Posts tonen met het label Bellegarde. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Bellegarde. Alle posts tonen

woensdag, juli 04, 2018

Herinnering aan Bellegarde


'ons' huis
Vitex voor het huis
Tijdens onze kruidenstage in de Franse Drôme bezoeken we ook nog eens het dorp Bellegarde. 
De plaats waar we verschillende jaren gewoond hebben.

Het huis en 'mijn' planten zijn er nog steeds. De monnikenpeper voor het huis groeit er goed in de warmte van de asfalt. Deze mythische plant trekt zich blijkbaar niks aan van uitlaatgassen en motorenherrie. Herinnering is hier alom aanwezig. We wandelen achter het huis de trap op naar de schamele resten van het oude dorp. Bloeiende bezembrem en bosjes wilde tijm geuren ons tegemoet. Boven zijn de resten van een lang geleden aangelegd labyrint nog net zichtbaar. We wandelen over de kam met zicht op de oude kruidentuin, plukken bloeiende wilde lavendel en via een geitenpad komen we in het gehucht Le Passol uit. De oude populieren met de hun geur van wierook heb ik hier leren waarderen. Terug in Bellegarde dalen we af in de verwildering van de kruidentuin. Veel planten zijn verdwenen maar de oude getrouwen alant, alsem, bonenkruid en muskaatsalie houden meer dan stand. We dompelen ons onder in de geur van heimwee, plukken wild om ons heen alsof we de hele tuin mee willen dragen en verlaten volgeladen van geur en geestkracht ons oude dorp. Het ga je goed Belle Garde.

In het oude dorp van Bellegarde

Over het oude gebruik van de monikkenpeper / Vitex agnus-castus

Het cultische gebruik van Vitex was in de antieke oudheid wijdverbreid. Zo bericht Pausanias" in de 2de eeuw over een aan Asklepios, de Griekse god van de geneeskunst, gewijde tempel waarin zich als zinnebeeld van de geneeskracht van de struik, een uit vitexhout vervaardigd godenbeeld bevond. Maar ook de medische toepassing ging met magische voorstellingen gepaard. Zo schrijft Dioscorides dat de takken, als men ze in de hand houdt, een bescherming vormen tegen aanvallen door wolven. Homerus noemt de struik lugos, wilgenteen en beschouwde hem eveneens als onheil bezwerend en als kuisheidssymbool. Volgens de Griekse mythologie werd de godin Hera onder een Agnus castusstruik geboren. Hera werd door het volk als 'hoedster van het huwelijk' vereerd.
De Vestaalse Maagden in Rome droegen twijgen van Vitex als kuisheidssymbool. De omstreeks 330 in Pergamum geboren Oribasius, de latere arts en vriend van keizer Julianus Apostata, voert in zijn omvangrijke werk Sunagogai iatrichai - Verzamelingen met een medische inhoud  "Agnifoliae semen" op onder de "officinale middelen".

Kuislam.
In de elfde eeuw ontwikkelde zich aan de hand van de Latijnse naam Agnus castus de Duitse benaming Keuschlamm (kuislam), die voor het eerst wordt aangetroffen bij Albertus Magnus. In de eerste Duitstalige Naturgeschichte van Konrad von Megenberg (14de eeuw), wordt de plant Kauschlamp genoemd. Andere volksnamen zijn: Keuschstrauch, kuischboom of kuisheidsplant in het Nederlands en chastetree in het Engels. De in de antieke oudheid heersende opvatting die tot uitdrukking kwam in het feest ter ere van Demeter werd door het christendom overgenomen. Zo werd bij de inkleding van novices de weg naar het klooster met bloemen van Agnus castus bestrooid, een gebruik dat thans nog in enkele streken van Italië in zwang schijnt te zijn. De naar peper geurende en smakende vruchten werden in Zuid-Europa als specerij gebruikt.

Monniken peper
Deze naam is een, op het eerste zicht contradictorische combinatie. Een peper voor de monniken, is dat niet stimulerend? Het wordt begrijpelijk als je de peperachtige smaak van de rijpe vruchten ervaart. De benamingen mönchspfeffer, mönchssamen en pfefferbaum wijzen duidelijk op het gebruik van de peperachtige vruchten in de kloosterkeuken. De in de vorige eeuw hier en daar gebruikelijke naam gewürzmülle slaat niet alleen op de kruidige zaden, maar ook op de witviltige takken en onderkant van de bladeren, die eruitzien alsof ze met meel  (mulle) bestoven zijn. De bladeren hebben eveneens een scherpe smaak en werden af en toe in plaats van hop bij het brouwen gebruikt.

donderdag, juli 06, 2017

Geschiedenis van lavendel

En nu we tijdens onze kruidenstage weer volop in de Franse lavendel zitten. Een uitgebreid verhaal over de geschiedenis van deze geurende plant.

Maurice in de lavendel
Bij Dioscorides was de algemeen gebruikte naam voor lavendel spica of aspic en dat lijkt dus eerder te verwijzen naar de spijklavendel Lavandula latifolia, ook Lavandula stoechas, de kuiflavendel werd reeds genoemd in zijn geschriften. Waarschijnlijk gebruikten zij een aftreksel of  maceraat in olie, gelijkend op andere geparfumeerde oliën in de oudheid. Het was dus mogelijk de Lavandula latifolia of Spijk die gebruikt werd, al is ook daar twijfel over. Een Oosterse plant die toen ook gebruikt werd was nl de Spikenard, Nard of Nardostachus. De bloemetjes van de Spijk werden gebruikt in het bad, als toiletwater en om op de grond te strooien. Dat was waarschijnlijk ook wel nodig om de onaangename geuren te bestrijden, en dat het tezelfdertijd ook een ontsmettend werking had, was meegenomen.

Plinius vermeldt ook de “Stoechas“ waarschijnlijk de kuiflavendel, en dat het de pijn in de heupen verlicht'  “Ischiadicos dolores et spinae levat agaricum potum...item stoechadis. Verder zou het  menstruatiebevorderend zijn, borstpijnen verlichten (astma?) en als anti-dote gebruikt worden.”Stoechas....menses ciet potu, pectoris dolores levat, antidotis quoque miscetur”. De echte lavendel, Lavandula angustifolia werd toen dus niet vernoemd


Eeuwen later schrijft de Engelse kruidkundige John Gerard.  "Het gedistilleerde water van lavendel, waarvan de geur wordt opgesnoven of waarmee de slapen en het voorhoofd worden natgemaakt, is verfrissend; voor hen die aan starzucht (catalepsie) lijden en voor hen met vallende ziekte, en die dikwijls flauwvallen... Het is van groot voordeel voor hen die verlamd zijn, als zij met het gedistilleerde water van de bloemen worden gewassen of ingewreven met de olie die van de bloemen wordt gemaakt en olijfolie, op dezelfde manier als rozenolie, wat zal worden uitgelegd in de verhandeling over rozen.'

En ook Parkinson gebruikte het blijkbaar uitbundig in het bad en om het linnen te parfumeren. In zijn Paradisi in sole paradisus terrestris, or a garden of all sorts of pleasant flowers, which ayre will permit to be nursed up, uit 1692 . "Lavendel wordt door ons bijna helemaal opgebruikt, om linnengoed te parfumeren, kleren, handschoenen en leer en de gedroogde bloemen om rustig te worden.....Dit wordt doorgaans samen met andere hete kruiden in baden gebruikt, in zalven of andere zaken die men neemt om kou te bestrijden.'

John Parkinson was arts en apotheker. Evenmin als Culpeper was hij het eens met de  kruidenkennis van zijn collega's, maar hij was blijkbaar een vriendelijk man, want het lag niet in zijn bedoeling 'doctoren te onderwijzen, maar om hun tot geheugensteun te zijn'.

