donderdag, februari 23, 2023

Kruidenmasker of -pakking maken

Een masker is een vetvrije substantie van klei, meel en slijmstofplanten zoals lijnzaad, die op de huid en vooral op het gezicht wordt aangebracht. Bij een pakking worden er verder nog vetten aan toegevoegd, waardoor de pakking niet opdroogt en nog smeuïg is bij het verwijderen. De voornaamste planten die in een masker verwerkt worden zijn goudsbloem, echte kamille en lijnzaad.

Je kunt een masker of pakking aanbrengen op verschillende plaatsen van het lichaam, zoals droge ellebogen, knieën, een door de zon verbrande schouder of gewoon op het gezicht. Op het gezicht moet het masker of de pakking zo worden aangebracht dat er rond de ogen wat ruimte vrij blijft, zodat de substantie niet in de ogen kan lopen. De ogen kun je afdekken met een vochtig watje met wat olie. Het betreffende lichaamsdeel wordt ongeveer twintig minuten bedekt met een vochtige doek, daarna afgenomen met kompressen en water, eventueel na gereinigd met gezichtswater en beschermd met een crème. Behalve dat je zelf even een half uurtje rust, een therapie op zich, krijgt de huid de mogelijkheid zich te goed te doen aan een hoeveelheid werkzame stoffen, vocht en vet. U kunt een masker of pakking zo vaak aanbrengen als je wilt, mits de huid niet beschadigd is.

Er zijn verschillende maskers en pakkingen mogelijk.

Een kleimasker van groene of witte klei. Dit masker heeft voornamelijk een reinigende werking en is zeer geschikt voor de vette huid. De pasta die wordt verkregen door toevoeging van water, kan worden verrijkt met plantenextracten ter kalmering van de huid en / of citroensap voor de regulatie van de zuurmantel van de huid. Als het kleimasker is opgedroogd, kan het worden verwijderd met handwarme natte kompressen.

  • Een crèmepakking, waarbij olie en water het middel zijn. De crèmepakking vormt een aanvulling op de vet- en vochthuishouding en er kunnen verschillende werkzame stoffen aan worden toegevoegd. Het water kun je vervangen door een kruidenaftreksel (echte kamille bijvoorbeeld)
  • Een lijnnzaadpakking, waarbij de zaadjes het middel zijn. Als de zaadjes gekneusd worden verwerkt, maken ze de huid weker (een goede voorbehandeling voor het verwijderen van mee-eters).
  • Een kwarkpakking om de huid te kalmeren. Een kwarkpakking vormt een goede basis om verschillende werkzame stoffen aan toe te voegen.

Ingrediënten van een kwarkpakking:

  • Kwark, platte kaas
  • Avocado-olie (hiervoor kan ook een andere olie worden gebruikt). Avocado-olie wordt gewonnen uit het rijpe vrucht-vlees van de avocadopeer. Koud geperst heeft de olie een groene tot lichtbruine kleur; geraffineerd is de olie lichtgeel en bijna geurloos. Deze olie beschermt de huid tegen uitdroging en schraalheid. Avocado-olie is een stabiele olie die goed door de huid kan worden opgenomen.
  • Lecithine of andere werkzame stoffen

De voornaamste kruiden voor de huid

  • Echte kamlle / Matricaria recutita, vooral de bloemen worden gebruikt
  • Goudsbloem / Calendula officinalis, vooral de bloemblaadjes
  • Sint janskruid / Hypericum perforatum, vooral bloeitoppen
  • Smeerwortel / Symphytum officinalis, wortel maar ook blad gekneusd als kompres
  • Lijnzaad / Linum, zaden van de vlasplant
Referenties
  • https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenbereidingswijzen
  • https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenbereidingswijzen/ingredieentenlijst-officieel-inci

woensdag, februari 15, 2023

Devant Bouvignes

Na het boodschappen doen in Dinant even rondgesnuffeld in het vlakbij gelegen natuurreservaat 'Devant Bouvignes, een stukje Provence in België wordt het met enige overdrijving wel genoemd. Toch wel handig en fijn om zo tussen Colruyt en koffie drinken in, even de rozetten van kleine pimpernel, toorts, bijenorchis, wilde tijm en zonneroosjes tussen de rotsen te kunnen besnuffelen.

