maandag, december 31, 2018

Baden in het bos

Dat bomen een hechte gemeenschap vormen en met elkaar communiceren, dat kwamen wetenschappers een paar decennia geleden al op het spoor. 
De eerste die bewijzen leverde over het intelligente communicatiesysteem van bomen was de Canadese ecologe Suzanne Simard. Ze toonde aan dat bomen, dankzij het gigantische ondergrondse netwerk van wortels en schimmeldraden die hen verbinden, een enorme capaciteit hebben tot zelfgenezing. De verbindingen werken als een soort internet, waarlangs niet alleen informatie wordt doorgestuurd  over nakend gevaar, zoals insecten, parasieten of blad-etend wild, maar waarlangs ook koolstof en voedingsstoffen doorgestuurd worden. 

Simard toonde verder aan dat moederbomen overtollige koolstof naar hun eigen nageslacht zenden, naar de kind-scheuten die in hun nabijheid opschieten uit hun gevallen vruchten. Moederbomen beperken zelfs hun eigen wortelgroei zodat hun kinderen genoeg groeiruimte krijgen. Wanneer een oude  moederboom sterft, pompt die langzaam alle overgebleven koolstof naar de andere bomen, samen met een hele hoop verdedigingssignalen. “Words of wisdom”, volgens Simard, afscheidswoorden om te overleven. Door die informatie uit te wisselen, maken bomen de weerbaarheid van hun bosgemeenschap veel groter. In een bos geldt geen darwiniaans survival of the fittest. Wel integendeel: bomen helpen elkaar effectief te overleven.

De Duitse ex-boomkapper en tegenwoordig innig bomenliefhebber Peter Wohlleben heeft het ook over families en over moeder- en vaderbomen. Een paar jaar geleden schreef hij de bestseller 'Het verborgen leven van bomen', waarin hij zijn persoonlijke observaties gebruikt om resultaten van wetenschappelijk onderzoek zoals dat van Suzanne Simard te illustreren. Het boek is een erg liefdevolle beschrijving van een onbekende en ongelooflijk fascinerende wereld. Ook Wohlleben verwondert zich over zoveel solidariteit tussen bomen, al hebben bomen wel een voorkeur voor hun eigen soort, zegt hij. Ze zullen eerst hun eigen ‘kinderen’ helpen, dan hun eigen boomsoort, en pas dan een andere boomsoort met wie ze het kunnen vinden. Er zijn ook boomsoorten die sowieso niet kunnen rekenen op hun hulp of sympathie. Ook in de natuur kent solidariteit blijkbaar grenzen.

Een onderzoeksteam van de Universiteit van Bonn, zo vertelt Wohlleben, is ervan overtuigd dat boomwortels hersenachtige structuren bevatten om informatie door te geven die dan tot gedragsverandering leidt en de boom op die manier doet overleven.
Mogen we dan besluiten dat bomen echt zoiets als verstand hebben? Beschikken ze over een bewustzijn? Een wil? Ze hebben in ieder geval een taal. Ze zullen ultrasone geluiden voortbrengen als ze erg veel dorst hebben. Die ultrasone geluiden zijn een gevolg van trillingen die ontstaan als de waterstroom van de wortels naar de bladeren in de stam wordt onderbroken. Het zou goed kunnen dat die ultrasone geluiden waarschuwingskreten zijn voor andere bomen, dat het water opraakt, aldus Wohlleben.

Bomen hebben dus een soort intelligentie.  Een bos heeft geneeskrachtige eigenschappen, individuele bomen evenzeer. De positieve invloed van bomen op mens en natuur is de laatste jaren blijkbaar in ontelbare studies bewezen. Dat ze de lucht zuiveren en door hun uitzicht de stadsmens wat rust kunnen geven, is maar een fractie van wat bomen daadwerkelijk voor mensen kunnen betekenen. Ettelijke studies geven aan dat mensen die leven in de nabijheid van bomen of gaan wandelen in bossen meteen een gezondere bloeddruk krijgen. Wie een lagere bloeddruk wil, moet naar een loofbos trekken, wie een hogere bloeddruk wil, begeeft zich beter naar een naaldbos.

Patiënten in kamers met uitzicht op bomen genezen sneller. Mensen met alzheimer hebben minder crisismomenten en fleuren op. Kinderen zijn veel meer gefocust. Bij volwassenen wordt de aandacht en bovendien een positief humeur aangescherpt. Stress heeft veel minder invloed bij mensen die zich in de nabijheid van bomen bevinden. Kinderen met ADHD vertonen veel minder symptomen na een wandeling door een bos. Enzovoort. Zie ook http://chicagorti.org/TreeBenefits

In het fantastische boek Blinded by Science gaat de Britse Matthew Silverstone op een schitterende manier op zoek naar antwoorden die de wetenschap niet of maar half geeft. Silverstone las zowat alle studies die ooit gemaakt zijn over fenomenen die moeilijk te verklaren vallen – over de eigenschappen van water, de invloed van de zon, de maan, bijen, vogels, planten en bomen. Daarbij gaat hij uit van de bewezen premisse dat mensen, water, aarde, planten en materie een zekere vibratie of elektromagnetische trilling bezitten. Soms raakt die vibratie bij mensen verstoord door de aanwezigheid van ‘zwervende’ trillingen van apparaten, van wifi-straling of van nefaste chemische elementen. In zijn uiteenzetting zouden bomen in staat zijn om bij aanraking de goede vibraties in het menselijk lichaam terug te herstellen door de kracht van hun eigen energie, dus door hun eigen inherente trillingen. Het klinkt misschien vreemd als je het hier leest, maar het houdt wel steek als Silverstone het uitlegt, gestaafd door verschillende wetenschappelijke studies.

Bosbaden 

Is er al een echte oorzaak gevonden, naast de onomstotelijke vaststellingen van positieve invloed, waarom bomen eigenlijk genezend werken? In Japan beseffen ze al veel langer dat bomen mensen gezonder kunnen maken. Sinds 1982 wordt ‘bosbaden’ daar door de overheid gepromoot als algemene therapie. Onderdompeling in een bos. Je hoeft met dat bosbaden geen kilometers te gaan wandelen. Gaan zitten onder een boom is dus ook goed. De kracht van bomen zit in Japan zo hard verweven in de cultuur en in de levensfilosofie, dat de overheid er 4 miljoen dollar voor over had om te onderzoeken waarom bomen zo goed zijn voor mensen. Dankzij dat onderzoeksgeld toonde professor Qing Li van de Universiteit van Tokio aan dat het menselijke immuniteitssysteem aanzienlijk beter wordt in de nabijheid van bomen, en wel specifiek dankzij het inhaleren van de essentiële oliën of zogenaamde phytonciden die bomen uitstoten als verdediging tegen insecten en bacteriën. De killercellen in ons eigen systeem worden door de phytoncide-geur van de bomen zo hard gestimuleerd dat ze prompt de aanvallers van onze goede cellen verslaan. Aromatherapie in de natuur.  Kruidengeneeskunde zonder de planten op te eten.

https://www.ted.com/talks/suzanne_simard_how_trees_talk_to_each_other/discussion?source=tumblr&language=nl


zaterdag, december 29, 2018

De legende van He Shou Wu

Polygonum multiflorum / wortel eigen oogst
Er is een oud verhaal dat de ontdekking van He Shou Wu Polygonum multiflorum beschrijft. Lang geleden woonde Neng Si, een arme man, helemaal alleen in een bosrijk gebied in China. Hij was geboren met een zwak gestel. Vanwege zijn chronische zwakheid, was hij nooit getrouwd en had alle hoop op een gezin al lang opgegeven. Ondertussen was hij ook nog aan de drank geraakt.