Dodonaeus mag natuurlijk niet ontbreken in ons geschiedkundig overzichtje. Hij schrijft 'Lavender in wijn ghesoden ende gehdroncken lost die urine, verweckt die natuerlijcke cranckheyt der vrouwen ende iaecht die secondine ende doode vruchten  af.Die bloemen van Lavender alleen oft met Caneel, Noten ende Naghelen, ghenesen datcloppen van der herten ende die geelsucht ende sijn seer goet tseghen die popelsie ende tseghen die pijne ende swijmelinghen in thooft. Zy stercken dat hooft ende die lamme leden. Die Conserve van den bloemen met suycker ghemaeckt es oock tot den voorghescreven ghebreken seer goet tsmorghens een boon groot inghenomen.Water van Lavender bloemen ghedistilleert gheneest die lamme leden als zy daermedeghestreken ende ghewasschen worden.

En Culpeper als recht geaarde astroloog schrijft "Mercurius bezit dit kruid. Het wordt speciaal gebruikt bij klachten in het hoofd en de hersenen die uit kou voortkomen, beroerte, vallende ziekte, waterzucht, indolentie, krampen, stuipen, verlammingen en veel flauwvallen. Het versterkt de maag en bevrijdt de lever en milt van verstoppingen, wekt weeën op en drijft het dode kind en de nageboorte uit. De bloemen, indien in wijn geweekt, helpen hen om water te maken die daarmee gestopt zijn, of die gekweld worden door wind of koliek als de plek ermee wordt natgemaakt... Twee lepels vol van het gedestilleerde water van de bloemen helpt hen die hun stem hebben verloren, de rillingen en driften van het hart en flauwvallen en bezwijmen, aangebracht op de slapen of neusgaten om te worden geroken.'

Lavendel tegen rillingen en driften van het hart, beter kan het niet gezegd worden.Lavendel wordt in onze tijd algemeen beschouwd als een van de veiligste en van  veelzijdigste etherische olie voor therapeutische doeleinden. Zijn eigenschappen vertonen een evenwicht tussen yang (symphaticus) en yin (parasymphaticus), hij werkt dus harmoniserend. Het is een van de betere kruiden voor onze gestresseerde tijd, en is vooral geschikt voor mensen waarbij  het vegetatieve zenuwstelsel ontregeld is.

zondag, januari 18, 2015

Even tien jaar terug.

Mag ik dit jaar, af en toe teksten van tien jaar terug recycleren. Toen leefden we in een droger Zuidelijker gedeelte van Frankrijk, de Drôme en nu in een natter gedeelte, Bretagne. Beter of slechter? Ik weet het niet. Of ik weet het wel. Beter of slechter bestaat niet.

1 januari 2004: een oude Franse nieuwjaarswens ‘Au gui l’an neuf’


Met de maretak (Gui), met M. en met al de andere mensen en kruiden uit Bellegarde het nieuwe jaar ingewandeld.
Onze eerste wandeling op de eerste dag van het nieuwe jaar. We volgen het pad 87 achter het huis van de familie Ditman naar omhoog. Mijnheer en mevrouw Ditman versieren in de zomer zowat 500 meter straat, oprit naar hun huis en geven ons zo de indruk dat ook de straat van hen is. De rest van de vallei (hellingen, beek en weiland) is ook echt hun eigendom en ik eigen (dom) het mij  met mijn ogen en
mijn neusgaten nu ook een beetje toe. Misschien heeft een mens daar meer aan dan het materieel bezit ervan. Wel de lusten en niet de lasten van het landschap.

Paraplu op Praloubeau
Bij een klein colletje klimt pad 88 verder naar de grote col, maar dat is niet voor vandaag, wij dalen naar een ander valleitje Combe Limbert. Een prachtige plek met een oude boerderij tot voor kort in gebruik door Rolf en Rosie als gîte en chambre d’hôte voor motorfanaten. Helaas met de vele regen van begin december is de hele berg met huis en al een beetje gezakt. Niet veel maar genoeg om het hele gebouw te ontwrichten en het onbewoonbaar te maken. Rolf en Rosie wonen nu verderop bij de weg naar Bellegarde in een huisje dat ze eerder als vakantieverblijf verhuurden. De natuur in Bellegarde, mooi maar ook een beetje meedogenloos, zeker in de winter.

We zijn eigenlijk 14 dagen op retraite in de bergen van Bellegarde-en-Diois. In een leeg huis, een ruimte met alleen maar een matras en een flesje lavendelolie. Zonder radio of TV, geen muziek maar wel enkele boeken en een laptop.
De keuken met 1 tafel, 2 stoelen en een houtkachel. Een vuur dat we brandend houden met afvalhout, vloerplanken en antieke balken uit het huis van onze buren.

S’avonds in het hotelletje volgen we een gesprek tussen ‘un professeur de yoga’ en anderen over het vasten (le jeune) en over (weer eens) alles is geest, of materie bestaat niet. Zelf heb ik alleen maar gedacht en gezwegen, ook al omdat mijn Frans niet goed genoeg is om filosofische gesprekken te voeren. Gelukkig maar! Gedacht heb ik dus wél en ik dacht, geef mij toch maar ‘de geest van de materie’. De geur van hout en roet, de ruwheid van oude planken, de krassen van bramen op mijn huid, het tateren van Tineke (heel even maar). En, ik dacht ook, maar deed het niet, als ik de professeur nu een klap op zijn kop geef, zou hij dat ook als geest-ig ervaren?

Ik kom nog steeds elk jaar een week in Bellegarde, heb er nog altijd een grote, nu wel verwilderde kruidentuin en organiseer er nog steeds een kruidenstage. Geen heimwee, maar gewoon mooi om je leven door de jaren heen vluchtig vorm te kunnen geven. De tijd is er om hem te beleven.

https://sites.google.com/site/kruidwis/

zaterdag, december 29, 2012

Over tuinieren


Een citaat over tuinieren van Andrew Weill is mij uit het hart gegrepen: 'Gardening is indispensable. It does elevate.
My passion for gardening may strike some as selfish, or merely an act of resignation in the face of overwhelming problems that beset the world. It is neither. I have found that each garden is just what Voltaire proposed in Candide: a microcosm of a just and beautiful society. In the world at large, people are rewarded or punished in ways that are often utterly random. In the garden, cause and effect, labor and reward, are re-coupled. Gardening makes sense in a senseless world. By extension, then, the more gardens in the world, the more justice, the more sense is created.

Gardening is also the most religious activity I know. The word "religion" stems from the Latin "religio" which means to bind or connect again. The re-connection one experiences in the garden is no vague metaphor; it is a specific, literal rejoining of our life-enhancing relationship with the earth, combining gentle exercise, exposure to the sun, intimate contact with nature, and right activity to produce both beauty and fresh, nutritious food. The ancient bonds that held these together have been violently sundered by the last 200 years of industrial "progress," and left most of us vastly poorer for it.'

Tuinieren is zorgen voor lichamelijk... en geestelijk voedsel en dat, niet door abstract te filosoferen maar door concreet en lichamelijk in de grond te wroeten.

woensdag, juli 04, 2012

Muskaatsalie in jardin des simples

De hele dag gewerkt in mijn Bellegardetuin. Paden vrijmaken, dus... hakken en wieden. En daarbij altijd weer mijn 'existentiële' vraag: wat is on-kruid? De paden zijn begroeid met wede, wilde cichorei, alsem, venkel en muskaatsalie, dat zijn niet zo direct planten die een gemiddelde mens onder onkruid rangschikt. Maar deze keer twijfel ik niet, verwijderen maar die door mij geliefde planten, overplanten is niet doenbaar. En er staan nog genoeg exemplaren in de border. Het is nu bloeitijd voor de scharlei of muskaatsalie. Goed groeien doet hij hier wel. De vreemde geur maakt de plant ook blindelings herkenbaar. In de Drôme wordt hij ook gekweekt om er etherische olie uit te winnen.

