donderdag, augustus 10, 2023

Ganzenvoet en andere meldes.

#Cascatellestuin eind juli
Zomer in de Cascatellestuin. De blote grond is op 1 jaar wonderbaarlijk snel begroeid geraakt. De weinige blote stukken zijn vooral ontstaan door het weghakken van de Japanse duizendknoop en op die plaatsen ontkiemen nu vooral eenjarige akkerkruiden zoals melganzenvoet en spiesmelde. De natuur houd blijkbaar niet van blote grond. 

Met zulke echte 'onkruiden' zoals Herderstasje, Knopkruid en zeker Melde of melganzevoet, heb ik een soort haat - liefde verhouding. Aan de ene kant bewonder ik hun overlevingsdrang maar tezelfdertijd vind ik het hinderlijk dat ze overdadig overal ontkiemen waar ik andere planten wil laten groeien. Maar als ze dan ook eetbaar blijken te zijn of nog meer andere kwaliteiten vertonen, gaat mijn bewondering toch overheersen.

Chenopodium album behoort tot een grote familie van de Ganzenvoetachtigen. De bladeren hebben de vorm van een ganzenvoet, vandaar ook de naam. Ook chenopodium komt van het Griekse chen, gans en podos, voet of podion, voetje. Een oudere naam Pes anserinum verwijst ook naar de ganzenvoet. Dodonaeus zegt het zo ' van sommighe soorten zijn die bladeren breet, rontsomme met diepe kerven gesneden, eenen voet van een gans schier ghelijck'.
De naam Mel of melde, heeft mogelijk te maken met meel, de bladeren zien er wat wittig, als met meel bestoven uit. Of zou het verwijzen naar het vroegere gebruik van de zaden als meel om brood of pap te maken. In de grotwoningen van onze verre voorouders waren de meldes waarschijnlijk een belangrijke voedselbron. Mel betekent ook malen, wat weer verwijst naar de zaden als grondstof voor meel.

Naast het gebruik van het zaad als meel, waren ook de bladeren als bladgroente in gebruik. Ten andere onze spinazie behoort tot dezelfde familie. Het meldeblad kun je dan ook op dezelfde manier gebruiken gestoofd als spinazie of rauw in een gemengde sla. In de tijd voor de populariteit van de spinazie zijn er zelfs cultivars van Chenopodium album ontwikkeld met rood en lichtgroen blad. Het zijn snel groeiende gewassen waarvan de rode varëteit zelfs enige sierwaarde heeft. Maar er zijn wel meer Ganzevoetachtigen die bekend zijn. De minst opvallende maar toch in de omgeving van de mensen groeiend, noemt Brave Hendrik in feite Goede Hendrik naar het Latijnse bonus en naar een oude Duitse benaming 'guter Heinrich'. Is dat een vriendelijke of een onvriendelijk bedoelde naam? Chenopodium Bonus Henricus, in het Latijn klinkt het bijna heilig, al groeit hij wel hoog in de bergen in de stront van de schapen. Goed eetbaar als groente, maar ik pluk hem toch liever in andere omgevingen.

De meest bekende Ganzenvoet op dit moment is echter de Zuid-Amerikaanse Quinoa, het mythische Incagraan dat al duizenden jaren als een soort rijst gebruikt word en nu ook in Europa ingeburgerd is. Ook de jonge bladplanten zijn te gebruiken en nogal decoratief met hun hardrose gekleurde puntjes aan de uiteinden van de bladeren.

