donderdag, september 29, 2011

Monnikenpeper in mijn tuin


Deze Vitex agnus castus of te wel de Monnikenpeper probeert nu nog te bloeien in mijn tuin in De Haan aan Zee. Mijn eigen belevenissen met de Vitexplant vind je op
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/32316-vitex-agnus-castus-in-de-naam-vanmonnikenpeper.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/51732-vitex-hormonale-plant-bij-uitstek.html

Vitex is op dit moment de meest gebruikte plant bij het premenstrueel syndroom (PMS en PMDD): monnikenpeper verlicht  hormoongerelateerde klachten voorafgaande aan de menstruatie (vochtretentie, constipatie, buikpijn, rugpijn, eetbuien, prikkelbaarheid, neerslachtigheid, stemmingswisseling, hoofdpijn, hartkloppingen en vermoeidheid), dat is aangetoond in verschillende placebo gecontroleerde studies. In één van deze studies werd monnikenpeper gebruikt tijdens drie opeenvolgende cycli. Het resultaat was een significante vermindering van psychische en lichamelijke klachten van PMS (geïrriteerdheid, stemmingsverandering, boosheid, hoofdpijn en mastalgie). Bij 52% van de vrouwen die monnikenpeper gebruikten en bij 24% in de placebogroep namen de klachten met minimaal 50% af.

Circa 30% van de vrouwen heeft wel eens last van PMS en 3 tot 9% van de vrouwen krijgt te maken met Premenstrual Dysphoric Disorder (PMDD), de ernstigste vorm van PMS. Monnikspeper is ook effectief
bij PMDD. Onderzoekers vergeleken de werkzaamheid van de standaard medicatie fluoxetine (Prozac, 20-40 mg per dag) met monnikspeperextract (20-40 mg per dag) bij 41 vrouwen met PMDD [32]. Na twee maanden was in beide behandelgroepen bij 60% van de vrouwen een significante verbetering opgetreden vergeleken met de beginsituatie.

Wat recente onderzoeken over Vitex
Minerva  Ginecol 2011 Jun;63(3):237-45. [Psychic aspects of the premenstrual dysphoric disorders. New therapeutic strategies: our experience with Vitex agnus castus].
Chem Pharm Bull (Tokyo). 2011;59(3):392-6. A new diterpenoid glucoside and two new diterpenoids from the fruit of Vitex agnus-castus.
Biochem Pharmacol. 2011 Jan 1;81(1):170-7. Epub 2010 Sep 18. Opioidergic mechanisms underlying the actions of Vitex agnus-castus L.
Een goed overzichtsartikel vind je op http://www.altmedrev.com/publications/14/1/67.pdf


woensdag, september 28, 2011

Teunisbloem in de duinen

In de duinen kom ik nu zowel de rosetten, de bloeiende planten als de zaaddozen van de teunisbloem tegen. Het is nu ook het moment om de roze wortels te oogsten en ze te gebruiken als groente. Volgens Couplan smaken ze wat naar ham (hesp), maar dat kan ik er met de beste wil van de wereld niet in terug vinden, mogelijk heeft het te maken met de kleur en de vlezigheid van de wortel. De smaak valt zeker mee, enigszins zoet met een peperige nasmaak.


In het Belgisch Kruidboek of de Gentse Hovenier lees ik 'dit wild Ezelskruid heeft deze bijzondere kracht, dat als het bloeit, in de huizen of kamers gehangen, de muggen, vliegen en andere vergiftige ongedierte verdrijft'. Iets om te proberen en, o ja, het werd toen in 1848 dus ezelskruid genoemd. Ook iets om verder uit te zoeken.


