Posts tonen met het label Duizendguldenkruid. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Duizendguldenkruid. Alle posts tonen

zondag, februari 25, 2024

Wild wandelen in Hoegaarden. Holle wegen alsof de aarde je omarmt.


Wild weer met wolken in de wind maar ik warm me op aan mooie mensen en wilde woorden. We dalen de berg af richting Nerm, jeugdherinneringen overal.... gerestaureerd huis in Gobertangesteen waar bijna een eeuw geleden een 'cinemazaal' gehuisvest was en zomaar brand uitbrak, kermis waar ik als stoere vijftienjarige mijn zusjes moest verdedigen tegen zatte onverlaten, maar ook mooie herinneringen feesten, trouwpartijen, het roken van mijn eerste en zoals later bleek ook mijn laatste sigaret. 
Maar.... we wandelen, wandelen het dorp uit richting Hauthem de holle wegen in. Holle wegen alsof de aarde je omarmt. Het domein van onooglijke plantjes. Speenkruid de voorjaarsbode, nog net niet in bloei en de glimmende blaadjes zijn nu goed eetbaar, al begin ik steeds meer moeite te krijgen om levende plantenwezens zomaar op te eten. Kraailook, de vroege bieslook met een vleugje looksmaak, het nagelkruid met zijn wortelgeheim.  Allemaal heel algemene, veel voorkomende planten en daar hou ik van, planten die concurreren met de woekerende mens en planten die ons veel te bieden hebben. 

De eerste holle weg uitkomend, de open vlakte en de wilde wolken beleven, in en uit ademen, dan is het alsof we opnieuw geboren worden en als we dan ook nog één zeldzaam duizendguldenkruidje tegenkomen dan kan onze dag niet meer stuk. Allemaal in aanbidding voor dat heilig plantenrozetje.


Over het duizendguldenkruid.  Een oude naam uit de apothekersboeken is Fel terrae of‘ Eertgalle’, naar de bittere en galachtige smaak. De plant is een van de bitterste geneeskruiden, hij hoort bij de zogenaamde amara pura samen met zijn familielid de Gele gentiaan. Deze planten zijn vooral eetlustopwekkend, spijsverteringbevorderend en leverstimulerend, ze worden nu dus vooral gebruikt bij gebrek aan eetlust, anorexie, en in het algemeen om aan te sterken, vroeger voor bleekzuchtige magere kinderen die geen eetlust hadden. De prettigste en de meest efficiënte manier om bitterstofplanten te gebruiken is als aperitivum, gewoon Duizendguldenkruid met bvb Anijs laten trekken in alcohol van ongeveer 45 %, eventueel wat suiker of andere zoetstoffen toevoegen en van dit drankje voor het lekkere en voor de gezondheid van maag en darm dagelijks een klein glaasje drinken.

donderdag, juli 03, 2014

Geneeskrachtige border

Wild werken in onze Bretoense tuin. Bijna 2 maand weg geweest. De planten in de nieuw aangelegde border waren flink gegroeid. Stevige engelwortels krachtig in blad, veel glimmend groene bladeren van de wede, bijna klaar om te oogsten, kaasjeskruid, ooievaarsbek en hartgespan in volle bloei. De planten snoepen van de verse voedselrijke grond, ze snoepen zelfs iets te veel waardoor ze te groot worden en dreigen om te vallen. Gelukkig staan ze dicht bij mekaar, en geven zo mekaar wat steun, want stokken en stellingen plaatsen om de planten te ondersteunen vind ik lelijk en filosofisch ook niet verantwoord.

Opvallend toch hoe veel wilde planten, vertroeteld door de mens juist beter groeien. Bekijk de valeriaan maar, glimmend blad en stevig stengel met aan het uiteinde witte bloei en daarna tintelende zaadpluisjes. Of het duizendguldenkruid, minirosetten die ik in het voorjaar uit een akker gered heb en die nu in mijn border 40 cm hoog fleurig roze staan te bloeien.

Niet dat groter en glimmender altijd beter is, maar gezond zien ze er in elk geval wel uit. Ook de geur van de valeriaan en de bittere smaak van duizendguldenkruid blijken volledig in orde te zijn en dat is toch ook een norm voor de kwaliteit van deze geneeskrachtige kruiden.
Het duizendguldenkruid oogst ik normaal pas in augustus, de hele bovengrondse bloeiende plant, dit jaar kan ik dat nu al doen.
In de oude apothekersboeken werd duizendguldenkruid Fel terrae of 'Eertgalle', genoemd naar de bittere, galachtige smaak. De plant is een van de bitterste geneeskruiden, hij hoort bij de zogenaamde amara pura samen met een familielid de gele gentiaan. Deze planten zijn vooral eetlustopwekkend, spijsverteringbevorderend en leverstimulerend, ze worden vooral gebruikt bij gebrek aan eetlust, anorexie, en in het algemeen om aan te sterken, vroeger voor bleekzuchtige magere kinderen die geen eetlust hadden. De prettigste en de meest efficiënte manier om bitterstofplanten te gebruiken is als aperitivum, gewoon duizendguldenkruid met bvb anijs laten trekken in alcohol van ongeveer 45 %, eventueel wat suiker of andere zoetstoffen toevoegen en van dit drankje voor het lekkere en voor de gezondheid van maag en darm dagelijks een klein glaasje drinken. Dus, echt op je gezondheid!

