
![]() |
aardkastanje |
Conopodium majus, is de Griekse vertaling voor ‘grotere kegel’. Een tengere, overblijvende plant met enkele steel van 20-80 cm hoog. Franse Aardkastanje heeft kenmerkende, drie-hoekige, geveerde, lijn-vormige blaadjes en vanaf Mei tot Augustus verschijnen de platte bloemschermen, vol met kleine witte Conopodium-bloemetjes, die ook eetbaar zijn. Ondergronds groeit per plant slechts één, min of meer ronde en donkerbruine wortel-knol die, na gewassen en geschrapt te zijn, rauw kan worden gegeten, de smaak is tussen hazelnoot en bleekselderij. Franse Aardkastanjes kunnen ook gekookt worden, bv. in bouillon, of aan stoofpotten worden toegevoegd. De smaak gaat dan meer richting Pastinaak.
Er bestaan naast de Franse Aard-kastanje nog twee andere planten-families die ook Aard-kastanje worden genoemd: Bunium bulbosum, heeft ook maar één knol per plant, maar bij Oenanthe of Torkruid groeien er een heleboel knolletjes bij elkaar, afhankelijk van de soort qua vorm verschillend, ei-vormig of langwerpig.
Er bestaan naast de Franse Aard-kastanje nog twee andere planten-families die ook Aard-kastanje worden genoemd: Bunium bulbosum, heeft ook maar één knol per plant, maar bij Oenanthe of Torkruid groeien er een heleboel knolletjes bij elkaar, afhankelijk van de soort qua vorm verschillend, ei-vormig of langwerpig.
Ik oogst wat wortelknolletjes, je kan ze echter niet zomaar aan de steel uit de grond trekken, de steel zit bijna los aan het knolletje en breek dan ook onmiddellijk af. Het is dan ook graven en zoeken geblazen, ook al omdat de knolletjes op kleine steentjes lijken. Uiteindelijk verzamel ik toch zeven 'nootjes' en kan ik weer tevreden huiswaarts keren.
![]() |
De rosse koeien bij Rouzoucon |