En we zijn er nog niet, er is ook nog Chenopodium ambrosoides, nu vergeten maar vroeger in de apothekersboeken beroemd om zijn wormdrijvende eigenschappen. Ook weer een Zuid- Amerikaanse soort die in Brazilië een zeer algemeen onkruid is en zich hier in de tuin ook als zodanig gedraagt. Hij houdt ook de familietraditie in eer van plant met onopvallende groene bloemetjes, maar zijn vreemde geur geeft de plant toch enige charme. Hij mag dus blijven in de tuin.
In Belize en omstreken is het een geliefd huis- en keukenmiddel. Naast zijn officiële gebruik als wormdrijvend medicijn wordt van de hele plant ook een kalmerend aftreksel gemaakt en de wortel van één plant 10 minuten gekookt in 2 kopjes water wordt als een uitstekende kuur tegen crudo of te wel een kater beschouwd. Het kruid wordt verder ook als smaakmaker en gasverdrijver aan bonengerechten toegevoegd. Twee vliegen in één klap dus. Lekker en gezond.

C. album is under exploited vegetable which has high functional potential apart from basic nutritional benefits. The plant is used in diet not only to provide minerals, fibre, vitamins and essential fatty acids but also enhance sensory and functional value of the food. The plant has been traditionally used as a bloodpurifier, diuretic, sedative, hepatoprotective, antiscorbutic laxative and as an anthelmentic against round and hookworms. Pharmacological studies have revealed that the plant possesses anthelmentic, sperm immobilizing and contraceptive properties. It is also claimed to be antipruritic and antinociceptive in action. Therefore C. album holds a great potential for in depth biological evaluation. 

dinsdag, augustus 08, 2023

Hyssop

Hyssop hoort thuis in het gereputeerd gezelschap van andere lipbloemigen zoals tijm, rozemarijn en bonenkruid en in dat eerbiedwaardig gezelschap vind je hem ook in de Cascatellestuin. Deze vaste plant heeft kleine kobaltblauwe bloemen aan het uiteinde van de stengels. Een bijzonderheid is dat de bloemen aan één zijde van de vierkantige steel staan. De blaadjes zijn smal en lancetvormig.

Er zijn roze en witte variëteiten, een dwergvariëteit, Hyssopus aristatus, en vroeger zelfs soorten met gevlekte bladeren, die volgens Parkinson 'zulk een aardig effect opleverden dat menige vrouwe de takjes in het haar en in de armen droeg'. De naam hysop zou uit het Hebreeuws 'ezob' komen en 'heilig' betekenen.

Hyssop houdt van een kalkachtige, goed gedraineerde, lichte bodem en een zonnige standplaats. Hij heeft de naam insectenwerend te zijn, maar trekt wel bijen en vlinders aan. De honing was vroeger vermaard om zijn aroma. 

In de dagen van koningin Elizabeths regering was hyssop een favoriet voor heggen en doolhoven. De gesnoeide takken werden dan gebruikt als geurig strooi- en schroeikruid en dienden tegen het alom aanwezige boze oog. Om zijn geurige hoedanigheden stond hysop op de strooilijst van Thomas Tusser. De etherische olie ruikt naar kamfer en wordt door de parfumerie-industrie zelfs hoger gewaardeerd dan die van lavendel. Deze olie wordt door de likeurindustrie verwerkt in Chartreuse. Tn de Oudheid dronk men Hyssopites, een wijn die uit de blaadjes was gewonnen.

Voor keukengebruik is verse hysop nodig, die met mate gebruikt moet worden vanwege de dominerende, wat bittere en scherpe smaak. Het kan worden gebruikt in combinatie met het eveneens peperige bonenkruid en wordt dan verwerkt in vette gerechten, zoals paling, en in soepen en rauwkostschotels; vooral tomaten gaan heel goed samen met hysop.

Het kruid heeft ons in culinair opzicht weinig te bieden, althans tegenwoordig. Er is een tijd geweest dat de voor ons onvoorstelbare hoeveelheden van salie, hysop en bonekruid in vleespastei werden verwerkt. Het volgende lijkt me dan ook eerder een gedicht dan een recept: Take vele, en smyte in lytel pecys into a potte, an waysshe yt sayre, than tayke sayre water, and lat yt boyle togedere with Perceley, Sawge, Sawery an Ysope.

