Posts tonen met het label cholesterol. Alle posts tonen
Posts tonen met het label cholesterol. Alle posts tonen

maandag, december 02, 2019

Artisjok voor de lever

Artisjok (Cynara cardunculus L.) is een vaste plant die in het Middellandse Zeegebied voorkomt en ook in Bretagne veel gekweekt wordt. Van oorsprong komt deze plant uit Noord-Afrika. Inmiddels wordt het volop gekweekt als groente.

In de fytotherapie wordt het blad gebruikt [1]. In de Commission E-monografie van artisjok wordt melding gemaakt van het gebruik bij het stimuleren van de galproductie, buikpijn, opgeblazen gevoel, misselijkheid en winderigheid [2]. De British Herbal Pharmacopoeia noemt een effect op de lever [3]. In vivo vertoont artisjok leverbeschermende en -stimulerende eigenschappen [4,5]. De plant heeft weinig bijwerkingen. Voorzichtigheid is echter geboden bij galstenen, galgangverstoppingen en bij allergie voor artisjok of aanverwante soorten [6].

In onderzoeken op ratten heeft artisjokblad ook cholesterolverlagende en vetverlagende eigenschappen laten zien [7]. Artisjok kan de lever beschermen door een antioxidatieve werking. In dierproeven met ratten is aangetoond dat een artisjokextract leverbeschermend werkt bij vergiftigingen [4]. Daarnaast helpt het gebruik van artisjok bij regeneratie van de lever [5].
Ook bij suikerziekte lijkt gebruik van artisjok functioneel te kunnen zijn. Het verlaagt de postprandiale bloedsuikerspiegelstijging, stimuleert de alvleesklierfunctie en remt het enzym α-amylase in ratten [10]

Referenties
| [1] American Botanical Council. Herbal Medicine: Expanded Commission E. Artichoke leaf. Integrative Medicine Communications. 2000. cms.herbalgram.org/expandedE/Artichokeleaf.html; geraadpleegd: 19-09-2019. [2] American Botanical Council. The Commission E Monographs. Artichoke leaf. cms.herbalgram. org/commissione/Monographs/Monograph0008.html; geraadpleegd: 19-09-2019. [3] British Herbal Pharmacopoeia. British Herbal Medicine Association, Exeter; 1996. [4] Adzet T. et al. Action of an artichoke extract against carbon tetrachloride-induced hepatotoxicity in rats. Acta Pharm Jugos. 1987;37(3):183-188. [5] Maros T. et al. Wirkungen der Cynara scolymus Extrakte auf die Regeneration der Rattenleber. Arzneiforsch. 1966;16:127-129. [6] Brendieck-Worm C. et al. Phytotherapy in der Tiermedizin. Thieme Verlag, Stuttgart; 2018. [7] Iwu MM. Handbook of African Medicinal Plants. CRC Press, Boca Raton; 1993. [8] Gabrisch K. et al. Krankheiten der Heimtiere. Schlüterse Verlag, Hannover; 2014. [9] Ettinger S. et al. Textbook of Veterinary Internal Medicine. Elsevier, St. Louis; 2017. [10] Ben Salem M. et al. Protective effects of Cynara scolymus leaves extract on metabolic disorders and oxidative stress in alloxan-diabetic rats. BMC Complement Altern Med. 2017;17(1):328. [11]Reed SM. et al. Equine Internal Medicine. Saunders, Philadelphia; 2018.

zondag, december 01, 2019

Ook aan de haver?

Haver, een gewoon graan dat vroeger vooral voedsel voor paarden was, wordt nu opnieuw ontdekt als cholesterolverlager. In de fytotherapie en de homeopathie is het ook altijd bekend geweest als goed voor de spijsvertering, als versterkend middel en als sedativum.

Haver in de voeding
Diverse onderzoeken hebben uitgewezen dat haver een gunstige invloed heeft op onze algehele conditie. Het uithoudings­vermogen wordt vergroot, we zijn in staat tot grotere inspanningen te leveren en ver­moeidheid treedt minder snel op. Ook in de topsport wordt gebruik gemaakt van deze eigenschappen van haver. Zo gebruikten Duitse kanovaarders tijdens de voorbe­reidingen op het wereldkampioenschap van 1975 een voeding die o.a. was geba­seerd op haver, namelijk haverslijm met melk of vruchtesap.
Deze versterkende eigenschappen van haver worden o.a. benut in situaties van lichamelijke zwakte, zoals na een langdurige ziekte, operaties e.a. Ook bij algehele luste­loosheid kan aan haver gedacht worden. De activerende werking is onder meer ook uit dierproeven gebleken; dieren ontwik­kelden namelijk een overmoedig en soms doldriest gedrag. In hoeverre het laatste verschijnsel overdraagbaar is in de mense­lijke situatie moet nog blijken. Het prestatiebevorderende effect is toe te schrijven aan het feit dat ons organisme in staat is om het zetmeel van de haver in direct bruikbare en opneembare bestand­delen af te breken, waardoor mogelijk een directe inwerking op het spierstelsel het gevolg is. Het is gebleken dat haver makkelijk te ver­dragen is, de maag niet belast en dat er geen aversie optreedt, ook niet op langere termijn.

