Posts tonen met het label herborist. Alle posts tonen
Posts tonen met het label herborist. Alle posts tonen

zondag, februari 13, 2022

Kruidige wandeling

Een kruidenwandeling die uitloopt op een avontuurlijk onderdompelen in de ruige natuur van de Colébikloof. Kriskras klimmen in Buxusbosjes, onder en over omgevallen bomen en als ultiem moment het beklimmen van een rotsmuur in de oude bedding van de Colebibeek. 


Planten? Ja zeker overal planten om ons heen, ondergedompeld in het natte groen, deze keer niet veel namen noemen maar beleven, soms vechten met Buxus en andere bomen, glibberig houvast zoeken. Overlevend beleven.

En later, hier dus toch namen noemen. Kennis. Weten en Beleven. Eerste daslook, aronskelken, al uitgebloeide hazelaarskatjes. Nog onder de grond zeldzaam Christoffelkruid, 

Over het christoffelkruid. Actaea spicata een zeldzame soort, die je vindt in bossen op kalkrijke bodems of op steile hellingen van holle wegen, in donkere beekvalleien. De plant heeft trossen met witte bloemen, die na de bloei overgaan in zwarte bessen. Bijzonder is het feit dat de vrucht een bes is. Dat komt bij de Ranonkelfamilie verder niet voor. De bes kleurt zwart en is giftig, wat de oudere naam Zwarte gifbes verklaart. In de middeleeuwen werd de naam Herba Sancti Christophori voor het kruid gebruikt en deze naam is later vertaald de officiële Nederlandse naam: Christoffelkruid geworden.


St. Christoffel is de schutspatroon van de schatgravers. De plant zou toverkracht bezitten en middels deze toverkracht helpen bij het zoeken naar verborgen schatten. De oorspronkelijke benaming was Herba sancti Christophori waar het Duitse Christophskraut, Sanct Cristophskraut, Stoffeleskraut, Zwitsers Christofferli,
het Franse herbe de Saint-Christophe en het Engelse herb-Christopher van afgeleid zijn. 

St. Christoffel is ook de patroon van geesten en tovenaars. Onder het kruid zou een geest liggen die een schat bewaakte. Om de geest te verdrijven moest het kruid aangeraakt worden en een bijzonder christoffelgebed opgezegd worden. Dit bezweren werd christoffelen genoemd. Tovenaars gebruikten het kruid om te christoffeln, met andere woorden: om geld verbergende geesten te bezweren.

Wij wandelen, zweven, kruipen, christoffelen en verdrijven zo onze eigen en andermans kwade geesten om uiteindelijk bevrijd boven te komen. Opgelucht ademend boven te komen, uitzicht over leven en over de Maasvallei. 

dinsdag, mei 05, 2020

De internet-herborist

Het was al lang de bedoeling en nu verplicht een virus ons om het ook te doen. Een 'schriftelijke' opleiding herborist aangevuld met virale en echte wandelingen. 

Programma
1. Kruidenmonografieën per seizoen en per werking (luchtwegen, spijsvertering....). Voorbeeld: in mei bespreken we basisplanten zoals gewone vlier / Sambucus nigra en Meidoorn / Crataegus species. We bespreken ongeveer honderd belangrijke eetbare en medicinale planten. Hoofdzakelijk planten van bij ons, die je zelf kan oogsten en verwerken.
2. Een verhaal en uitleg bij elke plant.
3. Fytoschema's. Bespreking van een aandoening. Griep, bloeddruk, eczeem, prostaatklachten.....
4. Kruidenwandelingen. 4 echte wandelingen, 1 per seizoen. Oogsten van wortels, blad, bloem en knoppen om te verwerken tot tinctuur, siroop of om te gebruiken in de keuken.
5. Goed te combineren met het eerste weekend van de opleiding herborist 24 en 25 oktober 2020.
6. Persoonlijk uitleg bij de info is mogelijk via vlaamseherboristen@gmail.com of via https://www.facebook.com/opleidingherborist

Praktisch
Starten kun je op elk moment. Inschrijven door storten van het inschrijvingsgeld 220 euro op rekening van Maurice Godefridi BE09 0010 5818 8457 met vermelding internet-herborist Dodonaeus 2020. Stuur ook een bevestigingsmail naar vlaamseherboristen@gmail.com met vermelding van een mailadres, waar het cursuspakket naar verzonden moet worden

