maandag, maart 30, 2020

Stress vermijden is virusinfectie voorkomen

Sheldon Cohen was een verkoudheidsexpert. Hij ontdekte onder meer dat levensgeluk, slaap, kinderen en sociale steun beschermen tegen verkoudheid. Cohen onderzocht het effect van stress op kans op besmetting met vijf verkoudheidsvirussen - en eentje daarvan was coronavirus 229E. Da's een ander coronavirus dan het Covid-19-virus.
De andere virussen waren rhinovirus type-2 [RV type 2], rhinovirus type-9 [RV type 9], rhinovirus type-14 [RV type 14] en het respiratory syncytial virus [RSV].

Sheldon en zijn medewerkers druppelden de virussen in de neus van in totaal 394 proefpersonen, en keken vervolgens wat er gebeurde. Aan de hand van vragenlijsten hadden ze bepaald hoeveel psychologische stress de proefpersonen op dat moment in hun leven ervoeren, en aan de hand daarvan de Psychological-Stress Index van de proefpersonen bepaald.

Resultaten
Hoe hoger de Psychological-Stress Index, hoe groter de kans dat de proefpersonen verkouden werden.
Voor alle virustypes vergrootte psychologische stress de kans op ziekte.

Conclusie
"The consistency of the stress-illness relation among three very different viruses - rhinovirus, coronavirus, and respiratory syncytial virus (as well as among rhinovirus types)- was impressive", schrijven de onderzoekers.

"This observation suggests that stress is associated with the suppression of a general resistance process in the host, leaving persons susceptible to multiple infectious agents, or that stress is associated with the suppression of many different immune processes, with similar results."

"The results also suggest that infection and reinfection may be effectively prevented by its daily use throughout the year, with an enormous potential savings to national industry in terms of reduced sick days. This product clearly exhibits excellent antiviral activity and warrants further investigation to determine the nature and method of its viral destruction."

Da's duidelijk. Als je jezelf wilt beschermen tegen het coronavirus, ga dan stress uit de weg. Voor sommige mensen zal dat in deze angstige dagen makkelijker gezegd zijn dan gedaan.

Bron: N Engl J Med 1991; 325:606-12.

woensdag, maart 18, 2020

Vlier tegen virussen

Gewoonlijk gebruik ik van vlier niet het blad, wel de bessen en bloesem, toch dringen de nieuwe vlierscheuten zich nu op. Alsof ze zeggen, gebruik mij, jullie hebben ons nodig. Vroeger werden de bladeren ook meer gebruikt, maar omdat ze niet smakelijk en ook braakverwekkend kunnen zijn, zijn we steeds meer bes en bloesem gaan gebruiken. Nu met het Coronavirus word oa door Buhner geadviseerd om het mogelijk sterker anti-viraalwerkende blad als decoct (gekookt) te gebruiken. 

Hier toch ook wat recenter onderzoek over vlierbessen. Australische moleculaire wetenschappers van de University of Sydney onderzochten vlierbessen en hun werking op influenzavirussen. De onderzoekers experimenteerden met cellen in reageerbuizen, niet met proefdieren of mensen. Ze maakten hun extracten van vlierbessen zelf, op basis van Tasmaanse vlierbessen. Ze brachten verdund vlierbessensap, samen met een influenza-A-virus (H1N1) in contact met laagjes niercellen [MDCK]. Als de virussen de cellen konden besmetten, verkleurden ze wit. Hoe sterker de concentratie vlierbessensap, hoe geringer was het aantal besmette cellen. De bescherming tegen virussen was het werk van polyfenolen in vlierbessensap. Vooral cyanidin-3-glucoside was actief, ontdekten de onderzoekers. Waarschijnlijk blokkeren die polyfenolen de werking van eiwitten waarmee het virus cellen binnendringt en zich reproduceert.

In een ander experiment brachten de onderzoekers vlierbessenextract in contact met A549-longkankercellen, en bepaalden de aanmaak van ontstekingsfactoren door de cellen. Ze ontdekten dat vlierbessensap de aanmaak van interleukine-6 verhoogde met een factor 207, die van interleukine-8 met een factor 28 en die van TNF-alfa met een factor 60.
Dat zou wel eens kunnen betekenen dat vlierbessensap niet alleen de kans vermindert dat het influenzavirus cellen binnendringt, maar ook het immuunsysteem activeert om met virussen besmette cellen aan te vallen.