Le site occupe un versant de la rive droite de la vallée de la Meuse en aval de Dinant face au village de Bouvignes et s'étend en pente sur des roches calcaires. Différents milieux sont représentés dans la réserve RNOB: une forêt de feuillus occupant un vallon encaissé; une chênaie-charmaie dans la partie nord avec un sous-bois de buis; une plantation de pins noirs dans la partie sud; et surtout une remarquable pelouse calcicole qui occupe la plus grande surface du site. Dans ces zones dégagées, on distingue deux formations herbacées: une végétation rase sur les rochers et sols dénudés (Xerobromion) et une pelouse plus dense dominée par des graminées plus hautes (Mesobromion). De nombreuses plantes thermophiles et calcicoles dont plusieurs espèces protégées et en voie de raréfaction fleurissent dans ces pelouses. Quand à la faune, on relève la présence de 50 espèces de papillons, 18 espèces d'orthoptères, dont quelques-unes sont protégées. Plusieurs espèces de reptiles, dont la couleuvre coronelle et le lézard des murailles, sont aussi observés sur le site. Outre le débroussaillage et le fauchage régulier, des moutons de race Mergelland pâturent dans les pelouses, au sein d'enclos mobiles.

Bijenorchis

De planten
Allium sphaerocephalon / Kogellook, Aquilegia vulgaris / Wilde akelei, Buxus sempervirens, Capsella rubella / Rood herderstasje, Carex humilis, Centaurium erythraea / Echt duizendguldenkruid, Ceterach officinarum, Cirsium acaule, Cotoneaster integerrimus, Daphne mezereum / Peperboompje, Dianthus carthusianorum / Kartuizeranjer, Epipactis helleborine, Genista tinctoria / Verfbrem, Genistella sagittalis, Gentiana cruciata, Gentianella germanica, Geranium rotundifolium, Globularia bisnagarica, Helianthemum apeninnum, Himantoglossum hircinum, Hippocrepis comosa, Juniperus communis, Kickxia spuria, Lactuca perennis, Listera ovata, Lithospermum officinale / Glad parelzaad, Lonicera xylosteum, Neottia nidus-avis, Ophrys apifera / Bijenorchis, Ophrys fuciflora, Orchis anthropophora, Orchis mascula, Orchis simia, Orobanche caryophyllacea, Platanthera chlorantha, Pyrus pyraster, Rhamnus cathartica, Rosa rubiginosa / Egelantier, Saxifraga granulata,Valeriana wallrothii, Vincetoxicum hirundinaria / Engbloem.

Over bijenorchis
Het woord Orchis werd voor het eerst gebruikt door de Griekse filosoof en botanicus Theophrastus (371 - 286 v. Chr.) in zijn boek De historia plantarum (De natuurlijke geschiedenis van planten). De naam Orchis komt van het Griekse όρχις en betekent testikel, teelbal. Veel planten uit de Orchisfamilie hebben twee wortelknollen die dus op testikels lijken. De onderlip van de bloem lijkt  op een bij en dus vergissen echte bijen zich wel eens en komen gezellig copuleren.

dinsdag, februari 14, 2023

De eerste daslookblaadjes

Nog lang geen lente. Toch zijn ze er weer. De eerste dit, de eerste dat en dus ook de eerste daslookblaadjes. Geluk en gelik zit in een groen blaadje. Zelfs voor een oude herborist.

The plant is widely distributed in Europe and Asia and does not grow in areas above 1900 m above sea level. The active growth phase of wild garlic lasts three to four months and begins in early spring, between late February and early March. The expected flowering period of wild garlic is between April and May. All parts of the plant are edible [3], but the bulbs and leaves are most commonly consumed. For consumption, the leaves are harvested by flowering time, while for medicinal purposes, leaves or herb (Allii ursini folium/herba), collected in April and May, and bulbs (Allii ursini bulbus), collected in September and October, are used [4,5]. Wild garlic is usually collected as a wild plant species from natural habitats, but in some countries, this plant species is on the list of protected plants, so it is not possible to collect it from the wild for personal use and sale [6]. The cultivation of this species is relatively demanding, as it has special requirements, especially environmental conditions in which it grows in its natural habitats. Moreover, the propagation of this plant is difficult due to certain biological characteristics or ecological requirements, such as slow growth, specific soil requirements and low germination rates [7].

