Posts tonen met het label mythologie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label mythologie. Alle posts tonen

donderdag, januari 04, 2024

Klimop, de mythische klimmer

Klimop, in onze tijd een gewone, wat woekerende grondbedekker, was ooit een plant met spirituele betekenis. Hoe kunnen planten door de eeuwen heen zo totaal verschillende betekenissen krijgen?

In de Oudheid was de klimop toegewijd aan Donar en aan Bacchus. Beide goden hanteerden de bliksem als bewijs van manlijke kracht. Bacchus draagt een klimoprank om het hoofd  Bij de Litouwers heet de klimop Perkunas naar de god van de donder- en bliksemgod Pehrkon. Ook Alexander de Grote kroonde zichzelf met klimop bij de terugkeer van zijn tocht naar Indië. Trouwens veel meer goden en andere mannetjesputters lijken klimop wel als symbool voor hun macht en kracht beschouwd te hebben.

Klimop, mythologische krans

Volgens de mythologie zou de klimop dan ook goddelijke vermogens, in de eerste plaats die van helderziendheid en profetie, aan de mens verschaffen. Wie een krans van klimop droeg, kon de heksen herkennen, zegt het middeleeuws volksgeloof. Het is ook merkwaardig, dat de klimop zo vaak voorkomt in gezelschap van de wijnstok, bij Bac­chus, en bij alle gelegenheden waar wijn gedronken wordt. Boven de herbergdeur hing in vroeger tijden een klimoprank of een eikentak. Men beweerde dat klimop de drinker tegen dronkenschap beschermde, zij maakte de wijn onschuldig.

De klimop was ook een zinnebeeld voor de liefde, de omhelzende, alhoewel je het ook als verstikkende kan beschouwen! Vooral in Engeland is de altijd groene Ivy zeer geliefd geweest. Een middeleeuws vers, waarschijnlijk gezon­gen onder het versieren met klimop, is een duidelijk bewijs van de vermenging van heidense natuurliefde met Latijns kerkgezang:

The most worthye she is in towne;
He that seyth other, do amysse;
And worthy to bere the crowne;
Veni, coronaberis.
Ivy is soft and melk off speech,
Ageynst all balt she is blysse;

Klimop geneeskrachtig
In vroegere tijden werd klimop dan ook veel meer dan nu in de genees­kunde gebruikt. Hildegard von Bingen noemt de rechtopstaande soort goed voor de milt. Verder gaf men toen thee, tinctuur en poeder van de bladeren tegen allerlei kwalen, als catarrh, rachitis, voetjicht, TBC, geelzucht, waterzucht, enz.
Tegenwoordig vertrouwt men het sap niet meer en gebruikt de klimop alleen nog voor uitwendige be­handelingen. Het afkooksel van de bladeren b.v. tegen hoofduitslag en -ongedierte, brandwonden en zweren. Een oud volksmiddel tegen ekster­ogen is een in azijn gedrenkt klimopblad. Gekneusde bladeren trekken het etter uit zweren.

Klimop bij Dodoens
Ook Dodoens adviseerde in de 16de eeuw klimop toch vooral ook voor uitwendig gebruik, bij verwondingen, tegen brandwonden maar ook als sap om door de neus op te snuiven of in het oor te druppelen. Tsap van den bladeren ende dijsghelijcx oock van den vruchten/ duer die nuese opghehaelt/ suyvert die herssenen/ ende treckt daer uut/ duer den nuese/ die taeye fluymen ende andere couwe vochticheden daer die herssenen mede verladen sijn. Dus meer als slijmoplossend middel; dit gebruik voor de luchtwegen is wetenschappelijk wel aangetoond.
Dat zuiveren van de hersenen klinkt voor ons wel bijzonder vreemd. In de 16de eeuw en ook nog lang nadien ging men er vanuit dat het opsnuiven van kruiden, denk maar aan de snuifdoos, de hersenen kon prikkelen. Mogelijk heeft het ook te maken met een diepere ademhaling en een betere zuurstofvoorziening.

Klimop in 2 gedaanten
Een merkwaardigheid van klimop als plant is haar dubbele gedaante: de vorm die met hechtwortels tegen huizen en bomen opkruipt, heeft drie ­tot vijflobbige bladeren. Die van de bloeiende takken zijn eirond met 'n puntje, terwijl een stek van zo'n tak een struik met alleen eironde bladeren voortbrengt.
Klimop, Hedera helix. Een plant die groen blijft, bloeit in de winter, tegen andere planten opgroeit en van gedaante kan veranderen, zo een plant moet wel tot de menselijke verbeelding spreken. Het is dan ook niet te verwonderen dat klimop door de eeuwen heen als een mythische plant werd beschouwd.

zaterdag, mei 14, 2022

Zoetgeurende wilde judaspenning

Wilde judaspenning / Lunaria rediviva. Ik vond ze vandaag volop in de Lessevallei in het natuurpartk van Furfooz. Welriekende Judaspenning wordt ze ook wel genoemd deze geurende, vaste vorm van judaspenning. Rediviva komt van het Latijn redi = opnieuw en vivus = levend dit in tegenstelling tot de 2-jarige tuinjudaspenning (Lunaria annua). Judaspenning is waardplant voor het Oranjetipje.

