zaterdag, november 23, 2019

Wandelen in Weris

Tijdens onze wandeling in Weris zijn we niet alleen met maretakken en menhirs bezig maar oogsten we deze keer ook de wortels van smeerwortel. Een goed moment, het afstervende blad is nog juist herkenbaar en de wortels hebben de energie van de zomer in zich opgeslagen.

Smeerwortel / Symphytum officinale is een inheemse vaste plant uit de familie van de ruwbladigen. Aai maar eens over het blad, dan zul je direct voelen dat deze plant ruw bladig is. De smeerwortel zelf heeft zijn naam ook niet gestolen. Het is de zwarte wortel die medicinaal het meest gebruikt word en dan vooral ook als smeersel (zalf), om de gewrichten te smeren en omdat er zoveel smeer (slijmstof) in de plant aanwezig is. Dat de plant smerig zou zijn, gaat mij iets te ver als naamverklaring. Ook de officiële Latijnse naam Symphytum verwijst naar zijn werking op het beenderstelsel ter genezing van botbreuken. Sumphuton betekent samengroeien. Ook in oude kruidenboeken zoals het Antidotarium Nicolai wordt hij Simfitum of Walwortel genoemd. Bij genezing van botbreuken ontstaat er een verdikking op de plaats waar het bot zich herstelt (callusvorming), een soor wal, verhoging dus. Mogelijk vandaar Waelwortel al zou waelen ook van kenteren kunnen komen, of van het Oudhoogduits wallen, wellen is helen, of zelfs waal als poel of plas. Genoeg mogelijkheden dus maar allemaal betekenissen die iets vertellen over de werking of de groeiplaats van de plant..

De naam Waelwortel en vele andere namen vinden we ook bij onze goeie ouwe Dodonaeus terug. Hij schrijft in zijn Cruydt-boeck: 'Dit cruyt heet in Griecx Symphyton, ende Symphyton mega. In Latijn Symphytum magnum en Solidago. In die Apoteke Consolida maior. In Hoochduytsch Walwurtz/ Schmerwurtz/ Schwartwurtz/ Schantzwurtz/ Beinwellen. In Neerduytsch Waelwortel. In Franchois Consyre'.

En over de medicinale werking heeft hij zoals gewoonlijk een mooi verhaal in petto: 'Die selve wortele ghestooten heylt ende gheneest alle versche wonden gelijck een plaester daer op gheleyt/ ende es soo seer heylsaem dat zy met eenen huspot oft andere stucken van vleesch ghesoden/ die stucken al tsamen aen een doet wassen'.

Ik heb het nog niet geprobeerd om brokken vlees in een hutsepot terug aan mekaar te laten groeien, maar het is wel een beetje waar, omdat de slijmstoffen in deze plant een waterbindend vermogen hebben. Veel van die straffe verhalen waren, volgens mij, toch vooral bedoeld om de werking van de plant beter te onthouden. Dus als geheugensteuntje.

vrijdag, november 22, 2019

Zomaar een blaasontsteking

Stel je voor. Krijg ik zomaar een blaasontsteking. Voor de eerste keer in mijn leven. Gelukkig zijn er ook eenvoudige kruidenmiddelen die dat kunnen genezen. Toch een beetje oppassen dat er geen nierontsteking van komt. De belangrijkste kruiden tegen blaasontsteking zijn vooral heide-achtigen zoals beredruif en recenter cranberry.

Cystitis is echter een typische vrouwelijke aandoening. Eén op drie vrouwen worden er mee geconfronteerd en bij de helft van de vrouwen komt de ontsteking regelmatig terug.
Levensbedreigend is deze blaasontsteking niet, maar ze kan wel pijnlijk zijn. Door een aantal
eenvoudige voorzorgsmaatregelen, zoals voldoende drinken, kan het risico op een infectie worden verkleind. De belangrijkste symptomen zijn vaak, moeilijk en pijnlijk urineren, soms met lage rugpijn en buikpijn, met troebele of sterk ruikende urine en zelfs met bloed in de urine.
Wanneer de infectie tot de blaas beperkt blijft, treedt meestal geen koorts op. Maar wanneer de
nieren geïnfecteerd geraken, kan dit hoge koorts, misselijkheid, vermoeidheid en hevige rugpijn het
gevolg zijn.

