zondag, november 28, 2021

Wonderbaarlijk kruidenweekend met het paarbladig goudveil en andere genodigden

We wandelen langs de Maas en klimmen bij de mysterieuze villa Les Cascatelles langs klaterende beekjes en watervalletjes naar de rand van het hellingbos met point-de-vue op de Maas en op het dorp Waulsort. We ontmoeten op ons koud, nat maar wonderbaarlijk weekend vele gewone, geneeskrachtige planten zoals witte dovenetel, glad walstro, brandnetel, maar ook krachtige en bamboe-achtige stelen van de Japanse duizendknoop en de gewone, maar wel bijzonder geneeskrachtige paardenbloem. We zien en voelen het witte melksap van amandelwolfsmelk, valse salie, de lekkere wilde veldsla en eetbare scheuten van de gewone berenklauw. 


En dan.... vinden we ook het paarbladig goudveil, een zeldzaam maar hier overvloedig aanwezig bronplantje. Eetbaar inderdaad, maar als ik dat plantje op eet, word ik als een natuurbarbaar beschouwd.


De planten van het geslacht Goudveil bezitten een dunne, in het water drijvende en over de grond kruipende wortelstok, waaruit niet al te grote stengels ontspringen en op dat kruipen slaat wellicht het woord veil. We ontmoeten dit woord ook in o.m. Eerdtveyl, een oude Nederlandse naam voor Hondsdraf, in Aardveil, een volksnaam ook voor Hondsdraf, in Veyle. Veyl voor Klimop in het kruidenboek uit 1576 van de Vlaamse plantkundige Matthias de Lobel (1538-1616), in Goldveilchen een oude Duitse naam voor Goudveil en in Veilchen, de hedendaagse Duitse naam voor Viooltje, zodat we vermoeden dat veil slaat op planten die dicht tegen de grond groeien met eventueel kruipende stengels of wortels.

In Duitsland werd het genoemd, Eierkraut, Hoalplessel, Krotenkraut, Krot’nkraut, Krahenkraut, Schelmkraut, Zittererkraut, Wechselblättrige Milzkraut, Krätzenblume. Medisch werd het weinig gebruikt, soms als versterkend middel. De uit de plant gemaakte tinctuur, 1 op 5, werd soms gebruikt tegen milt en leverkwalen, plasmoeilijkheden en chronisch hoesten.

Genieten van goudveil, van geile glibberige grond, van vreemde geuren, van herfstvergankelijkheid. Muffe aromatherapie met hondsdraf, bosandoorn en valeriaan. De katten achterna. Herboristen op hun best.


woensdag, november 17, 2021

Tempelboom

De Ginkgos verkleuren volop. In een privé-tuin midden in Dinant vind ik een hoge, oude tempelboom. De geelverkleurende, vreemdgevormde bladeren glinsteren in de grijze herfstochtend. Voor de eerste keer vind ik hier ook de stinkende vruchtjes. Ik, als rare herborist ben tevreden met die walgelijke dingetjes. Gelukkig wordt in de Westerse geneeskunde het mooie blad gebruikt. 

In het Verre Oosten zijn reeds duizenden jaren de geneeskrachtige en culinaire eigenschappen van de Ginkgo bekend. Maar in vergelijking tot het Westen wordt niet alleen het blad, maar ook de vrucht gebruikt. Het zachte omhulsel van het zaad is enigszins giftig. Bij het schoonmaken van de zaden kan de huid van de handen geïrriteerd geraken. De zaden worden in China en Japan wel gekookt of geroosterd en als lekkernij gegeten. Ook wordt beweerd dat het eten van de zaden het gebruik van alcohol neutraliseert. Chinezen legden de bladeren in hun boeken om ze tegen vraat te beschermen. Uit onderzoek is gebleken dat Ginkgo resistent is tegen nagenoeg alle ziekteveroorzakende organismen zoals virussen, bacteriën, schimmels en insecten. (Major R.T. – The Ginkgo, the most ancient living tree. Science 1967). Een unieke bijzonderheid van deze bijna uitgestorven boomsoort is dat hij het bijzonder resistent is tegen luchtvervuiling. Het is dan ook niet vreemd dat de Ginkgo in grote steden van Amerika en Japan daarom veel als straatboom wordt aangeplant; dat zijn dan meestal de mannelijke exemplaren gezien de scherpe geur van de rijpe vruchten bij de vrouwelijke Ginkgos.