Ondanks alle tegenslag, was hij een enthousiast volgeling van het Taoïsme en was hij vaak in de buurt van zijn Taoïstische leraar in de bergen. Op een dag, hij was toen 58 jaar, viel hij dronken in een diepe slaap. Toen hij ontwaakte, viel zijn oog op een paar in elkaar verstrengelde wijnranken. Het leek alsof die druivelaars de liefde aan het bedrijven waren. In een grillige bui groef hij de knobbelige wortel van de plant op en nam die mee naar zijn huisje. Niemand in zijn dorpje kende het kruid. Een kluizenaar uit de bergstreek zag hem ermee lopen en zei 'Die klimplant heeft op een bijzondere wijze je aandacht getrokken. Ongetwijfeld is het de bedoeling dat deze plant je gaat dienen als een goddelijke drank. Waarom ga je het niet gebruiken?' Neng Si stemde daarmee in en ging snel naar huis om de wortel tot poeder te vermalen. Hij nam wat poeder met water op een lege maag, en bleef dat elke dag doen. Tot zijn grote verbazing voelde hij na zeven dagen, een hem onbekende stroom van vitaliteit door zijn aderen stromen. Hij verdubbelde zijn dagelijkse dosis en maanden later voelde hij zich oersterk! Weldra trouwde hij een mooie jonge vrouw met wie hij meerdere kinderen kreeg. En.... hij leefde nog lang en gelukkig.


Bovendien verteld de legende dat zijn grijze haar in enkele jaren tijd veranderde van wit naar zwart, dat zijn losse tanden weer stevig vast kwamen te zitten, zijn uiterlijk werd weer jeugdig! Hij nam de naam 'Old Black Hair', ofwel 'He Shou Wu' aan. Later hebben zijn zonen het kruid naar hun vader genaamd, He Shou Wu. Later veranderde hij zijn naam in Neng Si (hij die in staat is nageslacht te produceren).

De juiste voorbereiding ontluikt al haar krachten!
De knol van He Shou Wu (Polygonum multiflorum) moet speciaal worden bereid om veilig te kunnen gebruiken. Verse niet verwerkte He Shou Wu bevat nauwelijks versterkende effecten en kan zelfs bijwerkingen geven. De vers geoogste He Shou Wu knollen worden gesneden en dan gestoomd in zwarte bonensoep in een verhouding van 10 delen He Shou Wu op 1 deel zwarte bonen. Totdat de soep ingekookt is. Daarna worden de nu voorbewerkte wortels gedroogd.

Meer over Polygonum multiflorum https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/polygonum-multiforum-fo-ti-tieng

donderdag, december 27, 2018

Kruidwis

Het boek van Mellie Uyldert, waar ik het nu nog eens wil over hebben, noemt Plantenzielen, het was zowat 10 jaar geleden dat ik het nog echt gelezen had, maar in de Kerstperiode heb ik de neiging om dat soort spirituele kruidenboeken nog eens, met gemengde gevoelens, ter hand te nemen en te lezen. Als nuchter mens lijken mij de feiten die er beschreven worden nogal twijfelachtig maar de fantastische, sprookjesachtige sfeer, die uit het boek zweeft, wil ik af en toe wel graag ondergaan.


Mellie heeft het in dit boek ook over de zogenaamde Kruidwis, een boeket wilde planten die niet bedoeld waren om het huis te versieren maar om mens en dier te beschermen tegen reële en ingebeelde belagers. De Kruidwis werd opgehangen of verbrand in huis of stal. Een soort ontsmetten. Afhankelijk van het aantal planten dat er gebruikt werden noemden men deze boeketten negenderhand of vijftienderhand. De negenderhande kruidwis werd tegen midwinter verbrand op gloeiend houtskool in de koperen rookpan met lange steel, met deze smeulende pot ging de boer in de vier heilige rooknachten St. Thomasdag, Kerstmis, Nieuwjaar en Driekoningen, door huis en stallen ter zuivering.

Deze kruidwisplanten moest op 14 augustus voor zonsondergang en zonder messnede geplukt worden (ijzer onttrekt er kracht aan). In het midden stond de alant of Odinskop (Odin of Wodan is Mercurius, die o.a. luchtwegen, adem en spraak beheerst). De alantwortel is een der beste ontslijmende middelen bij bronchitis en astma, men moet een deel afkoken en een ander deel koud uittrekken in water, dan beide aftreksels vermengen en drinken. De alant heeft een goudgele bloem (Zon). Wodan-Mercurius is in Noord-Europa de hoofdgod (denkpool), terwijl Jupiter-Donar-Thor dat in het zuiden is (levenspool). Daaromheen werden het leverkruid, Keltische valeriaan, bijvoet, citroenkruid, alsem, O.L.V. bedstro, bitterzoet en boerenwormkruid geschikt. Soms ook duizendblad en wijnruit.

De vijftienderhande kruiden hadden de toorts in het midden en daaromheen: lisdodde, grote pimpernel, sint-janskruid, akkerklokje, blauwe knoop, karwij, hertsmunt, boerenwormkruid, wijnruit, mattenbies, lavas, bitterzoet en vijfvingerkruid. Je vindt in de literatuur natuurlijk ook wel anders samengestelde boeketten. Deze kruiden moesten met een bitterzoet-stengel driemaal omwonden worden. Men gebruikte deze kruiden ook wel om er een soort thee van te maken en voegde dat aftreksel toe aan het badwater, een warm bad ter kalmering van 'hysterische' mensen, die er drie een half uur in moest blijven liggen. In tegenstelling tot de andere vermelde kruiden is het bitterzoet giftig om te eten. In Zuid-Nederland noemde men het alfsrank (elfenrank), het is een magisch kruid, behorend tot de familie der Solanaceae, waar ook de wolfskers of het doodkruid (Atropa belladonna), het bilzenkruid, de zwarte nachtschade, de tabak, de tomaat en de aardappel bij horen.