Vrouwelijke kwaal

Het feit dat drie keer zoveel vrouwen dan mannen last hebben van deze infectie, is vooral een
anatomische kwestie. De vagina, de uitgang van de urethra de urinebuis die naar de blaas loopt en
de anus liggen heel dicht bij elkaar. Een gevolg daarvan is dat de Escherichia coli bacteriën, die in
de darmen leven en er de spijsvertering bevorderen, gemakkelijker in de schede en de urethra terecht komen.
In de vagina kunnen de bacteriën weinig kwaad. Melkzuurbacteriën creëren er een zuur milieu, maar in de urinewegen kunnen ze zich wel vermenigvuldigen en een infectie veroorzaken.
Daarenboven is de urethra van de vrouw veel korter dan die van de man. De bacteriën moeten dus minder weg afleggen om de blaas te bereiken. Het voorkomen van bacteriën in de urine (bacteriurie), wil daarom niet zeggen dat er een infectie is. Daarvoor moet eerst een weefselreactie optreden. Dat gebeurt bij een zogeheten bacteriële adhesie of aanhechting. De E. coli bacteriën hebben een soort uitsteeksels, fimbriae of pili genoemd, waarmee ze zich aan het slijmvlies van de blaaswand kunnen vasthechten. Die pili produceren zogenaamde adhesines, die zich vasthechten aan specifieke monosaccharide receptoren op de urothele cellen. Als dit massaal gebeurt, krijgt men een ontstekingsreactie en de typische symptomen van een blaasontsteking.

Wetenschappelijk onderzoek Cranberry
Lang voordat de West Europeanen voet aan wal zetten in Noord Amerika, gebruikten de Indianen de cranberry omwille van haar voedzame en medicinale kwaliteiten. Ook de blanken zagen al snel het nut van het rode besje in. Omwille van de rijkdom aan vitamine C werd het tijdens scheepsreizen gebruikt als preventief middel tegen scheurbuik. Lang vóór de ontdekking van antibiotica gebruikte men in de Verenigde Staten geplette cranberry's en cranberrysap om urineweginfecties te voorkomen en te behandelen.
Men heeft lang gedacht dat de heilzame werking gelegen was in het feit dat de bessen de urine zuurder zou maken, en zo de bacteriën zou doden. Tot in de jaren zeventig door onderzoek bleek dat de urine van proefpersonen die geregeld cranberrysap dronken niet zuurder was dan die van mensen die geen sap gebruikten. In 1984 publiceerden onderzoekers van de Universiteit van Youngstown een studie, waaruit bleek dat de aanhechting van de E. colli bacterie aan de cellen van de wand van de urinewegen, verhinderd werd door de gunstige invloed van het cranberrysap. Ondertussen is er een lawine aan onderzoeken geweest waaruit bleek dat het vooral de rode kleurstoffen, proanthocyanidinen uit Cranberries zijn, die de aanhechting van de bacteriën aan de blaaswand verhinderen, waardoor deze met de urine uit het lichaam verwijderd kunnen worden. Het dagelijks drinken van twee glazen cranberrysap kunnen bijdragen tot het voorkomen van steeds terugkerende urinaire infectie.

Meer onderzoek
Phytothérapie (2019) 17:196–200 Effet synergique d’extraits de cannelle et de canneberge sur l’inhibition de l’adhésion d’Escherichia coli uropathogène aux cellules épithéliales de la vessie
Synergistic Effect of Cinnamon and Cranberry extracts on the Inhibition of uropathogenic Escherichia coli adherence to uroepithelial Cells. A. Leblanc1*, C. Blondeau1, S. Holowacz1, C. Langlois1 et L. Haddioui2
L’effet inhibiteur des proanthocyanidines (PACs) de type A de la canneberge sur l’adhésion d’Escherichia coli aux cellules uroépithéliales est bien documenté. Cette adhésion étant une des étapes précoces des infections urinaires (IU), la canneberge est utilisée dans la prévention de ces infections. La cannelle étant une autre source alimentaire de PACs de type A, nous avons testé son potentiel antiadhésif dans un modèle in vitro de cellules épithéliales de vessie humaine (lignée cellulaire T24). Dans ce modèle, un extrait de cannelle de Ceylan standardisé à plus de 8 % de PACs de type A2 a inhibé l’adhésion d’Escherichia coli. L’effet observé était dépendant de la dose de PACs. Les tests effectués en association avec un extrait de canneberge ont montré un effet synergique entre les deux extraits associés en certaines proportions. Ces résultats suggèrent que la cannelle pourrait être utile dans la prise en charge des IU.

