Posts tonen met het label bijvoet. Alle posts tonen
Posts tonen met het label bijvoet. Alle posts tonen

vrijdag, februari 16, 2024

Bijvoet, een plant met een verleden


Wie kent hem nog, onze Bijvoet? Armzalig en vergeten, groeit hij langs wegen en op braakliggende terreinen tussen hondenstront, plastic afval en vettige frietzakken. Deze zwerver onder de planten, met de naam van een godin, had ooit een grootse, eerbiedwaardige reputatie als magisch middel tegen zwarte ziekten zoals hysterie en epilepsie. Hoe is hij zo laag kunnen vallen? Een geschiedenis.

Bijvoet, Dioskorides en Plinius
Artemisia, werd in de nobele Oudheid al vernoemd bij de oervader van de kruidengeneeskunde Pedanios Dioskorides en dan in de eerste plaats als gynaecologisch middel. Ook Plinius bericht in zijn „Historia naturalis" dat de Artemisia in het bijzonder vrouwenziekten geneest en dat de naam mogelijk van koningin Artemisia, de gemalin van koning Mausolus van Karië, afkomstig is. Toch, zegt Plinius verder, vele leiden den naam af van Artemis Eileithyia, in de Grieksche mythologie de godin der geboorten, die door de in barensnood verkerende vrouwen werd aangeroepen.

Van dezelfden Plinius stamt het aloude volksgeloof, dat bij mensen, die de plant aan de voeten bonden of in hun schoenen droegen, dus bij-de-voet, onvermoeibaar zouden worden. Dit gebruik vinden we nu nog steeds terug. Al zullen blaadjes bijvoet in je schoen eerder blaren veroorzaken, lijkt mij. Volgens vele etymologen is de naam bijvoet een verbastering van het Duitsche Beifusz uit het middel-Hoogduitsche Biboz, dat verwant is met Anaboz, Ambosy of aanbeeld en af te leiden is uit een oud-Germaans werkwoord bautan, is stooten, dat wat als kruiderij bij de spijzen gestampt wordt. Kun je nog volgen?

In de vroegere geneeskunde werd bijvoet dus bijna uitsluitend als gynaecologisch middel gebruikt. Zo zegt onze Rembert Dodoens „Medicyn van der stadt van Mechelen" in zijn kruidenboek (1554): Arthemisia in water ghesoden (getrokken) es seer goet den vrouwen / om daer over oft in te sittene in een bat oft sweet-cuype / want in dier manierden ghebruyckt / zoo doetet den vrouwen huer natuerlycke cranckheyt weder comen / ende drijft af die secundine ende die doode vruchten.

Bijgeloof, geloof en verhalen, wat is hun waarde?
Vroeger speelde de bijvoet een belangrijke rol in het volksgeloof. In verschillende oude kruidenboeken vindt men dan ook allerlei sterke verhalen, die voor een groot gedeelte reeds bij Plinius werden beschreven. Bijvoet behoorde tot die planten, die vooral op St. Jansdag, 24 Juni geplukt moest worden, omdat zij dan bovennatuurlijke toverkrachten en buitengewone geneeskrachten bezaten. Boeketten van op Sint Jansdag verzamelde bijvoet en andere kruiden, de zogenaamde kruidwissen, werden vroeger veel in de huizen en in de stallen opgehangen ter beveiliging en tegen betovering.

Wanneer men op St. Jansdag 's middags klokslag 12 uur een bijvoetplant uitgraaft, zal men dikwijls onder den wortel „een brandende kool" vinden; die helaas verdwijnt na de 12de klokslag. Wanneer je de kool snel, onder het grootste stilzwijgen, wegneemt, kan die vele ziekten genezen. In het bijzonder werden de vierdaagsche koorts en ‘de zware nood’ of epilepsie genoemd, dus ziekten, die volgens het volksgeloof met toverij verband hielden.

Zeer geheimzinnig klinkt ook het verhaal van Reinsberg Dürinsfeld uit Bohemen die in de „Festkalender 1861" over bijvoet vermeldt: Gaat men op Goeden Vrijdag onder diep stilzwijgen, en „achteruit loopend" naar een plaats toe, waar een bijvoetplant staat, dan zal men onder den uitgegraven wortel dikwijls een zwart wormpje vinden, dat men in een flesje moet doen en zorgvuldig moet bewaren. Nu mag de bezitter negen dagen lang niet bidden noch zich wassen; ook moet hij iedere dag bij het middagmaal een stuk brood onder tafel werpen, anders wordt het wormpje boos en is alle moeite tevergeefs. Is alles behoorlijk geschied, dan begint het wormpje te spreken en door zijn bemiddeling verkrijgt de gelukkige bezitter dan alles wat hij verlangt. De enige voorwaarde daarbij is, dat je het geld, dat je dagelijks ontvangt helemaal moet opmaken.