Een oude boom voor nieuwe kwalen
Recepten met Ginkgo-bladeren en -zaden vindt men in vele Chinese kruidenboeken zowel uit de Oude als de Nieuwe tijd. De zaden gelden als een effectief tonicum voor een verhoogde lichamelijke als geestelijke vitaliteit. Daarenboven werden de Ginkgo-noten door de Chinese en Japanse artsen voorgeschreven om de spijsvertering te bevorderen en bij aandoeningen van hart en longen, bij astma, bronchitis en hoest evenals bij blaas- en nieraandoeningen. Hierbij werd een afkooksel gebruikt van de gedroogde rijpe zaden. De Chinezen gebruiken sinds lang de bladeren van de Ginkgo als een probaat middel bij sinusverstopping, hardnekkige hoest, astma en vooral verkoudheid. De bladeren worden in kokend water gelegd en de hete damp wordt ingeademd. Ook in Duitsland werd dit effect aangetoond. Zelfs als wondpleister onder de vorm van gekneusde bladeren is de Ginkgo bij de Chinezen in gebruik. De zegetocht van de Ginkgo als rationeel fytofarmacon begon in de vijftigerjaren van de twintigste eeuw met het wetenschappelijk onderzoek naar de inhoudsstoffen van het blad. Een van de voornaamste wegbereider van dit onderzoek was de arts en apotheker Wilmar Schwabe (1907-1983). In het laboratorium van de door hem opgerichte firma in Karlsruhe werden de inhoudsstoffen systematisch onderzocht en getest in talrijke studies.
 
Een van de vele onderzoeken
In een gecontroleerde dubbel-blind studie uitgevoerd met Ginkgo-extract versus placebo gedurende 18 dagen op verschillende patiënten met cerebrale insufficiëntie heeft men bij 92% van de patiënten een verbetering waargenomen zowel van functionele stoornissen zoals hoofdpijn, duizeligheid, spraakstoornissen en oorsuizingen als van psychische symptomen zoals bewustzijnsvermindering, desoriëntatie en verwardheid. Ook depressieve zwartgalligheid en angstsymptomen waren duidelijk afgenomen.

Een hele boterham, die Tempelboom.
Merkwaardig toch dat een eeuwenoude boom, een levend fossiel, ons helpt hypermoderne kwalen te verlichten. En daarbij is hij ook nog bestand tegen onze hedendaagse luchtverontreiniging. Hij groeit dus goed in de stad en andere verontreinigde omgevingen.Het meest wordt het blad gebruikt bij doorbloedingsproblemen, vooral van de kleine bloedvaten in handen en voeten en voor de hersencirculatie.

De invloed op het geheugen heeft waarschijnlijk niet alleen te maken met het effect op de bloedvaten, een betere zuurstofvoorziening, maar ook met het stimuleren van de zenuwboodschappers, neurotransmitters, in de hersenen. Daarom kan een goed Ginkgo-extract het concentratie- en oriëntatievermogen verbeteren, vooral bij ouderen, maar ook studerenden kunnen Ginkgo eventueel in combinatie met Ginseng of Rozemarijn tijdens examenperiodes gebruiken.

dinsdag, november 16, 2021

Boerenwormkruid in de herfst

Ook in november is er nog jong boerenwormkruidblad te oogsten. Alsof het voorjaar voor de deur staat. Helaas is dat voorjaar nog ver weg. Maar een warme, hartige groene pannenkoek met een snuifje boerenwormkruid past wel bij een grijze, killige herfstdag, De naam van de plant klinkt niet direct appetijtelijk en ook de smaak is onaangenaam bitter. En toch! Goed gedoseerd wordt zijn bittere smaak zeer aangenaam en komt er zelfs een vleugje zoet, anijsachtig aroma vrij. De jonge bladeren werden dan ook traditioneel in de groene voorjaarspannenkoeken gebruikt samen met roomse kervel en ander wild jong groen.

Kruidenpannenkoek

  • 1/2 kop bloem (1 kop is ongeveer 2,4 dl)
  • ei 1
  • zout snuifje
  • melk 150 cl
  • jong boerenwormkruid-blad 1 eetlepel fijngesnipperd, eventueel andere aromatische en bittere planten vooral duizendblad en roomse kervel, maar ook paardenbloem en weegbree zijn geschikt.