Dit immunologische effect van vlierbes was niet het werk van polyfenolen als cyanidin-3-glucoside, ontdekten de onderzoekers. Op basis van eerder gepubliceerd onderzoek vermoeden ze dat de afgifte van ontstekingsfactoren vooral wordt veroorzaakt door polysachariden in vlierbes.

Conclusie
"Elderberry showed potent antiviral activity [...] against influenza infection", schijven de onderzoekers. "These data support the use of Sambucus nigra berries as nutraceutical ingredients for the management of influenza infection." Bron: Journal of Functional Foods 54 (2019) 353-60.

Meer over vlier https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/sambucus en https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/87762-vlierbessensiroop-met-wijn.html

zondag, maart 15, 2020

In zelf opgelegde quarantaine en even over aardperen

Nu we ons voor enige tijd afgesloten hebben van de Coronawereld rekenen we voor onze voedselvoorziening, naast de aangekochte groenten en granen, ook wel een beetje op het wild voedsel in de tuin en ook een heel klein beetje op de restjes van onze groentetuin. Op overschotjes waar we niet zo verzot op zijn, zoals aardperen. Zeker je kan er wel wat lekkers mee maken, maar ze staan er toch vooral omwille van hun historische en medicinale waarde en om ze te observeren en er wat over te schrijven. Over aardperen dus om het virus even proberen te vergeten.

Aardperen zijn naaste familie van de zonnebloemen. De knollen lijken zowel op gemberwortel als op knobbelige nieuwe aardappelen. Onder hun lichtbruine schil, met soms wat gele, rode of paarse tinten, zit romig, wit, krokant en zoet vruchtvlees. De nootachtige smaak heeft wat weg van artisjok, schorseneer en Chinese waterkastanje. Onder de grond vormen zich aan de wortels uitlopers, die aan de top uitgroeien tot een knol. Per plant zijn er wel dertig tot veertig. Ze wortelen soms diep, en dat maakt het moeilijk om ze tijdens het oogsten grondig te verwijderen. Daardoor blijven ze gedurende jaren spontaan in de tuin en kunnen ze flink woekeren.

Aardperen zijn caloriearm. Per 100 gram (311kJ / 74 kcal) bevatten ze 16 gram koolhydraten, 2,5 gram eiwit, 0,4 gram vet, 10 milligram calcium, 3,7 milligram ijzer en 4 milligram vitamine C. Een van de belangrijke voordelen van aardperen is dat ze geen suiker opslaan. Ze bevatten inuline, een koolhydraat dat wordt omgezet in fructose en dat voor diabetici zonder de tussenkomst van insuline kan worden opgenomen. Inuline wordt zelfs niet verteerd tot zetmeel, maar wordt gefermenteerd in voor de dikke darm nuttige zuren die ook de gezonde bacteriën ( lactobacilli ) in de darmflora gunstig beïnvloeden.

Een nadeel is dat deze fermentatie tot winderigheid kan leiden bij mensen die gevoelig zijn voor gasproducerend voedsel. Zij mogen aardperen in geen geval rauw eten en moeten ze koken voor ze de aardperen bakken. In het begin van de zeventiende eeuw schreef de Engelse botanicus John Goodyer al dat aardperen ,,walgelijke, stinkende winden veroorzaken die de buik pijnlijk deden opzetten en meer voor varkens dan voor mensen bestemd waren". Aardperen die een maand gekoeld werden bewaard (onder de grond of diepgevroren), veroorzaken echter minder winderigheid dan aardperen in het begin van het seizoen. 
Ze zijn ons al lang bekend als gezondheidsvoedsel voor diabetici, zijn ook bijzonder geschikt als bulkvoedsel bij vermageringsdiëten en zijn algemeen gezondheidsbevorderend door hun invloed op de darmflora.