Goede en kritische info over teunisbloemolie vind je op de volgende sites
http://leeswerk.nl/florabatava/10/met_tekst/0777.htm
http://www.ema.europa.eu/docs/en_GB/document_library/Herbal_-_Community_herbal_monograph/2011/04/WC500105364.pdf
http://www.scribd.com/doc/22852401/Oenothera-biennis-aetheroleum-WHO-Monograph

http://www.nlm.nih.gov/medlineplus/druginfo/natural/1006.html

Het Belgische Kruidboek Of Den Gentsche Hovenier, een kruidenboek uit het jaar 1848,Het Belgische Kruidboek of De Gentsche Hovenier, Volumes 1-2 (Dutch Edition) (Paperback)by L A. Delathauwer

zaterdag, september 24, 2011

Wonderboom


Ik kon het niet laten om die indrukwekkende, bijzondere en giftige zaden van de Wonderboom nog maar eens te fotograferen.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/44982-wonderolie-of-ricinus-communis.html
http://www.hort.purdue.edu/newcrop/duke_energy/ricinus_communis.html
http://www.arpapress.com/Volumes/JPCS/Vol1/JPCS_1_02.pdf (merkwaardig gebruik en onderzoek: the seed variety of Ricinus communis-linn (RICOM 1013-J) is a popular contraceptive agent among the Rukuba women of Central Nigeria)

The name Ricinus is derived from the Latin word for insect because the seeds resemble beetles in shape and markings. Castor beans are used as art objects and ornaments. The Egyptians used castor oil as a lamp oil and an unguent, also ingesting the oil with beer as a purgative. The roots, leaves, and seeds have a place in traditional folk remedies throughout the world. Other recorded medicinal uses include induction of labor, as a cathartic, as a contraceptive cream, and as a skin emollient. The fast-drying, nonyellowing oil has been used in the manufacture of high-grade lubricants for industrial machinery and aircraft engines and in dyes, inks, paint, and varnishes. The castor cake or pulpy residue that remains after oil extraction has been used as animal feed and as fertilizer despite its unsuitability due to traces of toxins.

Ricin was developed as a biological warfare agent in the 1920s and was considered for use during World Wars I and II. Arrests for terrorism activity have been made since the 1990s for the possession of ricin or castor beans.

vrijdag, september 23, 2011

Toorts bij het kanaal


Nog eens een dagje in mijn woonomgeving van lang geleden geweest, bij het kanaal tussen Turnhout en Ravels wandelde ik vroeger veel. Bij de oude kleiputten wemelde het 10 jaar geleden van de bijzondere planten. veel tweejarigen zoals slangenkruid, toorts en wouw en zelfs duizendguldenkruid groeide hier weelderig.
Vandaag ben ik er nog even gestopt en wat rond gekeken, de vervallen steenbakkerij is vervangen door een rommelig industrieterrein en de bijzondere planten lijken grotendeels verdwenen, toch vond ik nog, als troost, één uitbundig bloeiende toorts, waarschijnlijk de stalkaars of de keizerskaars.

Lees ook: http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/26999-koningskaars-voor-de-keel.html

Great Mullein has been used since ancient times as a remedy for skin, throat and breathing ailments. It has long had a medicinal reputation, especially as an astringent and emollient. It contains mucilage, several saponins,coumarin and glycosides. Dioscorides recommended it for diseases of the lung and it is nowadays widely available in health and herbal stores. Non-medical uses have included dyeing and making torches.

Dioscorides first recommended the plant 2000 years ago, against pulmonary diseases, and this has remained one of its primary uses, especially against cough. Leaf decoctions or herbal teas were used for expectoration, consumption, dry cough, bronchitis, sore throat and hemorrhoids. Leaves were also smoked against pulmonary ailments, a tradition that in America was rapidly transmitted to Native American peoples. They used the non-indigenous plant to make syrups against croup. The combination of expectorant saponins and emollient mucilage makes the plant particularly effective for cough. All preparations meant to be drunk have to be finely filtered to eliminate the irritating hairs.

