Posts tonen met het label paardenkastanje. Alle posts tonen
Posts tonen met het label paardenkastanje. Alle posts tonen

donderdag, augustus 28, 2025

Paardenkastanjezaden bij veneuze insufficiëntie.

Bij veneuze insufficiëntie, ook wel chronische veneuze insufficiëntie genoemd, kunnen de aderen het bloed niet meer efficiënt naar het hart transporteren. Bloed hoopt zich op in de aderen, wat kan leiden tot zwelling, pijn en spataderen. De oorzaak is vaak verzwakte of beschadigde veneuze kleppen, die de bloedstroom in de benen belemmeren en op de lange termijn kunnen leiden tot huidveranderingen of zweren. Andere mogelijke symptomen zijn een zwaar en gespannen gevoel, jeuk, vermoeidheid in de benen en kuitkrampen.

Het medicinale gebruik van paardenkastanjezaden (Hippocastani-semen) is bekend voor de behandeling van veneuze insufficiëntie. Officiële monografieën van ESCOP, HMPC en Commissie E pleiten voor het gebruik ervan als extract voor chronische veneuze insufficiëntie en spataderen. Hun werkzaamheid is klinisch goed gedocumenteerd en kan worden verklaard door hun saponinengehalte. De meer dan 30 saponinen in de zaden staan ​​gezamenlijk bekend als aescine. Dit mengsel vermindert voornamelijk de permeabiliteit van de aderwanden. Dit vermindert de vochtophoping in het weefsel, omdat er minder water door de aderwanden ontsnapt. Zwelling en typische symptomen van veneuze insufficiëntie, zoals zware en vermoeide benen, worden zo verminderd [1].

Flavonoïden voor vasculaire gezondheid

Hoewel de bloemen van de paardenkastanje (Hippocastani flores) minder vaak worden gebruikt, vormen ze een goede aanvulling bij veneuze insufficiëntie omdat ze een extra werkingsmechanisme hebben. De bloemen bevatten geen saponinen, maar de flavonoïden rutine en kaempferol. Deze kunnen nuttig zijn bij veneuze insufficiëntie vanwege hun vaatversterkende, ontstekingsremmende en antioxiderende eigenschappen. Rutine verbetert de elasticiteit en permeabiliteit van bloedvaten door de collageenstructuur van de aderwanden te stabiliseren. Versterking van de aderwanden kan zwelling en bijbehorende symptomen zoals zware benen verminderen. Rutine werkt ook als antioxidant en vermindert oxidatieve stress in de bloedbaan [2]. Oxidatieve stress – dat wil zeggen blootstelling aan vrije radicalen – kan leiden tot schade en ontsteking van de aderwanden en bijdragen aan veneuze insufficiëntie. Kaempferol heeft ook een vaatbeschermend effect door de vorming van vrije radicalen te remmen [3]. Het verbetert ook de elasticiteit en stabiliteit van de aderwanden, wat de zwelling kan verminderen.

Bij veneuze zwakte, combineer zaden en bloemen van paardenkastanje

Paardenkastanje biedt dus twee effectieve actieve ingrediënten bij veneuze insufficiëntie: het saponinenmengsel uit de zaden en de flavonoïden uit de bloemen. Deze effecten kunnen elkaar aanvullen. Saponinen en flavonoïden bevorderen beide de gezondheid van de aderwanden, wat oedeem kan verminderen. Flavonoïden hebben ook antioxiderende eigenschappen, wat de belasting van vrije radicalen in de aderen kan verminderen.

Wanneer flavonoïden en saponinen samen worden gebruikt, kunnen synergetische effecten optreden. Daarom is het mogelijk interessant aan om paardenkastanjebloemen en -zaden te gebruiken bij veneuze insufficiëntie.  De volgende combinatie is naar mijn mening aan te raden:

Een kruidenpreparaat gemaakt van een droog extract van paardenkastanjezaden en een thee gemaakt van paardenkastanjebloesem (Hippocastani flores). Bereid de thee als volgt: giet tweemaal daags 1 eetlepel gedroogde paardenkastanjebloesem over 1/4 liter kokend water, dek af en laat 15 minuten trekken. U kunt de thee samen met het medicijn innemen. Eventueel uitwendig te combineren met een kompres van paardenkastanjepoeder en klei.