Lijst te bespreken planten

Cursusboek Fytologie: alfabetische lijst van de besproken planten

● Achillea millefolium** Duizendblad IV ● Acorus calamus L. Kalmoes ● Aesculus hyppocastanum L.* Paardekastanje IV ● Agropyron repens L. Kweekgras VI ● Alchemilla vulgaris auct. non L.** Vrouwenmantel VII ● Allium cepa L. * Ui, Ajuin III ● Allium sativum L.* Knoflook IV ● Aloë species* Aloë soorten I ● Althaea officinalis L.** Heemst III ● Anethum graveolens L. Dille I ● Angelica archangelica L.* Aartsengelwortel I ● Angelica sinensis Chinese engelwortel / Tang kuei IX ● Angelica sylvestris L. Gewone engelwortel I ● Apium graveolens L. Selderij VI ● Arctium lappa L.* Grote klis VIII ● Arctostaphylos uva ursi (L.) SPRENG.* Beredruif VI ● Arnica montana L.* Valkruid VIII ● Artemisia abrotanum L. Citroenkruid ● Artemisia absinthium L.* Absint alsem I ● Artemisia dracunculus L. Dragon I ● Artemisia vulgaris L. Bijvoet I ● Asparagus officinalis L. Asperge VI ● Astragalus membranaceus** Astragalus IX ● Avena sativa* Haver V ● Betula pendula ROTH* Berk ruwe VI ● Brassica sp. Koolsoorten VII ● Bupleurum falcatum L. Sikkelgoudscherm IX ● Calendula officinalis L.** GoudsbloemVIII ● Capsela bursa pastoris L.* Herderstasje IV ● Carica papaya L.* Papaya I ● Carum carvi L. Karwij I ● Cassia angustifolia VAHL.* Senna I ● Centaurium minus MOENCH* Duizendguldenkruid I ● Cerefolium sativum L. Kervel ● Chelidonium majus L.* Stinkende gouwe II ● Chrysanthellum americanum (L.) VATKE 'Camomille d'Or' II ● Cichorium intybus L. Wilde cichorei II ● Cimicifuga racemosa L.* Zilverkaars VII ● Citrus aurantium L. ssp. Amara* Bittere oranjeappel I ● Cnicus benedictus L.* Gezegende distel I ● Codonopis pilosula (Franch) Nannf. Dangshen IX ● Cordyceps sinensis Rupsendoder IX ● Coriandrum sativum L. Koriander I ● Crataegus laevigata (Poiret) DC.** Meidoorn IV ● Cucurbita pepo L.* Pompoen VII ●
Tussen de Vitex agnus-castus
Cupressus sempervirens* Cypres IV ● Curcuma xanthorrhiza ROXB.* Geelwortel II ● Cynara scolymus L.* Artisjok II ● Echinacea purpurea L.** Rode zonnehoed III ● Echinacea angustifolia ● Eleutherococcus senticosis Maxim Eleuthero / Russische ginseng IX ● Epilobium parviflorum SCHREB.** Basterdwederik VII ● Equisetum arvense L.* HeermoesVI ● Eschscholzia californica* Slaapmutsje V ● Eucalyptus globulusL.* Eucalyptus ● Eupatorium cannabinum L. Koninginnekruid, Leverkruid II ● Fagopyrum esculentum Moench** Boekweit (plant) IV ● Ficus carica L.* Vijgenboom I ● Filipendula ulmaria (L.) MAXIM* Moerasspiraea VI ● Foeniculum vulgare MILLER** Venkel I ● Fragaria vesca L. Bosaardbei I ● Frangula alnus MILL.* Vuilboom I ● Fraxinus excelsior L. Es gewone VI ● Fucus vesiculosis L. Blaaswier e.a. soorten VII ● Fumaria officinalis L.* Duivekervel II ● Gentiana lutea L.** Gele gentiaan I ● Geum urbanum L. Nagelkruid I ● Ginkgo biloba L.* Japanse tempelboom IV ● Glycyrrhiza glabra L.** Zoethout III ● Hamamelis virginiana L.* Toverhazelaar IV ● Harpaghophytum procumbens DC.* Duivelsklauw VI ● Herniaria glabra L. Breukkruid VI ● Hieracium pilosella L.* Muizeoor VI ● Humulus lupulus L.* Hop V ● Hypericum perforatum L.** St. Janskruid V ● Hypophaea rhamnoides L. Duindoorn IX ● Juglans regia L. Walnootboom VIII ● Juniperus communis L.