Posts tonen met het label natuurtuin. Alle posts tonen
Posts tonen met het label natuurtuin. Alle posts tonen

donderdag, mei 18, 2023

Over een natuurtuin


Blote grond beplanten met voornamelijk wilde planten, planten uit de omgeving! Kan ik dan niet beter wachten tot die planten vanzelf komen? Inderdaad en daar hoop ik ook op, maar een beetje helpen kan hopelijk ook geen kwaad. En waarom zou de mens, net zoals dieren, insecten, water en wind niet mogen meehelpen?

Tuinieren is natuurlijk niet alleen filosoferen maar ook wroeten, planten, scheuren, zaaien en zelfs wieden. Voor het wieden heb ik gelukkig hulp, zowel lichamelijk als geestelijk is dat rucksichloos wieden niet mijn ding. Wieden is zo agressief, zo anti-natuur maar een stuk grond waar agressieve duizendknopen en brandnetels de alleenheersers zijn, moet de mens de andere planten maar een handje helpen. 

De andere planten zijn in dit biotoop dan vooral bijzondere bosplanten, die humusrijke vochtige grond en schaduw waarderen, dus wilde akelei, monnikskap, wolfskers gezaaid en geplant. Nu zijn dat, van uit menselijk oogpunt bekeken, ook niet de vriendelijkste planten want hallucinogeen giftig, maar wel spannend en in de juiste dosering ingenomen zelf geneeskrachtig voor mens en dier.

Verder moeten het ook planten zijn die sterk zijn en later zonder mijn hulp verder kunnen. Vaste planten met stevige wortelstokken zoals het groot hoefblad, kruidvlier en andoornsoorten. 

In de helling kunnen veel vlinderbloemigen met hun wriemelende wortelstokken, hun draperende stengels en vrolijke bloemen de blote grond vastleggen. Bont kroonkruid, hokjespeul, de eetbare aardaker en wikkesoorten zijn dan mijn favorieten.

En op een zonniger plek geïsoleerd van de grote, stevige planten hebben we de klassieke, kruidige lipbloemigen aangeplant, zoals tijmsoorten, echte salie, rozemarijn, bonenkruid...... sterke planten zeker wel maar in deze omgeving zullen we deze warmteminners toch wel moeten vertroetelen. 

Aanplanten, observeren en hier en daar voorzichtig ingrijpen. De mens die harmonie, evenwicht in een stukje natuur brengt. Vreemd maar het moet kunnen.

donderdag, maart 25, 2021

De natuur mijn tuin.

Officieel heb ik geen tuin meer. Heb ik wel ooit een tuin gehad? Wettelijk waren de vele tuinen die ik in mijn leven gebruikt heb, eigendom van mijn vrouw, mijn vriendin, van de Belgische spoorwegen, van mijn ouders, van de buren of van vrienden en nu dus van het domein van Bonsoy. Alhoewel ik hier mede-eigenaar ben van een hellingbos van vele hectaren zomaar langs de Maas. En ja, de natuur is altijd mijn tuin geweest. 

In Bonsoy mogen we wonen maar moet de natuur natuur blijven, alleen subtiele ingrepen van de mens zijn in theorie toegestaan. Bomen zoals eik, berk en esdoorn vormen het dak van ons bos, struiken zijn vooral hazelaars, kardinaalsmuts ea, nog een verdieping lager willen vooral bramen heersen en helemaal op en onder de grond vinden we daslook, bosanemoon, bosaardbei, speenkruid, aronskelk en hier en daar ook gulden sleutelbloem. Rond mijn huis probeer ik met zo weinig mogelijk verstoring de diversiteit en eetbaarheid nog wat te vergroten door aanplant van framboos, zwarte bes, bosbes en wilde kruisbes en dan de klimmers langs het balkon, hop, kamperfoelie en zelfs de woeste bosrank mag er zijn. 

Vandaag zwarte bes en hop aangeplant. Hop zou nog dit jaar de ijzeren balkonleuning aan het zicht moeten onttrekken en ons hopelijk al bitter-aromatische bellen opleveren. Hildegard van Bingen, de middeleeuwse abdis, schreef dat hop “niet erg bruikbaar is.” Hop “maakt de ziel van een man treurig, en verzwaart zijn innerlijke organen.” Niet echt hoopgevend, mijn ziel treurig maken, daar zit ik nu niet op te wachten, maar de signatuur van hop van snel groeien 'hop hop' spreekt mij wél aan.