Volgens een sage kon vroeger een ieder, met behulp van bijvoetstengels zien, wanneer hij sterven moest. Om dat te weten, stak een man een aantal bijvoetstengels rondom in de aarde. Dat zag de Schepper en zeide: „Die kring van stengels zal niet lang blijven staan." Toen antwoordde de man: „Dat weet ik, maar zoolang ik leef, zullen die stengels rechtop blijven staan." Toen vroeg God wederom: „Hoe lang is dat dan?" En de man zeide: „Over drie dagen ben ik dood, en zoo lang kunnen de stengels zich nog houden, daarna zullen zij omvallen." Dit drieste antwoord ergerde God en hij sprak: „Van stonde af aan, zal geen mensch meer weten, hoe lang hij leeft."

Wat is de betekenis van die vreemde verhalen? Moeten we ze voor waarheid aannemen? Hebben ze een symbolische of geheime betekenis? Was het een manier om de gebruikswaarde van de plant makkelijker te onthouden? Of waren de mensen toen gewoon dom?

Verwarrende en andere volksnamen
De oude volksnamen voor Bijvoet zoals Sint Jansbloem en St. Janskruid zowel als het Duitsche Johanniskraut en Sonnenwendgürtel, houden natuurlijk verband met de betrekking, die er bestaat tussen de plant en Sint Jansdag, maar deze namen veroorzaken ook nu nog steeds verwarring met het echte Sint-janskruid, Hypericum perforatum.

Het Oud-Duitsche Flêgenkrat, Flaienkraut, doelt op het gebruik van de plant om vliegen te vangen. Het verhaal: Op een bosje bijvoetkruid, dat in de kamer wordt opgehangen, zetten zich 's avonds grote hoeveelheden vliegen neer. Trek je daar snel een zak overheen, dan zijn de vliegen gevangen en kunnen gemakkelijk gedood worden.

In het Engelse mugwort is volgens Prior, "On the popular names of British plants" 1879, het eerste gedeelte "mug" een verbastering van het oud-Engelsche mough, mot, wat dan weer verwijst naar de mottenverdrijvende werking van bijvoet. Reeds Dioscorides schreef in zijn Materia medica,uit de1ste eeuw na Christus, dat een Artemisiasoort, waarschijnlijk Artemisia absinthium, in de kast opgehangen, de kleding tegen motten beschermde.

Bijvoet tegen epilepsie
In de 19de en 20ste eeuw werd, vooral de wortel van Bijvoet nog steeds in de officiële geneeskunde gebruikt. In de tweede uitgave van de Nederlandse Farmacopee kwam Radix Artemisiae voor de laatste maal voor. Toen gold hij als een specifiek middel tegen epilepsie, vooral voor lichte gevallen, wanneer de toevallen in de puberteitsjaren en dan nog alleen overdag voorkwamen. Zo leest men in het Repertorium voor Geneeskundige Praktijk van Dr. Kerbert (1863): Radix Artemisiae is uitstekend tegen epilepsie, vooral epilepsie diurna der kinderen en bij andere chronische zenuwstoornissen.

Bijvoet blijft, ondanks alles, nog steeds welig langs wegranden groeien, zal hij nog ooit zijn reputatie uit het verleden terug krijgen of blijft hij voor altijd vergeten?

vrijdag, juli 23, 2021

Kruidwis

Morgen het moment van het jaar om een kruidwis te maken. Stevige grote bloeiende planten staan nu op hun best om die rituele boeketten samen te stellen. Bijvoet en boerenwormkruid staan voorop, bloeiend sint-janskruid kan nog net geoogst worden, verder is er duizendblad en de stevige toortssoorten die rechtop en geel bloeiend de kruidwis body en glans geven. Kaasjeskruid, moerasspirea en echte valeriaan kunnen er ook bij en als bij wonder verschijnen er het laatste jaar weer bloeiende alanten in de wegberm. Morgen mijn ritueel moment.