Oil from the flowers was used against catarrhs, colics and, in Germany, earaches, frostbite, eczema and other external conditions. Topical application of various V. thapsus-based preparations was recommended for the treatment of warts, boils, carbuncles, hemorrhoids, and chilblains, amongst others. Recent studies have found that Great Mullein contains glycyrrhizin compounds with bactericide and potential anti-tumoral action. These compounds are concentrated in the flowers. Different extracts have varying levels of efficiency against bacterias. In Germany, a governmental commission sanctioned medicinal use of the plant for catarrhs. It was also part of the National Formulary in the United States and United Kingdom. The plant's leaves, in addition to the seeds, have been reported to contain rotenone, although quantities are unknown.

Like many ancient medicinal plants (Pliny the Elder describes it in his Naturalis Historia), Great Mullein was linked to witches, although the relationship remained generally ambiguous, and the plant was also widely held to ward off curses and evil spirits.The seeds contain several compounds (saponins, glycosides, coumarin, rotenone) that cause breathing problems in fish, and have been widely used as piscicide for fishing.

zondag, september 18, 2011

Tuin van Hilde en het zegekruid

Op ons herboristenweekend brengen we ook een bezoekje aan de tuin van Hilde. Een sfeervol natuurtuintje met op een kleine oppervlakte veel interessante planten. Leuk vind ik de immense doornappel tussen de rode bieten en andere groenten. Het herinnert mij aan de tuin van Fons zaliger lang geleden. Giftig, geneeskrachtig en gezond gezellig door mekaar. Zo is ook het leven.
Ook zegekruid, een familielid van de doornappel vinden we aan de rand van de tuin. Zijn mooie zaadbolletjes zijn decoratief en goed te verwerken in droogboeketten.

Nicandra of Zegekruid
Zijn wetenschappelijke naam ‘Nicandra’, is mogelijk vernoemd naar Nicander, de dichter-arts die 2000 jaar geleden al over planten schreef. Het tweede deel ‘physalodes’ is afkomstig uit het Grieks en betekent ‘blaasvormig’. Het verwijst naar het papierachtig omhulsel van de bes. In Engeland noemen ze hem apple-of-Peru.
In de flora wordt de plant als volgt beschreven: Stengel rechtopstaand, vertakt. Bladen eirond tot lancetvormig, meestal bochtig getand. Bloemen naast of boven de bladoksels, alleenstaand. Bloemkroon donkerblauw, aan de voet wit, soms met 5 blauwe vlekken. Vruchtkelk knikkend, door de naar buiten gebogen randen van de slippenkantig. Bes bijna bolvormig, droog, bruinachtig of geelgroen.

Over het gebruik van de plant zijn tegenstrijdige berichten. Jonge blaadjes en zelfs de vruchten zouden gekookt eetbaar zijn. Deze bronnen zijn echter strijdig met berichten over sterke giftigheid van de zaden. Voorlopig zou ik er zeker geen stoofpotje van maken. Aan de andere kant is het ook eigen aan de hele familie van de Nachtschaden dat giftig, geneeskrachtig en eetbaar dicht bij mekaar ligt. Denk maar aan de aardappel, knollen eetbaar, loof en vruchtjes nogal giftig of de andere groenten uit de familie: tomaat, paprika, pepers....ook de verwante bessen van de ananaskers (Physalis peruviana) zijn eetbaar. Voorlopig ben ik zelf nog te voorzichtig of te laf om er eens goed van te proeven.

Chemisch gezien zitten er in het zegekruid tropaanalcaloïden zoals nicandrenone, wat verwant is aan de withanolides, de werkzame stoffen uit Withania somnifera en die plant is in de Ayurveda bekend als een versterkend adaptogeen. Dus weer heel wat info om verder uit te zoeken.

Adam G, Sethi PD, Subramanian SS. Investigations of nicandrenone--a withanolide-like aromatic plant steroid from Nicandra physaloides. Pharmazie 1976; 31(9):647-8.

zaterdag, september 17, 2011

Herborist en maisbaard

Een nieuw 'schooljaar'. De herboristenopleidingen bij Syntra en 'Dodonaeus' zijn weer opgestart. Vandaag  bespreken we de kruiden voor nieren en urinewegen en  morgen zondag de kruiden voor  het hormonale stelsel. Tussendoor praktijk in tuin en natuur. Bijvoet vinden we altijd wel tussen straat en huis, mais staat er ook genoeg in de goeie grond van Vlaams Brabant. En dus kunnen we ook wat vertellen over de fameuze baard van de maiskolf, wat een klassiek diureticum is. Vele curieuze urinedrijvende kruiden zijn er wel, naast de maisbaard hebben we ook de kersensteeltjes en  de bonenpeulen.