* Jeneverbes VI ● Lavandula officinalis L.** Lavendel V ● Lentinus edulis Shiitake paddestoelen ● Leonurus cardiaca L.* Hartgespan IV ● Leuzea carthamoides (Willd) DC Hirschwurzel IX ● Levisticum officinalis L. Lavas VI ● Lithospermum officinalis L.* Glad parelzaad VII ● Lycopus europeus L.* Wolfspoot VII ● Malva sylvestris L.* Kaasjeskruid III ● Matricaria discoidea DC. Schijfkamille I ● Matricaria recutita L.** Echte kamille I ● Medicago sativa Luzerne / Alfalfa IX ● Melissa officinalis** Citroenmelisse V ● Mentha x piperita L.** Pepermunt I ● Ocimum basilicum* Basilicum V ● Ocimum sanctum L. Heilige basilicum / Tulsi IX ● Ononis spinoza L.* Kattedoorn VI ● Orthosiphon stamineus L.* Indisch nierkruid VI ● Panax ginseng C.A. MEYER** Koreaanse Ginseng IX ● Passiflora incarnata L.* Passiebloem V ● Petroselinum stativum HOFF.* Peterselie VI ● Peumus boldus MOL. Boldo II ● Phaseolus vulgaris L. Bonenpeulen VI ● Pimpinella anisum L. Anijs I ● Pinus sylvestris L.* Grove den III ● Piper methysticum* Kava-Kava IV ● Plantago lanceolata L. e.a.** Smalbladige weegbree III ● Plantago psyllium e.a. Vlozaad I ● Polygonum bistorta L. Adderwortel I ● Polygonum multiflorum Ho Shou Wu IX ● Populus nigra L. Populier VI ● Primula veris L.* Sleutelbloem III ● Prunus avium L. Kersenstelen VI ● Pygeum africanum HOOK. Afrikaanse pruimelaar VII ● Quercus robur L.* Eik I ● Ranunculus ficaria L. Speenkruid IV ● Raphanus sativus L. var. nigra* Ramenas II ● Rheum palmatum L.* Chinese rabarber I ● Rhodiola rosea L.** Rozenwortel IX ● Ribes nigrum L.* Zwarte bes VIII ● Rosmarinus officinalis** Rozemarijn IV ● Rubia tinctorum L.* Meekrap VI ● Rubus fructicosus & idaeus* Framboos, Braam I ● Ruscus aculeatus L* Muizedoorn VI ● Ruta graveolens L.* Wijnruit IV ● Salix sp.* Wilg VI ● Salvia officinalis L.** Echte salie IV ● Sambucus nigra L.** Zwarte vlier IV ● Schisandra chinensis Schisandra IX ● Sequoiadendron giganteum Buchh. Mammoetboom VII ● Serenoa repens L. Dwergpalm VII ● Silybum marianum (L.) GAERTN** Mariadistel II ● Smilax sp. Sarsaparilla sp. VIII ● Solanum dulcamara L. Bitterzoet VIII ● Solidago virga-aurea L.** Echte guldenroede VI ● Solidago canadensis Canadese guldenroede VI ● Symphytum officinale L.** Smeerwortel VIII ● Tanacetum vulgare L. Boerewormkruid I ● Tanacethum parthenium** Moederkruid ● Taraxacum officinalis WEBER** Paardebloem II ● Thymus vulgaris L.* Echte tijm III ● Tilia cordata L. Linde IV ● Tilia sp.* Linde IV ● Tormentilla erecta* Tormentil I ● Trifolium arvense L. Hazepootje I ● Trigonella foenum graecum* Fenegriek IX ● Tussilago farfara L. Klein hoefblad III ● Uncaria tomentosa Catsclaw III ● Urtica dioica L.** Grote brandnetel VIII ● Vaccinium macrocarpum Veenbes (Cranberry) VI ● Vaccinium myrtillus* Blauwe bosbes I ● Vaccinium vitis idaea L. Rode bosbes I ● Valeriana officinalis L.** Echte Valeriaan V ● Verbascum thapsus L. ea.* Koningskaars ea. III ● Verbena officinalis L.* IJzerhard VII ● Vinca minor L.* Maagdenpalm IV ● Viola tricolor L.* Driekleurig viooltje VIII ● Viscum album L.* Maretak, Vogellijm IV ● Vitex agnus castus L.** Kuislam, Monikkenpeper VII ● Vitis vinifera L.* Druivelaar / Wijndruif IV ● Withania somnifera L.* Ashwaganda / Indische ginseng IX

