Posts tonen met het label Frankrijk. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Frankrijk. Alle posts tonen

zaterdag, april 24, 2010

Frankrijk: op weg tussen Givet en Paladru





We rijden door een voorjaarslandschap en worden jubelend begeleid door frisse wilgenblaadjes, bruine kleverige en geurige populierknoppen, gele paardenbloemweilanden en scherpe pinksterbloemen. De motorhomist is nog steeds herborist.

Langs de Maasvallei naar Frankrijk (Givet, Revin..) maar uiteindelijk brengen we de nacht door in Nismes. Het plantenparadijsje in de Viroinval. Op een voor ons bekende plaats met heel veel planten in de rotsen rondom ons, alleen gaan we ze vanavond niet echt allemaal bezoeken. Ik wandel wel in de schemering via de ruine van de oude kerk naar boven, een klein stukje GR met een mooi zicht over Nismes. De voorjaarsflora die we onderweg al volop zagen, is hier ook aanwezig. Witbloeiende bosanemonen, nog wat bloeiend speenkruid, stinkende gouwe, pinksterbloem nu op zijn best, maar er is hier veel meer bijzondere kalkflora op de tiennes, wilde tijm, gamander, zonneroosjes en orchideeën. Merkwaardig is de ressurgence, de plaats waar L'eau noire uit de rotsen te voorschijn komt en direct een stroom van enkele meters breed vormt. Spijtig genoeg is deze plek wel volgebouwd met wat onduidelijke huizen en twee garageboxen. Het blijft moeilijk te begrijpen waarom zulke mooie plekken verpest worden met lelijke bouwsels.

Zaterdag 24 april Franse Ardennen
Afspraken in Le Hardoye en Besmont, op huizenbezoek in de Franse Ardennen. We slapen onder de kerktoren van Liart, niet direct een aanrader maar we moesten in de buurt zijn en kerkpleintjes zijn meestal vlakke, niet onaardige plaatsen om te overnachten. Alleen de plaatselijke jeugd met hun rituelen en de klokken van Rome met andere rituelen verstoren soms de rust. In dit geval hadden de plaatselijke inwoners een feestje in het zaaltje vlakbij en dat duurde tot zowat 4.15 in de ochtend. Dus...

Zondag 25 april dus
We picknicken net voor Arcy en Aube. In Arcy stoppen we regelmatig bij de Aube, een mooi plekje waar de gemeente vorig jaar zelfs een soort akkerkruidenberm had ingezaaid, het stond er toen vol met korenbloemen, klaprozen en bolderik. Nu reden we er zomaar voorbij, het was ook kermis en markt, dat kan wel prettig zijn, maar het was nu het moment niet om halt te houden

We rijden voorbij Signy, Rethel, Pauvres, Suippes om maar enkele curieuze namen te noemen. Interessanter word het voorbij Troyes, we nemen de D444 en willen als eindpunt voor vandaag Avallon bereiken. Rijden eerst door het woud van Amont, stoppen even, fotograferen gewoon paardenbloemen en ook kleine maagdepalm (moet ik dat hier in het Fôret d'Amont komen doen?) Enkele merkwaardige gebeeldhouwde stenen bewaken de ingang van het bos. Het dorpje verder is Chaource, het ziet er hier properder en mooier uit dan in de Franse Ardennen van de vorige dagen, geen voorraad vervallen landbouwmachines op het erf, geen chaos van bidonvilleachtige bouwsels, en zelfs een deftig loosplek voor motorhomes, aardig dorpje om ooit nog eens langs te komen. Mogelijk heeft het te maken met ietsje meer rijkdom, we naderen de Bourgognestreek. De volgende dorpjes oa Cussangy en Vallièrest zijn samengesteld uit boerderijtjes met een binnenkoer, die dwars langs de weg staan. De voordeur hangt dus op de binnenkoer. Het doet me wat denken aan mijn geboortedorp Hoegaarden. Leuk en ook wat jeugdsentiment.


Avond in Avallon. Prachtig geparkeerd onder de ontluikende lindebomen, alhoewel er ook nu weer op 'onze' slaapplaats, veel beweging van plaatselijke jongeren is. In principe boeiend om dit hanengedrag te bestuderen. Het aan en afrijden van auto's en brommers, het draaien en keren, het roepen en giechelen, het hoe dan ook met eigen mogelijkheden willen opvallen. In principe boeiend, als ze het maar niet te laat maken. En deze keer lijken ze net als ik met de kippen op stok te gaan. Voor mij was het na de vorige slapeloze nacht wel hard nodig.