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/36412-in-de-naam-van-duizendguldenkruid.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/centaurium-minus-duizendguldenkruid

woensdag, augustus 08, 2012

Duizendguldenkruid en anderen


Een aangename verrassing was het wel. Met de fiets in de ochtend terug naar het plekje, door mij genaamd 'heerlijk wilde akker', om wollige munt, heelblaadjes en andoorn te plukken. Bijna verdrinken in de overdaad van bloeiende planten, wat doet dat met een mens? En toch was het genot nog groter, toen ik later bij de brug over de Aulne, eerst één en dan nog één en dan meerdere bloeiende duizendguldenkruid plantjes ontdekte.


Lees ook http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/36412-in-de-naam-van-duizendguldenkruid.html

Over duizendguldenkruid in het Lehrbuch der Biologischen Heilmittel, Madaus, 1938.

Die ärztliche Anwendung des Tausendgüldenkrautes läßt sich bis zu den Hippokratikern (5. und 4. Jahrhundert v. Chr.) zurückverfolgen. Dioskurides empfiehlt es als Purgans, Emmenagogum, Augen- und Wundmittel. Ferner schreibt er von der Extraktbereitung: "Was nun die Saftgewinnung aus den trockenen Wurzeln und Kräutern betrifft, so wird dieselbe durch Kochen bewirkt wie beim Enzian; was den Saft der ausgepreßten frischen Rinde, Wurzel und Kräuter angeht, so wird er in der Sonne eingeengt." In wie hohem Ansehen die Pflanze als Wundmittel in der Antike stand, ist nach Plinius aus einem verbreiteten Glauben zu ersehen, nach dem sie geschnittenes Fleisch beim Kochen wieder verbinden könnte. Auch später im Mittelalter, z. B. bei Albertus Magnus, findet sich dieselbe Bemerkung: "et mirum narratur de ea, quod etiam, si coquatur cum carne incisa, quod conjungit eam." Die alten Gallier schätzten sie als Antidot.

Der gallische Volksmediziner Marcellus Empiricus (4. Jahrh. v. Chr.) erwähnt an vielen Stellen das "Centaureium", bringt aber meistens dieselbe Anwendungsweise wie die alten griechischen und römischen Ärzte. Nicht von Plinius übernommen dürfte wohl das folgende Rezept sein: "Die zerstoßene Erdgalle gib in ganz altem Wein dem Hüftkranken, der nüchtern sein und mit einem Fuße auf der Türschwelle stehen muß. Aber reiche den Heiltrank nicht in einem Glas." Weiter galt Centaurium als gutes Mittel gegen Leberverstopfung und Febris intermittens. Eine Pflanze "Centaurea", unter der vielleicht unser Tausendgüldenkraut zu verstehen ist, nennt auch die hl. Hildegard in ihrer Physika. L. Fuchs (16. Jahrhundert) bringt die erste gute Abbildung der Pflanze. H. Bock drückt die Wertschätzung, die das Tausendgüldenkraut genoß, folgendermaßen aus: "ist köstlich im Leib und auch eusserlich zu brauchen." Matthiolus empfiehlt es u. a. als Bleichmittel für die Haare.

Als volksmittel erfreut sich die Pflanze auch heute nicht nur in Deutschland, sondern auch in Rußland, besonders als Magenmittel, großer Beliebtheit. Ein Branntweinaufguß zusammen mit Hartheu (Hypericum perforatum) ist sehr geschätzt und fehlt im Gouvernement Kiew nie auf dem Tische der Dorfgeistlichen. In der Steiermark wird gegen skrofulöse Augenleiden 6 Wochen täglich ein Tee aus Nußblättern und Tausendgüldenkraut getrunken. Die Wendinnen trinken Tausendgüldenkrauttee gegen Amenorrhöe. Daß das Kraut häufig mit Blutungen in Verbindung gebracht wird, dürfte wohl mit der roten Farbe der Blüten zusammenhängen. Nach einer ostpreußischen Sage gehört das Tausendgüldenkraut zu den Pflanzen, deren Heilkraft ein Vogel gegen die Pest rühmte. Die Ungarn glauben, daß es gegen die Tollwut schütze. Wie viele andere rotblühende Pflanzen gilt es auch als dämonenabwehrendes Mittel.