En hier ook wat stevige wetenschappelijke info Helianthus tuberosus / Jerusalem artichoke
Helianthus tuberosus L. (Jerusalem artichoke) is a perennial herb from Asteraceae family, originating from the United States where it was cultivated by the indigenous inhabitants. It has a 1,5–3 m tall stem, large leaves, fleshy tubers and yellow sunflower-like flowers [11]. The content of compounds contained in Jerusalem artichoke tubers depends strictly on the harvest conditions and topinambur clones. Helianthus tuberosus L. tubers are a rich source of carbohydrates [12]. It is one of the main sources of inulin in higher plants, its content reaches up to 85% of the dry matter of tubers [13]. 
The content of free sugars such as glucose, fructose and sucrose is much lower and rarely exceeds 6–8% of dry matter. Proteins present in topinambour tubers reaches up to 10% of dry matter. It contains almost all essentials amino acid such as tryptophan and threonine [11, 14] to the high content of inulin in topinambour tubers, it has been used in folk medicine, and found an application in the treatment of many diseases such as diabetes and rheumatism. This polysaccharide also has a diuretic, aperients, cholagogue, spermatogenic, stomachic and tonic effect [15]. 

Phytochemical studies demonstrated that topinambour is a source of coumarins, polyacetylenic derivatives, unsaturated fatty acids and sesquiterpenes. Aerial biomass of this plant contain cellulose, hemicelluloses, uronic acids, lignins, proteins and lipids [16, 17]. In addition, due to the presence of many biologically active substances, such as phenolic compounds and flavonoids, leaves of Jerusalem artichoke have also found an application in medicinal purposes [18, 19]. They have been used for treatment of skin wounds, bone fractures, swellings and to reduce pain. These applications are closely related to the activity of Helianthus tuberosus L. leaves, which had shown anti-inflammatory, antispasmodic, antimicrobial, antifungal, antipyretic and analgesic effects [19,20,21].

Referenties
11.Ma XY, Zhang LH, Shao HB, Xu G, Zhang F, Ni FT, Brestic M. Jerusalem artichoke (Helianthus tuberosus), a medicinal salt-resistant plant has high adaptability and multiple-use values. J Med Plant Res. 2011;5:1272–9.
Google Scholar
12.Baldini M, Danusco F, Turi M, Vannozzi GP. Evaluation of new clones of Jerusalem artichoke (Helianthus tuberosus L.) for inulin and sugar yield from stalks and tubers. Ind Crop Prod. 2004;19:25–40. https://doi.org/10.1016/S0926-6690(03)00078-5.
13.Saengthongpinit W, Sajjaanantakul T. Influence of harvest time and forage temperature on characteristic of inulin from Jerusalem artichoke (Helianthus tuberosus L.) tubers. Postharvest Biol Technol. 2005;37:93–100. https://doi.org/10.1016/j.postharvbio.2005.03.004.
14.Kays SJ, Nottingham SF. Chemical composition and inulin chemistry. In: Biology and chemistry of Jerusalem artichoke.; CRS press: Boca Raton; 2008. p. 53–96. https://doi.org/10.1201/9781420044966.ch5.
15.Pan L, Sinden MR, Kennedy AH, Chai H, Watson LE, Graham TL, Kinghorn AD. Bioactive constituents of Helianthus tuberosus (Jerusalem artichoke). Phytochem Lett. 2009;2:15–8 https://doi.org/10.1016/j.phytol.2008.10.003.
16.Cabello-Hurtado F, Durst F, Jorin-Novo JV, Werck D. Coumarins in Helianthus tuberosus: characterization, induced accumulation and biosynthesis. Phytochemistry. 1998;49:1029–36 https://doi.org/10.1016/S0031-9422(97)01036-4.
17.Matsuura H, Yoshihara T, Ichihara A. Four new Polyacetylenic glucosides, methyl ,.BETA.-D-GlucopyranosylHelianthenate C-F, from Jerusalem artichoke (Helianthus tuberosus L.). BiosciBiotechnolBiochem. 1993;57:1492–8 https://doi.org/10.1271/bbb.57.1492.
18.Yuan X, Gao M, Xiao H, Tan C, Du Y. Free radical scavenging activities and bioactive substances of Jerusalem artichoke (Helianthus tuberosus L.) leaves. Food Chem. 2012;133:10–4 https://doi.org/10.1016/j.foodchem.2011.09.071.
19.Chen F, Long X, Liu Z, Shao H, Liu L. Analysis of phenolic acids of Jerusalem artichoke (Helianthus tuberosus L.) responding to salt-stress by liquid chromatography/tandem mass spectrometry. ScientificWorldJournal. 2014;568043 https://doi.org/10.1155/2014/568043.
20.Ahmed MS, El-Sakhawy FS, Soliman SN, Abou-Hussein DMR. Phytochemical and biological study of Helianthus tuberosus L. Egypt J Biomed Sci. 2005;18:134–47.
21.Gengaihi SAE, Enein AMA, Elalla FMA, Baker DHA. Molecular characterization and antimicrobial activities of chicory and Jerusalem artichoke plants. Int J Acad Res. 2009;1:66–71.

