Posts tonen met het label veenpluis. Alle posts tonen
Posts tonen met het label veenpluis. Alle posts tonen

maandag, mei 12, 2014

Veenpluis

Nog even na mijmeren over die magische Hoge Venen. Wat veroorzaakt juist de magie, de aantrekkingskracht van zo'n natuurgebied? Persoonlijk denk ik dat vooral de ruwe natuurelementen, vocht, koude en mist lichaam en geest sterk beïnvloeden. Het zijn omstandigheden, die de moderne mens afschrikken, maar die juist noodzakelijk zijn voor lichaam en geest. Ze confronteren de mens met eindigheid en...eeuwigheid. Ze roepen op tot bezinning.

Ook planten spelen daarbij een rol. In de donkere omgeving van de Hoge Venen valt het wit en het beweeglijke van het wollegras en veenpluis extra op. Plantengeesten lijken het, die onze eigen geest verlichten, vrolijk maken of ons juist verraderlijk het dodelijk veen inlokken. Maar...vergaan in het veen is juist eeuwig leven.

Veenpluis en Eenarig wollegras zijn botanisch 2 verschillende planten die wel sterk op mekaar lijken. De pluizen van het Eenarig wollegras zijn echter steviger en voller dan de pluizen van het Veenpluis. De namen zijn duidelijk af te lezen aan de bloeiwijze die uitmondt in opvallend wit vruchtpluis. Het Wollegras draagt slechts één aartje aan de top van de stengel. Er is hier wel een “brede bladschede” of wel “vaginatum”. Het Veenpluis daarentegen is maar “angustifolium” of wel “smalbladig”. Het ‘pluis’ werd vroeger wel voor verbanden en kussenvullingen gebruikt.
Beide planten zijn “woldragend” en dat komt letterlijk in het Latijnse “Eriophorum” tot uitdrukking dat eigenlijk afstamt van het oude Griekse “erio-phoros”.

In de Flora Batava 1796-1813 lezen we meer over het mogelijk praktisch gebruik 'Het pluis of de wol van het Zaad kan tot vulsels van bedden, kussens, en matrassen dienen, waar toe het in Sweden, volgens Gunner, en ook door onze Vaderlandsche landlieden in Drenthe en de Meijery van den Bosch gebruikt wordt. — By Praag heeft men in eene fabriek, van dit pluis, vereenigd met schapen- of boomwol, hoeden gemaakt, die fraai, glanzig en ligt, maar niet zo duurzaam waren, als de gewone. (Suckow) Ook geschikt tot katoenpitten om te branden (Ehrhart) Men kan 'er zelfs, met andere wol of zyde vermengd, zeker laken of doek van maken (Gleditsch,) en om de draden van deze wol hier toe te bereiden, is een werktuig opgegeven in de Sw. Abh. th. VII. 

Maar voor mij blijft het veenpluis vooral een spiritueel voorbeeld. Een symbool van vrolijk, beweeglijk en bewust leven in een soms donkere wereld van ouderdom, dood en verderf.