 schrijft Dr. Leclerc "nous avons vu le volume de l'urine doubler et même tripler"

Botanisch en ecologisch

Bij ons in Nederland en België komt het muizenoor algemeen voor op droge, open velden en zanderige gronden. De hele plant wordt geplukt van mei tot september en in de schaduw gedroogd. Beter is de verse plant direct in alcohol te laten trekken om zo een tinctuur te maken. Volgens de Franse artsen-fytotherapeuten is de verse plant veel sterker werkzaam dan de gedroogde plant. Muizenoor heeft ovale blaadjes, behaard, van boven met lange haren, van onderen met zachte, witte haren; ook langs de randen en nerven zitten lange haren. De bladeren staan in een rozet waaruit citroengele bloemen opkomen en bloeien

Dodoens over muizenoor

Vandaag is het muizenoortje als medicijn bijna vergeten toch vind je het o.a bij Dodoens terug. Dese cruyden met hueren bladeren en wortelen ghesoden ende ghedroncken heylen ende ghenesen alle inwendighe ende uytwendighe wonden ende die ghescuertheyt. Die bladeren van den selven cruyden ghedroocht ende ghepoedert ende in die wonden ghestroyet/ moghen die selve ghenesen.

Tsap van die groote Piloselle in die ooren ghedaen gheneest die pijne ende die smertinghe der ooren. Tmiddel Piloselle gheten oft met spyse inghenomen verclaert het ghesichte/ ende gheneest die roode loopende ooghen.

Dodoens gebruikte het dus meer als wondgenezend middel, en voor de oren en de ogen, zal ik dat maar noemen. In de moderne Franse fytotherapie is het een zeer gewaardeerd middel voor nieren en urinewegen, vooral dan als diureticum bij oedeem, niergruis, jicht en hoge bloeddruk. Dr. Cazin was mogelijk de eerste die de urine- en gruisdrijvende werking beschreef "assez énergique pour faire rendre des graviers". Ondertussen is ook bewezen dat de plant door zijn hoog gehalte aan flavanoïden niet alleen een diuretische maar ook een anti-oxidatieve werking heeft.

Namen / Etymologie

  • Hierácium pilosélla L. Pilosella officinarum
  • Duits: Langhaariges Habichtskraut, Kleines Habichtskraut, Dukatenröschen, Mausohr, Mausöhrlein.
  • Frans: Oreille de souris, Véluette, piloselle;
  • Engels: Mouse-ear-hawkweed, mouse-ear; Italiaans: Pelosella, pelosetta.

De naam 'muizenoor' verwijst natuurlijk naar de behaarde vorm en gelijkenis van de blaadjes met een oor van de muis. De Engelse benaming hawkweed, maar ook de wetenschappelijke naam hieracium van het Griekse hiërax, havik en de Nederlandse naam van het plantengeslacht havikskruid, doelt op de reputatie van deze plant om sperwers en andere roofvogels een scherp zicht te verschaffen of is dit een verwijzing naar de waarde van muizenoor voor de ogen.

Referenties

  • Antioxidant Activity and Total Phenolic and Flavonoid Contents of Hieracium pilosella L. Extracts
  • Fundstelle: "Hierácium pilosélla L.
  • Bishop, G. F.; A. J. Davy (March 1994). "Hieracium Pilosella L. (Pilosella Officinarum F. Schultz & Schultz-Bip.)". Journal of Ecology (British Ecological Society) 82 (1): 195–210.

zondag, februari 14, 2021

Havikskruiden en Muizenoor

Wilde veldsla, kraailook, walstro, bosaardbei en ook muizeoor komen fris gewassen onder de smeltende sneeuw te voorschijn. 
Muizeoortjes en andere havikssoortensoorten zijn minder bekend als geneeskrachtige planten toch zijn ze in het verleden veel gebruikt geweest. Dit plantengeslacht is wereldwijd verspreid. een volledig overzicht van het gehele geslacht geven is onmogelijk. Dat er zoveel soorten en ondersoorten zijn is te danken aan het botanisch verschijnsel, dat we ook van paardenbloem kennen, apogamie (of apomixis). Het zaad kan ontstaan en rijp worden zonder dat er bevruchting geweest is. 