Mevrouw Grieve vermeldt dat hij in 1562 in Engeland werd geïntroduceerd. In de middeleeuwen werd hij in Europa gebruikt, maar in latere jaren is het gebruik voor medicinale doelein­den afgenomen en ten slotte verdwenen. In dit opzicht is hij verdrongen door de gewone salie. In Duitsland staat scharlei bekend als muskatelter salbei. Kennelijk werd hij oorspronkelijk door Duitse wijnmakers gebruikt om echte muskatelwijn te imiteren of te vervalsen.

Scharlei-olie op de huid in gewreven, kan een euforisch gevoel veroorzaken. Verwijzingen naar dat effect vinden we ook terug bij Waller (1822) die schrijft dat muskaatsalie gebruikt word ter vervanging van hop in het bier, waardoor het bier een zeer bittere smaak en giftige eigenschappen krijgt, wat een effect van krankzinnige vrolijkheid ver­oorzaakt, gevolgd door zware hoofdpijn.

Lobelius zegt: "Sommige brouwers van Engels en ander bier doen hem in hun producten om de drank koppiger te maken, om dronkaards tegemoet te komen die daarbij, afhankelijk van hun diverse stadia van voorbereiding, laveloos, vrolijk dronken of stomdronken werden." '

En ook Nicholas Culpeper schrijft: ... De zaden of bladeren in wijn ingenomen stemmen tot zinnelijk genot. Verder vermeldt hij wel vele medicinale kwaliteiten: 'De bladeren toegepast met azijn waarin al of niet een beetje honing helpt bij steenpuisten, fijt en de hete ontstekingen. Het is van groot nut voor mannen zowel als vrouwen die een zwakke rug bezitten en helpt de nieren te verster­ken. . . Het sap van dit kruid in Engels of ander bier gedronken bevordert de bevalling en drijft de nageboorte uit. Het klinkt wel wat gevaarlijk en verwijst ook naar de hormonale werking van muskaatsalie, te vergelijken met het oestrogeen effect van de echte salie.

Ook Dodoens vermeldt de mogelijk hormonale, oestrogene en afrodisiake werking. 'Scharleye met spijse ghegheten oft ghesoden ende ghedroncken doet den vrouwen huer natuerlijcke cranckheyt comen/ ende maeckt lust tot byslapen.
Tsap van Scharleye met huenich vermenght/ maeckt die ooghen claer ende geneest die donckerheyt/ daer in ghedruypt.
Scharleye ghestooten oft in water ghesoden treckt die splinters ende doornen uut/ verteert ende doet scheyden alderhande gheswel daer op gheleyt.

Volgens oudere wetenschappelijke onderzoeken van Caujolle (1945) veroorzaakt de etherische olie een verhoging van de bloeddruk bij honden. Mogelijk door stimulering van adrenaline, het effect werd wel verkregen door intraveneuze inspuitingen, wel nogal extreem als je het mij vraagt.
Gattefossé (1973), de uitvinder van de naam aromatherapie, vond juist een lichte bloeddrukverlagende werking.

Zoals je ziet, een plant met geschiedenis en die wied ik nu in mijn jardin des simples massaal weg.

maandag, mei 14, 2012

Wandelen bij Bellegarde

Wandelen in Bellegarde zelf. Naar boven, naar de resten van het oude dorp, een bezoekje aan ons labyrint. En dan verder over de kam met zicht op Bellegarde, Montlahuc en het kerkhof. Jeneverbessen, wilde rozen en vooral mooie lindebomen bekoren hier het landschap. Hier op 850 meter hoogte zijn de lindebomen nog nauwelijks in blad, van bloesem is nog geen sprake. Mooi zijn ze wel, nog karaktervol een beetje kaal en toch botten barstend van leven. Voor het maken van een gemmomiddel (knoppen) is het wat laat en voor het oogsten van bloesem nog veel te vroeg. Dus nu alleen genieten van deze geweldige bomen. Is dat niet de grootste geneeskracht?

We wandelen verder, steken de D61 over naar de vallei van het verlaten huis (Champ Sigot), we vinden verschillende orchideeen, niet verwonderlijk, het is nu eenmaal orchistijd, mannetjesorchis, gevlekte orchis en vooral veel stevige purperorchis. We klimmen naar boven, naar Champ Sigot, in een weiland vinden we de eerste ratelaars. Parasietplanten die hun voedsel gedeeltelijk uit het gras halen, waar ze op groeien. Terug klimmend ontdekken we een veldje met de prachtige, blauw bloeiende gentianen. Dat zo'n een mini-roset zo'n maxi-bloem kan voortbrengen blijft me verwonderen. Via het plekje van de fossielen, de vallei van Marmione en vele andere interessante planten komen we terug in Bellegarde.


Over de ratelaars, Rhinanthus species
Ratelaars niet direct grote medicinale planten, maar wel bijzonder door de bloei en de zaadddoos. De zaden liggen er los in, waardoor ze, bij het schudden enig geluid maken. Rammelen of ratelen dus. Volgens de Pfaf website zou de plant goed zijn voor de ogen (ophthalmic) en een gele kleurstof bevatten. In de oudere kruidenboeken vinden we die werking ook terug. Niet te verwonderen ratelaar is nauw verwant aan ogentroost, de bekendste plant voor de ogen.

Culpepper and other old writers call this plant Rattle Grass, like the preceding species, but Gerard gives also the name of 'Pennygrass,' an allusion to the flattened, fairly circular outline of the capsules. The generic name, Rhinanthus, is derived from the two Greek words signifying nose and flower, from the projecting beak of the upper portion of the corolla. The specific name, crista-galli, means the crest or comb of a cock, because, according to Pliny, it has numerous leaves resembling a cock's comb. Parkinson, writing in 1640, also explains the name by saying the deeply-dented edges of the leaves 'resemble therein the crest or combe of a cocke,' but others have thought the name 'Coxcomb' refers rather to the notched calyx. In France it is called the 'Crête-de-coq.'

The Yellow Rattle was considered to have certain properties in common with Eyebright. Culpepper tells us that it 'is held to be good for those that are troubled with a cough or dimness of sight, if the herb being boiled with beans and some honey; put thereto be drunk or dropped into the eyes. The whole seed being put into the eyes draweth forth any skin, dimness or film from the sight without trouble or pain.'

http://www.botanical.com/botanical/mgmh/r/ratyel07.html
http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Rhinanthus+minor

dinsdag, mei 03, 2011

Nuits St Georges en Bellegarde

's Morgens in Nuits St Georges
Het regent bloemen op mijn motorhome! Uit de grote ommuurde tuin dwarrelen wilde kastanjebloesems over straten en motorhuizen. De indrukwekkende kastanjebomen staan in de geheime, hoog ommuurde ouderwetse villa's van de wijnbaronnen. Ook de zilverlindes en blauwbloeiende catalpa's staan te pronken in tuinen en bij de wegen.

Nuits Saint Georges
Nuits-Saint-Georges is een gemeente in het Franse departement Côte-d'Or, er zijn ongeveer 5000 inwoners. En natuurlijk kennen wijnliefhebbers, waar ik niet bij hoor, het dorp, want hier zijn heel wat wijnhuizen gevestigd.
Het Franse woord ‘Nuits’ lijkt te verwijzen naar 'nacht', maar dat is blijkbaar niet het geval. Het is een verbastering van ‘noyer’, notenboom. De streek rondom Nuits stond vroeger bekend voor de vele notenbomen. Hebben zij plaats moeten maken voor de wijndruiven? Het tweede gedeelte van de gemeentenaam ‘Saint Georges’ verwijst naar de beste wijngaard van de gemeente. De wijnen uit Nuits-Saint-Georges zijn, volgens de kenners, stoer en kleurrijk, met veel tannine of looistoffen. En met looistoffen voel ik mij weer thuis, dat zijn geneeskrachtige stoffen die we ook in de notenbomen van Nuits terug kunnen vinden. En die voor een gedeelte ook de gezonde werking van wijn kunnen verklaren.