Leclerc geeft een overzicht van het vroeger wetenschappelijk onderzoek naar de maisbaard.
MAIS (Zea mals L). Synonyme : Blé de Turquie (Graminées).

Les stigmates vulgairement appelés cheveux de Maïs renferment une substance grasse, de la mannite et une matière extractive à odeur .animalisée dont les caractères se rapprochent de ceux de l'ergotine (Héraud). Bien que N. Lémery ait signalé la tisane de blé de Turquie comme propre pour exciter l'urine, on peut dire que l'introduction des stigmates de mais dans la matière médicale est de date récente : c'est en 1879 que Castan attira l'attention sur leur action à la fois sédative et diurétique, action confirmée depuis par Denucé, par Dufau, par Landrieux et par Ducasse. Pour Dufau, c'est dans la gravelle urique ou phosphatique et dans la cystite chronique qu'on en obtient les meilleurs résultats : toutefois, en dehors des affections vésicales, ils peuvent être avantageusement pres­crits pour favoriser la diurèse dans les maladies du cœur, l'albuminurie et, en général, tous les cas où les diurétiques sont indiqués : la sécrétion uri-naire triple ou quintuple en 24 heures et la médication peut être continuée sans qu'on ait à craindre d'accidents. Ducasse considère également les stigmates de maïs comme le plus sûr remède pour calmer les douleurs de la cystite chronique et de la lithiase rénale et comme le meilleur préser­vatif de la gravelle. D'expériences sur des rats rendus hypertendus au moyen d'une ligature des pôles des deux reins, H.Wastl conclut que leur extrait est doué d'une action modérément hypotensive (1). Enfin Rossiisky classe l'extrait fluide parmi les cholérétiques et cholagogues efficaces. Diminuant la quantité de matières organiques, la viscosité, la densité et la richesse en bilirubine de la bile, quoique moins agissant que le sulfate de magnésie, il jouit d'une activité plus prolongée et plus douce, n'entraînant ni l'exagération du péristaltisme intestinal, ni diarrhée. Il trouve son indication dans les cholécystites, cholangéites, hépatites, cholé-lithiases, en dehors de toute crise aiguë (2).

Le mode d'administration le plus simple des stigmates de maïs est la décoction à 3 p. 100; mais rien n'est plus variable que leur rendement en extrait : selon la nature du sol, le climat, l'époque, la façon dont on fait la récolte, il peut varier de 8 à 30 p. 100. Aussi doit-on employer de préférence une préparation d'extrait qui permette de se rendre un compte exact du dosage, par exemple, le sirop dont voici la formule :

Extrait de stigmates de Maïs.............. 25 g
Sirop de sucre....................975 g

(1) Arch. internat, de Pharmacodyn. et Thérap., 74, 1947.
(2) Kliniicheskaya Meditzina, oct. 1951.

Een heel verhaal dus over de maisbaard, wel al lang geleden geschreven. Nu ja, lang geleden, wat betekent 50 jaar in het licht van het duizendjarig gebruik van de geneeskruiden.

donderdag, september 15, 2011

Adaptogenen of harmoniserende planten

Rozenwortel uit de Vanoise
‘Harmoniserende’ planten zijn we adaptogenen gaan noemen. Deze term werd voor het eerst gebruikt door Prof. Breckman en wordt als volgt omschreven: het zijn planten met (1) een niet specifieke, algemene werking, (2) ze hebben een normaliserende invloed op het lichaam, wat betekent dat ze bij een hoge bloeddruk verlagend en bij een lage bloeddruk verhogend werken en (3) ze hebben weinig of geen bijwerkingen, op voorwaarde dat ze niet te lang gebruikt en niet te hoog gedoseerd worden.