Bijna tegengesteld aan de sedatieve werking van de hop is de versterkende werking van de zwarte bessen en van de aromatische knoppen van Ribes nigrum als glycerinemaceraat. Zwarte bes werd reeds aanbevolen in de 18 eeuw als "levenselixir". De zwarte besknoppen is één van de meest veelzijdige extracten uit de gemmotherapie. Het is een krachtig tonicum dat een doeltreffende werking heeft op vele fysiologische processen in het lichaam en als adaptogeen werkzaam is.

dinsdag, maart 03, 2020

Natuurtuin met een verhaal: een bloemenweide


Een natuurrijke tuin is een klein natuurgebiedje aan huis, waar wilde planten, vogels, beestjes en natuurmensen zich op hun best voelen. In zo een tuin kun je van de natuur afgekeken kleine biotoopjes creëren. Zeg maar, kleinschalige halfnatuurlijke landschappen. Een van die mogelijke biotoopjes is een bloemrijk grasland.
Je gazon laten verwilderen, is één manier om zo’n grasland te creëren. Een fleurigere manier is een geploegd of gespit stukje grond in te zaaien met wilde planten, die van nature in een hooiland voorkomen. Kijk maar naar de kalkgraslanden in Wallonië, bijvoorbeeld bij Han sur Lesse of in de vallei van de Molignée.
Mooie planten voor zo’n grasland zijn beemdkroon, blauwe knoop, gras- en andere klokjes, rode klaver, echt walstro, wilde margriet en beemdooievaarsbek. Natuurlijk zijn er veel meer planten te gebruiken, maar deze zijn gemakkelijke, stevige en mooi bloeiende soorten, die om te beginnen goede resultaten geven. En waar ook mooie verhalen aan verbonden zijn.
Andere interessante, mooie maar wat moeilijker te kweken planten zijn duizendguldenkruid, kievitsbloem (vochtiger) en ratelaar.

Beheer
kruisbladwalstro
Het beheer van een bloemrijk grasland is eenvoudig. Maai 1 tot 2 keer per jaar, afhankelijk van de vruchtbaarheid van de grond. Haal het maaisel weg, om de grond te verarmen en om de planten niet te verstikken. Bij vruchtbare of zware grond de eerste keer maaien eind juni, eventueel net voor je op vakantie gaat, bij het terugkomen staan de bladrosetten er dan weer fris bij en heb je ook nog een goeie kans op een tweede bloei. De tweede keer maai je dan eind september of nog iets later. Je wilt mogelijk zaad oogsten en dan moeten de zaden natuurlijk rijp kunnen worden. Of je wilt sommige stengels en zaaddozen gewoon mooi laten zijn op het land. Het is maar wat je mooi of slordig vind!    

Enkele planten voor een bloemenweide.

Beemdkroon - Knautia arvensis
 is een vaste plant van 60 cm hoog met grijsgroene bladeren. Typisch is wel dat de onderste bladeren anders van vorm zijn dan de bovenste. Beemdkroon heeft een vertakte wortelstok (rhizoom). De plant bloeit in juni met lilablauwe bloemen, al zijn er ook varieteiten met witte of gele bloemen.
De oude namen Scabiosa en Schurftkruid verwijzen naar zijn vroeger gebruik bij huidkwalen en meer bepaald tegen schurft.
Biotoop: wat vochtige, kalkrijke weilanden en dijken.

Blauwe knoop – Succisa pratensis
De plant kan tot 1m hoog worden, is wat forser dan de beemdkroon en vormt een bladroset.
Hij bloeit vooral juli met grote blauwe tot paarse bloemen. Er komen echter ook gele soorten voor. De bloemhoofdjes zijn bij het begin van de bloei half bolvormig en worden later bolvormig.
De wortel ziet er afgebeten uit, vandaar het verhaal dat de duivel deze plant wou vernietigen omdat hij te waardevol was voor de mensen. Duitse en Engelse benamingen verwijzen nog naar dit verhaal. Duits: Gewöhnlicher Teufelsabbiss, Engels: Devilsbit Scabious
Biotoop: schrale wat zure graslanden.

Geel Walstro – Galium verum
Het is een vaste, geel bloeiende plant die tot 80 cm hoog kan worden. De slappe stengels waaien makkelijk, in ons bloemrijkweiland tussen wat stevige grassen en andere planten blijft hij beter rechtop staan.
Typisch is de sterke, zoete geur van cumarine. De hele bloeiende plant werd vroeger omwille van zijn melkstremmende kwaliteiten gebruikt om kaas te maken. Op het menselijk bloed heeft hij juist een verdunnende werking. De gele kleurstof in het bovengronds gedeelte van walstro werd gebruikt om chesterkaas te kleuren, het ondergronds gedeelte, dus de wortels, bevatten een rode kleurstof. Deze plant is niet voor niks familie van de beroemde kleurstofplant Meekrap.
Biotoop: weilanden, heggen, duinen, aan wegkanten, op droge zandgronden.

Margriet
Een sterke vaste plant. De gele, door grote witte straalbloemen omgeven bloemhoofdjes van de wilde margriet, zijn onmisbaar in ons grasland.  
Biotoop: graslanden, grazige bermen, dijken en langs wegkanten.

Beemdooievaarsbek – Geranium pratense
Een bossige vaste plant 1 meter hoog met blauwe bloemen. Er zijn veel uitheemse soorten en cultivars, zoals Geranium endressii en  G. maculatum, die eventueel ook te gebruiken zijn in een bloemrijk grasland.
Biotoop: Zonnige, soms licht beschaduwde plaatsen op voedselrijkere, kalkhoudende, grazige grond. Ruige bermen, grasland, heggen, oude spoorwegen, dijken, ruigten.