Medicinaal is hyssop als thee of tinctuur vooral goed voor de luchtwegen, bij virale infecties en chronische klachten zoals astma en COPD.

Wetenschappelijk onderzoek
The Hyssop plant was used, which boosts the immune system's effectiveness and limonene, rosemary, caffeic acids and flavonoids, all biologically active compounds in this plant, cause improved breathing problems, colds, and especially for SARS-CoV-2. As a result, utilising the Hyssop plant can help in reducing SARS-CoV-2 in faeces. This plant's antioxidant properties effectively reduce SARS-CoV-2 in faeces by 30%; nevertheless, depending on the patient's condition. This plant is also beneficial for respiratory and digestive health. Chemosphere . 2022 Oct;305:135247.  Critical role of Hyssop plant in the possible transmission of SARS-CoV-2 in contaminated human Feces and its implications for the prevention of the virus spread in sewage

donderdag, augustus 03, 2023

Ook suikerwortel bloeit

Suikerwortel in de #Cascatellestuin
Suikerwortel is een vaste plant, die behoort tot de schermbloemigen (Apiaceae). De soort kan tot 1,50 meter hoog worden. De plant bloeit in juli en augustus met witte schermbloemen. Suikerwortel maakt onder de grond een bundel vingerdikke wortels die tot 15 centimeter lang zijn. Aan de buitenkant zien ze er onappetijtelijk uit, maar van binnen is het vlees wit.

Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Sium, is geleend uit het Oudgrieks, waar síon (σίον) 'modder' betekent en verwijst naar vochtige grond ofwel oever of moeras. Het tweede deel, sisarum, stelt iedereen voor een raadsel. In het Oudgrieks bestaat het woord sisaron niet en de suikerwortel zelf was daar tot de Middeleeuwen onbekend. Mogelijk is sisarum een regionale variant van sium.

Het is onbekend waar de suikerwortel inheems is (of was). Mogelijk stamt hij uit noordelijk Rusland en dat de Vikingen hem zuidwaarts hebben vervoerd op hun tochten via de Wolga naar Byzantium, een plaats die later Constantinopel werd genoemd en tegenwoordig bekend staat als Istanbul. In Engeland noemen ze hem skirret en die benaming zou verwant zijn aan het Oud-Noorse sykurrót ('suikerwortel') en is dus ook een aanwijzing dat de Vikingen hem hebben ingevoerd. Suikerwortel stamt dus uit koelere oorden, was onbekend in de warmste delen van het Mediterrane gebied en het meest zuidelijke gebied waar de teelt bekend is was Zuid-Frankrijk.

Ooit werd de suikerwortel in ons land uitbundig geteeld en gegeten. Het probleem was natuurlijk dat er maar weinig echt zoete producten jaarrond beschikbaar waren. Pas toen de suiker uit de suikerbiet en later suikerriet gemeengoed werden, raakte de suikerwortel al snel in de vergetelheid.

De wortel werd zelden rauw gegeten en meestal gekookt. Ze is stevig van structuur, smaakt zoet en ietwat bloemig. De smaak lijkt op een kruising tussen wortel en pastinaak, maar er zit ook iets van noot in. Ze kunnen ook worden gekookt, gebakken of toegevoegd aan soepen.

Oude kruidboeken en kookboeken dichten de suikerwortel een heilzame werking toe: zieken zouden er van opknappen, de consumptie zou goed voor de maag zijn en suikerwortel zou vochtafdrijvend zijn. Maar goed, de wortel is zoet en daar knap je altijd een beetje van op.

De wortel van suikerwortel bevat 4 tot 8 procent suiker. De suikerbiet levert tegenwoordig ongeveer 17 procent, maar daar is uiteraard jarenlange verbetering aan vooraf gegaan. Het suikergehalte van suikerriet ligt met 12 tot 16 procent iets lager dan dat van suikerbiet.