Adaptogens in Fatigue, Effect on Cognitive Functions
In total, more than 30 publications on the clinical efficacy of various R. rosea preparations can be found in the US National Library of Medicine’s PubMed database. The majority of these studies are of varying methodological rigor and concern cognitive functions and mental performance under fatigue.

The clinical trials using Schizandra chinensis (13 studies) and Eleutherococcus senticosus (11 studies) on mental performance in humans have been the subject of a recent review. A systematic review showed that adaptogens have a significant, beneficial, and specific effect on stress-induced symptoms under fatigue. It was observed thatR. rosea, in particular, significantly reduced symptoms of fatigue and improved attention after 4 weeks of repeated administration. Moreover, studies on healthy volunteers receiving single and repeated doses of the proprietary SHR-5® extract (R. rosea root; Swedish Herbal Institute; Gothenberg, Sweden) have demonstrated an anti-fatigue effect and improvement in cognitive functions during fatigue and in stressful conditions. Thus, one may conclude that repeated administration of R. rosea extract (SHR-5) exerts an anti-fatigue effect on healthy subjects and burnout patients expressing fatigue syndrome. This in turn increases the patient’s mental performance and ability to concentrate.
  • Panossian A, Wikman G. Evidence-based efficacy of adaptogens in fatigue, and molecular mechanisms related to their stress-protective activity. Current Clin. Pharmacol. 2009;4(3):198-219.
  • Darbinyan V, Kteyan A, Panossian A, Gabrielian E, Wikman G, Wagner H. Rhodiola rosea in stress induced fatigue – a double blind cross-over study of a standardized extract SHR-5 with a repeated low-dose regimen on the mental performance of healthy physicians during night duty. Phytomedicine. 2000;7:365-371
  • Spasov AA, Wikman GK, Mandrikov VB, Mironova IA, Neumoin VV. A double-blind, placebo-controlled pilot study of the stimulating and adaptogenic effect of Rhodiola rosea SHR-5 extract on the fatigue of students caused by stress during an examination period with a repeated low-doseregimen.Phytomedicine. 2000;7:85-89.
  • Olsson EMG, von Schéele B, Panossian AG. A randomized double-blind placebo controlled parallell group study of SHR-5 extract of Rhodiola rosea roots as treatment for patients with stress related fatigue.Planta medica. 2009;75:105-12.
Artikels over adaptogenen van Maurice Godefridi op infonu.nl
30569 Ginseng, het energiekruid
62674 Ginseng, geheugen en veroudering
53116 Eleuthero, de Siberische ginseng
31396 Rozenwortel, de Europese ginseng
46008 Maca, de Peruaanse ginseng

Chocolade in de apotheek

“CocoaVia™ is gemaakt van cacaobonen met hoge flavanolgehaltes die bijdragen tot een gezonde bloedsomloop. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat de ontspanning van bloedvaten kan worden bewaard en dat een gezonde bloedsomloop kan worden ondersteund bij mensen die regelmatig cacaoflavanolen eten als onderdeel van een gevarieerde en evenwichtige voeding. Een gezonde bloedsomloop draagt bij tot heel wat belangrijke lichaamsfuncties, met inbegrip van de verspreiding van belangrijke voedingsstoffen en het vervoer van zuurstof naar de lichaamscellen.”

Het is duidelijk een trend dat bedrijven die minder gezonde producten op de markt brengen, een truk hebben gevonden om hun producten gezond voor te stellen. Of zijn ze wel degelijk gezond? Of kan alles gezond of ongezond zijn? En wat moet ik denken van gepatenteerde chocolade?

woensdag, september 07, 2011

Dictionnaire des plantes médicinales et vénéneuses de France

Een ouder maar nu opnieuw uitgegeven bijzonder boek over medicinale planten. 'Dictionnaire des plantes médicinales et vénéneuses de France'. Informatie voor jaren.