Nota 1: de planten met een sterretje* zijn als monografie besproken in het cursusboek. Nota 2: de planten met 2 sterretjes zijn basisplanten Nota 3: de Romeinse cijfers duiden het hoofdstuk aan, waarin de planten opgenomen zijn. Fytologie: plantenlijst / Maurice Godefridi VHO









zondag, januari 13, 2019

Haneklootjes, menhirs en maretakken.

Tijdens onze kruiden- en druidenwandeling bij Weris komen we ook de eerste, frisse blaadjes van het speenkruid tegen. Niet verwonderlijk, het is elk jaar weer als eerste frisgroen van de partij.

Menhir, maretakken en mist. Weris op zijn best.
 Voor mij is deze deze Ficaria verna het kruid van het zeer vroege voorjaar. In het verleden werd het plantje nog al eens vergeleken met de Stinkende gouwe, zo noemde Dodoens het Kleine gouwe, een oude Franse benaming is Petite chelidoine en een Engelse naam is Lesser-celandine. Niet verwonderlijk die vergelijking want het zijn allebei planten die, zo vroeg al, mooi fris groen zijn en geel bloeien. Al lijken ze verder helemaal niet op mekaar. In 1644 schreef Dodoens reeds dat de wortelkens met aanhangende greynkens van het Speencruydt te ghebruycken zijn om de speenen te genesen: want de speenen oft anbeyen met het sap van dit cruydt met wijn oft pisse van den krancken (ja, je leest het goed) ghemengelt zijnde, dikwijls gewassen ende ghenet, worden kleynder ende in een getrocken ende verdroogen heel.

Mijn commentaar: een kruid laten trekken in urine van de persoon in kwestie vind ik een interessante gedachte. Met die 'kruidenthee' als kompres kon je dan je aambeien of speen behandelen. Een andere oude interessante naam van het Speenkruid is Haneklootjes, de mensen zagen in de langwerpige verdikte wortels een gelijkenis met de teelballen van een haan. Dat lijkt mij beter getypeerd dan de overeenkomst met aambeien. Volgens de signatuurleer (het uiterlijk van een plant geeft aan voor welke ziekte het kruid gebruikt kan worden) zou Speenkruid dus niet alleen goed moeten zijn tegen aambeien maar ook tegen teelbalkwalen of, met enige fantasie, tegen te zwak zaad.

We komen in de winter natuurlijk niet alleen naar Weris om de minuscule speenkruidjes te bewonderen, maar eerder om eeuwenoude rechtopstaande stenen, menhirs te aanschouwen. Deze monumenten zijn hier ooit door onze verre voorouders kwistig rondgestrooid. Alhoewel rondgestrooid? Eerder strikt gepland en met enorme inspanningen op de juiste plaats gebracht. Stenen rechtop geplant zoals bomen en struiken. Betekenis geven aan het landschap. Is dat de functie van een herborist?

zondag, juni 05, 2016

Herboristencongres

Oef. Nog even nagenieten van het herboristencongres in de Melkerij van Zemst. Veel volk en veel bekend volk. Cursisten van vroeger. Ze zijn er blijkbaar toch nog. Voordrachten over planten tegen burn out, vooral adaptogenen werden voorgesteld, over kruiden ter ondersteuning van kankertherapie, orthomoleculair middel tegen ouderdomsdiabetes met Momordica charantia. En in de namiddag begeleid ik zelf een kruidenwandeling in de tuin van Veerle. Ik was er toch weer aan toe, even genieten van het praten, van mensen en van kruiden. Nog eens de stevige Vitexstruik zien en ruiken, de aaibare heemst, de stekelige kaardenbol, de indrukwekkende artisjokken, even aan de absintalsem likken en nu langzaam naar huis. Naar de wilde natuur van de Maasvallei.