Meer over de kruidenwis. https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/30603-kruidwis-rituele-planten-en-hun-betekenis.html

dinsdag, december 25, 2018

Signatuurleer, tekenen van God?

Met enige goede wil is het mogelijk om gelijkenis te zien tussen bloed en het sap van de granaatappel, tussen de vorm van het hart en de bladeren van de klaverzuring of tussen de kleur van de bloemen van het leverkruid (koninginnenkruid) en de kleur van de menselijke lever. 
In deze overeenkomsten zag de middeleeuwse mens, die sterk gericht was op het vinden van de hoofdlijnen die de gehele natuur verbonden, duidelijke aanwijzingen. Zij geloofden dat God, toen hij de planten schiep, elk uitrustte met een teken dat duidde op hun genezende werking. Dus werd de granaatappel aangewend bij bloedziekten, klaverzuring bij hartkwalen en leverkruid om leverziekten te genezen.

Deze theorie kende tegenstanders, maar werd door velen in Europa onderschreven. Ook in de zeventiende eeuw kon de Engelse kruidkundige Robert Turner nog beweren dat 'God op planten, kruiden en bloemen, als waren het hiëroglyfen, de tekenen van hun deugden had gedrukt'
Zelfs John Ray, die als grondlegger van de meer wetenschappelijke botanie in Engeland wordt be-schouwd, kon deze signatuurleer niet geheel vermijden. 'Ik kan niet ontkennen,' schrijft hij 'dat veel van de schadelijke en boosaardige planten iets van hun natuur onthullen door de droevige en zwaar-moedige aanblik van hun bladeren, bloemen of vruchten.' Hij voegde daaraan toe, dat ingeval een ziekte tot een bepaald gebied was beperkt, bepaalde planten uit dat gebied zeker genezing konden brengen. 

Het leek wel of God van het leven van de mens een spelletje had gemaakt, en dit had verlevendigd door willekeurig bepaalde tekens in de planten te verbergen. Helaas waren de interpretaties over gelijkenissen niet altijd eensluidend. Volgens sommigen leek de bloeiwijze en het schutblad van de aronskelk op een fallus, volgens anderen op een baby in zijn wiegje. Moeders werden dan ook aangeraden om de planten naast de wieg van hun kinderen te plaatsen ter bescherming.Verder waren er ook kruiden met een geneeskrachtige werking die door niemand werd betwijfeld, die helemaal niet leken op enigerlei lichaamsdeel of orgaan dat ze konden genezen. Maar de kruidkundigen hadden ook op dit probleem een antwoord. Met oneindig grote wijsheid wist een van hen te verklaren dat God dit had gedaan om het vermogen van de mens om dit soort problemen op te lossen te testen - of om hem beter te doen opletten. Als sommige planten zo duidelijk lieten zien waartoe ze geschikt waren zou iedereen ze verzamelen en zou er spoedig geen een meer over zijn.

De signatuurleer en afrodisiaca

Volgens de signatuurleer zou men dus aan het uiterlijk en/of de kleur van een plant zijn geneeskrachtige eigenschappen kunnen afleiden. Rode zuring was bijvoorbeeld goed voor het bloed, longkruid waarvan het blad de vorm heeft van een long, werd beschouwd als een remedie tegen longziekten, het oranje-gele sap van stinkende gouwe was goed tegen leverkwalen.
 
Planten die min of meer een gelijkenis vertonen met de mannelijke of vrouwelijke geslachtsorganen, werden daarom traditioneel beschouwd als stimulerende middeltjes, en dus als afrodisiaca. Ook oesters en mosselen zouden hun lustopwekkende reputatie te danken hebben aan hun gelijkenis met respectievelijk de vrouwelijke en mannelijke geslachtsorganen.
Orchideeën geassocieerd met een krachtig liefdesleven omdat de bloemen met enige fantasie lijken op een mannelijk orgaan in erectie. De wortels van orchideeën zouden dan weer de vorm bezitten van kleine testikels. Daaraan danken ze trouwens hun naam: orchis betekent testikel.Een geurige en lekkere toepassing van de orchidee in de keuken is de vanille. Dit is de gefermenteerde, onrijpe vrucht van een tropische orchidee. Zij dankt haar naam aan het Spaanse vainilla, wat een verkleinvorm is voor vagina. De gedroogde vanillestengel ziet er immers uit als een kokervormige vrucht met overlangse rimpels.
Ook asperges worden omwille van hun vorm die lijkt op een penis, van oudsher beschouwd als een afrodisiacum. "Eet nooit asperges met de hand terwijl een bevallige jongeling naar u kijkt," zo waarschuwde Pierre Louys in het begin van deze eeuw in zijn Handboek voor etiquette voor jonge meisjes. "Aller aux asperges", betekende trouwens zich prostitueren. En "il ne faut pas tremper son asperge dans n’importe quel cocquetier" is een Frans spreekwoord dat weinig uitleg behoeft. Het spreekwoord diende in de tijd vóór de penicilline, wel ernstig genomen te worden vermits syfilis toen nog een dodelijke ziekte was die niet kon worden genezen. 
De Romeinse keizer Nero wilde naar verluidt dagelijks prei op het menu omwille van het stimulerend effect.

Selder heeft, omwille wellicht van zijn gelijkenis met het mannelijke orgaan, wel een zeer krachtige reputatie als afrodisiacum en vindt men in haast alle culturen van de oudheid tot nu terug. Spreekwoorden zoals "Si l’homme savait l’effet du céleri, il en remplirait son courtil" en "Si la femme savait que le céleri vaut à l’homme, elle en irait chercher jusqu’a Rome", zijn in dat verband veelbetekenend. In Rome was de selder trouwens het symbool voor sommige bordelen.