Meng de bloem met het zout. Klop het ei door de bloem en meng met de melk. Voeg de blaadjes toe. Roer alles door elkaar en zet 1 uur in de koelkast. Smelt de boter in een pan. Bak de pannenkoeken. 

https://eten-en-drinken.infonu.nl/recepten/41914-boerenwormkruid-op-je-bord.html



zondag, november 14, 2021

Over een vreemde, vergeten plant: het luizenkruid

Luizen zijn er sinds er mensen en dieren bestaan. En dus is het niet verwonderlijk dat er ook kruiden tegen luizen bestaan. De luis heeft de mens door de eeuwen heen vergezeld. Als het ware een huisdier. Volgens sommigen zelfs een waardevol huisdier. Het zou er voor zorgen dat de overtollige en giftige vochten uit het lichaam gezogen worden. Daarom werden ze ooit beschouwd als een probaat middel tegen geelzucht, tandpijn en waterzucht.

Een van de oudste luizenmiddelen zijn preparaten bereid uit het luizenzaad of Semen Sabadillae, die als tinctuur, zalf of azijnzuurextract werd voorgeschreven. Het was vroeger het meest werkzame middel dat er bestond, maar het was ook wel gevaarlijk.

Sabadilla, zijn afkomst
Het Sabadillazaad is afkomstig van Sabadilla officinarum, ook genaamd Schoenocaulon officinale, behorende tot de familie van de Liliaceae. De naam is afgeleid van het Spaanse, "cebada", wat gerst betekent, vanwege het uiterlijk van de vruchtstand. De plant is inheems in Mexico, Guatemala en Venezuela, groeit op grasrijke vochtige plaatsen, tot op 1000 m hoogte toe. Er zijn waarschijnlijk ook cultures geweest van het luizenkruid. De Mexicaan Hernandez vermeldde de plant voor het eerst, gevolgd door de Spaanse arts Monardes, die ze in 1572 voor het eerst in Sevilla in handen kreeg en wist dat de plant in Mexico werd ge­bruikt als etsmiddel bij wonden met gangreen. In 1651 verscheen een verhande­ling met een afbeelding, die blijkbaar niet veel aandacht trok, want in 1705 kende Valentini het zaad nog niet; in 1718 en 1726 zegt "Abraham Vater" in zijn geschriften dat het zaad zeldzaam is. In Frankrijk kende men vanaf 1726 het zogenaamde "Kapuziner Pulver", samengesteld uit Sabadilzaad, Delphinium staphisagriae-zaad en tabak. Het werd met vet tot een zalf verwerkt. In 1759 wordt Sabadil voor het eerst officieel genoemd in de "Strassburger Taxe" en in 1771 in de Zwitserse Pharmacopee. Na de ontdekking van het alcaloïd veratrine in de plant neemt de belangstelling nog toe.


Namen van het luizenkruid
Cevadilla. Schoenocaulon officinale. Melanthium sabadilla. Veratrum officinale. Helonias officinalis. Sabadilla officinarum. Asagraea officinalis. Sabadillermer. De plant werd door Schlechtendahl "Veratrum officinale" genoemd. Linnaeus spreekt in zijn "Materia medica" van 1772 over Sabadilla. In 1839 heeft men het over "Holonias officinalis", terwijl Lindley in 1839 de naam weer veran­dert in "Asagraea officinalis", naar de onderzoeker Asa Gray, die van deze verering blijkbaar niet gediend was, want hij kwam met de naam Schoenocaulon officinalis, afgeleid van "schoinos",bies en "caulos", stam.

Botanische beschrijving
Het is een knolgewas waaruit grasvormig lange bladeren groeien, anderhalve meter lang en tot 12 cm breed, waarbinnen een 1 tot 2 meter hoge onbebladerde bloemstengel oprijst, gevuld met droog merg. De bloeivorm is een rijk bloeiende aar met kleine kort. gesteelde groengele drietallige bloemetjes, in de oksel van kleine schutblaadjes. De bovenste bloemen zijn manlijk, de onderste tweeslachtig. De meeldraden staan in twee kransen van drie. Het vruchtbeginsel is driehokkig en bovenstandig. De vrucht is een driehokkige lichtbruine doosvrucht, met meestal 2 tot 5 lan­cet vormige bruinzwarte zaden. De zaden zijn langwerpig tot lancetvormig, iets gekromd.

Statistische gegevens van zowat honderd jaar geleden geven ons een indruk van het vroegere luizenprobleem. Zo bedroeg de uitvoer vanuit Caracas in 1881 127.000 kg, in Hamburg werd in 1909 zelfs 210.000 kg verhandeld.