Herboristencongres

9u30
Burn-out en kruiden
Jacques Tavernier, apotheker en herborist
10u15
De waarde van de herborist naast de apotheker
Prof. Gert Laekeman, KULeuven
"Gezondheid" is de uitgangssituatie voor de herborist terwijl "ziekte" vaak de uitgangssituatie is voor de apotheker: hoe kunnen herboristen en apothekers optimaal naast elkaar samenwerken?
10u45
Pauze
11u15
Is de toekomst van de herboristensector en de natuurvoedingswinkel in gevaar?
Prof. Kris Demeyer, VUB, docent SYNTRA
Wat zijn de mogelijke evoluties en welke juridische veranderingen hangen in de lucht? Waarom "verdwijnen" bepaalde planten, zoals bijvoorbeeld Beredruif? Waarom zijn bepaalde van deze planten wél verkrijgbaar in Nederland? Waarom mogen hoog gedoseerde vitaminepreparaten in België enkel nog in de apotheek verkocht worden, terwijl diezelfde hoge doses wel vrij te krijgen zijn in Nederland? Wat te doen met klanten, die er vanuit gaan dat enkel in de apotheek de therapeutische doses nog te verkrijgen zijn?
De noodzaak van een beroepsvereniging en een informatienetwerk!
11u45
Hoe betere gezondheidsadviezen geven?
Annelies Janssens, bioloog en herborist, docent SYNTRA en EANG
Welke kennis is vereist voor het geven van correcte gezondheidsadviezen? Waarom is een correct begrip van het homeostase-model hierbij onontbeerlijk?
12u15
Lunch
13u15
Waarom leidt een juiste plantenkennis tot betere resultaten?
Luc Vanderkragt, herborist, wetenschappelijk coördinator
Reclamestunts en nepmiddelen leiden vaak tot ontgoochelingen. Hoe kunnen we deze herkennen en vermijden? Waar vinden we de meest recente en correcte informatie die ons hierbij kan helpen?
13u45
De synergetische werking van een samengestelde infuus
Jan Dries, Heilpraktiker-fytotherapeut, oprichter EANG
14u30
Debat
Met vertegenwoordigers van NAREDI, PhytoForum, SYNTRA, EANG, Vlaamse Herboristen Vereniging, ministerie van Volksgezondheid en sprekers
15u15
Pauze
15u45
Een innovatieve aanpak van insulineresistentie, metabool syndroom, diabetes, lipidenstoornis, atheromatose en niet-alcoholische vetleverziekte met behulp van voedingssupplementen
Prof. em. Frank Comhaire, endocrinoloog, UGent
16u30
Einde
Workshops
11u15
12u30
Cosmetica: kruidenbereidingen met late lentebloeiers
Leen Daems, herborist en kruidenverwerker, docent SYNTRA en EANG
14u30
-
15u30
Cosmetica: kruidenbereidingen met late lentebloeiers
Leen Daems, herborist en kruidenverwerker, docent SYNTRA en EANG
Kruidenwandeling
13u00
-
14u30
Geleide kruidenwandeling in een VELT-ecotuin
Maurice Godefridi, herborist, oprichter Vlaamse Herboristen Vereniging, docent SYNTRA en de Herboristenopleiding Dodonaeus

woensdag, januari 13, 2016

Ter lering en ter vermaak

De jaarwisseling is voor mij ook het moment om vreemde teksten te ontdekken. Spannend reizen door eeuwen kruidentijd. Zo vind ik in het maandblad uitgegeven door de Vereeniging tegen de kwakzalverij onder redactie van H. Van Gelder, januari 1914, een aanklacht tegen een herborist-kwakzalver.


Citaat dus: Een der oudste leden onzer Vereeniging zond mij dezer dagen een advertentie uit een Rotterdamsch blad, waarbij zekere M. De Reeder, Bergweg 162 te Rotterdam, zich noemende „herbarist", de lezers meedeelde, dat voor alle ziekten kruiden zijn gewassen — indien men ze maar weet. „Indien alle middelen faalden", zoo betoogde hij in die advertentie, „dan moest men zich tot hém wenden om gratis inlichtingen." Het geval interesseerde ons en wij togen naar Rotterdam om met dezen „herbarist" kennis te maken. We moesten in een winkel van verbandartikelen enz., waarin hoopen pakjes kruiden opgestapeld lagen, eenigen tijd wachten, want Mijnheer had bezoek. Inderdaad kwam op een gegeven oogenblik een boertje uit een achterkamer te voorschijn die 1.50 neerlegde en een pakje kruiden zegevierend mee naar huis nam. Hij kreeg van den „herbarist" nog eenige goede wenken omtrent het gebruik mee en daarna was het oogenblik aangebroken waarop wij in zijn spreekkamer werden toegelaten.

Op tafel lagen eenige boeken en brochures, benevens een dik geneeskundig boek uit de oudheid, waarin onze „herbarist" af en toe ijverig bladerde. Er hing een mystiek, gedempt licht in het vertrek. Expresselijk eenigszins schuchter, vertelden wij met zachte stem persoonlijk absoluut geen geloof te hechten aan de gezegende kracht zijner kruiden, doch zijn advies te willen inwinnen op raad onzer familie, want „men kan toch nooit weten" had deze gezegd. (Dit was natuurlijk maar een „smoesje" om op gang te komen). Wij leden, aldus vertelden we verder, aan „psoriasis", de bekende hardnekkige huidziekte, die de mannen der officieele wetenschap niet kunnen genezen, doch die telkens weerkeert en waarvoor nog geen afdoende genezing is gevonden. Of hij altemet met'zijn kruiden die afdoende genezing kon bewerkstelligen ? „Slaat u uw oogen maar eens neer!" sprak ! onze herbarist, zóó, vlak Voorover. Aldus ge- ! schiedde en de groote man sprak de merkwaardige woorden : da's in orde ! — Wat is in orde ? — Ik zal u helpen. — Ja maar, afdoende helpen, zóó, dat de psoriasis nooit weerkeert. — Zeker. — Als dàt zoo is, zal ik mij finantieel niet onbetuigd laten, dat beloof ik u, maar ik zeg er direct bij, dat ik aan uw gezegde niet de  minste waarde toeken. — Toch zal ik u beter maken als u maar | precies doet met de kruiden, die ik u geven zal, : wat ik zeg. Wij hebben voor alle kwalen — behalve carcinoom en tuberculose in vergevorderden staat, gezegende kruiden. Alle samenstellingen dezer kruiden hebben wij in een boek | bijeengegaard; hier hebt u het ; Daar zijn kruiden bij, die veel meer kosten dan / 1.50, maar dat komt er bij ons niet op aan, want wij willen niet in de eerste plaats geld verdienen, doch menschen genezen en een aantal attesten vergaren.