De wetenschappelijke naam Hieracium is vertaald als havikskruid. In de oudheid geloofde men dat haviken het gebruikten als oogdruppels om een bijzonder scherp zicht te krijgen. Tot na de middeleeuwen volgde men dit goede voorbeeld en gebruikte de mensen het sap in oogwater.
Anderen menen dat het 'hierakion' noemt, omdat het op hoge rotsen groeide, waar haviken huisden.
En een derde verklaring is dat de gestreepte bloemblaadjes op de veren van haviken lijken.

Eén soort havikskruid die ook medicinaal gebruikt word is Hieracium pilosella of gewoon Muizeoor. En dat verwijst natuurlijk naar de vorm van de kleine blaadjes, die behaard zijn, ook pilosella of pilosus betekent behaard. In alle landen en in alle tijden heeft men er blijkbaar het oor van die muis in herkent. Al in de 12de eeuw heeft Hildegard von Bingen het over Museore. En in Duitsland is het Mausohr, in Frankrijk Oreille de souris en in Engeland Mouse-eare. Wat niet wil zeggen dat er geen andere namen bestaan. Nagelkruid bij Fuchsius (1543) slaat op de vorm van de bloem die iets weg heeft van een ouderwetse nagel en die vorm was weer aanleiding om het kruid te gebruiken om geïnfecteerde hoeven van beslagen paarden te genezen. Bij Tabernaemontanus (1588) klonk dat zo 'dieweil es die vernagelde Pferde heylt'.

Gezien het feit dat al bij Plinius sprake was over het scherpen van de ogen, zal het niet verwonderen dat de plant door de eeuwen heen voor de ogen gebruikt geweest is. In zijn leerdicht de Moufeschans schrijft Hondius:

Havyncx-cruyt van groote cracht
Bij den Vogel eerst bedacht
En van hem ons naergelaten
Comt de ooghen oock te baeten


Zelfs de wortel om de hals gedragen, zou volgens het 19de eeuwse volksgeloof de ogen versterken.

Maar Havikskruiden waren niet alleen goed voor de ogen maar vooral ook urinedrijvend, ook Dodoens beval de hele plant reeds aan tegen graveel en blaasstenen. .En deze werking heeft wel de tand des tijd overleefd, want Hieracium pilosella wordt nu in de moderne Franse fytotherapie opnieuw als diureticum gebruikt. De verse, bloeiende plant, dus gele bloemen, steeltjes en blaadjes, worden in alcohol van 45° in een verhouding van 1 op 5 (bvb 50 gram plant met 250 cc alcohol) veertien dagen gemacereerd en daarna gezeefd. Deze tinctuur kan als vochtafdrijvend en ontsmettend middel in een dosering van 3 maal daags 20 druppels gedurende 14 dagen gebruikt worden bij blaasstenen en blaasontsteking

Andere bronnen
The monograph in the Potter’s New Cyclopaedia of Botanical Drugs and Preparations (Wren, 1988) listed the following medicinal uses: expectorant, diuretic, spasmolytic, sialagoge, vulnerary. It is used mainly for whooping cough, bronchitis and asthma as an infusion, and for wounds as a compress.

The monograph included in the PDR for Herbal Medicines (2007) describes the internal use of aerial part of Mouse Ear in the treatment of asthma, bronchitis, coughs and whooping cough, and externally in the treatment of wounds. The plant has shown to have diuretic, spasmolytic and diaphoretic effects. Also the reference by Bishop and Davy (1994) cited the use of the species against respiratory infections in the British Isles.

woensdag, september 09, 2020

Muizeoor, muizenoor, muizenoortje

Waarom muizeoortje muizeoortje noemt? Daarom dus. Muizenoor, Hieracium pilosella nu Pilosella officinarum. De Nederlandse naam is afgeleid van de spatelvormige bladeren die van boven bezet zijn met lange haren en van onderen grijswit kleuren door een donsachtige laag van haartjes. Het zijn dus net muizenoortjes.

De plant wordt ook muizenoor genoemd naar de vorm van de bladeren. Bij Hildegard von Bingen wordt het Museore genoemd, later Mausohrlein klein Mausohr bij Bock en nu Mausohr, Mausohr-Habichtskraut, Franse oreille de souris en Engelse mouse-ear, in de 13de eeuw was het musere. De muizenoren zijn een vertaling van middeleeuws Latijn auricula muris wat op zijn beurt uit Grieks muos ota (Dioscorides) vertaald is.