Le Dictionnaire des plantes médicinales et vénéneuses de France (1947), du Chanoine Paul-Victor Fournier (1877-1964), vient d'être réédité aux éditions Omnibus en octobre 2010.
Ce monument consacré à 1500 plantes médicinales de la flore française est un document inégalé. Pierre Lieutaghi et Jean-Marie Pelt l'encensent. Un grand nombre de professionnels s'en sont inspiré. L'ouvrage, réalisé par un passionné, représente des années de travail. Tout le savoir-faire des anciens y est répertorié, à la charnière de la tradition et du monde scientifique moderne. Ce livre devrait figurer dans la bibliothèque de tous ceux qui aiment les plantes et s'intéressent à leur histoire, ainsi qu'à leur usage en matière de santé.

La précédente édition, en trois volumes à couverture cartonnée, sortie en 1999, valait 800 Francs (près de 122€). La présente édition, en un volume de 1056 pages, à couverture souple, est proposée à 35€ seulement. Il faut louer le courage de l'éditeur, qui ne s'est pas contenté de faire un banal facsimile, tout le texte ayant été recomposé dans un joli caractère, très agréable à lire.

Le livre est préfacé par l'ethnobotaniste Clotilde Boisvert (un nom prédestiné), fondatrice de l'Ecole des Plantes.N°ISBN : 978-2-258-08434-6 N° éditeur : 593Site de l'éditeur : www.omnibus.tm.fr link

dinsdag, september 06, 2011

Koffie en onze genen


Genen die bepalen of je veel koffie drinkt blijken ook van invloed op Parkinson en hoge bloeddruk. Hoeveel koffie je kunt drinken hangt af van de mate waarin je lever de cafeïne kan verwerken. Dit afbreekproces blijkt door je genen te worden bepaald. Ook de verslaving aan koffie blijkt een genetische oorzaak te hebben. Dit concludeert een internationale groep onderzoekers onder leiding van het Erasmus MC. De resultaten uit hun onderzoek geven niet alleen inzicht in het verschil in koffieconsumptie tussen mensen. De gevonden genen blijken ook van invloed op aandoeningen als hoge bloeddruk en de ziekte van Parkinson. Het onderzoek staat gepubliceerd in Molecular Psychiatry.

De lever ziet koffie als een potentieel giftige lichaamsvreemde stof en maakt na het drinken van een kopje koffie verschillende eiwitten aan om onder meer de cafeïne te verwerken. Deze eiwitten bepalen de hoeveelheid koffie die je kunt verwerken en dus drinken. De onderzoekers zochten naar erfelijke variaties die van invloed zijn op het koffiedrinken. Zij vonden dat variaties in het CYPIA1 gen bepalen in hoeverre de lever met de omzetting van cafeïne kan omgaan. Daarnaast vonden zij dat de consumptie van koffie bepaald wordt door het NRCAM gen, een gen waarvan bekend is dat deze ook een rol speelt in andere verslavingen, zoals aan morfine, amfetamine en cocaïne.

Een belangrijk aspect van koffie drinken is dat de consumptie effecten heeft op een groot scala aan ziekten. Dit nieuwe onderzoek toont aan dat de genen die betrokken zijn bij de verwerking van de koffie ook te maken hebben met het ontstaan van de ziekte van Parkinson. Deze vondst verklaart het fenomeen dat koffie drinken beschermend lijkt te zijn tegen de ziekte van Parkinson. Professor Cornelia van Duijn, hoofdonderzoekster en genetisch epidemioloog aan het Erasmus MC: “Patiënten met de ziekte van Parkinson blijken minder koffie te drinken. Een belangrijke vraag die het onderzoek oproept is of koffie drinken daadwerkelijk beschermt tegen de ziekte van Parkinson of dat de genen die bepalen dat je niet veel koffie inneemt ook toevallig de genen zijn die een rol spelen in processen in het lichaam die uiteindelijk tot de ziekte van Parkinson leiden. Dit vraagt om nader onderzoek.”