— U is dus filantroop en veracht het aardsche slijk ? — Wij hebben, ik zeg 't nogmaals, niet direct geld noodig, Wij werken met een kapitaal van niet minder dan vier miljoen, dus het komt er niet zoo erg op aan. Onze bedoeling is hier in Nederland een afdeeling te stichten van de Deutsche „Verein für Pflanzenheilkunde", waarvan u deze brochure mee kunt nemen. — Dank u, maar ik ben een ongeloovige Thomas, ik gelóóf niet aan uw filantropische instellingen. — U meent, dat we kwakzalvers zijn? — Dat woord bezig ik niet, maar 't wil er bij mij niet in, dat u belangeloos optreedt. Ik zal gelóóven in de gezegende kracht uwer kruiden als u mij eenige menschen kunt opnoemen. — Wat zeg ik ? als u mij maar een mensch kunt opnoemen, die u gehéél van psoriasis hebt genezen. — Dat kan ik wel, want ik heb er verscheidene beter gemaakt met mijn kruiden. —. Ik behoef geen verscheiden namen, één is mij voldoende. Kunt u er mij één noemen 1 — Ja, iemand in Kampen. — Een oude of een jonge ? — Iemand van uw leeftijd ? — Dat treft. Hoe heet hij ? , — Ja, dàt zou ik u niet precies kunnen zeggen, wij hebben natuurlijk zijn naam in onze boeken genoteerd, doch deze boeken liggen op 't kantoor van onze fabriek te Schiedam. — Worden de kruiden daar gemaakt? — Ja. — Maar ik zal u den naam van den genezen patient schrijven, is dat goed ? — Best. Maar ik zeg u vooruit, dat ik dien genezen patient persoonlijk ga ondervragen. U kunt in Kampen wel dezen of genen vinden die u een dienst wil brengen en een attest .afgeeft. Aan attesten hecht ik niet de minste waarde, want daar heb ik heel treurige ondervindingen mee opgedaan. Ik zal dus dien door u genezen patient gaan ondervragen en als ik dàt gedaan heb, zal ik zijn dokter gaan opzoeken, die hem „opgegeven" had, het oogenblik dus waarop u met uw kruiden uw geneeswijze begonnen zijt. Is dat goed? — Zeker, ik vrees geen onderzoek.... in geen enkel opzicht (hakkelend) maar ik kan dien naam alleen geven, als de betrokken persoon er geen bezwaar tegen heeft. — Als hij werkelijk door u genezen is, zàl hij er geen bezwaar tegen hebben en mocht dit tóch zoo zijn, dan zal ik hem trachten te bewegen voor 't heil en in 't belang van alle psoriasislijders dat hij open kaart speelt. — Nou, ik zal u wel nader schrijven, daar kunt u op aan! De „herbarist" achtte het oogenblik gekomen ons onderhoud te eindigen, 't Gratis consult was afgeloopen. Ik kon gaan. Toen ik buiten was en te Rotterdam aan het oude lid onzer Vereeniging mijn wedervaren meedeelde, zei deze bijzonder benieuwd naar den afloop te zijn. Ik antwoordde niets nieuwsgierig te zijn, waarop hij mij aankeek als wilde hij vragen : hoe heb ik het nou met je? Neen amice ! ik ben in 't geheel niet nieuwsgierig, omdat ik vast overtuigd ben, dat ik den naam van dien genezen Kamper persoon nooit zal te hooren krijgen. Geloof me, ik ken mijn Pappenheimers !

* Enkele dagen later schreef onze „herbarist" mij, — hij had 25 jaren lang 't menschelijk lichaam en de kruiden bestudeerd ! ! ! —, dat hij tot zijn grooten spijt geen vrijheid vond mij den naam uit de boeken der Schiedamsche fabriek te melden, wijl de betrokken persoon hem om „discretie" had verzocht. Ik acht na bovenstaand getrouw relaas van mijn reis naar dezen Rotterdamschen „herbarist" elk commentaar overbodig en onze lezers zullen dit zeker wel beamen. C. N. G.

donderdag, oktober 20, 2011

Ochtendgeluk

Van morgen zoals gewoonlijk mijn krant gekocht, is ook een gelegenheid om buiten te komen. Niet dat ik krant of  hondje nodig heb om de zeelucht op te zoeken. Zeker vandaag niet, er is buiten zon en kilte samen en die combinatie scherpt al mijn zintuigen.