Maandag 26 april Avallon
Ochtend in Avallon. De papiertjes, lege blikjes en colaflessen van de hangjongeren worden geduldig en handig door de Avallonse gemeentewerker met zijn mechanische arm opgeruimd. Wij duiken van uit Avallon met de motorhome even de Morvan in. Eerst een stukje vallei van Cousin, op zijn Ardeens hier, beekjes, nauwe valleitjes veel groen van ontluikende loofbomen en onderbegroeiing van daslook en grootbloemige muur al in bloei.... Op het plateau van de Morvan een grillig en toch gestructureerd heggenlandschap. We passeren Quarré de Bois en dan toch weer langs snellere wegen want willen nog steeds naar het Zuiden.
Op de middag picknicken we voorbij Tournus op de Aire du Bois Noir. Zoals gewoonlijk wil ik ook altijd de directe omgeving verkennen, ten minste wat plantengroei betreft. Natuurlijk staan hier ook de geijkte paardenbloemen te bloeien, maar tot mijn blijde verrassing vind ik hier in dit bosbiotoopje, weliswaar tussen de stront van de toeristen, zomaar de zeldzame Eenbes en nieuwe scheuten van de Spekwortel. Ik red enkele exemplaren van een gewisse strontdood. De plantjes moeten wel nog een dag en een nacht in den donkerte van een camperkoffer overnachten, maar dat moeten ze er maar voor over hebben om gered te worden. En ik weet ondertussen uit ervaring, dat ze morgen weer vrolijk en gezond te voorschijn zullen komen.

Lac de Paladru
Maar we moeten verder. In plaats van langs Valence, draaien we linksaf naar Grenoble en stranden uiteindelijk weer bij een vroegere slaapplaats aan het meer van Paladru. We verkennen de boorden van het meer en vinden zo een rustige plek bij de monding van een beek.
In dit seizoen is het idyllisch rustig hier. Het dorp op de punt van het meer noemt Charavinnes, niet echt een mooi dorp, wel wat chaletachtige bergbouwstijl, veel nog gesloten restaurants en cafés. Een groot Syndicat d'Initiative, voor de zomer zeker. Een kerk in baksteen en gedeeltelijk in ronde keien. Een kwaaie zwaan en 4 verdwaalde eendenjongen dobberend op het koude water. Zonsondergang over het meer en dan een bijna volle maan.

Info over Avallon en andere dorpen

  • Avallon, gelegen op een granieten rots, boven de vallei van Cousin en aan de poort van de Morvan, is een gemeente in het Franse departement Yonne. De gemeente telt zowat 8000 inwoners, die Avallonnais worden genoemd. In het stadje, geheel omgeven door wallen, bevinden zich verschillende historische gebouwen, waaronder de kloosterkerk van Saint Lazare, daterend uit het midden van de 12de eeuw, la tour de l'horloge.
  • Cussangy is een gemeente in de Champagne-Ardennenstreek en telt 200 inwoners. De plaats maakt deel uit van het arrondissement Troyes.
  • Chaource is een gemeente in de Champagne-Ardennen, heeft1100 inwoners. De plaats maakt deel uit van het arrondissement Troyes. Het dorp is enigszins bekend voor zijn kaas. De Chaourcekaas zou van origine een kloosterkaas zijn, afkomstig uit de cisterciënzer abdij van Pontigny, waarvan de monniken de kaasmakerij naar de boeren brachten. Er is ook een grote golfbaan la Cordelière met een oppervlakte van 50 hectaren aan de rand van het forêt d'Aumont.

Info Tamus communis / Spekwortel
Vaste klimplant, waarvan de wortel in Frankrijk gebruikt werd bij kneuzingen, o.a. als kompres tegen een 'blauw' oog. Vandaar zijn merkwaardige Franse naam Herbe aux femmes battus. L’herbe aux femmes battues est sans aucun doute le surnom le plus approprié du tamier puisque la première propriété thérapeutique du tamier fait disparaitre les bleus consécutifs aux coups, les contusions et autres ecchymoses. Pour cela, il convient de frotter le rhizome sur la zone meurtrie ou d’appliquer un cataplasme de racine cuite. D’ailleurs, bien des guérisseurs combattent les rhumatismes et la goutte grâce à des préparations et onguents à base de tamier (mélange de racine cuite avec du saindoux).
Des études ont confirmé les vertus anti-inflammatoires et analgésiques de l’extrait alcoolique de tamier. Dans le Sud-Ouest de la France, on mange les jeunes pousses de tamier comme des « asperges sauvages » qu’on appelle respounchous. Ce sont les seules parties de la plante qui ne soient pas toxiques. La cuisson fait disparaitre l’amertume très marquée.