donderdag, maart 12, 2020

Mijn herboristenkatje en ons anti-reumaveld

Zonnig ochtendgloren. Coronavirus lijkt ver weg. Langs de rivier op ons anti-reumaveldje oogst ik jong brandnetelblad en losgespoelde wortels en wortelstokken van het groot hoefblad. Voorproever van dienst is ons jong herboristenkatje. Van pyrrolizidines heeft ze blijkbaar nog nooit gehoord, even proeven dan maar. En ja, dat doet ze wel degelijk in de juiste, kleine dosering.

Over groot hoefblad dan maar. Wat mij het meest opvalt bij het Groot hoefblad zijn de bloemen die vroeg in het voorjaar zomaar bloot uit de grond te voorschijn komen, ver voor het blad zich vertoond. De bloemen lijken wat op een stevige wilde orchidee, tenminste de mannelijke variant. De vrouwelijke bloemen groeien verder door en vormen later hoge melkwitte zaadpluizen. De tegendraadse groei en bloei was de aanleiding tot de middeleeuwse naam Filiae ante Patrem, dochters voor vaders.

Een van de oudste namen, die in vele variaties vroeger gebruikt werd is Pestblad, naar de gevreesde ziekte die in de tijd van Matthiolus (1563) halve volkeren uit moorden. Ook als pestilentiekruid bekend. Dus zeker niet omdat men er de pest aan had. Mogelijk is die naam ook ontstaan uit een verandering van Petasitus... Pestasitus?



Dodonaeus in zijn Cruydeboeck van 1554 schreef over Petasites, Pestilentie wortel (Dockebladeren): Pestilentie wortel heeft groote ronde bladeren die ierst den Hoefbladeren ghelijck zijn ende daer naer zoo groot worden dat men met een blat een cleyn ront tafelken bedecken mach/ ende zijn op die een zijde schoon gruen/ en op die andere witachtich van coluere.
‘Pestilentie wortel ghedroocht/ ghepoedert en met wijn ghedroncken es een seer costelijcke medecijne teghen die pestilentie ende pestilentiale cortsen/ want zy doet den mensche zweeten/ ende daer duer drijft zy alle fenijn en quaet vier (kwaad vuur, ontsteking) vander herten.

Zouden we deze Pestilentiewortel kunnen gebruiken tegen de Coronapest van dit moment? Voorlopig zou ik daar zeker niet aan beginnen, ook al omdat de wortel leverbeschadigende pyrrolizidines kan bevatten. Het gehalte aan pyrrolizidine alkaloïden is 5 tot 90 ppm per 100 gram droog gewicht. Het gehalte aan petasine (werkzame stof, sesquiterpeen) in de wortels ligt tussen de 7 en 15 mg per 100 gr droog gewicht. Sesquiterpenen, vooral petasine en iso-petasine hebben een ontkrampende werking op de gladde spieren en vaatwanden en mogelijk ook ontstekingsremmende werking, verhinderen van leukotriënen synthese. Indicatie voor gebruik: migraine en hooikoorts.