Kruidwis voor onze tijd

De rituele planten zijn dikwijls hele gewone, veel voorkomende onkruiden, die vooral op een symbolische manier gebruikt werden, bijvoorbeeld in de vorm van een kruidwis, een boeket bloemen zou je kunnen zeggen of als amulet. Er werd op een bepaalde tijd van het jaar (zomerzonnewende) verschillende planten geplukt en in de woning opgehangen om het huis te beschermen. Deze boeketten werden kruidwissen genoemd, ook negenderhande of vijftienderhande kruiden naargelang de samenstelling van het boeket. De Kruidwis was en is (?) het ritueel boeket bij uitstek.

De kruidwis werd gebruikt als geluksbrenger, tegen blikseminslag en om boze geesten of de duivel te weren. De kruidwis werd opgehangen boven de deur, tegen de poort gespijkerd, verbrand, in het vuur geworpen (offervuur) of als wijwater gebruikt. Al de kruidwissen werden ook gezegend, zoals nu nog gebeurt met de Buxus op Palmzondag in de palmprocessie van Hoegaarden. Zouden we zo de heidense rituelen verchristelijkt hebben? Ook een soort duivelsuitdrijving! De kruidwis zou ook in onze tijd nog gebruikt kunnen worden om bijvoorbeeld betekenis te geven aan een verjaardag, huwelijk of geboorte. Een boeket bloemen meebrengen op een feest is, in zekere zin, nog een flauw afkooksel van de echte kruidwis. Zou het niet mooi zijn om ook aan al die planten en bloemen opnieuw een spirituele betekenis te geven.

https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/30603-kruidwis-rituele-planten-en-hun-betekenis.html

donderdag, juni 04, 2020

Een bijzondere bijvoet. Het moxakruid.

Jaren geleden,op bezoek bij de kruidenkwekerij Rühlemann's Kräuter und Duftpflanzen in het Duitse Horstedt vonden we tussen de vele exclusieve planten ook de ordinaire beifuss, niks anders dan onze inheemse bijvoet, Artemisia vulgaris, maar dan wel onder de naam Moxakraut. Na even aan de plant gesnuffeld te hebben kwamen we tot de conclusie dat de geur aromatischer en de kleur veel grijzer was, dan onze gewone bijvoet. Blijkbaar een variëteit van de gewone bijvoet door de eeuwen geselecteerd om als brandkruid (moxa) te dienen om acupunctuurpunten te verwarmen. Dus bij Ruehlemann een moxakruid gekocht en..... deze Artemisia volgt ons nu al zowat 20 jaar in België, in de Franse Drôme en Bretagne. Het is een sterke plant, goed te vermeerderen met stukjes wortel en is interessant om bvb smudgesticks te maken.

En onze inheemse bijvoet? Zeker wel een interessante plant, alleen al de verklaringen over zijn naam spreken tot de verbeelding.
Bijvoet, Duits Beifuss, bij de voet dus, werd vroeger als middel tegen vermoeidheid bij de voeten gelegd, of in de schoenen gestopt en maakte daardoor de voeten onvermoeibaar. Zo zegt Plinius al dat een reiziger geen vermoeidheid (artemes) zal voelen als hij een takje van bivot in zijn schoenen legt. Volgens hem zouden de Romeinse soldaten de weg naar Zwitserland snel hebben afgelegd omdat ze bijvoet in hun sandalen droegen. De Griekse naam Artemisia wordt overigens door sommigen afgeleid van artemes, ‘fris’ of ‘gezond’, want de wandelaar die bijvoet draagt blijft onvermoeid. Het vermoeidheidsgevoel zou ontstaan door het warm worden van onze voeten. De bijvoetbladeren bevatten een vluchtige olie die, als deze met warme voeten in aanraking komt, verdampt en zo de warmte afvoert, een soort eau de cologne. Het geloof dat men op reis niet vermoeid werd als men de plant aan het been bond, heeft mogelijk bijgedragen tot de vervorming van het Midden-Nederlands biuot tot bivoet en tenslotte tot bijvoet. Engelse mug wort en Franse herbe de Saint-Jean.

https://www.kraeuter-und-duftpflanzen.de/pdf/Ruehlemanns-Kraeuterkatalog-2019.pdf
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/artemisia-vulgaris-bijvoet-mugwort