Posts tonen met het label stinkende gouwe. Alle posts tonen
Posts tonen met het label stinkende gouwe. Alle posts tonen

woensdag, december 15, 2021

Gouden gouwe in de winter

Juist nu, in de winter, glimt de fluogroene gouwe ons triomfantelijk toe. De tere blaadjes kunnen, dank zij zijn oranje anti-vriessap koude en vorst de baas. Deze Chelidonium majus spreekt dan ook al duizenden jaren tot de verbeelding van de mensen. 

wortel stinkende gouwe
Reeds 2000 jaar geleden berichten Dioscorides en Plinius over een plant chelidonion, die bij de terugkeer van de zwaluwen (chelidon) in het voorjaar begint te bloeien en bij hun vertrek verwelkt. Ze vermelden ook dat zwaluwen met de plant blindheid bij hun jongen kon genezen. Ook Konrad von Megenberg (1374) wijst eveneens op het effect van stinkende gouwe op het gezichtsvermogen. Zelfs Boerhaave zei dat het geacht wordt de vlekken van de ogen te kunnen nemen. De volkse naam Ogenklaar is dan ook duidelijk. Van Hall in 1854 schrijft: hier en daar nog gebruikt, om vlekjes op het doorschijnende hoornvlies van het oog weg te nemen’.

Chelidonium tegen geelzucht

In oude kruidenboeken werd de plant uitgebreid geëerd. Hieronymus Bock beveelt het kruid aan voor een verstopte lever en tegen geelzucht, uitwendig als wondkruid en voor het versterken van de ogen. Door de gele kleur van bloemen en sap onthult de plant, volgens de signatuurleer, zijn werkzaamheid tegen geelzucht. Zo beval Dioscorides de wortel samen met anijszaad getrokken in wijn reeds aan tegen geelzucht. Een gebruik dat je in vele culturen terug vindt. Voor het verdrijven van deze kwaal was het blijkbaar genoeg om de blaadjes in je schoenen te steken. Ook blaadjes in pannenkoeken verwerkt konden helpen. Een bevreemdend behandelvoorschrift uit Beieren, naait 9 gouwewortels met gewijde wasstok in een zakje en hangt dat op het blote lijf tussen de schouderbladen. Elke dag bidt men dan zoveel Onze Vaders als er wortels in het zakje zitten, na 9 dagen gooit men het zakje over zijn schouders in het water en......de geelzucht is verdwenen Verchristelijken van oude rituelen waren de manier om 'heidense' gebruiken uit te roeien.

Goudgeel sap voor de alchemisten

Op grond van het goudgele, oranje melksap vermoedden de alchemisten dat de plant goud bevatte. Ze geloofden dat het sap alle vier oerelementen, aarde, water, vuur en lucht bevatte, waardoor ze met de plant in staat zouden zijn om goud te maken. De alchemisten gaven daardoor het woord chelidonium een nieuwe betekenis. Coeli donum, geschenk van de hemel. Lobelius beschrijft dan ook een magisch alchemistenrecept. Grote gouwe met bloemen, wortels, stelen en bladeren tezamen klein gestampt als pap en in een glas gedaan wordt een maand lang in paardenmest te rotten gesteld, daarna wordt de gehele vochtigheid in gedistilleerd totdat de mest geheel droog is, die wordt tot poeder gestampt en met het afgetrokken water overgoten en weer dertig dagen als tevoren in paardenmest gesteld, daarna wordt het weer gedistilleerd op hete as en dan wordt het water van de olie gescheiden die de alchimisten de echte essentie van de grote gouwe of celidonie noemen. Uit de mest die tot as gebracht is wordt het zout met het water uitgetrokken en alzo worden de drie beginsels van Paracelsus gemaakt die van de alchimisten zeer geprezen worden.

In het toverboek dat ten onrechte aan Albertus Magnus werd toegeschreven, vinden we nog meer merkwaardige toepassingen van de stinkende gouwe. De wortel samen met een mollenhart als amulet gedragen zou een eind aan oorlog en geweld maken en de drager zelf veel geluk brengen. Het lot van een zieke kom men voorspellen, door dit amulet op het hoofd van de zieke te leggen. Begon de zieke te zingen, dan zou hij sterven; begon de zieke te huilen, dan bleef hij in leven.

Stinkende gouw tegen wratten

Dé toepassing van stinkende gouwe door de eeuwen heen is toch wel zijn gebruik tegen wratten. In het Duitse Argau moest men daarvoor de plant op het kerkhof plukken. In andere streken diende men het sap op de wrat te wrijven tijdens...een teraardebestelling. Of men mocht niet meer naar de wrat kijken na het aanstippen. Belangrijk was vaak ook dat de behandeling werd uitgevoerd tijdens afnemende maan. Aanstippen was ook nu blijkbaar niet genoeg, een bijkomend ritueel was noodzakelijk. Ook nu wordt de plant en zijn oranje melksap nog gebruikt om wratten te verwijderen.