Ik wil ook wat planten plukken om mijn les van vanavond over inhoudsstoffen 'organoleptisch' te illustreren.

Ik vind: stinkende gouwe voor de gele alcaloïden in het sap, wilde rucola voor de vreemde geur van glucosinolaten, weegbree en kaasjeskruid voor de plakkerige slijmstoffen, duizendblad voor de bitterstoffen (sesquiterpeenlactonen), teunisbloemzaden voor de omega-vetzuren, zuring voor de oxaalzuren en ..... flavonoïden, die hangen nu overal in de geel wordende bomen.

Over slijmstoffen bijvoorbeeld
Slijmstoffen zijn koolhydraten met een hoog molecuulgewicht die opzwellen in water en daarbij een kleverige, lijmachtige stof vormen. Slijmstoffen zijn oplosbaar in water, maar niet in alcohol (dan vindt er neerslag plaats) en daardoor zijn ze hydrofiel. In koud water zwellen slijmstoffen op en vormen ze gelei. In warm water zwellen ze op tot lijmoplossingen die na afkoeling pas geleiachtig worden.

Slijmstoffen verminderen chemische en mechanische irritatie in het lichaam. De werking van slijmstoffen is vooral lokaal. Ze leggen een laagje slijm over de beschadigde slijmvliezen van onder andere de ademhalings- en verteringsorganen, zodat deze tot rust komen. Het beschermende laagje vertraagt de opname van andere stoffen en verhoogt de afweer tegen onder andere bacteriën. Slijmstoffen zijn bovendien rijk aan mineralen en sporenelementen die het immuunsysteem stimuleren.

Slijmstoffen worden onder andere gebruikt bij ontstekingen aan het darmkanaal, de keel en de borst. Daarnaast zorgen slijmstoffen voor de regulatie van slijmsecretie in onder andere het darmkanaal, ze hebben bij lage dosering een stoppende werking (ze maken de faeces vaster, gaan darmprikkeling tegen) maar bij darmstoornissen en bij een hoge dosering hebben ze een laxerende werking.

Planten met veel slijmstoffen zijn: lijnzaad (55% slijmstof), heemstwortel (Althaea off., 35% slijmstof) en IJslands mos (70% slijmstof).

zondag, oktober 09, 2011

Herboristen in spé


Altijd weer boeiend en ook een beetje spannend om met een nieuwe herboristenopleiding te beginnen. Al die nieuwe gezichten. Verwachtingen. Hoop, geloof en hopelijk ook liefde.
Welke kruidjes zitten rond de tafel? De pittige rozemarijn? De wilde bijvoet? De gevaarlijke doornappel? De lieflijke kamille? De zoete stevia? Het vergeet-me-nietje of de ogentroost?

zaterdag, september 17, 2011

Herborist en maisbaard

Een nieuw 'schooljaar'. De herboristenopleidingen bij Syntra en 'Dodonaeus' zijn weer opgestart. Vandaag  bespreken we de kruiden voor nieren en urinewegen en  morgen zondag de kruiden voor  het hormonale stelsel. Tussendoor praktijk in tuin en natuur. Bijvoet vinden we altijd wel tussen straat en huis, mais staat er ook genoeg in de goeie grond van Vlaams Brabant. En dus kunnen we ook wat vertellen over de fameuze baard van de maiskolf, wat een klassiek diureticum is. Vele curieuze urinedrijvende kruiden zijn er wel, naast de maisbaard hebben we ook de kersensteeltjes en  de bonenpeulen.


Leclerc geeft een overzicht van het vroeger wetenschappelijk onderzoek naar de maisbaard.
MAIS (Zea mals L). Synonyme : Blé de Turquie (Graminées).