Lees ook op mijn website: https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/petasites-groot-hoefblad
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/11410074-an-extract-of-petasites-hybridus-is-effective-in-the-prophylaxis-of-migraine/  The frequency of migraine attacks decreased by a maximum of 60 percent compared to the baseline. This reduction in migraine attacks with Petadolex was significant (p < 0.05) compared to placebo. No adverse events were reported.

zondag, maart 08, 2020

Rozemarijn bloeit

bloeiende rozemarijntoppen in maart
Ja, het verwondert me altijd weer om deze Zuiderse rozemarijn zomaar begin Maart in het grijze Bretagne te zien bloeien. Voor mij de gelegenheid, ondanks het gebrek aan zon, om van de bloeitoppen een soort tinctuur te maken. Verse toppen laten trekken in 2/3 ethanol van 40% en 1/3 vloeibare honing. Ik weet het, dit is voor sommige deskundigen niet de geijkte manier om een tinctuur te maken maar de bereiding geeft wel een zeer aromatisch preparaat die niet alleen geneeskrachtig maar ook smakelijk is. Enigszins verdund kan het drankje als likeur aangeprezen en genuttigd worden.


Geneeskrachtige werking van Rosmarinus vlgs ESCOP
De Europese monografie over Rosmarinus van de ESCOP meldt dat bij het uitvoeren van verschillende dierstudies een anti-hepatotoxische (leverbeschermende) werking is aangetoond, evenals een cholagogische en choleretische activiteit. Toepassing van hydrofiele rozemarijn extracten gaf een significante en snelle toename van de galproductie met een maximum na 30 minuten. In hetzelfde onderzoek bekeken deskundigen ook de verschillen tussen hydrofiele extracten bereid uit de hele plant en alcohol extracten bereid uit uitlopers. Extracten van jonge uitlopers lieten een toename in de gal productie zien van 114%, tegenover een toename van 47% met extracten van de hele plant! Vervolgonderzoek naar de cholagogische en choleretische eigenschappen met hydrofiele alcohol extracten bij dieren toonde een toename van de galproductie tot 138% binnen 40 minuten, gevolgd door een periode van iets tragere afgifte doch uiteindelijk leidend tot een toename van 218% in de galproductie binnen zowat 100 minuten.

Zeer veel verschillende rozemarijn extracten (zowel hydrofiel als lipofiel) zijn onderwerp geweest van even zoveel verschillende testen. Alle onderzoeken lieten zien dat extracten van rozemarijn krachtig antioxidatief werken, vooral toe te schrijven aan de diterpenen, zoals carnosol, rosmanol, carnosolzuur en rozemarijnzuur. Het rozemarijnzuur is van grote waarde bij de behandeling van ARDS (Adult Respiratory Distress Syndrome) of te wel een shocklong. Symptomen van een shocklong zijn dyspnoe, cyanose, longoedeem door verhoogde doorlaatbaarheid van de longcapillairen. Een gedeeltelijke verklaring voor het positieve effect van rozemarijnzuur schrijven wetenschappers toe aan de antioxidant werking. Onderzoek wees uit dat een afname van de capillaire doorlaatbaarheid zowel door diosmine als rutine teweeg wordt gebracht.

De vluchtige oliën werken antibacterieel, antiviraal en fungicide tegen een zeer grote groep bacteriën, virussen en schimmels, waaronder Salmonella typhi, Candida albicans, Herpes simplex virus type 2 (afhankelijk van de gebruikte dosering remming van 2-100%), HIV-1 protease, Stafylokokkus aureus en -albus, Vibrio cholerae en Escherichia coli. De werkzame bestanddelen carnosol en urosolzuur zijn voor deze eigenschappen verantwoordelijk. Ook ontstekingsremmende (huidontstekingen!) en cytotoxische werkingen zijn aangetoond.

Rozemarijnolie bij dieren toegepast verviervoudigt binnen 30 minuten de motorische activiteit. Deze stimulerende werking is afhankelijk van de concentratie en hoeveelheid van 1.8 cineol. Zowel 1.8 cineool, bornylacetaat als alpha- en beta-pinenen hebben een spasmolytisch effect op de gladde spieren (in het bijzonder borneol); 1.8 cineool en bornylacetaat werken tevens spasmolytisch op de hartspier.

zaterdag, maart 07, 2020

Corona-voorjaar

Voorjaar in zicht. Vrolijke vooruitzichten maar ondertussen verovert een klein, bijna onzichtbaar virusje de wereld. Het Coronavirus zet de hele wereld op zijn kop. En zou ik durven zeggen dat tegen dat onooglijk beestje ook onooglijke plantjes gebruikt kunnen worden. Natuur met natuur bestrijden? Vele planten kunnen ons eigen immuunsysteem versterken en dat is toch dé manier om virussen aan te pakken. De planten waar ik dan aan denk zijn in de eerste plaats onze sympathieke vlierplant en de kleurrijke zonnehoed.