Modern pharmacological studies have confirmed many of the above traditional indications for the use of wild garlic. It is recommended as a digestive, antimicrobial, and detoxifying agent for the body, and a number of in vitro and in vivo experiments have shown Allium ursinum to be a plant with high potential for the prevention and treatment of diseases of the cardiovascular system [8,9,10,11,12,13]. It is commonly used as a remedy for respiratory diseases, such as colds or bronchitis [14]. Wild garlic is effective in wound healing, as well as chronic skin diseases [6]. It is effective in regulating blood pressure, lowering insulin levels and total cholesterol levels, with a tendency to increase HDL cholesterol. All the mentioned beneficial effects of wild garlic on human health can be attributed mainly to the sulfurous compounds, which are the most characteristic constituents of Allium plants. Allium ursinum belongs to the Allium species of methiine/alliine type, which means that it contains mainly a mixture of (+)-S-methyl-L-cysteine sulfoxide (methiine) and (+)-S-allyl-L-cysteine sulfoxide (alliine). Another important chemical constituent of wild garlic is also polyphenolic compounds. The leaves of wild garlic contain high concentrations of ferulic and vanillic acid, p-coumaric acid, and kaempferol derivatives, as well as high concentrations of flavonoids [15,16,17]. In addition, wild garlic leaves contain pigment compounds, especially chlorophylls and carotenoids, vitamins, such as vitamin C, and of the macro- and microelements in wild garlic, the iron content of 247.9 mg/kg is noteworthy [18,19]. Precisely because of the rich nutritional composition and content of phytochemicals with high therapeutic potential and the range of biological activities, from antioxidant to antimicrobial, that it exhibits, this plant species can be considered a functional food with high production potential for various functional products and food supplements of natural origin.

References
  1. Prakash, B. Functional and Preservative Properties of Phytochemicals; Academic Press Elsevier: London, UK, 2020. [Google Scholar]
  2. Cena, H.; Calder, P.C. Defining a Healthy Diet: Evidence for the Role of Contemporary Dietary Patterns in Health and Disease. Nutrients 2020, 12, 334. [Google Scholar] [CrossRef][Green Version]
  3. Demasi, S.; Mellano, M.G.; Falla, N.M.; Caser, M.; Scariot, V. Sensory Profile, Shelf Life, and Dynamics of Bioactive Compounds during Cold Storage of 17 Edible Flowers. Horticulturae 2021, 7, 166. [Google Scholar] [CrossRef]
  4. Oborny, B.; Botta-Dukát, Z.; Rudolf, K.; Morschhauser, T. Population ecology of Allium ursinum, a space-monopolizing clonal plant. Acta Bot. Hung. 2011, 53, 371–388. [Google Scholar] [CrossRef]
  5. Lenkova, M.; Bystricka, J.; Toth, T.; Hrstkova, M. Evaluation and comparison of the content of total polyphenols and antioxidant activity of selected species of the genus Allium. J. Cent. Eur. Agric. 2016, 17, 1119–1133. [Google Scholar] [CrossRef][Green Version]
  6. Sobolewska, D.; Podolak, I.; Makowska-Wąs, J. Allium ursinum: Botanical, phytochemical and pharmacological overview. Phytochem. Rev. 2015, 14, 81–97. [Google Scholar] [CrossRef][Green Version]
  7. Jeong, M.J.; Song, H.J.; Kim, H.G.; Park, D.J.; Yong, S.H.; Choi, E.; Seol, Y.; Ghimire, B.; Choi, M.S. The optimal cultivation conditions for wild garlic (Allium victorialis var. Platyphyllum) under the forests as a non-timber forest product (NTFP). Agrofor. Syst. 2019, 94, 747–760. [Google Scholar] [CrossRef]
  8. Kim, T.K. Edible Medicinal and Non-Medicinal Plants; Springer: Dordrecht, Germany, 2014; Volume 7. [Google Scholar]
  9. Pavlović, D.R.; Veljković, M.; Stojanović, N.M.; Gočmanac-Ignjatović, M.; Mihailov-Krstev, T.; Branković, S.; Sokolović, D.; Marčetić, M.; Radulović, N.; Radenković, M. Influence of different wild-garlic (Allium ursinum) extracts on the gastrointestinal system: Spasmolytic, antimicrobial and antioxidant properties. J. Pharm. Pharm. 2017, 69, 1208–1218. [Google Scholar] [CrossRef]
  10. Murugesan, S.; Pandiyan, A.; Saravanakumar, L.; Moodley, K.; Mackraj, I. Protective role of wild garlic on isoproterenol-induced myocardial necrosis in wistar rats. J. Ethnopharmacol 2019, 237, 108–115. [Google Scholar] [CrossRef]
  11. Stanisavljević, N.; Bajić, S.S.; Jovanović, Ž.; Matić, I.; Tolinački, M.; Popović, D.; Popović, N.; Terzić-Vidojević, A.; Golić, N.; Beškoski, V.; et al. Antioxidant and Antiproliferative Activity of Allium ursinum and Their Associated Microbiota During Simulated in vitro Digestion in the Presence of Food Matrix. Front. Microbiol. 2020, 11, 1–17. [Google Scholar] [CrossRef]
  12. Forma, A.; Chilimoniuk, Z.; Januszewski, J.; Sitarz, R. The Potential Application of Allium Extracts in the Treatment of Gastrointestinal Cancers. Gastroenterol. Insights 2021, 2, 136–146. [Google Scholar] [CrossRef]
  13. Rankovic, M.; Krivokapic, M.; Bradic, J.; Petkovic, A.; Zivkovic, V.; Sretenovic, J.; Jeremic, N.; Bolevich, S.; Kartashova, M.; Jeremic, J.; et al. New Insight into the Cardioprotective Effects of Allium ursinum L. Extract Against Myocardial Ischemia-Reperfusion Injury. Front. Physiol. 2021, 12, 1–14. [Google Scholar] [CrossRef]
  14. Coulston, A.M.; Rock, C.L.; Monsen, E.R. Nutrition in the Prevention and Treatment of Disease; Academic Press: Orlando, FL, USA, 2001. [Google Scholar]
  15. Wu, H.; Dushenkov, S.; Ho, C.-T.; Sang, S. Novel acetylated flavonoid glycosides from the leaves of Allium ursinum. Food Chem. 2009, 115, 592–595. [Google Scholar] [CrossRef]
  16. Gîtin, L.; Dinicǎ, R.; Parnavel, R. The influence of extraction method on the apparent content of bioactive compounds in Romanian Allium spp. leaves. Not. Bot. Horti Agrobot. Cluj-Napoca 2012, 40, 93–97. [Google Scholar] [CrossRef][Green Version]
  17. Oszmiański, J.; Kolniak-Ostek, J.; Wojdyło, A. Characterization and content of flavonol derivatives of Allium ursinum L. plant. J. Agric Food Chem. 2013, 61, 176–184. [Google Scholar] [CrossRef]
  18. Piatkowska, E.; Kopeć, A.; Leszczynska, T. Basic chemical composition, content of micro and macroelements and antioxidant activity of different varieties of garlic’s leaves polish origin. Nauka Technol. Jakość 2015, 98, 181–192. [Google Scholar]
  19. Lachowicz, S.; Oszmiański, J.; Wiśniewski, R. Determination of triterpenoids, carotenoids, chlorophylls, and antioxidant capacity in Allium ursinum L. at different times of harvesting and anatomical parts. Eur. Food Res. Technol. 2018, 244, 1269–1280. [Google Scholar] [CrossRef][Green Version]

