Rauw zou ik hem zelf niet eten. Daarvoor smaakt hij me iets te sterk. Maar gestoofd gebruik ik hem in de keuken. In de chili no carne bijvoorbeeld en in tomatensoep en groentesoep. Overal waar je selder leest, kan je in de plaats zwartmoeskervel gebruiken. De Romeinen verspreidden zwartmoeskervel over heel Europa. Je vindt hem daardoor wel hier en daar in het wild. Maar in de 17de eeuw raakte hij in onbruik, verdrongen door, inderdaad, de selder. Jammer en te herontdekken waard, want zwartmoeskervel is heel gemakkelijk om zelf te kweken in je tuin. Je hebt er nauwelijks omkijken naar. Een echte aanwinst.
Zwartmoeskervel planten en verzorgen
Plant zwartmoeskervel op wat vochtige plaatsen in halfschaduw (tot 4 uur zon per dag) of schaduw (tot 2 uur zon per dag). Op droge grond met de hele dag volle zon zal hij verpieteren. Voeg af en toe wat compost of mulch toe. Oganisch materiaal dat je bovenop de bodem legt, zoals snoeiafval, houtsnippers of een dun laagje grasmaaisel.
In de zomer sterft zwartmoeskervel boven de grond af. De plant leeft onder de grond verder. In september schiet hij vanzelf weer op om de hele winter te blijven doorgroeien. Ja, zelfs als het sneeuwt, al hangt hij er dan wat slapjes erbij. De zwartmoeskervel doet dus precies het omgekeerde van de andere vaste planten. Die komen tot wasdom in de zomer en sterven in de winter bovengronds af.
Tweejarig: vormt het eerste jaar alleen blad. Het tweede jaar (soms doet ie er drie jaar over) bloeit hij met grote schermen groenwitte bloempjes die allerlei soorten vliegen en zweefvliegen aantrekken. Na de bloei vormt de plant zaad en sterft hij, nu echt helemaal en definitief. Gelukkig zorgen de vele zwarte zaadjes voor voldoende vervangplanten, zodat je nooit zwartmoeskervel te kort komt.
Zwartmoeskervel oogsten en gebruiken
Heel de winter en het voorjaar door, van november tot mei zeg maar, kan je zwartmoeskervel oogsten. Vooral op momenten dus dat de moestuin en siertuin er meestal verlaten bijliggen. Ook daarom is hij zo’n aanwinst.
- Je gebruikt de stelen en de blaadjes. In elk recept waar je selder leest, kan je in de plaats zwartmoeskervel gebruiken. Persoonlijk gebruik ik er iets minder van omdat de smaak wat nadrukkelijker is dan die van selder.
- Je kan hem rauw gebruiken, maar ik vind hem alleen gekookt lekker.
- De jonge bloemstelen kan je bereiden en eten als asperges. Alhoewel....
- Ook de zwarte zaadjes zou je kunnen gebruiken als specerij, zoals peper, maar de geur ervan is zo uitgesproken dat ik daar niet zo’n zin in heb.
- Tweejarige planten hebben dikke eetbare wortels, een beetje zoals pastinaken.
Zwartmoeskervel zaait zichzelf gemakkelijk uit, zodat je er eigenlijk geen omkijken naar hebt. Hou er rekening mee dat planten die in bloei komen, zullen sterven. Je moet ze dus lang genoeg laten staan om de zwarte zaden te laten rijpen. De droge stengels met zaadschermen zijn trouwens decoratief genoeg. Verplant jonge zaailingen in het najaar of voorjaar. Zaai zwartmoeskervel van augustus tot november. Het zaad verliest snel zijn kiemkracht
Dodoens over zwartmoeskervel. Van Groote Eppe. Cap. xliii. 1554
Dese Eppe wordt gheheeten in Griecx Hipposelinon. In Latijn Equapium ende Olusatrum/ van sommighen oock Smyrnion ende Agrionselinon. In die Apoteke niet sonder dwalinghe Petroselinum Macedonicum/ want met die rechte Peterselie van Macedonien en hevet gheen ghelijckenisse. In Hoochduytsch/ wordt ghenaempt Grosz eppich oder Grosz epffich. In Neerduytsch Groote eppe. In Franchois Ache Carche.
Tsaet van die Groote eppe alleen oft met huenich water inghenomen verweckt die natuerlijcke cranckheyt van den vrouwen/ sceydt alle winden/ pijne ende crimpsel van den buyck/ het verwermt die huyverachtich sijn/ scudden ende coude cortsen hebben. Ende es seer goet tseghen die droppelpisse.
Die wortel van Groote eppe breeckt ende iaecht af den steen/ ende doet die urine rijsen ende lossen. Ende es goet tseghen die pijne van den lendenen ende van der sijden.
In somma die Groote eppe es van crachten ende werckinghen der ghemeynder Peterselie ghelijck/ ende tot alle saken beeter ende bequaemer dan die gemeyne Peterselie.