In Bellegarde aangekomen
Ik word al direct vriendelijk aangeklampt door de nieuwe bewoners van 'ons' huis. Koffie drinken en vragen over al die rare planten in dat voortuintje. Sarriette kennen ze nog wel, wede de verfstof in gele bloei, kan ik wel de Latijnse en Nederlandse naam van produceren, maar hoe was ook weer die Franse benaming. Alles moet weer uit een verborgen geheugen opgediept worden. En die vreemde prikkerige plant Ja dus Ruscus en muizedoorn maar de Franse naam wil maar niet uit de mist van mijn geheugen opdoemen. Morgen dan maar. Demain! Alles demain.

Info Nuits St Georges
Camperplaats: Nuits St Georges 21700 Champ de Foire Rue de Cussigny
http://www.france-voyage.com/frankrijk-gemeentes/nuits-saint-georges-4732.htm
http://www.ot-nuits-st-georges.fr/fr/

Info Atropa belladonna / wolfskers
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/atropa-belladonna-wolfskers
http://www.annetanne.be/kruidenklets/uit-de-kruidenmand/kruiden-o-z/atropa-belladonna-wolfskers/
https://sites.google.com/site/kruidwis/hallucinogen

zondag, juli 18, 2010

Cupidone

De laatste dag van de kruidenstage doen we het rustig aan. Al beginnen we wel vroeg met een ochtenwandeling in Bellegarde zelf. We starten om 6.30 in de vallei van Marmione, rustig naar omhoog richting Combe Libert. Langs het voetpad groeit en bloeit uitbundig de blauwe Strobloem Catananche caerulea, ook de Echte lavendel bloeit nu op zijn best. Wij wandelen rustig omhoog; we zijn wel uitgeslapen maar sommigen toch nog niet goed wakker of mogelijk onder de indruk van de poëtische natuur.


De naam Blauwe strobloem is maar ordinair in vergelijking met de romantische Engelse en Franse namen.
De Engelse benaming is Love Plant of Cupid's Dart, deze verwijzing naar Cupido, de god van de liefde vinden we ook in de Franse naam Cupidone bleue terug. En zelfs de officiële naam Catananche, zou van het Griekse katanankhê komen, incantation, bezwering om iemand aan zich te binden in de liefde. Het zou dus, volgens Dioscorides, gebruikt geweest zijn om de pijlen van Cupido tegen te houden.

Dodonaeus laat zich ook niet onbetuigd. Hij noemt de plant Condrilla, al is er weer verwarring. Er zijn voor hem twee condrilla's. Groot ende cleyne. Dat ierste gheslacht van desen cruyden heet in Griecx Condrille. In Latijn Condrilla/ van Plinius Condrillon ende Condrillis/ van sommighen oock Cichorion ende Seris/ nu ter tijt Condrilla maior/ hier te lande Condrilla.
Tsap van die groote Condrilla alleen oft met wijn inghenomen stelpt den loop des buycx/ sonderlinghe die van hitte van der lever oorspronck neempt. Tselve cruyt met sijnen bladeren ende wortelen ghestooten ende inghenomen/ es seer goet tseghen die beten van den fenijnnighen serpenten. Die groote Condrilla sterckt oock die maghe ende doet die spijse verteeren als Dorotheus scrijft.

Medicinaal  zal ik er maar niet verder op in gaan, maar magisch en poëtisch is de Cupidone zeker wel.

Doorzichtig glinsterend in de ochtendzon, 
wiegend op de warme wind,
tsjirpend als een cicade.
Cupidone






vrijdag, april 30, 2010

Het kerkhof van Bellegarde





Tussen de tuinwerkzaamheden door, wandel ik, vooral 's avonds nog wel eens naar het kerkhof van Bellegarde. 

Naar ons kerkhof wou ik zeggen, maar dat doodgaan wil ik nog wel even uitstellen al is het dan de mooiste plaats van het dorp. Het uitzicht is zonder meer mooi, maar vooral ook mysterieus en de vervallen grafstenen ondersteunen dat magisch gevoel. 

Het contrast van wilde natuur (toortsen, sleutelbloemen, blauwe druifjes, orchideeën) met de eeuwig bloeiende plastic chrysanten en rozen, het contrast van de 'verse' doden met de bijna 100 jaar geleden begraven 'oude' doden, de enge kerkhofruimte in het eindeloze landschap.

Contrasten raken mijn ziel, alsof ik zelf al een beetje eindeloos dood ben.

woensdag, april 28, 2010

Jardin de Simples

De eerste vakantie-werkdag in mijn Jardin de Simples in ons Franse dorp Bellegarde en Diois. Het is 7 maand geleden dat ik hier voor het laatst was. De spiraalvorm van de tuin is nu niet meer herkenbaar want de spiraalpaadjes zijn vol gegroeid met akkerereprijs, vijfvingerkruid, paardenbloem en ruw parelzaad. Dat zijn hier nu mijn 'onkruiden' die van het pad af moeten. Nu ja onkruiden, het ruw parelzaad staat wel op de Nederlandse rode lijst van zeer zeldzame planten. Dat hakken moet, maar zonder pardon, lukt dat mij niet, vooral ook omdat tussen al dat groen zich ook bijzondere verfstofplanten durven uitzaaien. Wede en vooral wouw heeft daar een handje van weg en och arme ze zijn zo teer, één hak en het tere piepkleine gerimpelde rozet is verdwenen. Dus stevig doorwerken en toch alert blijven, is de boodschap.

Het is, ondanks een pijnlijke rug en groeiende blaren op de handen, toch altijd weer een genoegen al die nijvere zaailingen en uitschietende vaste planten na 7 maanden opnieuw te ontdekken. Als zijn er ook altijd weer planten die de strijd om het bestaan opgeven, deze keer hebben de meeste rozemarijnstruikjes het begeven. Niet verwonderlijk na deze winter, het is hier wel het Zuiden maar ook 850 meter hoog, het vriest hier dan ook harder dan in België.

Dat tuinwerk doe ik voor mezelf, voor de planten en ook wel een beetje voor onze kruidenstages, die de 2de week van Mei en de 2de week van juli hier in Bellegarde doorgaan. Liefhebbers die zo'n kruidenvakantie willen meemaken, het kan nog steeds, zelfs in Mei.

In de natuur kunnen we nu volop genieten van verschillende soorten Sleutelbloemen, het Leverbloempje, bloeiende Wede, en straks van de vele wilde orchideeën en zelfs van de mythische Pioenroos.

Kruidenvakanties (Kruidwis)

dinsdag, april 27, 2010

Verwachtend

Ik ben in mijn Hymermotorhome al 6 dagen onderweg en dan schrijf ik 'savonds wel wat. Alleen, niet rechtstreeks op mijn blog, want internet is voor mij onderweg nauwelijks bereikbaar. Natuurlijk probeer ik hier of daar wel wat af te tappen. Al is, rijden, een slaapplaats zoeken en nog een plaatselijke wereldwijde aansluiting vinden, iets te veel van het goede. Dus nu aangekomen in Bellegarde en Diois, en dus huis, tuin, buren, bekenden en internet even bezoeken.