zaterdag, februari 11, 2023

Pompoenpitten

Pompoenpitten en poeder

De Pompoenfamilie met zijn meer dan 900 soorten en zijn immense veelvormigheid is voor mij een mooi voorbeeld van samenwerking tussen mens en de plant. Een samenwerking in al zijn schoonheid maar ook in al zijn absurditeit. Kijk maar naar de pompoenmarkten, de wedstrijden voor de grootste, de zwaarste en raarste. Pompoenen laten zich blijkbaar gemakkelijk en graag (?)
manipuleren. Hebben zij daar zelf ook wat voordeel van? In elk geval, worden ze zolang ze de mens amuseren, tot voedsel dienen en als medicijn nuttig zijn, door de homo sapiens voortgeplant.

Geschiedenis van het pompoengebruik
Op grond van archeologische vondsten lijkt het er op dat pompoenen al 5000 jaar voor onze jaartelling in Peru en Mexico gekend waren. De echte Cucurbita pepo, als Amerikaans gewas is bij ons natuurlijk pas bekend geraakt na de ontdekking van Amerika. Maar voor die tijd zijn er wel Kalesbasachtigen in gebruik geweest in Europa. Reeds Dioscorides vermelde de fleskalebas als groente. Uitwendig adviseerde hij het vruchtvlees als kompres om de koorts te verlagen, tegen gezwellen en tegen jicht.

Walahfrid Strabo (808 – 849) bezong in zijn ‘Hortulus’ vrucht van de kalebas als middel tgen nieren blaasproblemen. Misschien de eerste aanwijzing voor ons hedendaags gebruik. En ook Hildegard (1098 – 1179) prees haar ‘Kurbesza’ aan als een gezond gewas.
Platearius ‘Book of Simple Medicines", circa 1470 wordt geciteerd in Liber de natura rerum door Thomas van Cantimpré , ‘Cucurbita, ut dicit Platearius, frigida est et humida, sed satis in hiis qualitatibus temperata, is koud en vochtig, maar vrij gematigd in deze eigenschappen. Het is een kruid dat in het bijzonder in warme gebieden voorkomt......tegen verstopping van de lever, tegen abcessen van het ademhalingsapparaat in de borst en van andere ledematen helpt kalebas gekookt in
scherpe stoffen of ook wel geroosterd.