Signatuurleer (signatura rerum), een deel van de oude sympathieleer.
Signatuurleer is het denken in analogieën, zoals dit zich uitte in de leer der sympathieën en kan worden gezien als één van de eerste vormen van systematisch denken in de geneeskunst. Het trekken van conclusies uit de onderlinge samenhang van vormen en verschijnselen in de natuur is in de laatste eeuwen van de middeleeuwen in een speciale richting uitgegroeid tot de zogenaamde signatuurleer. In deze leer, die kan worden beschouwd als een onderdeel van de sympathieleer, gaat men ervan uit dat in de vorm, kleur, smaak, geur en andere kwaliteiten van mensen, dieren, planten en stenen krachten aanwezig zijn die kunnen worden aangewend bij bestrijding van ziekten. Allerlei grootheden in de natuur wijzen door een bepaalde eigenschap of bijzonderheid op hun specifiek genezend vermogen bij ziekten. De scheppende kunst heeft voor iedere ziekte een geneesmiddel in de natuur gelegd. Het is slechts de kunst het te vinden. Ook de invloed van de hemellichamen op de mens en zijn ziekten heeft in dit denken een duidelijke plaats.

zondag, december 23, 2018

Maretak kerstritueel

Maretak, Viscum Album, heeft een lange en oude geschiedenis achter zich. De plant speelt in veel legenden een rol. De Gallische en Engelse Druïden hadden grote eerbied voor de Maretak. Ze beschouwden de plant als heilig. De Maretak mocht alleen met een gouden snoeimes worden afgesneden en, zoals de overlevering vertelt, zes dagen na Volle Maan in de laatste maand van het jaar. In de Noorse mythologie wordt de Maretak beschreven als het symbool van vrede en liefde, vandaar ook het ‘elkaar mogen zoenen’ onder de Maretak. Niet zo vreemd dat die Maretak in de kerstrituelen een bijzonder plekje kreeg, want het kerstfeest staat immers ook in het teken van verbroedering, vrede op aarde en liefde, als mensen echt van ‘goede wille’ zijn.

Maretak in wilg / Bellegarde en Diois
Naast al die bijzondere kerstrituelen, waarin de Maretak door de eeuwen heen een rol heeft gespeeld, wordt de Viscum album ook al zeer lange tijd gebruikt als geneeskruid. De ‘aartsvader’ van de westerse geneeskunde, de Griekse arts Hippocrates, heeft de Maretak al beschreven als een goed middel bij aandoeningen van de milt.

Plinius beschreef, kort na het begin van onze jaartelling, de gunstige werking van de Maretak bij epileptische aanvallen, krampen en stuipen. In de 16e eeuw beschreef de beroemde Vlaamse arts en kruidkundige Rembertus Dodonaeus de maretak in zijn Cruydeboeck (1554) en de Limburgse Broeder Aloysius zegt in zijn destijds heel bekende boek 'De troost der zieken', dat maretak bruikbaar is bij epilepsie, stuipen en spastische ontregelingen van het centraal zenuwstelsel.

De afgelopen 75 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de werkzaamheid van  de Viscum Album. Men kwam tot de ontdekking, dat Viscum Album onder andere het z.g. para-sympathisch zenuwstelsel activeert. Dat is een goed bericht, want daardoor kan er enige ‘vaatverwijding’ optreden. Maretak blijkt ook vaatkrampen gunstig te beïnvloeden. Een van de belangrijkste werkingsterreinen van de Maretak, zeker in de moderne kruidengeneeskunde (fytotherapie), is de bloeddruk verlagende werking. Vooral als de bloeddrukverhoging het gevolg is van stress, een te heftig ‘modern leven’, blijkt dikwijls het nut van het gebruik van Viscum album tinctuur.

Bloeddrukverlagende eigenschappen hangen van verschillende componenten af waaronder acetylcholine, histamine, GABA, tyramine en flavonen. Hoe deze bloeddrukverlagende werking precies ontstaat is nog niet opgehelderd. Deskundigen menen dat er sprake is van een remming op prikkelgevoelige centra van vasomotorische centra in de medulla oblongata. Andere wetenschappers denken dat er sprake is van een reflectorische reactie waardoor er bloeddruknormalisatie optreedt bij hyper- en hypotensie. Van Hellemont verklaart de bloeddrukverlagende werking uit de aanwezigheid van aminen, zoals choline, tyramine en histamine, GABA, lignanen, flavonoïden en syringine. Deze componenten prikkelen de parasympathicus en veroorzaken dilatatie van perifere bloedvaten dilateren hetgeen de vaatweerstand verminderd. Andere auteurs bevestigen dat bij 20% van de patiënten met arteriële hypertensie inname van maretakproducten de bloeddruk verlaagt. Bij meer dan 20% nemen vooral subjectieve symptomen als hoofdpijn, duizeligheid en vage hartklachten af.

Je kunt Viscum Album heel zinvol combineren met de Meidoorn (Crataegus laevigata). Viscum album heeft een ontspannend effect op de vaatwanden en Crataegus bevordert als geen ander kruid, de spankracht van het hart en de doorbloeding van de hartspier en geeft daarnaast ook wat rust in het vegetatief zenuwstelsel.

Is het niet bijzonder, dat een kruid dat de bloedvaten enigszins ontspant, de stress vermindert en de doorbloeding bevordert, ja, dat dit kruid nu juist een plek heeft gekregen in het ‘kerstritueel’, waarbij we toch allemaal willen streven naar… vrede op aarde.



dinsdag, december 18, 2018

De es in de Edda: Ygdrasil

Een es weet ik staan
Ygdrasil heet hij
hoog en 
met helder
heilvocht begoten.
Vandaar komt de dauw
in de dalen gevallen.
Aan de bron van Urd
staat hij 
eeuwig groen.

De dauw die van Ygdrasil neervalt brengt ieder wezen dat ontstaat het levenswater, de drager van de levenskracht. Zo ook aan de mensen. Daarom hebben alle geslachten veel aan de boom te danken; slechts weinigen echter beseffen dit.

Het lijden van de es kan niemand bevroeden. Vier herten grazen in zijn takken en vreten voortdurend het jonge loof van de levensboom. Van hun gewei stroomt een regenvloed naar beneden naar de bron Hvergelmir. Dit is de oorzaak, waarom Hvergelmir nooit uitdroogt.

Slapen onder de es: Ygdrasil
Oud wordt de schors, vermolmd het hout. Hoog in de kruin nestelt een adelaar. Die laat zijn blik tot op verre afstand spiedend over de wereld gaan. Hij weet veel. Tussen zijn ogen zit een kleine havik. Een eekhoorntje loopt langs de stam op en neer en brengt met zijn praatjes vijandschap of vriendschap teweeg tussen de adelaar en het serpent.

Diep verborgen in Ygdrasil, de boom van de zon, rusten de kiemen van de toekomst. Want... eens werd de vraag gesteld, wie de wereldondergang zou overleven. "Lif en Lifthrasir, Leven en Levensdrang " zo luidde het antwoord, "de namen van een mensenpaar, dat in Hodmimirs hout wacht. Tot voedsel dient hen de morgendauw van de boom."
Nog zijn Lif en Lifthrasir ongeboren kinderen. Maar hen is voorbehouden, eens het begin van een nieuw geslacht te worden.

De inhoud van deze verhalen berust op de poëtische Edda, ook wel oude Edda genoemd, en de proza- of jonge Edda, op de liederen en de sagen.
Yggdrasil is de naam van de 'Wereldboom' in de Noordse kosmogonie. De naam laat zich letterlijk vertalen als 'paard van Yggr', oftewel 'paard van Odin', en verwijst naar de felle levenskracht die hem draagt en overal heen voert.