Paardenkastanjezaden hebben hun effectiviteit bewezen bij de behandeling van veneuze insufficiëntie, zowel in de klinische praktijk als in onderzoek. De combinatie met paardenkastanjebloemen kan naar mijn mening leiden tot positieve synergetische effecten. Daarom raad ik aan om medicijnen met paardenkastanjezaden te combineren met een thee van de bloemen.

Literatuur

  1. Luzzi R, Feragalli B, Belcaro G, Cesarone MR et al. Aescin: microcirculatoire activiteit. Effecten van hulpstoffen op klinische en microcirculatoire werkzaamheid. Panminerva Med 2011; 53(3 Suppl 1):51-5
  2. Scallon C, Bell-Syer SE, Aziz Z. Flavonoïden voor de behandeling van veneuze beenzweren. Cochrane Database Syst Rev 2013; 31 mei; 2013(5)  https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/23728661/
  3. Owczarek A, Kołodziejczyk-Czepas J, Marczuk P et al. Bioactiviteitspotentieel van Aesculus hippocastanum L. Bloem: Fytochemisch profiel, antiradicale capaciteit en beschermende effecten op componenten van menselijk plasma onder oxidatieve / nitratieve stress in vitro. Pharmaceuticals (Basel) 2021; 14 dec;14(12):1301 https://www.mdpi.com/1424-8247/14/12/1301
  4. https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenmonografie-a-z/aesculus-paardenkastanje

dinsdag, november 09, 2021

Paardenkastanje. Signatuur en oude gebruiken.

De paardenkastanje geeft zich bloot. Kandelaartakken worden zichtbaar, bladstelen breken van het forse, veelvingerig blad, de paardenhoef wordt zichtbaar. Signatuur?

De paardenkastanje, Aesculus hyppocastanum werd ooit in lange lanen aangeplant als sierboom. In Brussel is hij opvallend meer langs de openbare weg aanwezig dan in andere Europese steden dankzij koning Leopold II die een voorliefde had voor deze soort om er de grote lanen mee te verfraaien. De bladeren en bloemen verschijnen vanaf april en zijn majestueuze voorkomen en dicht gebladerte maken er een boom van eerste orde van, zeer geschikt om monumentale decors te vormen, vooral bij aanplantingen in rijen. 
Zijn hout is wit, melkachtig, met zijdeachtig uitzicht, zeer homogeen, zeer licht en zacht, gemakkelijk te bewerken maar weinig duurzaam. Het brandt slecht. Het werd vooral gebruikt bij het brandschilderen. De kastanje bevat zetmeel, saponinen (aescine) en glucosiden die de vrucht licht toxisch maken (esculine, fraxine). De aescine (of escine) bezit geneeskrachtige eigenschappen (ontstekingwerend en vaatvernauwend) terwijl de esculine gebruikt wordt voor de identificatie van micro-organismen. In de fytotherapie worden een uit de noten gewonnen lotion en capsules gebruikt om bloedsomloopproblemen en aambeien te behandelen.

In de postume Vlaamse heruitgave van het kruidenboek van Dodoens uit 1618, die door andere geleerden verzorgd werd, lezen we: “De vreemde Castanten [bedoeld is de kastanjes van de Paardenkastanje] zijn seer goet om de dempige [kortademige] ende hoestende Peerden te helpen ende te genesen: daerom zijn sy Peerde Castanien oft Ros-Castanien geheeten.” Hier verschijnt dus met enige verandering de nu gebruikelijke Nederlandse naam Paardenkastanje.

De algemene bladsteel van het samengestelde blad heeft aan de voet een verdikking die enigszins op de hoef van een paard lijkt en die bladsteel laat na het vallen van het blad een hoefijzervormig bladlitteken op een twijg achter, waarbij nog vlekken te zien zijn die op hoefnagels gelijken en te wijten zijn aan afgebroken vaatbundels. Soms wordt gedacht dat dit de naam van de boom verklaart, maar het is eerder de historische verklaring over de genezende kracht van de kastanjezaden die geloofwaardig is.

God, de duivel, kastanje en oude gebruiken

God schiep de tamme kastanje. Toen de duivel dat zag wilde hij ook zo’n boom maken. Dit werd de paardenkastanje, die staat dus onder duivelse invloed. Ook reuma kwam van de duivel. Zo worden al vanouds zaden door de ouden tegen jicht gebruikt en nog niet lang geleden droegen de mannen (en de vrouwen?) de zaden in hun broekzakken om hen zo te beschermen tegen reuma. Het krachtigst werken de kastanjes die je gekregen hebt. Uit de zaden werd vroeger een middel bereid tegen reuma, jicht en neuralgie. 