Vlier / Sambucus nigra
Van de vlier zijn vooral de bloesems (thee) en de bessen (sap,siroop) te gebruiken. Buhner raad nu zelfs het vlierblad aan, liefst dan wel gekookt blad gebruiken omdat het bij sommige mensen braakverwekkend kan zijn. To make a decocted elder leaf tincture: Boil four ounces of dried elder leaf (two ounces if fresh) in two quarts water until it is reduced by half. Cool, strain, then measure the amount of liquid left. To this add 25% pure grain alcohol. If your state will not allow you to buy pure grain alcohol (which is 95% alcohol) then after you cool and strain the liquid, put it in the pot again and reduce it once more by half. Let it cool again and then measure and add to it the same amount of 40% to 50% vodka, 50% is preferable.

Op dit moment gemakkelijker en wat veiliger is vliersiroop te gebruiken. Een recept: vliersiroop verdund met water verwarmen, wat kaneel en kruidnagel toevoegen, 10 minuten laten trekken. Om het uur enkele slokken warm drinken, ongeveer een halve liter per dag.  De Franse herbaliste Christophe Bernard schrijft 'la baie de sureau a une action immunostimulante, donc elle remonte des défenses immunitaires trop basses, et elle a aussi une action antivirale directe. Elle inhibe l’action d’une enzyme qui s’appelle la neuraminidase, et qui est une enzyme qui est utilisée par le virus pour se répliquer à notre insu dans nos propres cellules'. 

Echinacea purpurea / Rode zonnehoed of andere species


Van de rode zonnehoed zijn er genoeg kant en klaar preparaten in de handel, maar je zou nu ook van de wortel nog een tinctuur kunnen maken. Of 3 maal daags 5 minuten op de verse of gedroogde wortel kauwen.  Currently, no specific prophylaxis or treatment is available for CoV infections and therefore we investigated the antiviral potential of Echinacea purpurea (Echinaforce®) against human coronavirus (HCoV) 229E and the highly pathogenic MERS- and SARS-CoVs in vitro. We found that HCoV-229E was irreversibly inactivated when exposed to Echinaforce at 3.2µg/ml IC50. Pre-treatment of cell lines, however, did not inhibit infection with HCoV-229E and post-infection treatment had only a marginal effect on virus propagation at 50 µg/ml. However, we did observe a protective effect in an organotypic respiratory cell culture system by exposing pre-treated respiratory epithelium to droplets of HCoV-229E, imitating a natural infection. Finally, antiviral activity was not restricted to common cold coronaviruses, as the highly pathogenic SARS- and MERS-CoVs were inactivated at comparable concentrations. These results suggest that Echinacea purpurea preparations, such as Echinaforce, could be effective as prophylactic treatment for all CoVs, including newly occurring strains, such as SARS-CoV-2. (In vitro antiviral activity of Echinaforce®, an Echinacea purpurea preparation, against common cold coronavirus 229E and highly pathogenic MERS-CoV and SARS-CoV)

Zie ook https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/114051-echinacea-bij-verkoudheid-en-griep.html


dinsdag, maart 03, 2020

Natuurtuin met een verhaal: een bloemenweide


Een natuurrijke tuin is een klein natuurgebiedje aan huis, waar wilde planten, vogels, beestjes en natuurmensen zich op hun best voelen. In zo een tuin kun je van de natuur afgekeken kleine biotoopjes creëren. Zeg maar, kleinschalige halfnatuurlijke landschappen. Een van die mogelijke biotoopjes is een bloemrijk grasland.
Je gazon laten verwilderen, is één manier om zo’n grasland te creëren. Een fleurigere manier is een geploegd of gespit stukje grond in te zaaien met wilde planten, die van nature in een hooiland voorkomen. Kijk maar naar de kalkgraslanden in Wallonië, bijvoorbeeld bij Han sur Lesse of in de vallei van de Molignée.
Mooie planten voor zo’n grasland zijn beemdkroon, blauwe knoop, gras- en andere klokjes, rode klaver, echt walstro, wilde margriet en beemdooievaarsbek. Natuurlijk zijn er veel meer planten te gebruiken, maar deze zijn gemakkelijke, stevige en mooi bloeiende soorten, die om te beginnen goede resultaten geven. En waar ook mooie verhalen aan verbonden zijn.
Andere interessante, mooie maar wat moeilijker te kweken planten zijn duizendguldenkruid, kievitsbloem (vochtiger) en ratelaar.