Hedendaagse medische werking van Cucurbita semen: prostaatklachten en darmparasieten
Voor medicnale doeleinden wordt nu vnl de zaden van een specifieke pompoensoort gebruikt Curcubita pepo L. convar. citrullinina I. Greb. var. styriaca I. Greb.. Van deze medicinale pompoensoort worden in Oostenrijk, Slovenie, Kroatie zowat 8000 hectare gekweekt, speciaal voor de zaden. Het vruchtvlees wordt als dierenvoeding verwerkt.
Werkzame stoffen zijn fyto-sterolen en vooral beta-sitosterin. Het zijn stoffen die cholesteroverlagend werken. Zij reguleren ook de aanmaak van galzuren en remmen de groei van de prostaatklier. Verder bevat het zaad ook nog een aminozuur ‘cucurbitine’, met werking op darmparasieten.
Dat zijn ook de 2 goed onderbouwde toepassingen van pompoenzaad, (1)bij goedaardige prostaathypertrofie, vooral voor ouderen en bij (2)darmparasieten, vooral voor kinderen. 

Bereidingen. 1 tot 2 eetlepels pompoenzaad 2 maal daags smorgens en savond op knabbelen gedurende enkele maanden gebruiken. Pompoenzaden tot grof poeder malen en in honing laten trekken is ook een efficiënte manier om de zaden te gebruiken bij prostaatklachten. Natuurlijk zijn er ook allerlei preparaten in de handel, maar de hle zaden zaden kun je ook als snoepje tussendoor gebruiken, eventueel gemengd met zonnebloempitten.

vrijdag, februari 10, 2023

Gewillige gewrichten

Gewrichtsklachten zoals reuma en artrose komen in onze lage, vochtige landen veel voor. Hetaantal reuma-patiënten in Nederland bvb wordt geraamd op ruim 85.000. Daarvan heeft 10% een lichte, 60% een matige en 30% een ernstige vorm. Het aantal artrose-patiënten is naar schatting 1,3 miljoen, 500.000 daarvan hebben artrose van de heup en 800.000 artrose van de knie. Reuma, een auto-immuunziekte, komt bij vrouwen twee- tot driemaal zo vaak voor als bij mannen en treedt meestal voor het eerst op tussen de 25 en 50 jaar. Artrose, een degeneratieve aandoening, komt veel voor bij ouderen, even vaak bij mannen als bij vrouwen.

Veel chronische patiënten maken gebruik van complementaire geneeswijzen. Patiënten met reumatische aandoeningen maken vaak gebruik van acupunctuur, fyto therapeutica of bepaalde voedingssupplementen zoals visolie, chondroïtinesulfaten of glucosamine.
Het gebruik van medicinale planten bij reumatische gewrichtsaandoeningen kent een lange traditie. Naast wilgenbast zijn duivelsklauw, echte guldenroede, moerasspirea, brandnetel, populier (bast en blad) en gewone es (bast) veel toegepaste planten bij reumatische aandoeningen.
Daarvan is duivelsklauw het beste onderzocht. Het klinische onderzoek naar wilgenbast heeft ook sedert een tiental jaar een nieuw begin gemaakt met de hieronder beschreven studies. De resultaten hiervan zijn hoopgevend, maar meer onderzoek onder een groter aantal patiënten en van langere duur is noodzakelijk.

Wilgen voor gewrichten

Schmid et al. onderzochten onder 78 artrosepatiënten het analgetische effect van wilgenbastextract met 240 mg salicin per dag, in een gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde dubbelblinde studie van 2 weken Er werd een statistisch significant verschil gevonden tussen de verum- en de placebogroep. De pijnscore was in de verumgroep met 14% verminderd, terwijl deze in de placebogroep met 2% was gestegen.
In een ander onderzoek van Chrubasik onder 451 patiënten met acute lage rugpijn gedurende 4weken, bleek wilgenbastextract met 240 mg salicin per dag superieur te zijn boven een gangbarebehandeling en was het effect van een dosis met 120 mg per dag nagenoeg vergelijkbaar met de gangbare behandeling.

