zaterdag, februari 28, 2004

Wilgen in Bellegarde

We snoeien wat mooie gele soepele takken van een schietwilg. Nu niet om van de schors een tinctuur te maken, maar wel om er het geraamte van een lamp mee te construeren.
In een van de oude populieren ontdek ik een brok hars vermengd met bevroren water (ijs dus) van wel 40 cm lang. Ik neem een stuk mee om te laten ontdooien. Een nieuwe bereidingswijze??
Er wachten nog allerlei boomknoppen op mij om er glycerinemaceraten van te maken. Alleen is het nu veel te koud en ook nog enkele weken te vroeg. Misschien krijg ik begin april nog een kans. Van Grove den, Linde en Zwarte bes moet het dan nog kunnen.
De zwarte bessen knoppen als glycerinemaceraat zijn vooral bekend om hun stimulerende werking op de bijnieren (cortisone-like) en worden daardoor gebruik bij reumatische en allergische klachten. Voor de gewrichten is Zwarte bes goed te combineren met Esblad en Berkensap.  

S’avonds in Bellegarde nog even alleen de donkerte van de natuur getrotseerd. ‘Het is toch pikkedonker’ zegt Marleen en gelijk heeft ze. Maar toch trek ik er op uit, de donkere silhouetten van de populieren tegemoet. Af en toe lijken ze werkelijk in beweging te komen, inbeelding natuurlijk, tot dat er echt een populier met een hoed op en een zaklamp onder zijn tak mij passeert en zelfs gewoon goeden dag zegt. De wonderen zijn dus toch de wereld nog niet uit.

Over de wilg
De geneeskrachtige eigenschappen van de wilg zijn al sinds de Oudheid bekend. In het verleden gebruikte men niet zoals tegenwoordig de schors, maar de bladeren. In de traditionele volksgeneeskunde paste men het blad van de schietwilg voor bij de behandeling van koorts, kiespijn, koliekpijnen, hoofdpijn en andere aandoeningen met een “hitte”-component. Men zette bijvoorbeeld thee van de bladeren, welke uiterst onaangenaam smaakt. Geneesheren schreven de schietwilg het meest voor bij reumatische aandoeningen met ontstekingen en pijn, bij jicht en bij griep of luchtwegcatarren. Tegen roos nam men aftreksels van het blad. Culpeper schreef in 1653 over de plant “de bladeren houden de hitte van de lust in man en vrouw tegen en doven deze als ze te lang gebruikt worden; de zaden hebben dezelfde uitwerking”.

Het was een van de eerste geneeskrachtige planten waar wetenschappers onderzoek naar deden. In de 19e eeuw kon de Franse chemicus Leroux als eerste een werkzame stof identificeren en hij noemde deze stof salicine. In 1852 lukte het chemici salicine synthetisch te bereiden, vanaf 1899 volgde daar een minder maagslijmvlies irriterende en beter smakende variant op, het acetylsalicylzuur. Felix Hofman, een chemicus van het Bayerconcern in Duitsland, slaagde er in een nieuw geneesmiddel te vervaardigen en het aspirientje was geboren. Tegenwoordig behoort aspirine tot de groep van meest 
gebruikte geneesmiddelen.

De pijnstillende werking van de wilg is al in de oudheid beschreven. Kleitabletten uit Assyrië en Babylonië bevatten voorschriften met wilgenblad. In Egypte worden in het Nieuwe Rijk vaak wilgen in tuinen aangetroffen. Niet alleen het blad, maar ook de bast wordt bij pijnlijke wonden, ontstekingen en zwellingen gebruikt. Hippokrates past aftreksels van wilgenbast toe om pijn bij de baring te bestrijden. Zijn navolgers van de School van Kos gebruiken het tegen pijnen en koorts. Celsus past een azijnextract van wilgenblad toe tegen een pijnlijke baarmoederverzakking en Dioscorides maakt warme omslagen met wilgenblad en -bast bij reumatische pijnen.

vrijdag, februari 27, 2004

Markt in Die

Zonnig maar zeer koud. Op de markt in Die draait de ijzige wind rond de kathedraal en striemt de gezichten van oude kennissen, herboristen en andere marktkramers, die hun biogroenten, wilde confituren, gedroogde kruiden, hydrolaten en tweedehandse kruidenboeken zelfs nu nog aan de man en de vrouw willen brengen. Is het uit pure overtuiging of uit ellendige noodzaak?

De Nederlandse Veronica Mantel, onherkenbaar ingepakt, verkoopt nu ook allerlei kruidenazijnen; de man van Claire biedt zijn kastanjehoning, lavendelolie en andere kruidenwaters aan. Ook de lippenbalsem op basis van was en propolis bewijst nu goede diensten tegen uitgedroogde en gekloven lippen; ook de kruidenman uit de Vercors is nog altijd hier met zijn mooie gedroogde Wilgenroosjes, Viooltjes en Dropplanten. Nieuw is zijn assortiment confituren van wilde vruchten, zoals Meidoorn (Aubépine), Alier (Sorbus) en kleine wilde peerachtige vruchtjes.