Yggdrasil is de levensboom en kennisboom, het symbool van de eindeloos vertakte vorm van dat wat is. Tegelijk draagt en verbindt hij de werelden als wereldas (axis mundi). Deze toont tegelijk de weg naar het hogere, de weg die de sjamaan volgt om in het gebied van goden en geesten te komen. Hij reikt van de onderwereld dwars door de mensenwereld naar de wereld van goden en helden.

Meer over de es https://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/52064-es-een-mythische-en-medische-boom.html

maandag, december 17, 2018

Cayennepeper voor de spieren

Gebruik je vaak rode peper als je kookt? Of sambal, of cayennepeper? Die gewoonte komt je spieren ten goede. aldus een studie die onderzoekers van Tianjin Medical University publiceerden in de Journal of Nutrition, Health & Aging. Volgens dat onderzoek zijn je spieren enkele procenten sterker als je een paar keer per week rode peper binnenkrijgt.

Studie
De onderzoekers bepaalden bij 3717 Chinezen met hoeveel kracht ze met hun handen een veer konden dichtknijpen. Tevens achterhaalden ze via vragenlijsten hoe vaak ze wekelijks rode pepers consumeerden.

Resultaten
Hoe vaker mannen per week rode pepers consumeerden, hoe meer kracht hadden ze. Bij vrouwen was die tendens er ook, maar hij was niet statistisch significant.

Mechanisme
De onderzoekers keken ook naar de consumptie van paprika, maar vonden geen verband. En dat is interessant. Paprika's zijn gecultiveerde varianten van de rode peperplant, die in een eeuwenlang veredelingsproces hun vermogen hebben verloren om capsaïcine - de 'brandende' en 'hete' stof in rode peper - aan te maken. Die stof veroorzaakt dus wellicht het positieve effect op de spierkracht.

Capsaïcine remt door onderdrukking van nuclear factor kappa B [NF-kB] de aanmaak van verschillende ontstekingsfactoren, die spierafbraak in de hand kunnen werken. Volgens fundamenteel onderzoek kan capsaïcine ook door activering van PGC-1-alpha de aanmaak van mitochondria in cellen stimuleren. Dat houdt in dat cellen meer voedingsstoffen kunnen omzetten in energie.

Conclusie
"We demonstrate here that the frequency of chili consumption, as measured by a self-administered questionnaire, is independently related to handgrip strength in adult males", resumeren de onderzoekers. "These results suggest that a chili-rich diet may have a beneficial effect on the prevention of handgrip strength decline."
"Considering that the muscle strength is part of the components of sarcopenia, and the health consequences of sarcopenia are increasingly being recognized. This finding has important public implications."
"Additional well-designed clinical studies or prospective interventional studies are necessary to confirm the effectiveness of chili in the prevention of loss of muscle strength."

Bron: J Nutr Health Aging. 2016;20(5):546-52.

Meer over pepers 
https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/27228-pepers-op-het-spoor.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/capsicum-sp-rode-peper

vrijdag, december 14, 2018

Over de geschiedenis van de kleurstofplant meekrap in de Nederlanden

Rechts: meekrapwortels
Meekrap heeft een lange historie in de Nederlanden en is geografisch sterk met de zuidelijke provincies verbonden. De wortels waren ook bij ons zeer geliefd als textielkleurstof. De naam komt nog steeds voor als straat- of plaatsaanduiding. Het gewas werd al omstreeks het jaar 800 genoemd en in het stadsarchief van Zierikzee bevindt zich een beschrijving uit 1247 van de kwaliteitseisen waaraan meekrap moet voldoen.

In Nederland was er in de 15de eeuw een uitgebreide meekrapteelt vooral in Zeeland en Gelderland. De Hollandse welvaart in die tijd was gedeeltelijk te danken aan deze Meekrap. Ook Dodonaeus beschrijft in zijn Cruydboeck van 1554 de teelt van Meekrap: ‘Die tamme Rotte, zoals hij Rubia noemt, wordt in Zeelant in Vlaenderen/ ende in sommige plaetsen van Brabant by Berghen etc. op goede vette velden gheplant. Die wilde wast al om van selfs aen die canten van den velden onder die haghen en hegghen.'

Geschiedenis van de mede of meekrap
Mede of meekrap is ''Bene plant die verbouwd werd om de in hare wortelstokken vervatte verfstof' (1). Kiliaan geeft de Griekse naam: erythrodanon, en de Latijnse: rubia; herba radice rubia, d.i. plant met rode wortel.
Het woordenboek van de middeleeuwse Latijnse taal van Du Cange, III, 476: garantia-rubia; sandix; herba tincturae (garance).
Larousse (1947): garance, genre de rubiacées, dont les racines donnent une belle teinture rouge elite garance était surtout cultivée en Provence.
Verschuerens Modern Woordenboek (1968) beschrijft de meekrap als volgt: sterbladige plant met bijschermen van geelgroene bloempjes en wortelstokken die een rode verfstof opleveren (rubia tinctolhum); gestampte wortel ervan.
De geïllustreerde Flora van Nederland, door Heimans, Heinsius en Thijsse (1948): meekrap, rubia tinctorum Lel; slappe stengels heffen zich op tussen andere planten door middel van achterwaarts gerichte stekeltjes aan hun kanten en aan de randen en middennerven der bladeren; bloempjes talrijk in rijk vertakte trossen, groengeel, weinig in 't oog lopend; de plant, afkomstig uit Zuid-Europa, werd vroeger gekweekt om de verfstof in de wortel, vooral in Zeeland; daar handhaaft ze zich nog hier en daar in een enkele heg.

De oudste bekende vermelding aangaande de teelt van meekrap in het Brugse Vrije betreft het Ambacht Lissewege. In 1244 kocht de St.-Bertinsabdij van St.-Omaars vier schoven uit de tiende van de parochies Lissewege en Koudekerke. De Latijnse tekst omschrijft het gekochte recht als volgt: 'met schoven bedoelen we alle bundels gemaakt, hetzij van vlas, hennep, look of mede, hetzij van om het even wat men gewoonlijk in bundelen oogst' (7).

Verder bestaat er nog een oorkonde van gravin Margata van Vlaanderen die de tolgelden voor de te Damme aangevoerde goederen vaststelde. Daaruit halen we het tarief voor de meekrap: 'scuta de warantie (een schuit Mede)-2-pénningen;. 'lastcm navis warantie' (een scheepslast mede), 2 penningen (8).We weten voorlopig niet uit welke landen de Vlaamse ververs meekrap betrokken.