De schors van de wilg is van oudsher het natuurlijk pijnstillend middel bij uitstek geweest. Na deisolatie van salicin en de synthese van acetylsalicylzuur is de belangstelling voor de wilg verdwenen . Salicin in het wilgenbastextract is echter opgenomen in een complex van actieve componenten, die via verschillende aangrijpingspunten leiden tot een gezamenlijk analgetisch en anti-inflammatoir effect. (Acetyl)salicylzuur, dat in aanzienlijk hogere doseringen toegepast moet worden dan de salicin uit de wilg, geeft ernstige bijwerkingen te zien, die niet zijn waargenomen bij gebruik van het wilgenbastextract. De lage frequentie van bijwerkingen en de milde bijwerkingen zijn duidelijke voordelen van wilgenbast ten opzichte van (acetyl)salicylzuur en andere NSAID's. Om deze reden kan het zinvol zijn eerst wilgenbast te proberen alvorens een NSAID toe te passen.

Het wilgenbastextract zou, vanwege een pijnstillend en ontstekingsremmend effect in combinatie met een goede verdraagzaamheid en veiligheid, een echte bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteit van leven. Wellicht kan dan een aantal patiënten hun andere medicatie voortaan 'aan de wilgen hangen'.

Referenties
  1. Chrubasik S, Eisenberg E, Balan E et al. Treatment of low back pain exacerbations with willowbark extract: a randomized double-blind study. Am J Med 2000;!09:9-14.
  2. Schmid B, Lüdtke R, Selbmann HK et al. Wirksamkeit undVertraglichkeit eines standardisiertenWeidenrindenextraktes bei Arthrose-Patienten: randomisierte, placebo-kontrollierteDoppelblindstudic. Z Rheumatol 2000;59:314-20.
  3. Phytother Res. 2009 Jul;23(7):897-900. A systematic review on the effectiveness of willow bark formusculoskeletal pain. Cameron M, Chrubasik S. Vlachojannis JE

zondag, februari 05, 2023

Leeftijd. Oudste mensen in de wereld?

Veel gegevens over extreem oude mensen zijn het product van overdrijving, mystificatie of fraude. Gerontologen die extreem oude mensen en hun leefstijl bestuderen moeten daarom het kaf van het koren scheiden, aldus onderzoekers van Boston University. Ze noemen 8 dingen waarop gerontologen alert moeten zijn.
Veel gegevens over extreem oude mensen zijn het product van overdrijving, mystificatie of fraude. Gerontologen die extreem oude mensen en hun leefstijl bestuderen moeten daarom het kaf van het koren scheiden, aldus onderzoekers van Boston University. In 2010 beschreven ze 8 dingen waarop gerontologen alert moeten zijn.

1. Spirituele overdrijving

In veel overleveringen en tradities geeft een lange levensduur aan dat iemand een bijzondere band met godheden of kosmische principes heeft. Een voorbeeld uit de Christelijke overlevering is Methusalem, die volgens het Oude Testament 969 zou zijn geworden. Een andere bekende Bijbelse longeviteur was Abraham, die 175 jaar oud werd.

In het Oude Testament vind je die extreem hoge leeftijden vooral in het begin. In de meer recente delen van de Bijbel worden de leeftijden steeds realistischer. Werd Abraham nog 175 jaar, Mozes werd 120 en David 70.
Nog steeds claimen religieuze en spirituele tradities dat hun voormannen en -vrouwen extreem oud worden. Een recent voorbeeld is de Tibettaanse meditatiemeester Nyala Rinpoche. De in 1978 overleden Rinpoche zou 152 jaar oud zijn geworden. Toen had hij al niet meer een lichaam van vlees, maar van licht. Zeggen zijn volgelingen.

2. Ouderverering

In veel afgezonderde traditionele samenlevingen hebben ouderen een bijzondere positie. In die samenlevingen mogen mensen de leeftijd van 'hun' ouderen graag overdrijven. Zo zou de Zuid-Afrikaanse Moloko Temo in 2009 op 134-jarige leeftijd zijn overleden.
Temo was een lokale beroemdheid. In interviews vertelde ze dat ze ervan was overtuigd dat elders op de wereld mensen leefden die nog ouder waren dan zij, en dat ze graag spinazie, snoep, vlees en cola lustte. Toen ze werd geboren was er nog geen deugdelijke registratie. Het is niet bekend hoe oud ze echt was. CNN heeft wel eens item over haar gemaakt.
Veel gegevens over extreem oude mensen zijn het product van overdrijving, mystificatie of fraude. Gerontologen die extreem oude mensen en hun leefstijl bestuderen moeten daarom het kaf van het koren scheiden, aldus onderzoekers van Boston University. In 2010 beschreven ze 8 dingen waarop gerontologen alert moeten zijn.