Verwonderlijk zeker in de winter, zelfs voor mij is de aanwezigheid van 2 boekverkopers, die ook nog voornamelijk plantenboeken aanbieden en dan nog tweedehands. Zo heb ik nu in afprijzing het boek ‘La phytoyhérapie entre science et tradition’ kunnen aanschaffen. Zomaar een professioneel kruidenboek geschreven door 3 Frans-Belgische artsen, uitgeven door een Brusselse uitgeverij en gekocht op een Franse winterse groentemarkt door een Vlaamse loslopende herborist, die denkt dat hij ook beter in Frankrijk zou kunnen wonen. 

woensdag, februari 25, 2004

Bijzondere populieren in Bellegarde

Populieren zijn nu niet direct mijn lievelingsbomen, maar hier in Bellegarde hebben die oude knoestige exemplaren langs de bergbeekjes mijn hart gestolen. Ze groeien op en langs de typische stenen  muurtjes samen met Meidoorn, Wilde liguster, Kardinaalsmuts, Rode kornoelje en heel veel grillige Palmboompjes. Zo ontstaat er een smalle slingerende bosstrook, dicht en donker binnen langs de beekkant en licht en droog buiten langs de veldkant. De onderbegroeiing is dan ook zeer gevarieerd van Sleutelbloem, Maarts viooltje, Leverbloempje tot Wit vetkruid en Tripmadam en daar tussen een variatie aan orchideeën en zelfs blauwbloeiende gentianen. Maar de bloemen moet ik er in deze tijd van het jaar wel zelf bij denken.
Behalve dan de Stengelloze sleutelbloem, die laag bij de grond beschut tegen de kille wind al volop bloeit en het Leverbloempje, dat schuchter zijn eerste blauwe bloempjes laat zien.

Van de laagste, al dikwijls gesnoeide takken van de reuze populieren heb ik zelf wat knoppen geplukt om een glycerinemaceraat te maken. De langwerpige, fijngeurende populierknoppen zijn al van oudsher bekend als zalf tegen aambeien en tegen winterhanden. Nu in de moderne gemmotherapie wordt het glycerinemaceraat ook bij reumatische gewrichtsklachten gebruikt.
Ik zet de verse knoppen direct in een mengsel van pure alcohol, gemengd met gelijke delen glycerine en water en nu maar laten trekken tot ik terug kom in april.

Over Zwarte Populier of Populus nigra. 

In de Franse taal  Le Peuplier, klinkt het niet alleen mooi, maar heeft het ook zoveel betekenis ‘l’arbre du peuple’, de boom van het volk, voor de mensen. Al in de Oudheid werd hij geapprecieerd om zijn altijddurende verfrissende beweeglijkheid en zijn geurende knoppen. Schaduw, geur en groeikracht!Voor ons is de populier een vrij ordinaire snelgroeiende productieboom, in de Oudheid was het een mythische boom bezongen door dichters als Homerus, Virgilius en Ovidius. De populier en zijn harsige knoppen zouden geboren zijn uit de tranen van de zusters Phaeton. Oculi populi nigri.

Geschiedenis van de populierzalf 
Dioscorides gebruikte de bladeren van de Zwarte populier getrokken in azijn tegen voetjicht. Galenus liet de jonge blaadjes, nauwelijks uit de knop ontsproten, in olie trekken en aan de zon blootgesteld gingen 'alle krachten van de knoppen’ in de olie over. Dit verzachtend en pijnstillend middel noemde hij ‘acopon’. Dit middel is de voorloper van de fameuze ‘Onguentum Populeum’ van Nicolas de Myrepse, een Byzantijnse farmacoloog uit de 13de eeuw. Deze populierzalf is van toen af tot ver in de 20ste eeuw een gereputeerd middel geweest, dat in alle apothekersboeken uitvoerig besproken werd.

Het originele recept van de Myrepse uit zijn werk ‘Onguents’ zag er als volgt uit: ‘Neem de ‘ogen’, de knoppen, die verschijnen op het moment van de bloei uit de toppen van de populier, de bladeren van de Slaapbol, de Mandragora, de braam, het bilzekruid, solanum, sla, sedum, viooltjes en nombril de Venus, van elk 3 onces en meng alles door 3 livres (pond) varkensvet (reuzel). Mix alles fijn in een vijzel tot een pâte. Laat 8 dagen staan, kook het samen met 1 liter wijn op een zacht vuur totdat de wijn verdampt is.

In de oude apothekersboeken In de 18de eeuw bevestigde Prof. Lémery nog eens de waarde van de populierknoppen als verzachtend en pijnstillend middel. De ‘Onguent Populeum’ werd ook in de Codex opgenomen maar dan wel in een vereenvoudigde vorm.

  • Populierknoppen 800 g
  • Vers blad van Slaapbol
  • Vers blad van Wolfskers
  • Vers blad van Bilzekruid
  • Vers blad van Zwarte nachtschade van elk 500g
  • Varkensvet of reuzel 4000g
Nog altijd een uitvoerig recept met veel sterk werkende, giftige planten, niet geschikt om zelf te maken of om mee te experimenteren. Daarom zijn er later nog eenvoudigere recepturen voorgesteld, die alleen maar uit populierknoppen waren samengesteld, in feite dus een echte populierzalf of ‘Unguentum Populeum’.
  • Populierknoppen (oogst in maart) 100g
  • Water 300g 2 uur zachtjes koken en dan toevoegen
  • Olie 150g
  • Witte was 50g
Een ontstekingswerende, pijnstillende en verzachtende zalf te gebruiken tegen gewrichtspijnen, kloven, winterhanden maar vooral veel gebruikt tegen pijnlijke aambeien.