Les stigmates vulgairement appelés cheveux de Maïs renferment une substance grasse, de la mannite et une matière extractive à odeur .animalisée dont les caractères se rapprochent de ceux de l'ergotine (Héraud). Bien que N. Lémery ait signalé la tisane de blé de Turquie comme propre pour exciter l'urine, on peut dire que l'introduction des stigmates de mais dans la matière médicale est de date récente : c'est en 1879 que Castan attira l'attention sur leur action à la fois sédative et diurétique, action confirmée depuis par Denucé, par Dufau, par Landrieux et par Ducasse. Pour Dufau, c'est dans la gravelle urique ou phosphatique et dans la cystite chronique qu'on en obtient les meilleurs résultats : toutefois, en dehors des affections vésicales, ils peuvent être avantageusement pres­crits pour favoriser la diurèse dans les maladies du cœur, l'albuminurie et, en général, tous les cas où les diurétiques sont indiqués : la sécrétion uri-naire triple ou quintuple en 24 heures et la médication peut être continuée sans qu'on ait à craindre d'accidents. Ducasse considère également les stigmates de maïs comme le plus sûr remède pour calmer les douleurs de la cystite chronique et de la lithiase rénale et comme le meilleur préser­vatif de la gravelle. D'expériences sur des rats rendus hypertendus au moyen d'une ligature des pôles des deux reins, H.Wastl conclut que leur extrait est doué d'une action modérément hypotensive (1). Enfin Rossiisky classe l'extrait fluide parmi les cholérétiques et cholagogues efficaces. Diminuant la quantité de matières organiques, la viscosité, la densité et la richesse en bilirubine de la bile, quoique moins agissant que le sulfate de magnésie, il jouit d'une activité plus prolongée et plus douce, n'entraînant ni l'exagération du péristaltisme intestinal, ni diarrhée. Il trouve son indication dans les cholécystites, cholangéites, hépatites, cholé-lithiases, en dehors de toute crise aiguë (2).

Le mode d'administration le plus simple des stigmates de maïs est la décoction à 3 p. 100; mais rien n'est plus variable que leur rendement en extrait : selon la nature du sol, le climat, l'époque, la façon dont on fait la récolte, il peut varier de 8 à 30 p. 100. Aussi doit-on employer de préférence une préparation d'extrait qui permette de se rendre un compte exact du dosage, par exemple, le sirop dont voici la formule :

Extrait de stigmates de Maïs.............. 25 g
Sirop de sucre....................975 g

(1) Arch. internat, de Pharmacodyn. et Thérap., 74, 1947.
(2) Kliniicheskaya Meditzina, oct. 1951.

Een heel verhaal dus over de maisbaard, wel al lang geleden geschreven. Nu ja, lang geleden, wat betekent 50 jaar in het licht van het duizendjarig gebruik van de geneeskruiden.

dinsdag, september 28, 2010

Solanum nigrum

Wat planten verzamelen voor de herboristenles van morgen. Hele exclusieve maar ook hele ordinaire. Groene en zwarte bessen van de Zwarte nachtschade, Rozenbottels met zicht op zee, bloemen en blad van de wilde Rucola, zaden (vruchten officieel) van de Grote brandnetel en wat zeewier op het strand. Wat gewoon of exclusief is mag je zelf uitmaken.

Solanum nigrum, de Zwarte nachtschade is een veel voorkomend onkruid in groententuinen, meestal wordt het niet hoger dan een 30cm maar hier in mijn woonplaats langs de wegkanten vind ik exemplaren die wel een meter hoog en breed worden. De plant hoort thuis in de fameuze familie van de aardappel waar ook de zeer giftige en hallucinerende Wolfskers bij hoort.


Zwart glimmende, verleidelijke bessen hebben zowel de Wolfskers als de Zwarte nachtschade gemeen. De bessen van deze laatste worden in sommige landen als lekkernij gegeten en in andere landen als giftig beschouwd. Vroeger werden ze bij ons ook heksenerwten genoemd, mogelijk om kinderen af te schrikken of zouden ze hallucinerende eigenschappen bezitten? De goed rijpe bessen zijn niet giftig, het zijn de groene, onrijpe bessen en de bladeren die het giftige solasodine bevat. Het gehele kruid mits goed gedoseerd heeft een pijnstillende en kalmerende werking. Vroeger werd het loof in het bed van kinderen gelegd om het inslapen te bevorderen. Nu niet direct een aanrader om toe te passen. Wordt vervolgd....

zondag, januari 24, 2010

Herboristen Opleiding 'Dodonaeus' 22 jaar geleden


De tekst van toen.

Richting Weelde, een stuk station van lang geleden, opnieuw veroverd door de natuur. Met dank aan de treinen. De eerste kandidaat-herboristen wandelen, snuffelen, genieten en leren. Een overvloed van toortsen, slangenkruiden, wilde look, grijskruid en marjoleinen dansen voor ons uit.



En dan de tuin van Maurice, een magische overgang van natuur naar cultuur. Vooraan een lage tuin met tijm en tovenarij. En achterin de ruige overvloed van groot hoefblad, Griekse alant, brandnetel en bereklauw.
Een open, publieke plek maar toch met een geheim. Het geheim van de herborist.

http://sites.google.com/site/kruidwis/