3. De Bron van de Eeuwige Jeugd

Sommige mensen claimen dat ze De Bron van de Eeuwige Jeugd in bezit hebben. Die claim kun je natuurlijk beter onderbouwen als je zelf stok- en stokoud bent en tegelijkertijd buitengewoon vitaal. Norman Walker was zo'n iemand.
Walker was de grondlegger van de raw food-beweging. Hij ontwierp een centrifuge waarmee mensen uit groenten en fruit zelf gezonde sapjes konden maken [en verdiende daar goed geld mee]. Hij schreef boeken over hoe je met een vegetarische en door-sapte leefstijl oud kunt worden en tegelijkertijd vitaal kunt blijven.
Walker maakte zichzelf om marketingredenen tien jaar ouder dan hijzelf was. Toen hij overleed zou hij 119 zijn geweest, maar hij was toen in werkelijkheid 'slechts' 99.

4. Shangri-La

Bewoners van sommige gebieden houden graag de illusie in stand dat het leven in hun vallei, op hun bergtop of eiland extreem gezond is. Een Shrangri-La, heet zo'n bijzonder gebied. De Hunzavallei in Pakistan is zo'n gebied, of de Euraziatische Kaukasus.

Media spelen een belangrijke rol bij mythes rond Shangri-La's. In 1976 verscheen bijvoorbeeld het boek Los Viejos: Secrets of Long Life from the Sacred Valley van de journaliste Grace Halsell. Halsell schreef het boek nadat ze een tijd had gewoond in Vilcabambavallei in Ecuador. Ze had in die periode bijvoorbeeld gebivakkeerd in een dirt-floor mountain hut met een man die beweerde dat hij 132 jaar oud was. Hij zou gezond blijven doordat hij gedichten in zijn hoofd reclameerde terwijl hij door de bergen wandelde. Hasells boek maakte de oeroude Vilcabambanen wereldberoemd.

De Harvardiaanse gerontoloog Alexander Leaf ging de verhalen wantrouwen toen hij in 1974 sprak met een man die vertelde dat hij 134 jaar oud was. In 1971 had Leaf de man ook al ontmoet, en toen was hij naar eigen zeggen nog 122 jaar. Toen wetenschappers als Leaf de fabelachtige leeftijden van de Vilcabambanen gingen checken bleek dat ze stuk voor stuk niet klopten.

Een kenmerk van longevity-jokkebrokkerij is een overmaat aan stokoude mannen, aldus de onderzoekers. Het genoom van vrouwen is robuuster dan dat van mannen en dus kunnen vrouwen langer leven dan mannen. Als ineens ergens allemaal extreem oude mannen opduiken - zoals in de Vilcabambavallei - maar niet nog veel meer extreem oude vrouwen, dan is een sceptische houding op zijn plaats, aldus de onderzoekers.

5. Propaganda

Overheden die zichzelf een goed imago willen aanmeten liegen graag over hun stokoude bewoners. Alleen in gezonde landen, waar het goed toeven is, worden de mensen oeroud. De Sowjet-Unie kon in de jaren zestig en zeventig wel wat PR gebruiken, en dus schiepen de staatsmedia de mythe dat de bewoners van de Kaukasus fabuleus oud konden worden. Hun icoon was Shirali Muslimov, die uiteindelijk 163 of 168 jaar oud zou worden. Die leeftijd dankte Muslimov aan het heldere bergwater, zijn dieet van kip en yoghurt en het gezonde harde werken op de kolchoz.

Westerse verslaggevers hebben nooit met Muslimov mogen praten. Dat Muslimov toch in het westen bekend werd, danken we aan Danone. Die legde in een slimme reclamecampagne een verband tussen de fabelachtige leeftijd van Muslimov en yoghurt. Yoghurt van Danone, welteverstaan.

6. Dienstplicht

Als er oorlog uitbreekt, roepen landen mannen van een bepaalde leeftijdsgroep onder de wapenen. Wie te oud is, hoeft niet in dienst. In de VS leidde de burgeroorlog tussen de Noordelijke en Zuidelijke staten tot een piek in het aantal zuiderlingen die een mirakuleus hoge leeftijd hadden bedreikt - zoals John Salling. Salling werd in de twintigste eeuw beroemd als de man die 113 werd en in de burgeroorlog nog tegen het Noorden had gevochten. "If we cannot beat 'em, we can outlive 'em", zei hij ooit.

Overigens had Salling nooit gevochten. Hij had in de Burgeroorlog tien jaar gesjoemeld met zijn leeftijd zodat hij niet in dienst hoefde.

