Posts tonen met het label Rhamnus. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Rhamnus. Alle posts tonen

maandag, december 20, 2021

Over vuilboom

Vuilboom, sporkehout, pijlhout, sprokkel, houtjeshout, bloedboom, stinkboom en buskruithout. Allemaal namen van de Rhamnus frangula die met zijn gespikkeld hout nog altijd de schaduwrijke randen van onze bossen bevolkt. Ook allemaal namen die wat vertellen over het vroeger gebruik van deze struik.

Rhamnus, of “rhamnos” in het Grieks, betekent naaien of steken en verwijst naar dorens, omdat vele soorten van dit geslacht doornen hebben. De soortnaam frangula, van het Latijnse “frangere” of breken, refereert dan weer naar de fragiele takjes.
In het Nederlands wordt deze boom zowel sporkehout als vuilboom genoemd. Er zijn twee mogelijke verklaringen voor de Nederlandse naam vuilboom: de onaangename geur van de verse schors of de laxerende werking. Andere Nederlandse namen zoals pijlhout, sprokkel, peggehout, houtjeshout, buskruitboom, etc. verwijzen vaak naar de vroegere toepassingen van het hout.

Habitat
Sporkehout is een gemakkelijke boom die weinig eisen stelt aan de bodem. Hij komt voor in loofbossen – vooral langs boswegen, aan bosranden, in kreupelhout en op kaalvlakten – langs sloten, in venen en moerassen. De ondergrond is bij voorkeur vochtig, licht, humusrijk en zuur. De bomen groeien het best in licht of halfschaduw, maar kunnen ook schaduwrijke plekjes aan. In droge en winderige gebieden doen ze het niet goed.
Sporkehout kan dienen als verf: het blad en de schors geven een gele kleur, of zwart als ze gemengd worden met ijzerzouten; de onrijpe vruchten kleuren groen en de rijpe zorgen voor een grijze of blauwe kleur.

Het hout is bruikbaar voor o.a.schoenleesten en houten nagels. Imkers gebruiken de lange, dunne, rechte twijgen als spijlen in bijenkorven, zodat de bijen er uitneembare raten kunnen uit bouwen.
De bladeren van sporkehout dienen als voedsel voor verschillende insecten zoals vlinders, motten en wantsen. Door de lange bloeitijd kunnen bijen een hele tijd genieten van de bloesems. Vruchtenetende
vogels zoals de grote lijster, kramsvogel en fazant doen zich dan weer tegoed aan de bessen.

Medicinaal gebruik

De schors van jonge stammen en takken wordt best geoogst in het voorjaar wanneer het gehalte aan anthrachinonen het hoogst is. De bast van 3 tot 4 jaar oude bomen laat het gemakkelijkst los en de dunste schors is de beste. De bast drogen bij een temperatuur van 40°C.

Tijdens het drogen verandert de kleur van de schors van geel naar roodbruin tot grijsbruin en rolt hij ineen.
De gedroogde bast heeft geen geur, maar wel een bitterzoete, slijmerige smaak.
De schors mag nooit vers gebruikt worden. Hij moet minstens 12 maanden gedroogd worden, zo kan de anthranol die in de verse bast zit eruit verdwijnen. Deze stof kan het maagslijmvlies irriteren en pijn, misselijkheid, braken en buikkrampen veroorzaken.

Deze symptomen kunnen ook opduiken als de sporkehoutbast teveel en te lang gebruikt wordt. Voor thee is 1 gram gedroogde bast de maximale aanbevolen hoeveelheid per dag en dit gedurende maximaal 2 weken.

Sporkehout is een licht laxativum en kan zowel bij acute als bij chronische constipatie gebruikt worden. De antrachinonen in de bast worden in de dikke darm afgebroken met irritatie tot gevolg. Dit zorgt 8 tot 12 uur later voor een laxerend effect.
Een afkooksel van de schors kan ook helpen bij onvoldoende galvloed, aambeien, levercirrose, hevige menstruatie en geelzucht.