De zaden bevatten saponinen of zeepstoffen. Het ruwe vet werd na een behandeling gebruikt bij de spiritusbereiding en als een extract voor toiletzepen. Het meel bevat een soort stijfsel dat bekend is als amandelmeel of patés d’ amande, wat uit de gedroogde en gezeefde vrucht bereid en waar een geurtje aan toegevoegd werd. Zo was het geschikt om de handen te verzachten. Dat stijfsel werd ook gebruikt door boekbinders om de boeken te beschermen tegen insecten. En ook nu gebruiken we weer de zeepstoffen om kleding en haar te wassen.

Van de vrucht werd een snuifpoeder gemaakt door ze te verbranden en tot een poeder te malen. Het niezend vermogen werd eraan gegeven door er de tot poeder vermalen bloemetjes van lelietje der dalen doorheen te mengen.

De olierijke afkooksels van de groene schillen werden wel gebruikt om luizen te verdrijven. Hiermee werden de naden van de bedstede met het afkooksel ingesmeerd.

De bast werd tegen koorts gebruikt. Net zoals de schors bezit het een heilzame en ingewand versterkende kracht, de reden waarom men deze boom wel eens de Europese kinaboom noemde (kinineboom: Cinchona)

woensdag, maart 11, 2015

Over de naam van paardenkastanje en linde

Over paardenkastanje, de bomen staan er nu bloot maar stevig bij, de bodybuilder onder de bomen.. Zonder bladeren zien bomen er naar mijn gevoel, echter en eerlijker uit.  De naam kastanje is wat vreemd voor deze boom, want botanisch gezien is het geen echte Castanea, daarom wordt hij ook wel wilde kastanje genoemd. Wij hebben het woord kastanje reeds lang geleden ontleend aan het Frans. Daar luidde het castagne, in het hedendaagse Frans châtaigne. Castagne gaat weer terug op het Latijnse castanea en waarschijnlijk is dit oorspronkelijk de plaatsnaam Castanea in Klein-Azië of Castana in Griekenland.

Oorspronkelijk is kastanje de naam voor Castanea sativa uit de beukenfamilie; deze boom is in Europa niet inheems, maar werd in de 5de eeuw vanuit Perzië ingevoerd en gedijde ook in de Lage Landen op kalkarme droge grond goed. De tamme kastanje is dus botanisch gezien niet verwant met de Paardenkastanje (Aesculus hippocastanum), die inheems is in Noord-Griekenland en Albanië, maar vanaf de 17de eeuw in de Lage Landen overvloedig is aangeplant. De paardenkastanje heet zo naar de vruchten die enigszins lijken op die van de tamme kastanje; het eerste lid paard is een vertaling van hippo- ‘paard’ in de Latijnse naam. Voor dat paard is geen bevredigende verklaring, mogelijk wordt er verwezen naar de geneeskrachtige werking die deze vruchten hadden bij bepaalde paardenziekten. Dodonaeus schrijft ‘De vreemde kastanjes zijn zeer goed om de dampige en hoestende paarden te helpen en te genezen en daarom zijn ze paarden kastanjes of ros kastanjes genoemd’.

Een heel andere boom is de linde. Soepel, teer, sierlijk. Mogelijk komt daar het woord linde vandaan. Daar de buigzame bast van de linde voor vlechtwerk en banden gebruikt werd, kan men het woord verbinden met nhd. lind, gelinde ‘zacht, toegevendʼ, os. līði, oe. līðe ‘zacht, mildʼ (ne. lithe ‘buigzaamʼ), nnoorw. linn ‘buigzaam, zachtʼ (vgl. lintworm), verder lat. lentus ‘buigzaam, taai; langzaamʼ

 Dodonaeus 1554 zegt: De gewone lindeboom, dat is het wijfje van de linde, wordt ook groot en dik en met zijn lange takken breidt hij zich zeer wijd en breed uit en maakt een grote en brede schaduw als de zon schijnt. Zijn schorsen zijn van buiten bruinachtig, effen en kaal en naast het hout wit, vochtig en taai die zich laten buigen, vouwen en verwerken in alle manieren en daarom worden daarvan de basten gemaakt waarvan men koorden en zwepen draait. Het hout is witachtig, effen en zonder knoesten en zeer zacht en daarom worden ook daar de kolen van gebrand die men voor het buspoeder gebruikt.