7. Ambtenaren

In veel ontwikkelde landen zijn de meldingen van supereeuwelingen [mensen die ouder worden dan 110] dikwijls het gevolg van schrijf- en tikfouten door het overheidsapparaat. Volgens verouderingsonderzoeker Michel Poulain hebben bij 1 procent van alle Belgen die officieel 100 zijn geworden bureucraten zo'n administratieve fout gemaakt, en zijn de mensen eigenlijk jonger. Bij alle Belgen die 105 worden is dat percentage opgelopen tot 5 procent, bij de 110-jarigen tot 50 procent en bij de 110-jarigen tot 100 procent.

In Frankrijk werd Eva Jourdan slachtoffer van zo'n fout. Ze zou officieel 112 jaar oud zijn geworden, maar overleed in werkelijkheid 'al' op 102-jarige leeftijd. Een ambtenaar had haar geboortejaar - 1890 - per ongeluk een keer opgeschreven als 1880.

8. Sociale fraude

Oude mensen krijgen in beschaafde landen uitkeringen - en de invoering van dat zorgstelsel heeft er toe geleid dat sommige mensen van het ene moment op het andere ineens jaren ouder werden. In het Amerikaanse Pennsylvania werd Eddlee Bankhead bijvoorbeeld ineens 16 jaar ouder toen in zijn staat ouderen een uitkering konden krijgen. Zijn 116de verjaardag was voor JET aanleiding voor een cursiefje. [JET March 29 1999] Daarin zeggen de kinderen van Bankhead dat de vitale 116-jarige zijn leeftijd dankte aan 'hard werken'. Bankhead overleed hetzelfde jaar nog.
Een andere vorm van fraude die tot mythen over fabelachtig oude mannen en vrouwen kan leiden is het thuishouden over overleden familieleden, waardoor nabestaanden kunnen doorgaan met het incasseren van de pensioenen. De Japanse overheid onderzocht in 2010 tweehonderd gevallen waarin dat speelde. Er was toen zelfs sprake van iemand die op papier 110 jaar oud was, maar in werkelijkheid al op 76-jarige leeftijd was overleden.
Nog bonter dan de Japanners maken de Grieken het. Van de vijfhonderd honderdplussers die er in Griekenland volgens de registratie van de overheid nog in leven zijn, zijn er volgens onafhankelijk onderzoek in werkelijk al driehonderd overleden. Hun nabestaanden houden dat nog even voor zich.

Bron:
Curr Gerontol Geriatr Res. 2010;2010:423087.

Koffie drinken om langer te leven?

Twintig jaar geleden vertelden artsen dat mensen die gezond wilden zijn beter geen koffie konden drinken. Dat idee is inmiddels van de baan. Studies hebben koffieconsumptie in verband gebracht met een afname van de kans op legio aandoeningen en soorten van sterfte. Maar bij hoeveel koppen koffie per dag is het positieve effect op de gezondheid optimaal?

Studie
Australische cardiologen analyseerden de gegevens van 449.563 Britten van 40-69 jaar, die ongeveer 12 jaar waren gevolgd.
De onderzoekers keken naar het effect van hun koffieconsumptie op hart- en vaataandoeningen en sterfte. De deelnemers hadden, toen de studie begon, vragen over hun koffieconsumptie en andere facetten van hun leefstijl beantwoord.

Resultaten
De Australiërs maakten een onderscheid tussen verse koffie die je zet van gemalen koffiebonen, [Ground] koffie zonder cafeïne [Decaffeinated] en oploskoffie [Instant]. Bij een betrekkelijke geringe inname van koffie zonder cafeïne was de kans op cardiovasculaire sterfte een beetje, waarschijnlijk als gevolg van een toename van de kans op arrhythmias. Desondanks was koffieconsumptie verbonden met een afname van sterfte door cardiovasculaire oorzaken en sterfte in het algemeen.
Het positieve gezondheidseffect van koffie was optimaal bij 2-3 koppen koffie per dag.

Conclusie
"In this large, observational study, ground, instant and decaffeinated coffee were associated with equivalent reductions in the incidence of cardiovascular disease and death from cardiovascular disease or any cause", zegt onderzoeksleider Peter Kistler van de Australische Monash University in een persbericht. [EurekAlert 26-Sep-2022]
"Caffeine is the most well-known constituent in coffee, but the beverage contains more than 100 biologically active components. It is likely that the non-caffeinated compounds were responsible for the positive relationships observed between coffee drinking, cardiovascular disease and survival."
"Our findings indicate that drinking modest amounts of coffee of all types should not be discouraged but can be enjoyed as a heart healthy behaviour."

Bron:
Eur J Prev Cardiol. 2022 Sep 27.