Juist nu, in de winter, glimt de fluogroene gouwe ons triomfantelijk toe. De tere blaadjes kunnen, dank zij zijn oranje anti-vriessap koude en vorst de baas. Deze Chelidonium majus spreekt dan ook al duizenden jaren tot de verbeelding van de mensen.
wortel stinkende gouwe |
Chelidonium tegen geelzucht
In oude kruidenboeken werd de plant uitgebreid geëerd. Hieronymus Bock beveelt het kruid aan voor een verstopte lever en tegen geelzucht, uitwendig als wondkruid en voor het versterken van de ogen. Door de gele kleur van bloemen en sap onthult de plant, volgens de signatuurleer, zijn werkzaamheid tegen geelzucht. Zo beval Dioscorides de wortel samen met anijszaad getrokken in wijn reeds aan tegen geelzucht. Een gebruik dat je in vele culturen terug vindt. Voor het verdrijven van deze kwaal was het blijkbaar genoeg om de blaadjes in je schoenen te steken. Ook blaadjes in pannenkoeken verwerkt konden helpen. Een bevreemdend behandelvoorschrift uit Beieren, naait 9 gouwewortels met gewijde wasstok in een zakje en hangt dat op het blote lijf tussen de schouderbladen. Elke dag bidt men dan zoveel Onze Vaders als er wortels in het zakje zitten, na 9 dagen gooit men het zakje over zijn schouders in het water en......de geelzucht is verdwenen Verchristelijken van oude rituelen waren de manier om 'heidense' gebruiken uit te roeien.
Goudgeel sap voor de alchemisten
Op grond van het goudgele, oranje melksap vermoedden de alchemisten dat de plant goud bevatte. Ze geloofden dat het sap alle vier oerelementen, aarde, water, vuur en lucht bevatte, waardoor ze met de plant in staat zouden zijn om goud te maken. De alchemisten gaven daardoor het woord chelidonium een nieuwe betekenis. Coeli donum, geschenk van de hemel. Lobelius beschrijft dan ook een magisch alchemistenrecept. Grote gouwe met bloemen, wortels, stelen en bladeren tezamen klein gestampt als pap en in een glas gedaan wordt een maand lang in paardenmest te rotten gesteld, daarna wordt de gehele vochtigheid in gedistilleerd totdat de mest geheel droog is, die wordt tot poeder gestampt en met het afgetrokken water overgoten en weer dertig dagen als tevoren in paardenmest gesteld, daarna wordt het weer gedistilleerd op hete as en dan wordt het water van de olie gescheiden die de alchimisten de echte essentie van de grote gouwe of celidonie noemen. Uit de mest die tot as gebracht is wordt het zout met het water uitgetrokken en alzo worden de drie beginsels van Paracelsus gemaakt die van de alchimisten zeer geprezen worden.
In het toverboek dat ten onrechte aan Albertus Magnus werd toegeschreven, vinden we nog meer merkwaardige toepassingen van de stinkende gouwe. De wortel samen met een mollenhart als amulet gedragen zou een eind aan oorlog en geweld maken en de drager zelf veel geluk brengen. Het lot van een zieke kom men voorspellen, door dit amulet op het hoofd van de zieke te leggen. Begon de zieke te zingen, dan zou hij sterven; begon de zieke te huilen, dan bleef hij in leven.
Stinkende gouw tegen wratten
Dé toepassing van stinkende gouwe door de eeuwen heen is toch wel zijn gebruik tegen wratten. In het Duitse Argau moest men daarvoor de plant op het kerkhof plukken. In andere streken diende men het sap op de wrat te wrijven tijdens...een teraardebestelling. Of men mocht niet meer naar de wrat kijken na het aanstippen. Belangrijk was vaak ook dat de behandeling werd uitgevoerd tijdens afnemende maan. Aanstippen was ook nu blijkbaar niet genoeg, een bijkomend ritueel was noodzakelijk. Ook nu wordt de plant en zijn oranje melksap nog gebruikt om wratten te verwijderen.