Meer info https://sites.google.com/site/kruidwiskruidwis/kruidenmonografie-kommission-e/chelidonium-majus-stinkende-gouwe

woensdag, februari 03, 2021

Fluorescerende groene gouwe

Stinkende gouwe. Het frisgroen blad ziet er teer en kwetsbaar uit, toch overleeft het winterse vorst. Zijn geheim wapen is het oranje-gele sap dat door zijn vaten stroomt. Antivries avant la lettre. 

In het boek Plantenschat: Inleiding tot de kennis der flora van Nederland – gepubliceerd in 1898 –  160 in ons land voorkomende planten, waaronder stinkende gouwe. “Het is een leelijke naam, de Hollandsche, die aan dit bloemenkind gegeven is, maar hij is merkwaardig juist tot in zijn beide helften afzonderlijk toe. Dat Gouwe staat met goud in verband, naar de goudgele kleur van het melksap, ’t welk de plant in zoo verbazende quantiteit in al zijn deelen afscheidt. Als gij u waagt aan het onvoorbereid afplukken van bloem of stengel, krijgt gij leelijke gele vlekken op uw vingers, die er in den eersten tijd niet afgaan en de geur van dat kleverige vocht is ver van aangenaam.” “Figuurlijk gesproken echter, staat de plant juist in een bijzonder goeden reuk; die Oogenklaar, zooals zij bijvoorbeeld in den Gelderschen achterhoek wordt genoemd, kan met haar bladeren wonden heelen en zuiveren, zoo meldt de onder het volk levende mare.”

Niet alleen in 1898 maar doorheen de voorbije 2000 jaar is stinkende gouwe beschreven en medisch gewaardeerd geweest.

De chelidonium majus wordt van oudsher uitwendig toegepast bij de behandeling van wratten, likdoorns en eelt. Hiervoor werd het sap met de geeloranje kleur gebruikt. Uit later onderzoek blijkt deze inderdaad een remmend effect te hebben op de normale celdeling. Dit giftige sap heeft een sterke geur en bittere smaak en kan de huid en slijmvliezen irriteren bij uitwendig gebruik. De plant heeft tevens een goede reputatie bij de behandeling van gal- en leverklachten. Er is enige bezorgdheid dat stinkende gouwe de lever nadelig kan beïnvloeden. Stinkende gouwe is in verband gebracht met veel gevallen van hepatotoxiciteit. 

Choleretische effecten. 

Een ethanolisch extract van stinkende gouwe verhoogt de galstroom. Chelidonium-extract lijkt de langzame golffrequentie en amplitude in de dunne darm te verminderen, wat de peristaltische beweging vertraagt ​.

Kanker

Sommige voorlopige klinische onderzoeken suggereren dat het nemen van tweemaal daags 30 ml van een orale oplossing gedurende 2 weken, anti-tumoreffecten kan hebben bij patiënten met slokdarm plaveiselcelcarcinoom. Elke dosis oplossing kwam overeen met 30 gram ruwe kruiden. In vitro en dieronderzoek suggereert dat stinkende gouwe nuttig zou kunnen zijn voor sommige soorten kanker. Cytotoxische alkaloïden gevonden in stinkende gouwe lijken apoptose in kankercellen bevorderen. Bovendien heeft onderzoek bij dieren aangetoond dat een stinkende gouwe-extract de groei van glandulaire maagkanker vermindert. Voorlopig onderzoek suggereert dat chelidonine, sanguinarine en chelerythrine activiteit kunnen hebben tegen cellen van uveaal melanoom, een bijzonder moeilijk te behandelen kanker. 

Typologie

Mensen die een gunstige reactie ervaren op deze plant lijken iets te hebben met de kleur geel: de gelaatskleur, het oogwit, de urine, de huidskleur of het tongbeslag is vaak gelig. Ook het type mens lijkt gelieerd te zijn aan de reactie. Zo lijken mensen die hun woede vaak inhouden, ofwel hun gal niet spugen, goed te reageren op het gebruik van de Chelidonium majus. 


Chelidonium majus--an integrative review: traditional knowledge versus modern findings. Marilena Gilca 1, Laura Gaman, Elena Panait, Irina Stoian, Valeriu Atanasiu. Chelidonium majus L. (family Papaveraceae), or greater celandine, is an important plant in western phytotherapy and in traditional Chinese medicine. Crude extracts of C. majus as well as purified compounds derived from it exhibit a broad spectrum of biological activities (antiinflammatory, antimicrobial, antitumoral, analgesic, hepatoprotective) that support some of the traditional uses of C. majus. 
However, herbal medicine also claims that this plant has several important properties which have not yet been scientifically studied: C. majus is supposed to have diuretic, antitussive and eye-regenerative effects. On the other hand, C. majus also has scientifically proven effects, e.g. anti-osteoporotic activity and radioprotection, which are not mentioned in traditional sources. Moreover, recent controversy about the hepatoprotective versus hepatotoxic effects of Chelidonium majus has renewed the interest of the medical community in this plant. This review is intended to integrate traditional ethno-medical knowledge and modern scientific findings about C. majus in order to promote understanding of its therapeutic actions as well as its toxic potential.

Lohninger, A. and Hamler, F. Chelidonium majus L. (Ukrain) in the treatment of cancer patients. Drugs Exp.Clin Res 1992;18 Suppl:73-77.