Het is volle maan boven het kerkhof van Bellegarde, de oude kersenboom bloeit, onze linde voor de deur heeft op ons gewacht om blad te vormen, de vele Wedeplanten om het huis en in de tuin staan mooi in knop en verder is er veel verwachtend voorjaar. De verhalen van de voorbije dagen zijn voor de volgende dagen.

vrijdag, augustus 28, 2009

Jardin de Simples dagboek

28juli 2009

De warmte en de droogte hier in de Franse Drômestreek, zijn mogelijk goed voor den toerist, maar voor de natuur en zeker voor mijn tuin, is het één grote ellende. Water geven vanuit de beek blijft de enige mogelijkheid om de planten in leven te houden. En ik die gewend ben in België zelfs in de zomer, planten uit de grond te halen, te scheuren en opnieuw te planten. Ik probeer het hier ook wel, maar dan moet ik ze in humusrijke grond apart in potjes en in de schaduw planten en ze natuurlijk elke dag water geven. Nog beter is de plantjes de eerste dagen af te dekken. En dan wil het wel lukken.
Vandaag probeer ik het met het al eerder gesnoeid Moederkruid en met Gele kamille.

Ik wil ook nog wat zaaien maar de grond is keihard en gebarsten. Ik gooide er enkele dagen geleden wat kruiwagens compost overheen en een zak met kruidenafval van Herbier du Diois. Daarna heb ik overvloedig water gegeven en het stuk grond met karton afgedekt.
Vandaag heb ik dan in één gebogen lijn veldsla, radijsjes en sperziebonen in die compost gezaaid. Op dat stukje grond hebben eerder papavers gestaan, het rijpe zaad uit die slaapbollen zal wel mee ontkiemen. Wat mij betreft, hoe meer hoe liever.

Het kruidenafval van Herbier du Diois? Grote zakken met specerijen en kruiden van over de hele wereld, worden bij de kruidengroothandel l'Herbier gereinigd, ontdaan van steentjes, stof en resten van andere planten. Deze toch wel zeer aromatische afval kan ik in de tuin als grondbedekker of als compost gebruiken en dat is toch wel een bijzonder genoegen en een zegen om een kruidentuin te kunnen bemesten en extra te aromatiseren met specerijen en andere kruiden.

Veel moet hier in bakken voor gezaaid worden. Zo had ik begin Juli Leuzea carthamoïdes en een Struikbasilicum gezaaid, die nu goed ontkiemd zijn. Enkele Leuzea’s heb ik vandaag in potjes overgeplant. Een test! Als het lukt kan ik volgende week de rest overplanten. Maar in volle grond, kan dat maar goed in september of in het voorjaar.

Moederkruid / Tanacetum parthenium, een kortlevende vast plant nauw verwant aan Boerewormkruid, dit moederkruid is al enkele jaren dé plant tegen migraine en hoofdpijn. Moederkruid en migraine | Mens en gezondheid: Ziekten

Leuzea carthamoïdes / Maralroot, een stevige vaste plant met artisjokachtige bloem, wordt gebruikt als adaptogeen met mogelijk een anabole werking.
Leuzea, een anabole plant? | Mens en gezondheid: Lifestyle

31 juli 2009
Pierre, de oerinwoner van Bellegarde, zit op de oude steen onder de oude linde 85 jaar te zijn. De eeuwigheid kun je niet zaaien, zegt hij, in het Frans natuurlijk. Iets van ‘l’éternité, on ne semence pas’. Ik, 65 jaar huppelend jong, geef eeuwig water aan potjes en pannetjes met Citroenverbena, Vijgenboompje, Moederkruid en Heiligenbloem. Is eeuwigheid voor een ander leven? Geeft dan een plantje water aan mijn wortels?

We plukken lavendelbloemen om lavendelfakkeltjes te maken, mooie zaaddoosjes van Juffertje in ’t groen voor droogboeketten en Alsemtoppen voor smudge-sticks. Ik fotograaf fotografeer een overdaad aan vlinders op mijn lavendelstruiken. Keizersmantel, koningspage, citroenvlinder, zelfs de wolfsmelkpijlstaart en natuurlijk de Sint-Jansvlinder. Zij fladderen vrolijk verder al leven ze maar een dag.



Vuurwants
Als je zoals wij onder een lindeboom leeft, zie je ze in overdaad. De kleine, zwartrood getekende wantsen, die constant lijken te copuleren, aan mekaar hangend, lijken ze eeuwig op reis. Deze gezellige beestjes voeden zich voornamelijk met de vruchten (zaden) van de linde. Als ik al mijn lindebloesem zou plukken zouden ze waarschijnlijk verdwijnen. Maar wie plukt hier in het lindeland nog linde?

Bij de weinige zaadjes die in Mei ontkiemd zijn, was ook één Amerikaans glidkruid, die nu flink aan de groei is, dus heb ik er toch weer een belangrijke Amerikaanse plant bij, die ik kan bestuderen, beleven en me ook een beetje zorgen over maken.

1 augustus 2009: waterritueel

 De maand juli is dus voorbij en het enige water dat hier uit de hemel is gevallen was ongeveer één maand geleden en dat … gedurende 2 uur. Water ‘geven’ aan de planten in het kleine tuintje voor ons huis blijft dus essentieel. Noodzaak maar ook ritueel. Met de groene gieter op mijn espadrilles de gevaarlijke straat oversteken naar een moderne kraan, maar wel met water afkomstig uit een echte bron. Scheppen, schuin de straat oversteken en met een brede beweging, alsof het regent, citroenverbena, vijgenboompje, jiaogulan, balsamien en anderen bevochtigen. Ja, meer dan bevochtigen is het niet. De overvloed moet toch ooit van boven komen.

7 augustus
Eindelijk onweer en regen tegen de avond. Binnen nog eens film uit mijn verre verleden bekeken. Persona van Ingmar Bergman. Traag trekken 2 vrouwen hun verhaal.
Na de film en na de regen, trek ik nog even naar buiten. De donkerte van de tuin tegemoet, op de tast naar de doornappels, muffe geur van blad mengt zich met zoete, scherpe geur van de witte bloemen. Even ook kleverige klei in plaats van gebarsten grond onder mijn schoenen voelen, dat was lang geleden!

De onzichtbare tuin is nu ook alléén geur en gevoel. En dan zo maar bij de magische planten, doornappel en bilzekruid staan, als er trollen en tovenaars bestaan moeten ze nu wel te voorschijn komen.

maandag, maart 01, 2004

Wandelen in Bellegarde. Over knoppen.

Bellegarde-en-Diois
Maart: knoppen en scheutentijd.


Te oogsten:Als geneeskrachtige plant: nog altijd wortels en wortelstokken van Heemst, Paardenbloem, Smeerwortel; maar vooral knoppen van Zwarte bes (Ribes nigrum), Es (Fraxinus), Zwarte populier (Populus nigra), oogstbare bloemen zijn er nog niet veel, eventueel Sleutelbloemen (Primula veris, P. elatior en P. acaulis, deze zijn wel zeldzaam en beschermd in Vlaanderen, dus kweken in eigen tuin)

Als voedsel: scheuten van Hop, maar ook scheuten van Wilde asperge (Asparagus acutifolius), Spekwortel (Tamus communis), Sarsaparilla (Smilax), Muizedoorn (Ruscus) en Salomonszegel.
Gebleekte of zeer jonge bladeren van Paardebloem, Berenklauw, Wilgenroosje (Epilobium), Brandnetel (Urtica) ,Kaasjeskruid (Malva)en Weegbreesoorten (Plantago).
De jong bladeren van de akkeronkruiden Kleine veldkers, Vogelmuur, Melde (Chenopodium album) en Zuringsoorten zijn zeer smakelijk, goed te gebruiken in salades, soepen, aardappelpuree of rijst.