De Flou, X, 2679 vermeldt zonder datum de 'meedthiende beoosteree'. Hij vermoedt dat het gaat om een perceel in Kadzand. Beoosterede is een waterschap bij Aardenburg. M. Gottschalk zinspeelt op de medetiende van het Ambacht Aardenburg naar aanleiding van een betwisting in 1363 tussen de boeren van het genoemde ambacht en de St.-Baafsabdij, die daar o.a. de medetiende inde. Schrijfster verwijst ook naar de meestoven te Aardenburg, en naar de medetiende van het Ambacht IJzendijke (9)

Het toltarief van het Zwin uit 1368 belastte de mede als volgt ' eene bale ghemaelre meeden', 4 penningen.; 'eenen sac groene meeden, 3 pen.; 'een gote meden in een scip', 2 pen.; 'een waghen gheladen met meeden'? 2 pen. 'ende eic paert', 1 pen.; 'een scute met meeden' 2 pen.; 'een scip ghelast met meeden' 2 pen. (10).
Zie ook een paar gevallen uit het einde van de 4de eeuw, waar de meekrap over zee vervoerd werd.:
1 1370, 'une nief de garance,.. appartenant a certains marchans de la ville de Bievelier en Flandres (= Biervliet) (11); 
2 voorjaar 1396, '8 bales de garanche' aangespoeld. te Reis, vervoerd naar Brugge; 13 balen gestrand 'entre Wulpes et Casant', per schip vervoerd naar Brugge (12).

Het meten van de meekrap
Het meten van meekrapwortels was, evenals het meten van graan, kalk en andere dergelijke producten, een openbaar recht dat ofwel verpacht ofwel uitgeleend werd. Aangezien de Brugse lakenwevers veel meekrap uit de omliggende parochies betrokken, sloten Brugge en het Vrije op 18 februari 1318 een akkoord, dat o.a. het meten van de mede bepaalde. Het gehele akkoord omvatte 17 punten over allerlei zaken. Artikel 11 luidde als volgt: 'item, van den mede vate (17) dat men sculdich es te houdene met ere cruce ghesloten in ene clincke(18), alzo als ment hier vormaels ghehouden hevet; ende dat elc mensche late gebruken den vercoper van dat buten maten blyft, den vercoper sinen wille mede te doene' (19).

Referenties
1 Verwijs-Verdam, Middelnederlands Woordenboek, IV, 1246.
2. Idem, IX, 1883.
3. Rond den Heerd, 15e jaar, 198 (1880).
4. L. Coatume de la Ville de Bruges, 1, 351, Keure van de deelmans.
5. W. Wintein, Koolkerke, Rond de Poldertorens 7e jaar, nr 1, heeft de bedoelde twee plaatsen gesitueerd: p. 6 (no 4), p. 5 (n 99) en op de toponimische kaart.
6. Mondelinge mededeling van wijlen de Heer van Catz uit St.-Anna ter-Mudden. Het gehucht Brugheers is Verdwenen toen het garnizoen van Sluis in 1583, even ten zuiden van de stad, de dijk van het Zwin doorstak, en zodoende het Lapscheurse Gat deed. ontstaan.
7. F. D'Hoop, Cart. St.-Bertin Foperinge, p. 71-72.
8. L. Gilliodts, Inv. des Archives de la Ville de Bruges, charter Nr 3.
9. M. Gottschalk, Historische geografie van Westelijk Zeeuws-Vlaanderen, 19 135 en 157.
10. J. van Dale, Reglement voor de scheepvaart en de heffing der tollen op het Zwin, in Bijdragen Gesch, Zeeuws-Vlaanderen V9 p. 33 en 58.
11.SAG, Charters stad. Gent, nr 432.
12. ARA, Rekenkamer 13679, Rek. Baljuw van Brugge, _jan-mei 1396, f 8 r en 16 r.
13. Verwijs-Verdam, 19 bilevinge levenslang vruchtgebruik. Hoir erfgenaam.
14. L. Gilliodts, Coatume du Franc de Bruges, 19 770,
15. Idem, 1, 784.
16, Idem, 1, 177
17. De term medevat beduidde vooreerst een ton vol meekrap, vervolgens het recht om mede te meten.

Uit artikel: De mede of rubia tinctorum. Maurits Coornaert
Lees ook https://mens-en-samenleving.infonu.nl/sociaal/28316-meekrap-kleur-rijk-verleden-maar-ook-een-toekomst.html en




woensdag, december 12, 2018

Passiflora tegen ADHD?


Kinderen met ADHD reageerden net zo goed op een supplement met een extract van Passiflora incarnata als op methylfenidaat, de actieve stof in het ADHD-medicijn Ritalin. Dat blijkt tenminste uit een klein onderzoek dat Iraanse psychiaters van Roozbeh Hospital in Teheran in 2005 publiceerden.

Studie
De onderzoekers verdeelden 34 kinderen van 6 tot 13 jaar met ADHD in 2 groepen. Gedurende 8 weken gaven ze de ene groep elke dag 2 pillen met methylfenidaat. Per kilo lichaamsgewicht kregen de kinderen dagelijks 1 mg methylfenidaat per dag.
Een tweede groep kinderen kreeg dagelijks per kilo lichaamsgewicht 0.04 milligram Passiflora incarnata-extract. De onderzoekers gebruikten Pasipay, een extract op alcoholbasis. Ook die groep verdeelde de inname over twee momenten van de dag.
De onderzoekers ondervroegen de ouders en de leraren van de kinderen met vragenlijsten, die een beeld van hyperactief gedrag kunnen geven.

Resultaten
Afgaande op de rapportages van de ouders en de leraren van de kinderen werkte het supplement met Passiflora incarnata net zo goed als methylfenidaat.
Het supplement had significant minder bijwerkingen dan methylfenidaat. De kinderen die de amfetamine gebruikten hadden minder eetlust en waren nerveuzer dan de kinderen die Passiflora incarnata gebruikten.

Conclusie
"We conclude that Passiflora may be a novel therapeutic agent for the treatment of ADHD", schrijven de onderzoekers. "In addition, a tolerable side-effect profile may be considered as one of the advantages of Passiflora. Nevertheless, our study is relatively small and our results require confirmation in a larger study."

Bron:
Therapy (2005) 2(4):609-14.

Meer info over Passiflora https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/passiflora-incarnata-passionflower en https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/58917-passiebloem-geneeskruid-uit-de-nieuwe-wereld.html


dinsdag, december 11, 2018

Luchtwegen en de winter

Hier wat wijsneuzerige adviezen van een herborist om jezelf en je luchtwegen gezond de winter door te loodsen.