Havergraan slijmstofplant

Van de slijmvormende eigenschappen van haver wordt ook gebruik gemaakt bij bepaalde aandoeningen van het maag-darmstelsel. Met name in gevallen van ont­stekingen in dit gebied (gastro-enteritis) zorgt het haverslijm ervoor dat het slijm­vlies bedekt wordt met een dun slijmlaagje, waardoor irriterende stoffen (bacteriën, gifstoffen, stofwisselingsprodukten) het slijmvlies niet verder kunnen beïnvloeden. Ook planten als lijnzaad, heemst, gerst en kaasjeskruid hebben een soortgelijke werking.
Door het verzachtend effekt van haver op de slijmvliezen is de plant ook te gebruiken bij diarree.

Haver als sedativum (kalmerend middel)
Behalve als waardevol voedingsmiddel is haver ook bekend vanwege zijn werking op het zenuwstelsel. Alcoholische extracten uit de verse, bloeiende plant staan al lang bekend als mild kalmeringsmiddel. Als zodanig wordt het voorgeschreven bij sla­peloosheid, nerveuze hartkloppingen, ver­minderd concentratievermogen en neuras­thenie (nerveuze uitputting o.a. gepaard gaande met slapeloosheid en prikkelbaarheid).
Als kalmeringsmiddel kan Avena sativa gecombineerd worden met bijvoorbeeld citroenmelisse, hop, passiebloem. In 1971, wel al lang geleden, verscheen een bericht dat de toe­passing beschrijft van haver bij opiumverslaafden. Met name in India is geëxperi­menteerd op dit gebied, waarbij men met afkooksels van de vruchtjes opmerkelijke resultaten verkreeg. De resultaten van dit onderzoek hebben aanleiding gegeven om het sedatieve effekt in dubbelblind onderzoeken na te gaan bij nicotineverslaving. Ook hier waren de uitkomsten positief. Dus rokers, op naar de haver.

Haver als kiezelzuurplant
Door het gehalte aan kiezelzuur, vooral in het haverstro, wordt de plant toegepast bij huidaandoeningen. Haverstrobaden waren in de volksgeneeskunde zeer populair en vooral Kneipp maakte er veelvuldig gebruik van bij bindweefselzwakte, eczeem, reumatische aandoeningen e.a. Ook gebruikte hij de thee bij reuma en jicht. Recente onderzoeken hebben aange­toond dat deze thee in staat is de urinezuurspiegel in het bloed te doen dalen. Dezelfde onderzoeken hebben eveneens aangetoond dat er een verhoogde diurèse (vochtuitscheiding via de nieren) bereikt wordt. Inhoudsstoffen als saponinen en flavonen zouden hiervoor verantwoordelijk zijn.
Tevens heeft men ontdekt dat de oplosbare kiezelzuren in de urine de kristallisatie van andere urinebestanddelen kunnen verhin­deren, waardoor een preventieve werking ten aanzien van nierstenen ontstaat.

Haver als cholesterolverlager
De meeste recente ontdekking en gebruikt van haver en haverzemelen heeft te maken met de cholesterolverlagende werking. Niet te verwonderen, veel ballaststoffen in granen beïnvloeden het cholesterol, bij haver komen daar nog de slijmstoffen bij, waardoor havermout, havervlokkenpap, muesli met havervlokken of haverbrood een efficiënte en aangename bijdrage kan leveren aan het verlagen van het bloedcholesterol.

Tenslotte
Het onderzoek naar haver gaat onverminderd verder, maar nu al kan geconcludeerd worden dat de haver een zeer vooraanstaande plaats kan innemen, zowel in de voeding als in de fytotherapie.

Voor verder onderzoek naar haver
J Pharm Pharmacol. 1975 Feb;27(2):92-8. The pharmacology of Avena sativa. Connor J, Connor T, Marshall PB, Reid A, Turnbull MJ.
Med J Aust. 1974 Aug 24;2(8):306-7. Letter: Treatment of nicotine addiction with Avena sativa. Gabrynowicz JW.
Wolever TM, Gibbs AL, Brand-Miller J, et al. Bioactive oat β-glucan reduces LDL cholesterol in Caucasians and non-Caucasians. [Journal Article, Multicenter Study, Randomized Controlled Trial, Research Support, Non-U.S. Gov't] Nutr J 2011.:130.