Sintjanskruidblaadjes met witte stippen, gaatjes waar ooit de duivel zijn tanden in heeft gezet, Valse salie, die de echte gezonde salie wil nabootsen om ons op een dwaalspoor te brengen, Nagelkruid die in zijn natte, koude wortel de droge hitte van de tropische kruidnagel verbergt en oude appelbomen die zich tooien met het jonge lentegroen van de magische maretak.
Eeuwig groen vinden we nu nog op de de natte conglomeraatrotsen in de menhirgroeve: mossen, eikvaren en steenbreekvaren geheimzinnig in de donkerte groeiend.
Wat voor betekenis is er nog steeds verborgen in deze en andere onooglijke plantjes, die we nu letterlijk met de voeten treden?
Vroeger werd de wortelstok vooral door de boeren tegen hoest en verkoudheid gebruikt. In dat opzicht heeft hij dezelfde werking als zoethout. In Frankrijk werd hij ook Réglisse sauvage (Wild zoethout) genoemd, vooral omdat de wortels ook een zoete smaak heeft.
Een andere merkwaardige Franse naam voor de plant is ‘herbe de gagne’ (mijn vrije vertaling: winstwortel). De wortel, vooral als hij van de Eik afkomstig is, als amulet gedragen, bracht geldelijk geluk (loterijwortel).
En dat is nog niet alles! Hedendaags onderzoek heeft Ecdysteroïden (polypodine) in de wortel gevonden. Bijzondere stoffen met hormonale en insectenwerende werkingen. Dus niet te verwonderen dat je de plant nu terug vind in wat dubieuze potentieverhogende middelen samen met Epimediumsoorten. Wie had dat ooit verwacht. Onze Eikvaren als aphrodisiacum.
De gewone eikvaren is een laagblijvende plant met ’s winters groen blijvende bladeren. De bladeren zijn dof donkergroen en enkel naar de top toe spits. Hij verkiest meestal beschaduwde, hellende stukjes om op te groeien: holle wegen, grachtranden, taluds, muren …
Dodoens over Eikvaren of Boomvaren
EikvarenDit cruyt wordt gheheeten in Griecx Polypodion. In Latijn Filicula en Polypodium. In Hoochduytsch Engelsusz Baumfarn/ en Dropffwurtz. In Neerduytsch Boomvaren ende van sommighen Eyckenvaren. In Franchois Polypode.
Cracht ende werckinghe
A Die wortel van Boomvaren verweckt tot camerganck ende iaecht af die swaere melancholieuse vochticheden ende die taeye fluymen ende es seer goet tseghen dat colica/ dat es weedom in den buyck/ verhertheyt ende verstoptheyt van der milte/ ende tot die vierdedaechse cortsen sonderlinghe als zy met Epithymum inghenomen wordt.
B Ende dese wortel salmen sieden in suet vleeschsop oft capoenen sop oft in water met Maluwe oft Beete ende wat Anijs saets/ ende dat drincken/ oft die selve ghepoedert met huenich water dat es Meede innemen.
C Die wortel van Boomvaren verteert ende doet sceyden dat overvloedich quaet vleesch dat in die gaten van den nuese wast Polypus gheheeten alsmense ghepoedert dicwils in die neuse doet.
Nog een merkwaardige toepassing bij Dodoens ‘tegen neuspoliepen’. Hier lijkt er wel sprake te zijn van een woordspeling. Polypodium tegen polypus!