The inhibitory effect of cranberry type-A proanthocyanidins (PACs) on the adhesion of Escherichia coli to uroepithelial cells is well known. As this adhesion is one of the early stages of urinary tract infections, cranberry is used for the prevention of these infections. Cinnamon, another food source of type-A PACs, was tested for its nonadhesion potential in an in vitro model of human bladder epithelial cells (T24 cell line). In this model, a Ceylon cinnamon extract standardized to contain more than 8% A2-type proanthocyanidins (PACs) inhibited the adhesion of Escherichia coli. The effect observed was dependent on the dose of PACs. Tests carried out in combination with a cranberry extract have shown a synergistic effect between the two extracts combined in certain proportions. These results suggest that cinnamon may be useful in the management of urinary tract infections.

vrijdag, november 08, 2019

Ricinus communis (kruisboom of wonderboom)

Ricinus communis bevat giftige toxalbumines (zogenaamde lectines, waarvan ricine de voornaamste is in alle plantendelen. De zaden zijn de giftigste onderdelen van de plant. Uit de zaden wordt echter ‘wonderolie’ gewonnen. Omdat ricine achterblijft in de eiwitpulp die overblijft na het uitpersen van de zaden bevat wonderolie geen ricine. Wonderolie is hierdoor vrijwel niet giftig, maar werkt in doseringen van 10 gram of meer laxerend.

Ricine kan de eiwitsynthese stilleggen, waardoor cellen hun functie niet meer goed kunnen uitvoeren en/of celdood intreedt. Ricine kan zo een necrotiserende werking hebben op maag- en darmslijmvlies, lever, nieren, milt en het lymfatische systeem. De acute toxiciteitsgegevens voor Ricinus communis gelden voornamelijk de zaden en ricine. Fatale doses variërend van één tot zes zaden voor een kind en één tot twintig zaden voor een volwassene zijn gerapporteerd. In de literatuur worden diverse gevallen van vergiftiging met Ricinus communis beschreven waarbij acute en (sub)chronische toxiciteit optreedt in meerdere organen. Dit kan leiden tot dodelijke intoxicatie.

Gebruik in de volksgeneeskunde

Alle plantendelen van Ricinus communis kennen wereldwijd vele toepassingen in de volksgeneeskunde. De zaden worden gebruikt voor het afvoeren van wormen in de ingewanden en ook voor geboortebeperking. De zaden worden samen met de bladeren verpulverd en gebruikt in kompressen voor diverse huidaandoeningen, hoofdpijn en oorontsteking. De anti-microbiële activiteit van de zaden zou de werkzaamheid (behalve bij hoofdpijn) kunnen verklaren. Het gebruik van de zaden wordt vanwege de aanwezigheid van ricine voor elke toepassing afgeraden.
De olie uit Ricinus communis wordt uitwendig gebruikt bij bindvliesontsteking en bij vervuiling in het oog. Met olie doordrenkte tampons worden gebruikt bij gonorroe en bij sterke afscheiding. Wonderolie wordt vnl gebruikt als laxeermiddel bij kortdurende behandelingen van obstipatie. Hierbij wordt een dosis van 10-60 ml voor volwassenen aangegeven

De olie wordt, vaak in combinatie met een aftreksel van de bladeren van Ricinus communis, gebruikt bij huidaandoeningen, verbrandingen, reuma, gewrichtspijn, spit, pijn in de heup, hoofdpijn,
waterzucht, bloedstuwing en als menstruatie bevorderend middel. Ook wordt de olie toegepast als oordruppels bij oorontsteking of gehoorproblemen. De effectiviteit van de olie van Ricinus communis bij deze toepassingen is echter niet aangetoond.
  • Anonymous (2007) Final report on the safety assessment of Ricinus Communis (castor) seed oil, hydrogenated castor oil, glyceryl ricinoleate, glyceryl ricinoleate SE, ricinoleic acid, potassium ricinoleate, sodium ricinoleate, zinc ricinoleate, cetyl ricinoleate, ethyl ricinoleate, glycol ricinoleate, isopropyl ricinoleate, methyl ricinoleate and octyldodecyl ricinoleate. Int. J. Toxicol., 26, 31-77. 149 NTP (1992) 
  • Toxicity studies of castor oil (CAS No. 8001-79-4) in F344 rats and B6C3F1 mice (dose feedstudies), NTP TOX 12 NIH publication no. 92-3131. Via internet: http://ntp.niehs.nih.gov/ntp/htdocs/ST_rpts/tox012.pdf.