Groenten en fruit eten. Deze zitten boordevol antioxidanten. Groenten die bij luchtwegaandoeningen bijzonder goed werkzaam zijn: prei, ui en wortelen hebben allen een goede uitwerking op de slijmvliezen door hun gehaltes aan vitamine C, zwavelhoudende bestanddelen en carotenoïden. Een gesneden ui op je nachttafel houdt de neus open en daardoor slaapt je beter bij neusverkoudheid. Astmapatiënten en mensen die lijden aan chronische bronchitis doen er goed aan wekelijks enige keren uien te eten. Ook look bevat de zwavelhoudende component allicine wat het antioxidant systeem ondersteunt door het aanleveren van glutathion. Ook bieslook en prei behoren tot de planten met cepaënen en helpen slijmen in het ademhalingsstelsel op te lossen.

Lees ook https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/ziekten/26513-ui-tegen-astma-en-diabetes.html

Tijm helpt het slijm op te lossen en kunnen we gebruiken bij verkoudheden, keelaandoeningen en vooral bij hoesten. Tijm heeft zowel culinaire als medicinale toepassingen en is een veel voorkomende remedie tegen hoesten, keelpijn, bronchitis en problemen met de spijsvertering.

N-Acetyl-L-Cysteïne (NAC) is afkomstig is van het aminozuur L-cysteïne. Het nemen van een dagelijkse dosis kan de frequentie en ernst van een natte hoest verminderen door het slijm in de luchtwegen te verminderen. Een meta-analyse van 13 studies suggereert dat NAC de symptomen significant kan verminderen bij mensen met chronische bronchitis. De onderzoekers suggereren een dagelijkse dosis van 600 milligram (mg) NAC voor mensen zonder luchtwegobstructie, en tot 1200 mg bij een obstructie. Liefst in overleg met de arts.

Oregano, wilde marjolein / Origanum vulgare: de etherische olie met thymol in oregano vernietigt E. coli en bacteriën die longontsteking veroorzaken. Van oregano is zelfs aangetoond dat het kan ingezet worden bij het bestrijden van antibiotica-resistente bacteriën.

Smalle weegbree / Plantago lanceolata / Foto maurice godefridi
Smalbladige weegbree is een plant die we gedroogd, maar nog beter vers kunnen gebruiken voor het maken van kruidenthee of om te verwerken in een smoothie. Het blad is ook in de winter vers te plukken.

Echte salie. We kunnen saliethee drinken of als gorgeldrank gebruiken bij ontstoken keel en mondholte, ontsteking van de amandelen, maag en darmen. Salie drijft het slijm weg uit de ademhalingsorganen. In één onderzoek werden significante verbeteringen gezien bij acute virale keelontsteking. 140 microl salie-extract per dosis (spray) werkte significant ten opzichte van placebo. Salie niet gebruiken bij koorts of borstvoeding. Salie remt zweten en melkproductie af.

Gember: Onderzoek suggereert dat sommige ontstekingsremmende stoffen in gember membranen in de luchtwegen kunnen ontspannen, wat hoesten zou kunnen verminderen. Brouw een kalmerende gemberthee door 20 gram verse gemberplakjes toe te voegen aan een kop heet water. Laat enkele minuten trekken voordat je drinkt. Voeg honing of citroensap toe om de smaak te verbeteren en een hoest nog meer te verzachten.

Bromelaïne is een eiwitsplitsend enzym dat afkomstig is van de ananasvrucht. De bromelaïne is het meest overvloedig in de kern van de vrucht. Bromelaïne heeft ontstekingsremmende eigenschappen en kan ook slijm kan afbreken en het uit het lichaam verwijderen. Mensen die bloedverdunners of specifieke antibiotica gebruiken, mogen geen bromelaïne gebruiken. Studies geven, in het kader van sinusitis, hoeveelheden aan van 3000 MCU, tot drie keer per dag.



vrijdag, december 07, 2018

Nog te maken: Meidoornbessen-appelchutney

Meidoornbessen-appelchutney met gember

1 kg bessen
1 kg appels (geschild en in stukjes gesneden)
1 kleine ui (kan weggelaten worden)
1l azijn (cider appelazijn)
650g suiker
2 theel. gemberwortel (poeder, of verse wortel fijngemalen iets meer dan 2 theel.)
1/2 theel. kruidnagel (poeder)
peper naar smaak

  • Zorg ervoor dat alle steeltjes van de bessen verwijderd zijn
  • Doe de gewassen bessen samen met de azijn in een pan en breng aan de kook
  • Laat ongeveer 30 minuten op een laag vuur zachtjes koken
  • Eventueel het mengsel door een zeef halen en zet de pan met de vloeistof weer op het vuur
  • Voeg hier de stukjes appel, gesnipperde ui, suiker en de kruidnagel, gember en peper aan toe
  • Laat het geheel koken tot de appel zacht is, maar nog wel zijn vorm behoud.
  • Doe de chutney in gesteriliseerde potten.


Meer over meidoorn https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/crataegus-laevigata-meidoorn

In medieval England, children ate the plant's fruit, which was considered to be very nutritious. The fruit was also used in Russia to make wine (Sowerby). In some regions of Europe the dry pulp of the fruits of C. laevigata and C. monogyna has been eaten or added to flour. In West Asia, the larger, more fleshy and flavorful fruits of C. aronia (L.) Bosc. (C. azarolus) are commonly harvested from the wild and eaten fresh. These two species are variable. In their native ranges, seed from superior forms is selected and planted at field edges or on non-arable land.
The fruits are collected from the mountains around Peking and other parts of China and mixed with sugar to make a jam or jelly or a sweet wine. These, along with candied fruit slices, are commonly sold in markets and by street vendors. The sweet and sour flavor is thought to support and activate the digestion (Lu, Smith & Stuart, Hooper).
The nutlets of C. laevigata and C. monogyna have been found at a number of archeological sites in Europe, from the Neolithic to Roman time. Crataegus aronia seeds have been found in Bronze Age sites in Israel, as well as other archeological sites in the Near East (Zohary and Hopf 1988).
At least a dozen species of Crataegus are documented as food plants of various native groups of North America. Often the fruits were dried and stored for winter use. For an enumeration of native groups that used hawthorn as food, plus references, see E. Yanovsky (1936).

hyperoside
 Flavonoids
The first work on the flavonoids of C. laevigata and C. monogyna was conducted in 1953, when hyperoside, vitexin-4'-L-rhamnoside, quercetin, and vitexin were isolated by Kranen-Fiedler (Kowalewski & Mrugasiewicz). Since then, at least 30 more flavonoids have been isolated from these plants. The classes of flavonoids that have been particularly well studied in hawthorn and have shown activity are flavone derivatives such as hyperoside and vitexin-4'-O-rhamnoside; oligomeric procyanidins (with varying degrees of polymerization); polymeric procyanidins; and the catechin l-epicatechin. Hawthorn fruits, as well as the leaves, contain catechin polymers, called condensed tannins, which account for the astringent effect noted by Gerard in the late 1500s. Colorless condensed tannins can be transformed to phlobaphenes which have a bright red color. These "tannin reds," as they are sometimes called, have been ascribed cardioactive properties. List & Hörhammer mention that these red, crystalizable pigments (found mainly in the fruits, and to a lesser extent in the autumn leaves) have the same activity as pure anthocyanins, i.e., they have a tonic effect on the cardiac muscles, are negatively chronotropic and dromotropic, and also show the bradycardiac effect commonly noted for Crataegus which is supported in a study by Hahn, et al.