1 maart: mijn laatste dag in Bellegarde-en-Diois. Vandaag 2 soorten wandelen beoefend.
Eerste soort wandelen: rustig rondsnuffelen, bewegen om wat plantjes te bekijken, te ruiken. De helling op achter ons huis. Al een beetje bekend maar toch nog veel te ontdekken. Muurresten van lang vervlogen menselijke aanwezigheid, nog nauwelijks herkenbaar. Nu bevolkt met toortsen, slangekruiden maar ook met lavendel en tijm.
Tweede soort wandelen: tegen de avond stevig dezelfde helling op, over de kam, de paden en de planten voorbij, in mijn zweet des aanschijns naar de top en dan in een droge beekbedding hals over kop naar beneden, een met de natuur als vloeiend water.
Plots trekt een open plek mijn aandacht. Ik ben op zoek naar een wilde open plaats om mijn Rozenwortels te telen. Zou zo'n adaptogeen om zijn geneeskrachtige kwaliteiten te behouden niet juist op zo'n ruwe, geheime en moeilijk bereikbare plek moeten groeien?

Vandaag ook, op de valreep, nog wat knoppen van Es en Populier geplukt om er een glycerinemaceraat mee te maken. De knoestige oude populieren hier in Bellegarde zijn op geen enkele manier te vergelijken met de gladde, rechte luciferpopulieren uit België. Dus als ik nog wil genieten van de kracht van deze eerbiedwaardige bomen moet ik op mijn laatste dag in Bellegarde nog snel wat plukken. De plakkerige populierknoppen ruiken naar vanille ,hars en oosterse myrrhe, gemengd met alcohol en glycerine verkrijg je een bijna mystiek aroma.

In de gemmotherapie, niet de chemotherapie, worden meestal knoppen van bomen en struiken afgetrokken in een mengsel van alcohol, glycerine en water, waardoor je een extract krijgt, die te vergelijken is met een tinctuur. Knoppen bevatten meestal meer werkzame stoffen dan de andere delen van de plant, vooral hormonaalachtige stoffen, enzymen en aminozuren, waardoor de werkzaamheid van de gemmomiddelen meestal krachtiger is. Ze hebben vooral een drainerende, zeg maar een bloedzuiverende en een ontstekingswerende werking en zijn dus bijzondere geschikt om in voorjaarskuren verwerkt te worden.
Gemmomiddelen stimuleren het R.E.S., het reticulo-endotheliale systeem, dat zorgt voor het neutraliseren van gifstoffen in het lichaam. Naast de algemene zuiverende werking heeft elk gemmomiddel ook een specifieke werking op een bepaald orgaan of orgaansysteem. Zo werkt de Es op het urinezuurgehalte in het bloed en is dus te gebruiken bij jicht. De Populier werkt vooral op de slagaders van de onderste ledematen, te gebruiken bij krampen in benen en voeten. Maar is ook een goed middel bij gewrichtsontstekingen. De Zwarte bes, het belangrijkste middel in de gemotherapie, werkt op de bijnierschors en heeft een lichte cortisone-achtige werking, wordt vooral gebruikt bij gewrichtsontstekingen en bij allergie. De Lijsterbes verbetert de tonus, de spankracht van de aderen en is dus aangewezen bij spataderen of bij circulatieproblemen in de overgang.

Al deze knoppen kunnen nu in de loop van de maand maart geplukt worden. Ik meng meestal 100gr knoppen met 1 liter van een mengsel, dat bestaat uit 330 cc ethanol van 90°, 330 cc glycerine en 330 cc gedistilleerd water, dit alles 2 weken laten trekken, uitzeven en uitpersen en hiervan 2 maal daags 50 tot 100 druppels gebruiken.

zaterdag, februari 28, 2004

Wilgen in Bellegarde

We snoeien wat mooie gele soepele takken van een schietwilg. Nu niet om van de schors een tinctuur te maken, maar wel om er het geraamte van een lamp mee te construeren.
In een van de oude populieren ontdek ik een brok hars vermengd met bevroren water (ijs dus) van wel 40 cm lang. Ik neem een stuk mee om te laten ontdooien. Een nieuwe bereidingswijze??
Er wachten nog allerlei boomknoppen op mij om er glycerinemaceraten van te maken. Alleen is het nu veel te koud en ook nog enkele weken te vroeg. Misschien krijg ik begin april nog een kans. Van Grove den, Linde en Zwarte bes moet het dan nog kunnen.
De zwarte bessen knoppen als glycerinemaceraat zijn vooral bekend om hun stimulerende werking op de bijnieren (cortisone-like) en worden daardoor gebruik bij reumatische en allergische klachten. Voor de gewrichten is Zwarte bes goed te combineren met Esblad en Berkensap.  

S’avonds in Bellegarde nog even alleen de donkerte van de natuur getrotseerd. ‘Het is toch pikkedonker’ zegt Marleen en gelijk heeft ze. Maar toch trek ik er op uit, de donkere silhouetten van de populieren tegemoet. Af en toe lijken ze werkelijk in beweging te komen, inbeelding natuurlijk, tot dat er echt een populier met een hoed op en een zaklamp onder zijn tak mij passeert en zelfs gewoon goeden dag zegt. De wonderen zijn dus toch de wereld nog niet uit.

Over de wilg
De geneeskrachtige eigenschappen van de wilg zijn al sinds de Oudheid bekend. In het verleden gebruikte men niet zoals tegenwoordig de schors, maar de bladeren. In de traditionele volksgeneeskunde paste men het blad van de schietwilg voor bij de behandeling van koorts, kiespijn, koliekpijnen, hoofdpijn en andere aandoeningen met een “hitte”-component. Men zette bijvoorbeeld thee van de bladeren, welke uiterst onaangenaam smaakt. Geneesheren schreven de schietwilg het meest voor bij reumatische aandoeningen met ontstekingen en pijn, bij jicht en bij griep of luchtwegcatarren. Tegen roos nam men aftreksels van het blad. Culpeper schreef in 1653 over de plant “de bladeren houden de hitte van de lust in man en vrouw tegen en doven deze als ze te lang gebruikt worden; de zaden hebben dezelfde uitwerking”.

Het was een van de eerste geneeskrachtige planten waar wetenschappers onderzoek naar deden. In de 19e eeuw kon de Franse chemicus Leroux als eerste een werkzame stof identificeren en hij noemde deze stof salicine. In 1852 lukte het chemici salicine synthetisch te bereiden, vanaf 1899 volgde daar een minder maagslijmvlies irriterende en beter smakende variant op, het acetylsalicylzuur. Felix Hofman, een chemicus van het Bayerconcern in Duitsland, slaagde er in een nieuw geneesmiddel te vervaardigen en het aspirientje was geboren. Tegenwoordig behoort aspirine tot de groep van meest 
gebruikte geneesmiddelen.

De pijnstillende werking van de wilg is al in de oudheid beschreven. Kleitabletten uit Assyrië en Babylonië bevatten voorschriften met wilgenblad. In Egypte worden in het Nieuwe Rijk vaak wilgen in tuinen aangetroffen. Niet alleen het blad, maar ook de bast wordt bij pijnlijke wonden, ontstekingen en zwellingen gebruikt. Hippokrates past aftreksels van wilgenbast toe om pijn bij de baring te bestrijden. Zijn navolgers van de School van Kos gebruiken het tegen pijnen en koorts. Celsus past een azijnextract van wilgenblad toe tegen een pijnlijke baarmoederverzakking en Dioscorides maakt warme omslagen met wilgenblad en -bast bij reumatische pijnen.

woensdag, februari 25, 2004

Bijzondere populieren in Bellegarde

Populieren zijn nu niet direct mijn lievelingsbomen, maar hier in Bellegarde hebben die oude knoestige exemplaren langs de bergbeekjes mijn hart gestolen. Ze groeien op en langs de typische stenen  muurtjes samen met Meidoorn, Wilde liguster, Kardinaalsmuts, Rode kornoelje en heel veel grillige Palmboompjes. Zo ontstaat er een smalle slingerende bosstrook, dicht en donker binnen langs de beekkant en licht en droog buiten langs de veldkant. De onderbegroeiing is dan ook zeer gevarieerd van Sleutelbloem, Maarts viooltje, Leverbloempje tot Wit vetkruid en Tripmadam en daar tussen een variatie aan orchideeën en zelfs blauwbloeiende gentianen. Maar de bloemen moet ik er in deze tijd van het jaar wel zelf bij denken.
Behalve dan de Stengelloze sleutelbloem, die laag bij de grond beschut tegen de kille wind al volop bloeit en het Leverbloempje, dat schuchter zijn eerste blauwe bloempjes laat zien.