Beheer
kruisbladwalstro
Het beheer van een bloemrijk grasland is eenvoudig. Maai 1 tot 2 keer per jaar, afhankelijk van de vruchtbaarheid van de grond. Haal het maaisel weg, om de grond te verarmen en om de planten niet te verstikken. Bij vruchtbare of zware grond de eerste keer maaien eind juni, eventueel net voor je op vakantie gaat, bij het terugkomen staan de bladrosetten er dan weer fris bij en heb je ook nog een goeie kans op een tweede bloei. De tweede keer maai je dan eind september of nog iets later. Je wilt mogelijk zaad oogsten en dan moeten de zaden natuurlijk rijp kunnen worden. Of je wilt sommige stengels en zaaddozen gewoon mooi laten zijn op het land. Het is maar wat je mooi of slordig vind!    

Enkele planten voor een bloemenweide.

Beemdkroon - Knautia arvensis
 is een vaste plant van 60 cm hoog met grijsgroene bladeren. Typisch is wel dat de onderste bladeren anders van vorm zijn dan de bovenste. Beemdkroon heeft een vertakte wortelstok (rhizoom). De plant bloeit in juni met lilablauwe bloemen, al zijn er ook varieteiten met witte of gele bloemen.
De oude namen Scabiosa en Schurftkruid verwijzen naar zijn vroeger gebruik bij huidkwalen en meer bepaald tegen schurft.
Biotoop: wat vochtige, kalkrijke weilanden en dijken.

Blauwe knoop – Succisa pratensis
De plant kan tot 1m hoog worden, is wat forser dan de beemdkroon en vormt een bladroset.
Hij bloeit vooral juli met grote blauwe tot paarse bloemen. Er komen echter ook gele soorten voor. De bloemhoofdjes zijn bij het begin van de bloei half bolvormig en worden later bolvormig.
De wortel ziet er afgebeten uit, vandaar het verhaal dat de duivel deze plant wou vernietigen omdat hij te waardevol was voor de mensen. Duitse en Engelse benamingen verwijzen nog naar dit verhaal. Duits: Gewöhnlicher Teufelsabbiss, Engels: Devilsbit Scabious
Biotoop: schrale wat zure graslanden.

Geel Walstro – Galium verum
Het is een vaste, geel bloeiende plant die tot 80 cm hoog kan worden. De slappe stengels waaien makkelijk, in ons bloemrijkweiland tussen wat stevige grassen en andere planten blijft hij beter rechtop staan.
Typisch is de sterke, zoete geur van cumarine. De hele bloeiende plant werd vroeger omwille van zijn melkstremmende kwaliteiten gebruikt om kaas te maken. Op het menselijk bloed heeft hij juist een verdunnende werking. De gele kleurstof in het bovengronds gedeelte van walstro werd gebruikt om chesterkaas te kleuren, het ondergronds gedeelte, dus de wortels, bevatten een rode kleurstof. Deze plant is niet voor niks familie van de beroemde kleurstofplant Meekrap.
Biotoop: weilanden, heggen, duinen, aan wegkanten, op droge zandgronden.

Margriet
Een sterke vaste plant. De gele, door grote witte straalbloemen omgeven bloemhoofdjes van de wilde margriet, zijn onmisbaar in ons grasland.  
Biotoop: graslanden, grazige bermen, dijken en langs wegkanten.

Beemdooievaarsbek – Geranium pratense
Een bossige vaste plant 1 meter hoog met blauwe bloemen. Er zijn veel uitheemse soorten en cultivars, zoals Geranium endressii en  G. maculatum, die eventueel ook te gebruiken zijn in een bloemrijk grasland.
Biotoop: Zonnige, soms licht beschaduwde plaatsen op voedselrijkere, kalkhoudende, grazige grond. Ruige bermen, grasland, heggen, oude spoorwegen, dijken, ruigten.