The major flavonoids in Crataegus preparations are vitexin-2"rhamnoside, rutin, and hyperoside in flowers, with the addition of vitexin in the leaves (Tittel, G. & Wagner, 1982). One commercial preparation containing a mixture of total flavonoids has also been tested for activity (Crataemon). Other tested fractions include a preparation of purified triterpenic acids, unpurified triterpenic acids, oleanolic, oleanolic acids, and a fraction of total saponins.

Additional Notes on Pharmacology: 1."High doses of Crataegus agents lead to a decrease in cardiac output, low dosages increase it." 2."Lowers pathologically increased pyruvic and lactic acid levels" (which may be increased after heart damage). 3."[causes]...a decrease in heart frequency along with heightened systolic discharge and cardiac output after O(2)-deficit respiration of a healthy person and the prevention of ECG-alterations due to hypoxia." (Adapted from List & Hörhammer)

zaterdag, december 01, 2018

Wandelen in Weris

Wandelen in Weris, zeker in de winter, is meer dan resten van planten bekijken. Het is ook wandelen door en fantaseren over de verleden tijd. Drie- tot vijfduizend jaar terug in de tijd, de tijd van de megalietenbouwers. Merkwaardig hoe menhirs en dolmens de hedendaagse mens, herboristen en anderen nog steeds beïnvloeden. De invloed van deze megalithische monumenten op het plaatselijke leven van Wéris kan men afleiden uit de plaatselijke folklore, de legendes en tradities die hier voortleven. Sinds mensenheugenis zoekt men een verklaring voor deze stenen. Zouden reuzen, dwergen, feeën, heksen, of ... de duivel er iets mee te maken hebben?

In Weris circuleren verscheidene legendes rond de wonderbaarlijke rotsblokken in de natuur: de Pierre Haina, het Lit du Diable (het duivelsbed) en Pas-Bayard (hoefafdruk van 't Ros Beiaard).

De "Pierre Haina" is geen menhir maar een gril van de natuur, hij staat hier als de enige overgebleven rotsblok, de andere rotsblokken zijn afgebroken en weggerold. Deze rotsblok is zo'n 3 meter hoog, met een helling van +/- 45°. Het zou kunnen dat de term "haina" van het Keltisch komt, men zou dan kunnen spreken over de "steen der voorouders".

Dolmen van Oppagne
De "Pierre Haina" domineert de megalithische site van Weris. Werd deze opvallende rots zo'n 5.000 jaar geleden op het einde van de steentijd door de eerste landbouwers, de dolmenbouwers, gebruikt als uitzichtpunt over de streek? Is het van hieruit dat de dolmenbouwers de ideale plekken voor de megalieten berekenden? 

Volgens een van de legendes is de Pierre Haina de stop die een onderaardse galerij afsluit. Deze schacht zou leiden tot diep in het centrum van de aardbol, daar waar de duivel in zijn hellevuur heerst. Soms werd het hellevuur zelfs voor de duivel te veel, of wou hij nieuwe zieltjes vangen en besloot uit zijn hel te kruipen. Hij duwde de rots weg en dwaalde in de streek rond. Niemand heeft hem ooit gezien want voor het kraaien van de haan was hij weer verdwenen en stond de steen weer op zijn plaats. Maar ... de dorpsbewoners bemerkten wel dat hij weer was langs geweest: kippen waren dood, ruzie brak uit, ziekte kwam in het dorp, ... Het was genoeg geweest voor de Wérisiens! Zij kwamen samen en zochten samen naar een oplossing. Vele mogelijkheden werden voorgesteld, maar bleken steeds onuitvoerbaar te zijn. Tot een klein meisje, helemaal in het wit gekleed, vers geraapte eieren binnen bracht. Dat was het ! WIT ! De duivel heeft een afkeer van het reine WIT. Van die dag af werd de Pierre Haina bij elke herfstequinox, door de Wérisiens wit geverfd. En bleef de duivel weg.

Puddingsteen en menhirgroeve
De megalieten van Wéris, de dolmen en menhirs, bestaan allemaal uit de lokale puddingsteen rotsblokken. Alsje deze rotsen van nabij bekijkt dan lijkt het wel een soort beton van kiezelstenen in cement. En inderdaad, het is een soort natuurlijk beton dat "puddingsteen" wordt genoemd. Deze rots is een zandsteenconglomeraat miljoenen jaren terug gevormd met donkere en bleke rolkeien van kwartsiet, aan een geklit in een fijne maar harde zandmassa van het strand van een al lang verdwenen prehistorische zee.

menhirgroeve
Op een hogere gelegen heuvelhelling ten oosten van Weris ligt een harde conglomeraatbank van puddingsteen. Door de werking van de aarde over de miljoenen jaren heen - aardbevingen, erosie,...  kwamen er barsten in de bank, zijn sommige rotsblokken uit de bank losgekomen en weggegleden. Zo'n 5.000 jaar geleden bedacht de mens dat die rotsblokken toch wel ideaal waren. Ze zochten naar de juiste steen, versleepten die naar de juiste plek, plaatsen de menhirs en bouwden er megalietengraven mee.

Puddingsteen is een ontzettend moeilijk te bewerken steen omwille van zijn hardheid. Het is dankzij deze hardheid dat de megalieten de tand des tijd, de vernielzucht en de recuperatiedrang van de mens heeft weerstaan. De plaatselijke gebouwen werden vooral met natuursteen zoals zand- en kalksteen opgetrokken.
En toch is er een tijd geweest dat hier een steengroeve was. Van 1866 tot WOI werd puddingsteen hier op industriële wijze gewonnen. De stenen werden in rechthoekige blokken of in halve cirkels gehouwen. Vervolgens werden ze op stevige en brede karren vervoerd, getrokken door tien tot veertien paarden, naar het station van Barvaux sur Ourthe. Van hieruit bracht de trein ze naar Luik of naar het Franse Lotharingen, waar ze als vuurvaste bodems gebruikt werden in de hoogovens.

Hellevuur of vuur voor de hoogovens?