De zaden van deze koude kiemer moeten eerst vocht op kunnen nemen in een warme periode (2 tot 5 weken). Daarna doorbreekt een periode van kou (tussen +5 tot -5 °C) de kiemrust. Hoe lang zo´n periode moet zijn is per soort verschillend. Temperaturen lager dan -5 °C verlengen de periode omdat dan het proces stil staat. De natuurlijke winteromstandigheden zijn meestal het meest effectief voor het doorbreken van de kiemrustperiode.

De zaaddozen in het vroege najaar, lijken op geldstukken, en verklaren de ene helft van de naam voor judaspenning. De andere helft van de naam komt van de legende dat Judas Iskariot, toen hij Jezus verraadde, de dertig zilverlingen die hij daarvoor als beloning had gekregen, weggooide. Op de plek van de zilverlingen groeide vervolgens de judaspenning. De Latijnse naam Lunaria betekent maanvormig. Luna (maan) en arius (vormend). De bloemen verspreiden een fijne, zoete geur, vooral aan het begin van de avond. Een geur die enigszins lijkt op de geur van het Maarts viooltje.

Dodonaeus schrijft

Dodonaeus  in zijn Cruydt Boeck schrijft ‘De Brabanders noemen het penninck-bloemen naar de gedaante van de hauwtjes daar het zaad in steekt die op een zilveren penning schijnen te lijken’. Zo was het gebruik vroeger.  ‘Om de maandstonden en de urine te verwekken: Neem van het zaad een vierendeel lood, als het fijn gestampt is geef het met enig goed nat in. Brunfelsus.

Vele alchimisten en andere onderzoekers van de verholen kunsten hebben dit kruid zeer gezocht en gebruikt en hoopten daarmee enige wonderwerken uit te richten zoals ze meestal plegen met alle andere soorten van kruiden die de naam Lunaria of maankruid voeren want sommige er van gebruiken het zaad van dit kruid wat door de velletjes van de platte penningvormige hauwtjes te zien is,  sommige gebruiken alleen het middelste velletje wat zilverkleurig is en eerder op het maagdenperkament dan enig deel van een kruid schijnt te wezen want ze geloven dat die zeer geschikt zijn om hun zegels van Mars en ander dolende sterren te maken waarmee ze vreemde kunsten hopen te doen. Maar deze zullen we bij hun goeddunken laten en schrijven niets anders dan hetgeen ons wel bekend is en door lengte van tijd en lang gebruik van de oude en nieuwe meesters waar bevonden is geweest’.

Culpeper vermeldt dat het een kruid is die onder de Maan is. Opmerkelijk is nog een stuk bijgeloof: “Ze laat de hoefijzers van paarden afvallen en werd zo unshoe the horse genoemd. ‘Men kan erom lachen’, zegt hij, “but I have heard commanders say that on White Down, in Devonshire, there were found thirty horse-shoes, pulled of from the Earl of Essex’s horses, many of them being newly shod, and no reason known, unshoe the horse genoemd”.

zondag, februari 02, 2020

De hazelaar bloeit. Mythologie van de hazelaar.

Het woord hazelaar ('hazel') komt van het Angelsaksische 'haesl' dat oorspronkelijk een autoriteitsstaf (maarschalksstaf) betekende. Wie hazelnoten eet verkrijgt dichterlijke en profetische krachten. In de vroeg-lerse literatuur wordt hazelaars-medem('hazelmead') genoemd als een potent brouwsel met geestverruimende werking. Een bekende Ierse legende vertelt van de negen hazelaars die over de bron van Connla hingen en tegelijkertijd bloeiden en noten gaven. De zalm Fintan die in de bron rondzwom, at de noten op die erin vielen. Op deze manier werd Fintan de volledige wijsheid en inspiratie deelachtig die opgeslagen is in de hazelnoot.

De archetypische hazelaar, de Keltische boom van de Wijsheid, is een typische druïdenboom en omvat vele talenten: de kracht van bemiddeling, consultatie, waarzegging en poëzie. In Engeland werden tot in de zeventiende eeuw gevorkte hazelaartakken voor het wichelroedelopen en waarzeggen gebruikt. In de Noorse mythologie was de hazelaar ook de boom van de wijsheid en als zodanig aan de dondergod Thor gewijd. Bij de Romeinen was de hazelaar de heilige boom van de god van de intelligentie en handel Mercurius (bij de Grieken Hermes genaamd). Aan de takken van de hazelaar werden ook zienerskrachten toegeschreven.