Waarop berust de werking van het zaad als insecticide?
Het was een apotheker, Wilhelm Meissner, die in 1818 het alkaloïd sabadilline, ook veratrine genoemd, ontdekte. Hij was wat laks met zijn publicatie, die in 1821 uitkwam en zodoende waren Felletier en Caventou hem officieel voor in 1819 toen ze geheel onafhankelijk het veratrine vonden. Het meest voorkomende alkaloïd is het cevadine of gekristalliseerd veratrine. Het werd in 1855 door Merck beschreven. De plant bevat ongeveer 4% van een alkaloïdmengsel dat na moeizaam onderzoek langzamerhand ontrafeld kon worden. De basisstof draagt de naam cevadine. Het is een spier- en zenuwgif, dat verlammend werkt. Verschijnselen zijn huidirritatie, niezen, dan volgt duizeligheid en braakneiging. De hartslag wordt krachtiger, er treedt bloeddrukverlaging op, en de dood kan volgen door ademhalings- of hartverlamming.

In de 18de eeuw werd het ook voor het eerst toegepast als wormdrijvend middel en zelfs bij reuma werd het gebruikt, al bleek dat al snel veel te gevaarlijk.

De luizen zijn er nog steeds, als is het wel in veel mindere mate. Hebben we dat ook een beetje te danken aan het gebruik van het luizenkruid of vooral aan een betere hygiëne? Ook de plant is er nog, al gebruiken wij hem niet meer tegen die beestjes.

Voor verdere studie
  • Partial synthesis of 3-O-vanilloylveracevine, an insecticidal alkaloid from Schoenocaulon officinale. István Ujvárya, Corresponding Author Contact Information, † and John E. Casidab. Ecological biochemistry
  • Schoenocaulon Alkaloids. I. Active Principles of Schoenocaulon officinale. Cevacine and Protocevine1,2S. Morris Kupchan, David Lavie, C. V. Deliwala, B. Y. A. Andoh J. Am. Chem. Soc.,1953, 75 (22), pp 5519–5524
  • Alm T (2003) Schoenocaulon officinale in Norwegian folk tradition. Blyttia 61, 99-104. Contact: Alm, Torbjorn; Fagenhet for Botanikk, Tromso Museum, Universitetet i Tromso, N-9037, Tromso
  • Anonymous (1946) Sabadilla as an insecticide. Bull Imp Inst [Gr Brit] 44, 102-4.

dinsdag, november 09, 2021

Paardenkastanje. Signatuur en oude gebruiken.

De paardenkastanje geeft zich bloot. Kandelaartakken worden zichtbaar, bladstelen breken van het forse, veelvingerig blad, de paardenhoef wordt zichtbaar. Signatuur?

De paardenkastanje, Aesculus hyppocastanum werd ooit in lange lanen aangeplant als sierboom. In Brussel is hij opvallend meer langs de openbare weg aanwezig dan in andere Europese steden dankzij koning Leopold II die een voorliefde had voor deze soort om er de grote lanen mee te verfraaien. De bladeren en bloemen verschijnen vanaf april en zijn majestueuze voorkomen en dicht gebladerte maken er een boom van eerste orde van, zeer geschikt om monumentale decors te vormen, vooral bij aanplantingen in rijen. 
Zijn hout is wit, melkachtig, met zijdeachtig uitzicht, zeer homogeen, zeer licht en zacht, gemakkelijk te bewerken maar weinig duurzaam. Het brandt slecht. Het werd vooral gebruikt bij het brandschilderen. De kastanje bevat zetmeel, saponinen (aescine) en glucosiden die de vrucht licht toxisch maken (esculine, fraxine). De aescine (of escine) bezit geneeskrachtige eigenschappen (ontstekingwerend en vaatvernauwend) terwijl de esculine gebruikt wordt voor de identificatie van micro-organismen. In de fytotherapie worden een uit de noten gewonnen lotion en capsules gebruikt om bloedsomloopproblemen en aambeien te behandelen.

In de postume Vlaamse heruitgave van het kruidenboek van Dodoens uit 1618, die door andere geleerden verzorgd werd, lezen we: “De vreemde Castanten [bedoeld is de kastanjes van de Paardenkastanje] zijn seer goet om de dempige [kortademige] ende hoestende Peerden te helpen ende te genesen: daerom zijn sy Peerde Castanien oft Ros-Castanien geheeten.” Hier verschijnt dus met enige verandering de nu gebruikelijke Nederlandse naam Paardenkastanje.

De algemene bladsteel van het samengestelde blad heeft aan de voet een verdikking die enigszins op de hoef van een paard lijkt en die bladsteel laat na het vallen van het blad een hoefijzervormig bladlitteken op een twijg achter, waarbij nog vlekken te zien zijn die op hoefnagels gelijken en te wijten zijn aan afgebroken vaatbundels. Soms wordt gedacht dat dit de naam van de boom verklaart, maar het is eerder de historische verklaring over de genezende kracht van de kastanjezaden die geloofwaardig is.