Uitwendig werkt het afkooksel mogelijk als spoeling bij schurft, bij tandvleesaandoeningen, acne en psoriasis.

Bronnen
  • http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/35573-vuilboom-of-sporkehout.html
  • http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/62516-geneeskrachtige-kruiden-bij-verstopping-of-obstipatie.html
  • https://nl.wikipedia.org/wiki/Sporkehout
  • http://www.dekruidenwereld.be/sporkehout-rhamnus-frangula
  • http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Rhamnus+frangula
  • http://www.plantvanhier.be/plantengids/plant/sporkehout-of-vuilboom/34
  • Thurzová, L., Kresánek, I., Mareček, Š., & Mika, K. (1980). Elseviers gids van geneeskrachtige kruiden (3de druk). Amsterdam-Brussel: Elsevier
  • Godefridi, Maurice. Fytologie/Kruidenleer. Vlaamse Herboristenopleiding Dodonaeus 2016-2017 – cursus
  • Annelies Michotte Eindwerk Herboristenopleiding ‘Dodonaeus’ 2016-2017
  • https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/35573-vuilboom-of-sporkehout.html

zondag, november 15, 2009

Nu het blad van bomen en struiken af valt, komen de bomen in hun blootje te staan en vertonen ze hun verborgen kwaliteiten. Geneeskrachtige knoppen maar ook de takken met schors van wilg en vuilboom bijvoorbeeld vertellen nu hun verhaal.
Vergeten verhalen en vreemde namen, zoals ze ook te lezen zijn in oude kruidenboeken. Die boeken ruiken al even muf als de schors van wilg en vuilboom. En dat bedoel ik dan positief.

Bijvoorbeeld de namen van Vuilboom / Rhamnus frangula
Nederlands: Sporkenhout; Vuilboom; Boombast; Bastjes; Buskruithout; Hondsboom; Hondjeshout; Jeujesboom; Pijlboom; Pijlhout (Rety); Ramenasbast; Stinkeboom; Steenbast; Vuilsporkenboom; Laxeerhout; Laxeerbast; Ramandelbast; Boerenrhabarbe; Rhamnusbast; Sprokkenhout; Spork; Bloedplant (Poperinge); Bloedzijkenhout (Brab.); Bloedzijkers (Huldenberg); Hondelaar (Oostvl.); Hondsknop (Poppel); Peggenhout (Brecht); Poerhout (Oostvl.); Pinnekenshout (Geel); Bloedhout (N. Ned.); Hondebeien (N. Ned.); Kraaibessen (N. Ned.); Stinkhout (N. Ned.); Sprokkel (N. Ned.); Honzelaar; Sulferhout (Brugge); Wakelenhout (N. Ned.).

Frans: Bourdaine; Bourgène; Frangule; Aune noir; Bois noir; Rhubarbe des paysans; Puène; Coudrier noir; Bois a poudre.

Duits: Faulbaum; Pulverholz; Stinkbaum; Grindbaum; Gelbholz; Aalkirsche; Bruchholz; Schwarzerle; Schiessholz; Zapfenholz.

Engels: Alder-buckthorn; Butcher's pricktree; Arrow-wood; Stinking roger; Black aldertree.

De vreemde naam vuilboom verwijst mogelijk naar de onaangename geur van de verse bast, of misschien naar het laxerend effect van bes en schors, zeg maar het vuil dat wordt verwijderd. Ook schapen en geiten kregen het schijt of gingen bloed zijken door aan de schors te knabbelen.
Wel veel smerigheid met deze stinkeboom, gelukkig bleken de takken van het pijlhout ook geschikt voor het maken van pijlen en peggen, kleine spiekes voor het repareren van versleten klompen, vandaar het peggen- of pinnekenshout.
De takken breken ook gemakkelijk, waardoor er veel sprokkelhout onder deze struiken ligt, hout dat vroeger verzameld werd om de kachel aan te maken. En zo spreken wij nu nog altijd over het sporkehout, al sprokkelen we dat hout al lang niet meer.