Van de laagste, al dikwijls gesnoeide takken van de reuze populieren heb ik zelf wat knoppen geplukt om een glycerinemaceraat te maken. De langwerpige, fijngeurende populierknoppen zijn al van oudsher bekend als zalf tegen aambeien en tegen winterhanden. Nu in de moderne gemmotherapie wordt het glycerinemaceraat ook bij reumatische gewrichtsklachten gebruikt.
Ik zet de verse knoppen direct in een mengsel van pure alcohol, gemengd met gelijke delen glycerine en water en nu maar laten trekken tot ik terug kom in april.

Over Zwarte Populier of Populus nigra. 

In de Franse taal  Le Peuplier, klinkt het niet alleen mooi, maar heeft het ook zoveel betekenis ‘l’arbre du peuple’, de boom van het volk, voor de mensen. Al in de Oudheid werd hij geapprecieerd om zijn altijddurende verfrissende beweeglijkheid en zijn geurende knoppen. Schaduw, geur en groeikracht!Voor ons is de populier een vrij ordinaire snelgroeiende productieboom, in de Oudheid was het een mythische boom bezongen door dichters als Homerus, Virgilius en Ovidius. De populier en zijn harsige knoppen zouden geboren zijn uit de tranen van de zusters Phaeton. Oculi populi nigri.

Geschiedenis van de populierzalf 
Dioscorides gebruikte de bladeren van de Zwarte populier getrokken in azijn tegen voetjicht. Galenus liet de jonge blaadjes, nauwelijks uit de knop ontsproten, in olie trekken en aan de zon blootgesteld gingen 'alle krachten van de knoppen’ in de olie over. Dit verzachtend en pijnstillend middel noemde hij ‘acopon’. Dit middel is de voorloper van de fameuze ‘Onguentum Populeum’ van Nicolas de Myrepse, een Byzantijnse farmacoloog uit de 13de eeuw. Deze populierzalf is van toen af tot ver in de 20ste eeuw een gereputeerd middel geweest, dat in alle apothekersboeken uitvoerig besproken werd.

Het originele recept van de Myrepse uit zijn werk ‘Onguents’ zag er als volgt uit: ‘Neem de ‘ogen’, de knoppen, die verschijnen op het moment van de bloei uit de toppen van de populier, de bladeren van de Slaapbol, de Mandragora, de braam, het bilzekruid, solanum, sla, sedum, viooltjes en nombril de Venus, van elk 3 onces en meng alles door 3 livres (pond) varkensvet (reuzel). Mix alles fijn in een vijzel tot een pâte. Laat 8 dagen staan, kook het samen met 1 liter wijn op een zacht vuur totdat de wijn verdampt is.

In de oude apothekersboeken In de 18de eeuw bevestigde Prof. Lémery nog eens de waarde van de populierknoppen als verzachtend en pijnstillend middel. De ‘Onguent Populeum’ werd ook in de Codex opgenomen maar dan wel in een vereenvoudigde vorm.

  • Populierknoppen 800 g
  • Vers blad van Slaapbol
  • Vers blad van Wolfskers
  • Vers blad van Bilzekruid
  • Vers blad van Zwarte nachtschade van elk 500g
  • Varkensvet of reuzel 4000g
Nog altijd een uitvoerig recept met veel sterk werkende, giftige planten, niet geschikt om zelf te maken of om mee te experimenteren. Daarom zijn er later nog eenvoudigere recepturen voorgesteld, die alleen maar uit populierknoppen waren samengesteld, in feite dus een echte populierzalf of ‘Unguentum Populeum’.
  • Populierknoppen (oogst in maart) 100g
  • Water 300g 2 uur zachtjes koken en dan toevoegen
  • Olie 150g
  • Witte was 50g
Een ontstekingswerende, pijnstillende en verzachtende zalf te gebruiken tegen gewrichtspijnen, kloven, winterhanden maar vooral veel gebruikt tegen pijnlijke aambeien.

vrijdag, december 26, 2003

Kerstdagen in Bellegarde

Zonnig en koud in Bellegarde. Hout verzamelen voor de kachel, zwarte esknoppen plukken om een tinctuur te maken en wandelen. Alles samen: droge lucht, houtwarmte, esknoppen en beweging de ideale therapie tegen oude, reumatische gewrichten.
In Valence bij de apotheker 1 liter pure alcohol gekocht voor 8.40 euro. Niet om op te drinken maar om glycerinemaceraten te maken. Tijdens het terug rijden naar Bellegarde genieten we van een vermiljoenen zonsondergang boven het massif de Saou.

27 december
Luc-en-Diois en Chatillon-en-Diois op de middag: levenloze dorpjes in de winterDrome. Ik pluk nog wat rijp zaad van de stokrozen. Dé planten die hier overal tussen straat en muur langs de huizen groeien. Hopelijk volgend jaar ook in mijn straat en bij ons huis.
In Chatillon een winkeltje uit de duizenden, zomaar boeken over de flora van de Vercors en zelfs een CD-rom en een tentoonstelling met geboetseerde paddenstoelen, speciaal voor ons open gesteld. Ook producten van Solaure (Claire Montesonis) en van de boerderij van Soubreroche (Anick) worden er verkocht.

28 december
Krijg ik toch wel tandpijn zeker. Een abces onder een ontzenuwde kies. Meestal goed weg te krijgen met etherische olie (kruidnagel, tijm) en vers weegbreeblad. Nu op vakantie, naar het einde van het jaar toe, in den vreemde, lukt het mij niet. Dus voor de eerste keer naar een Franse tandarts, een prachtige praktijk in een oud gerestaureerd pand met hypermoderne apparatuur. Zeer vriendelijk, to the point, even de vulling uit de tand boren zodat de druk verdwijnt en een half uur later ben ik weer een gelukkige mens zonder pijn.
Levensles: Even pijn hebben is een goede manier om daarna gelukkig te zijn. Na de tandarts kan ik zelfs weer genieten van een bezoek aan een boekhandel.

31 december
De beekranden en hellingbossen hier in Bellegarde zijn begroeid met oude, knoestige populieren met als onderbegroeiing vooral veel palmboompjes. Het mooie, harde hout van deze Buxus leent zich goed om een stevige wandelstok te maken. Dat moet ik dan maar eens proberen.
Het eind van een oud jaar is ook het begin van een nieuw jaar. De ene zijn dood is den andere zijn brood. Na regen komt zonneschijn. Yin wordt altijd gevolgd door Yang. Na weten komt vergeten.