God, de duivel, kastanje en oude gebruiken

God schiep de tamme kastanje. Toen de duivel dat zag wilde hij ook zo’n boom maken. Dit werd de paardenkastanje, die staat dus onder duivelse invloed. Ook reuma kwam van de duivel. Zo worden al vanouds zaden door de ouden tegen jicht gebruikt en nog niet lang geleden droegen de mannen (en de vrouwen?) de zaden in hun broekzakken om hen zo te beschermen tegen reuma. Het krachtigst werken de kastanjes die je gekregen hebt. Uit de zaden werd vroeger een middel bereid tegen reuma, jicht en neuralgie. 

De zaden bevatten saponinen of zeepstoffen. Het ruwe vet werd na een behandeling gebruikt bij de spiritusbereiding en als een extract voor toiletzepen. Het meel bevat een soort stijfsel dat bekend is als amandelmeel of patés d’ amande, wat uit de gedroogde en gezeefde vrucht bereid en waar een geurtje aan toegevoegd werd. Zo was het geschikt om de handen te verzachten. Dat stijfsel werd ook gebruikt door boekbinders om de boeken te beschermen tegen insecten. En ook nu gebruiken we weer de zeepstoffen om kleding en haar te wassen.

Van de vrucht werd een snuifpoeder gemaakt door ze te verbranden en tot een poeder te malen. Het niezend vermogen werd eraan gegeven door er de tot poeder vermalen bloemetjes van lelietje der dalen doorheen te mengen.

De olierijke afkooksels van de groene schillen werden wel gebruikt om luizen te verdrijven. Hiermee werden de naden van de bedstede met het afkooksel ingesmeerd.

De bast werd tegen koorts gebruikt. Net zoals de schors bezit het een heilzame en ingewand versterkende kracht, de reden waarom men deze boom wel eens de Europese kinaboom noemde (kinineboom: Cinchona)

zaterdag, november 06, 2021

Rozenbottel maakt mogelijk de huid jonger

De vruchten van de hondsroos kunnen nu nog geplukt worden. Naast zijn vele gezonde eigenschappen zou  rozenbottelpoeder ook een verjongend effect hebben op de huid, Zo blijkt uit een wetenschappelijk onderzoek. Rozenbottel maakt mogelijk de huid jonger.

Dagelijkse inname van een paar eetlepels rozenbottelpoeder maakt de huid een beetje elastischer en minder droog, en maakt rimpels minder nadrukkelijk aanwezig. Dat ontdekten anti-verouderingsonderzoekers van Mae Fah University in Thailand, die proeven deden met een rozenbottelproduct uit Denemarken.

Studie

De onderzoekers experimenteerden met 34 proefpersonen van 35-65 jaar. De helft van hen kreeg gedurende acht weken elke dag 45 gram van een gestandaardiseerd rozenbottelpoeder. Het bestond voor de helft uit de zaden van de rozenbottel, en voor de andere helft uit vruchtvlees.

De onderzoekers gebruikten Hyben Vital/Hi-flex rose hip powder, een product van het Deense Hyben Vital. Officieel betaalde Hyben Vital de studie niet. Het bedrijf verzorgde wel de analyse van de gegevens die de onderzoekers aanleverden. Bovendien werkt de onderzoekersleider als consultant voor Hyben Vital

Vlak voor de toediening begon, halverwege en vlak nadat de suppletieperiode was afgelopen, bepaalden de onderzoekers de conditie van de huid van de proefpersonen.

Resultaten

Rozenbottel verbeterde de hydratie en de elasticiteit van de huid.De rimpels bij de ooghoeken werden een beetje minder diep.

Mechanisme

"A certain galactolipid, GOPO, was recently isolated from the present rose hip species", schrijven de onderzoekers. [J Nat Prod. 2003;66(7):994–5.] "The present powdered rose hip as well as the galactolipid GOPO, when isolated, was shown to reduce MMP-1 gene expression. This is interesting as MMP-1 is an enzyme responsible for the breakdown of cell structures such as collagen." "Moreover, GOPO and rose hip upregulate genes that are responsible for the synthesis of collagen." [BMC Complement Altern Med. 2011 Nov 3;11:105]

Conclusie

"Intake of the standardized rose hip powder improves aging-induced skin conditions", schrijven de onderzoekers.

"A well-powered, large-scale, placebo-controlled follow-up trial on the actual skin conditions is strongly warranted for supporting the present pilot study. The present study on cell longevity should also be repeated and in large-scale placebo-controlled settings."

Bron: Clin Interv Aging. 2015 Nov 19;10:1849-56.