Posts tonen met het label Bellis. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Bellis. Alle posts tonen

vrijdag, oktober 13, 2023

Madeliefjes, overal en altijd aanwezig.

Wie kent het madeliefje niet? Deze kleine, wilde plant bevolkt gazons, parken en vaak gemaaide weiden en weilanden. De favoriete bloem van veel kinderen kan meer dan er alleen maar mooi uitzien. Ze is eetbaar en als geneeskrachtig kruid is het altijd en overal aanwezig.

Een bloempje om te eten.
De jonge bladeren van het madeliefje (Bellis perennis) behoren tot de mild smakende wilde groenten. De bladrozetten worden het hele jaar door geoogst, al hebben ze in de zomer een bitterder smaak dan in het voorjaar. Gebruik vooral de jonge bladeren in het midden van de rozet, omdat oudere bladeren, wanneer ze te veel worden gegeten, een onaangename, krassende nasmaak in de keel kunnen veroorzaken. Da
t komt door de saponinen die het blad bevat. Rauw zijn de jonge bladeren ideaal om toe te voegen aan salades, omdat ze qua smaak wat lijken op veldsla. Het milde bladgroen verrijkt ook soepen of wilde kruiden-smoothies en kan goed worden bereid als spinazie-achtige groente.

De mooie bloemen zijn een smaakvolle decoratie voor het verfraaien van salades, soepen en desserts. Of doe het gewoon op brood en boter. Vers bloeiende bloemen smaken het lekkerst. Qua smaak zijn de bloemknoppen nog interessanter. Ze zijn geschikt als knapperig, aangenaam zuur ingrediënt in salades of ingelegd in azijn als vervanger van kappertjes. Het mineraalrijke madeliefje is bovendien heel gezond: het bevat veel kalium, calcium en ijzer.

We kunnen het madeliefje bijna het hele jaar door vinden, omdat hij meestal vanaf februari zijn bloemen uit het gras tevoorschijn tovert. En zelfs in de winter kun je het geluk hebben om het bloemetje te ontdekken.

Eeuwenlang gekoesterd
In de middeleeuwen was het madeliefje vooral een wondkruid en werd het ook gebruikt bij huidziekten en zweren. In 1543 beschreef de arts Leonhart Fuchs de gebruikswijze in zijn boek “New Kreüterbuch”: “Het kneuzen van de groene bladeren en het plaatsen ervan op de verwarmde wonden geneest ze.”

In de eeuwen die volgden kwamen er in de volksgeneeskunde nog meer indicaties bij: de bloemen van de madeliefjes werden gebruikt bij aandoeningen van de luchtwegen zoals hoesten en bronchitis, maar ook bij blaas-, lever- en nierproblemen. Het madeliefje was ook een must voor ontgifting bij zogenaamde bloedzuiveringen of voorjaarsbehandelingen. Het werd uitwendig gebruikt voor pijnlijke ogen, maar ook voor kneuzingen, verstuikingen en blauwe plekken. De beroemde kruidenpriester Künzle (1857–1945) raadde een toepassing aan die vandaag de dag nog steeds wordt gebruikt: het deppen van het verse plantensap van gemalen bladeren op brandnetelprik of insectenbeten. Dit verlicht de pijn en jeuk.

Daisy, effecten en actieve ingrediënten
Deze medicinale plant heeft de farmacopeeën, de apothekersboeken niet gehaald, met uitzondering van de Homeopathische Farmacopee (HAB). De talrijke bioactieve stoffen in de Bellis perennis suggereren echter wel degelijk een gezondheidsbevorderende werking. Bijzonder opmerkelijk zijn de triterpeen-saponinen, die vastzittend slijm in de luchtwegen vloeibaar en los kunnen maken. Ook de aanwezige slijmstoffen kunnen een effect hebben op de luchtwegen en een beschermend en verzachtend effect op ontstoken slijmvliezen.

Recent onderzoek
Recente onderzoeken hebben enkele van de volksmedicinale toepassingen, zoals de wondgenezende en ontstekingsremmende effecten, bevestigd. Er werd ook ontdekt dat het madeliefje goede antioxiderende eigenschappen heeft. Volgens onderzoek betekent dit dat het agressieve, celbeschadigende zuurstofradicalen onschadelijk kan maken (radicalenvangers). Er werd ook gevonden dat een flavonoïde uit het madeliefje het enzym acetylcholinesterase kon remmen en daardoor de werkingsduur van de hersenboodschapper acetylcholine kon verlengen. Dit neuroprotectieve effect speelt een rol bij de behandeling van ziekten met verminderde cholinerge activiteit, bijvoorbeeld de ziekte van Alzheimer.

Genezing met goddelijke hulp
Onze voorouders droegen de kleine lentebloem op aan de lentegodin. Een godin die de winter versloeg en de slapende plantengroei wakker maakte. Men geloofde dat als je de eerste drie madeliefjes eet die je in de lente vindt, je jezelf het hele jaar door tegen koorts en kiespijn kon beschermen. Het magische medicijn werkte alleen als je de bloemen niet met je handen aanraakte, maar als je ze direct met je mond afbeet. Grazen dus. Je buren zullen wel vreemd opkijken als je dit in het voorjaar uitprobeert.
Bij de kerstening, de verkristelijking werd de bloem van de lentegodin toegewijd aan de maagd Maria en werd de genezende magie verpakt in een christelijk gewaad. Volgens de legende werd het madeliefje door Maria op de wereld gebracht. Toen ze met het kindje Jezus naar Egypte vluchtte om aan Herodes te ontsnappen, vergoot ze veel tranen waaruit dan het madeliefje groeide. 

Een recept: madeliefjessoep
Ingrediënten
  • 75 g verse madeliefjebloemblaadjes
  • 50 g verse brandnetelblaadjes
  • 4 eetlepels boter of olie
  • 2 eetlepels speltmeel
  • 750 ml groentebouillon
  • 4 eetlepels crème fraîche of sojaroom
  • peper
  • 1 sneetje brood
  • 1 handvol madeliefjesbloemen
Snijd de madeliefjes- en brandnetelblaadjes grof en bak ze in 2 eetlepels vet. Bestrooi met bloem (roux), giet de bouillon erbij en laat een paar minuten koken. Roer tot slot de crème fraîche erdoor en breng op smaak met peper. Rooster het in blokjes gesneden brood in het resterende vet. Giet de soep in kommen en garneer met broodblokjes en bloemen.

Wetenschappelijke referenties
Al-Snafi AE. Het farmacologische belang van Bellis perennis – Een overzicht. Afdeling Farmacologie, College of Medicine, Thi-Qar Universiteit (Irak) 2015
Costa Marques TH, Santos De Melo CH, Fonseca De Carvalho RB et al. Fytochemisch profiel en kwalificatie van biologische activiteit van een geïsoleerde fractie van Bellis perennis. Biol-onderzoek 2013; 46 (3): 231–8. DOI: 10.4067/S0716-97602013000300002