Bestaan er filosofische planten? Planten die je een les leren? Vele zogenaamde giftige planten zoals bilzenkruid, doornappel en alruin zijn, denk ik, een soort leraars, die ons spiritueel kunnen begeleiden. Niet alleen of zelfs niet in de eerste plaats door ze op te eten, maar door ze te ontmoeten in de natuur of er uitwendig gebruik van te maken. Bijvoorbeeld door er creatief mee om te gaan. Er amuletten, kettingen of collages mee te ontwerpen of ze gewoon in huis op te hangen.
Maretak is ook zo’n plant met een symbolische betekenis, een plant die helemaal bij de overgang van het ene naar het andere jaar hoort. Als groenblijvende halfparasiet groeiend in de nu kale populieren roept hij om geplukt te worden. Mooi is ook, dat je er echt een inspanning voor moet leveren, hij laat zich hoog in de bomen, niet zomaar plukken.
De inspanning wordt dan een soort ritueel, krijgt emotionele betekenis. Dat is misschien ook de reden waarom ik me al de geplukte maretakken uit mijn leven kan herinneren.

  • De maretak uit Wéris in de schemering,
  • de maretak zo groot als mijn kleine dochter,
  • de hoog onbereikbare mistel die zomaar voor mijn voeten viel,
  • de vogellijm in de oude appelbomen in de Voerstreek.


donderdag, december 25, 2003

Kerst, Bellegarde en sleedoorn

 De stralen van de lage winterzon scheren schuin langs de daken van Bellegarde door ons vensterraam en tekenen een smalle poëtische lichtlijn op de enige tafel in ons bijna lege huis. Achter het huis de helling op, groeien stevige sleedoornstruiken met vettige blauwberijmde bessen. De eerste vorst is er over heen gegaan, waardoor ze wat zoeter en sappiger geworden zijn. Dus het moment om ze te plukken. Hier in de Drôme laat men een handvol van die bessen een maand trekken in 1 liter eau-de-vie (brandewijn), waarna dit aftreksel gemengd wordt met een siroop van 300 gram suiker op 1 liter water. Dit drankje heeft een wat kir-achtige smaak van de pitten in de sleebessen.

De bessen zijn rijk aan vitamine C en looizuren, die echter minder samentrekkend werken na een vorstperiode. De pitten bevatten nogal wat giftige blauwzuurverbindingen (amandelaroma), maar zijn ongevaarlijk in de bovenbeschreven hoeveelheden, vooral ook omdat de pitjes niet gebroken worden.
Van de ontpitte bessen kun je ook een versterkende vitaminensiroop maken, door ze te laten trekken in honing.

Sleedoorn – Prunus spinosa L.

Deze tot 3 meter hoge struik met bijna zwarte takken en witte bloesem, vind je veel langs bosranden en in heggen samen met Meidoorn en Rozebottel. Alle delen van de plant zijn ooit gebruikt geweest (schors, bloemen en bessen), nu maken we hoofdzakelijk nog gebruik van de donkerblauwe bessen. Ze bevatten veel looistoffen (wrange, samentrekkende smaak), vruchtenzuren (frisse smaak) en veel vitamine C. Een aromatische en gezonde siroop verkrijg door de goedrijpe vruchten in honing te laten trekken. Tegen diarree kun je van de verse of gedroogde bessen een afkooksel maken (20 gr per liter water 1' koken en 10' laten trekken)
Vroeger waren vooral de bloemen medicinaal. Ze werden vermeld in de officiële apothekersboeken van Duitsland (DAB) en Zwitserland (Ph. Helv.) als licht laxeermiddel en gebruikt in bloedzuiverende voorjaarskuren.

Montlahuc
Mooie wandeling gemaakt langs het dorpje Montlahuc, gelegen op 1000 meter, wel hoog en dus kouder maar ook langer zon in de winter. In de gîte werd er zelfs buiten gegeten.

Ik bestudeer nu vooral de boomknoppen. Ik wil wat glycerinemaceraten maken, een soort aftreksels van knoppen in alcohol en glycerine. Deze gemmotherapie wordt vooral in de professionele Franse kruidengeneeskunde veel gebruikt. De knoppen van de populier, de wilg en de es zien er al goed uit.

Op de zuidhellingen groeien vooral Bergdennen, ‘Pinus uncinata, Pin à crochets, ze lijken nogal op de gewone Grove den, alleen de kleine dennenappels hebben omgebogen schubben. Als onderbegroeiing vinden we vooral mooie jeneverbessen en vele donkergroene palmboompjes, hogerop rond 1200m vind ik enkele kruipende berendruifplanten.

Het hout van de Dennenbomen werd in deze streek vroeger vooral gebruikt om doodskisten te maken. Het hout bleef langer geconserveerd dan de doden zelf. Maar de bomen moesten dan wel bij nieuwe maan gekapt en gezaagd worden. Zou nieuwe maan ook een goed moment zijn om dood te gaan? Of is er geen goed moment om dood te gaan?

Over beredruif, Arctostaphyllos uva-ursi, raisin d'ours in het frans.
De leerachtige, glimmende blaadjes kunnen nu, ook geplukt worden. Ze zijn geurloos, maar hebben wel een bittere, samentrekkende smaak door de looistoffen die ze bevatten. Medisch zijn het vooral de fenolglycosiden zoals arbutine, die zorgen voor de ontsmettende werking bij blaasontsteking. Het best kun je er een tinctuur van maken en die dan combineren met een thee van Solidago / Guldenroede.

woensdag, augustus 06, 2003

Nog altijd bloedheet in België

Tuin Schriek. We hebben samen een kruidenmengsel van Maurice Messegué geplukt voor M. haar dochter. Rationeel gezien, zijn het recepturen die niet altijd te verklaren zijn en praktisch zijn ze soms moeilijk samen te stellen. Maar romantisch is het wel en misschien is dat ook energetisch wel belangrijk.
Ik bedoel het directe, zoeken en plukken van de planten in de natuur of in mijn geval nu op ons gecontroleerd wild stukje grond in Schriek, is misschien wel de essentie van de kruidengeneeskunde. Plukken is het rationele met het emotionele in evenwicht brengen! Dus er tegenaan!

Wat hebben we nodig: (1) braambladeren, die zijn al eens afgemaaid maar daardoor zijn er nu mooie, jonge blaadjes te plukken, rationeel gezien zijn de braambladeren vooral looistofplanten, die bij diarree gebruikt worden; (2) klein kaasjeskruid bloemen en blad staat er in het recept, wij hebben alleen het groot kaasjeskruid, dus plukken we die maar (eerlijk gezegd lijken mij de grote beter dan de kleine, maar ik ben wel Mességué zijn recept aan het maken en niet mijn eigen samenstelling, ik mag dus zelf niet te veel nadenken, Mességué doet dat voor mij); (3) kweekgras, we hebben volgens Mességué de bladeren nodig, dus het gras zelf bedoelt hij zeker, dat is geen probleem, woekerend kweek hebben we genoeg; (4) klaproosbloemen én zelfs zaaddozen, dat komt goed uit, want er zijn nu nog bloemen maar ook al volop onrijpe en zelfs rijpe zaaddozen aanwezig, zouden het rijpe of onrijpe moeten zijn? De onrijpe bevatten een bitter wit melksap dat een beetje de verdovende werking bezit van de opiumslaapbol; (5) tweestijlige meidoornbloesem, dat lukt ons niet meer om die vers te plukken, dus laten we die maar weg, al zouden we het blad of de bessen kunnen proberen; (6) stinkende gouwe, een lievelingsplant van onze Franse Maurice, kunnen we bijna het hele jaar door vinden, dus geen probleem; (7) echte salie hebben we genoeg, alleen vermeldt het recept tegen het klassieke gebruik in, om geen blad maar wel de bloem te plukken, maar de plant is nu al lang uitgebloeid, dus gebruiken we toch maar het blad; (8) maarts viooltjesbloemen in augustus, ook dat hebben we nu niet, misschien het blad?
(Uit ''Mensen en Kruiden' van Maurice Mességué, oorspronkelijke titel ' Des Hommes et des Plantes')