Dodoens noemt ze Leontopodium en klein nagelkruid. ‘Sommige (naar het zeggen van Castor Durante) menen dat klein nagelkruid de krachten heeft die van Dioscorides zijn Leontopodium en van andere aan Catananche toegeschreven worden, te weten dat het kracht heeft alleen al als het bij ons gedragen wordt om de kleine zweren en zwellen te laten vergaan of slinken en dat het aan de hals gehangen kracht heeft om een ander tot liefde te verwekken, ja te dwingen naar het uitwijzen van de naam Catananche. Immers zij geloven dat als men dit kruid bij zich heeft overal welkom en aangenaam zal wezen.’

Na uit het Paradijs verjaagd te zijn, werd Adam door warmte en koude aangetast. Eens, toen hij bibberde van de koorts verscheen hem de engel Gabriël  die hem een kruid toonde, dat hem en zijn nakomelingen genezen zou indien men er een thee van dronk. Dit kruid was het muizenoor. Het is een kruid van de maan en daarom gebruiken alchemisten om, met het maankruid, kwikzilver te veranderen, Culpeper.

In de 19de eeuw werd muizeoor vooral door de Franse dokter Leclerc terug in de praktijk gebracht. Au XIXè  siècle, on s'intéresse à son action diurétique « assez énergique pour faire rendre des graviers », disait-on à l'époque. En 1922,  un  médecin le docteur Leclerc, riche des témoignages de la tradition populaire poursuit les expérimentations. Il écrit « nous avons vu le volume de l'urine doubler et même tripler »,  classant définitivement la piloselle au rang des diurétiques puissants.

In de hedendaagse Franse fytotherapie wordt het nog steeds als een goed diureticum gebruikt. La plante est un puissant diurétique. Ses flavonoïdes favorisent l'élimination de l'eau mais aussi du sel retenu dans les tissus, par son effet déchlorurant. Elle facilite également l'élimination rénale de l'urée. Excellente en cure de « nettoyage », la plante est judicieusement conseillée dans les réamincissants pour réduire l'embonpoint causé par la rétention d'eau. Recommandée pour traiter les oedèmes des membres inférieurs elle est un précieux complément du traitement phytothérapique de l'hypertension. 

Onderzoeken

  • Gawronska-Grzywacz M, Krzaczek (2007) Identification and determination of triterpenoids in Hieracium pilosella L. J Sep Sci 30(5): 746–750PubMedCrossRefGoogle Scholar15.
  • Greib E, Duquenois P (1960) Treatment of brucellosis and pilosella. Prod Pharm 15: 126–128PubMedGoogle Scholar
  • Guerin J (1957) Short history of hawkweed (Hieracium pilosella). Mars Med 94(8): 591–594PubMedGoogle Scholar
  • Haag Berrurier M, Duquenois (1963) On the presence of a luteoline 7-beta-glycoside in the leaves of the hawkweed, hieracium pilosella L. C R Hebd Seances Acad Sci 257: 3239–3241PubMedGoogle Scholar.
  • Haag-Berrurier M, Duquenois P (1960) The control of the active anti-brucellar principles of Hieracium pilosella L., before and after stabilization. Pharm Acta Helv 35: 409–411PubMedGoogle Scholar
  • Haag-Berrurier M, Duquenois P (1960) Control of the active antibrucellosis principles in Hieracium pilosella L., before and after stabilization. Pharm Acta Helv35: 24–26PubMedGoogle Scholar
  • Beaux D, Fleurentin J, Mortier F (1999) Effect of extracts of Orthosiphon stamineus Benth, Hieracium pilosella L., Sambucus nigra L. and Arctostaphylos uva-ursi (L.) Spreng. in rats. Phytother Res 13(3):222–225PubMedCrossRefGoogle Scholar
  • Beaux D (1991). Étude pharmacologique des proprietés diurétiques d’extraits d’orthosiphon, de Piloselle, de Sureau noir, de Fenouil doux et de Busserole chez le rat. Thèse, Université de Metz, France.Google Scholar
  • Goetz P., Ghedira K. (2012) Hieracium pilosella L. (Asteraeae): Piloselle. In: Phytothérapie anti-infectieuse. Collection Phytothérapie Pratique. Springer, Paris. https://doi.org/10.1007/978-2-8178-0058-5_24