Lees ook: https://sites.google.com/site/kruidwis/genotsmiddelen

vrijdag, september 02, 2011

Roomse kervel bij de Lautaret

Bij de bekende col van Lautaret kun je niet alleen stevig fietsen maar ook mooi en zelfs gemakkelijk wandelen, waarbij je verschillende berglandschappen en biotopen kan bewonderen. De mythische berg La Meije, gletsjers, Sentier des crevasses, refuge de l'Alpe en een vallei met Tibetaanse allure.


Een plant die ik op het eind van de wandeling vlakbij de col, min of meer aan de wielen van de motorhome ontdek, is de roomse kervel. Niks bijzonders zul je zeggen, toch was het voor mij de eerste keer dat ik dit geurend kruid zomaar in het wild vind.


Pain de Sucre



Pain de Sucre 3200 meter hoog, geen plantje meer te zien, maar diep onder ons glinstert het meer van Foréant en daar groeit mijn geheim om bergen te beklimmen.

Wandelen bij de col du Lautaret

Bij de bekende col van Lautaret kun je niet alleen stevig fietsen maar ook mooi en zelfs gemakkelijk wandelen, waarbij je verschillende berglandschappen en biotopen kan bewonderen. De mythische berg La Meije, gletsjers, Sentier des crevasses, refuge de l'Alpe en een vallei met Tibetaanse allure.

We rijden van de Franse Queyras via Guillestre en Briançon naar de col de Lautaret, zowat 2067 meter hoog. Van hieruit vertrekt, vreemd genoeg, een bijna vlak wandelpad in de flanken van de Combeynot, de bocht om naar de refuge de l'Alpe 2077 meter.

Sentier des crevasses
Het is het sentier des Crevasses, klinkt gevaarlijk, maar is onschuldig mits je geen ietsiepietsie hoogtevrees hebt. Je maakt ook kennis met verschillende landschappen en biotopen. De weelderige plantengroei van de vochtige voedselrijke helling met lage elzenstruiken en de grote bladeren van de Klierstijl en Alpenzuring, wordt afgewisseld met de voedselarme zure grond en een heideachtig biotoop, vooral bestaand uit rijsbes en bosbes... Verderop, de bocht om, komen we in de kloof van de Romanche, deze rivier heeft hier bij de gletsjers van La Grande Ruine zijn oorsprong. Een deel van het pad loopt nu door de zwarte leisteen langs de ruisseau du Colombie. In de eroderende leisteen kan weinig groen zich handhaven, toch zijn er kleine plantjes die zich verstoppen achter een groter rotsblok of wel maken ze lange, fijne wortels die gewoon mee glijden met het puin. Tijmsoorten en Alpenleeuwenbekjes bijvoorbeeld. Naast al de kleine plantjes kijken we aan de overzijde van de kloof zomaar op de hangende gletsjer van de mythische Meije. We staren een tijdje naar de overkant, de ijstorens zo dichtbij en toch onbereikbaar ver weg.

Refuge de l'Alpe de Villar d'Arêne
We wandelen verder, langzaam komen we weer in de Alpenweilanden, grote hoeveelheden uitgebloeide maar nog steeds imponerende gele gentianen flankeren het pad. We komen bij de refuge, van hieruit kijken we diep de brede beekvallei in richting La Grande Ruine en de 2 hoog gelegen refuges Le Clot du Pavé en Adéle Planchard. De vallei lokt, roept, lonkt maar die roep kunnen we vandaag niet beantwoorden.

Na onze middagpicknick, samen met kippen en honden van de refuge, dalen we zonder kippen met de GR 54 tot Le Pied du Col. Een stevige zigzagafdaling met veel bergbeekjes en watervalletjes. Le pied du col op 1700 meter. Een kleine berekening leert ons dat we zowat 300 meter moeten klimmen om terug bij de motorhome en bij de col du Lautaret te komen. Inge en Karin verkiezen naar beneden naar Villar d'Arêne te wandelen, waar we hen straks kunnen oppikken. Laura, Hilde, David en ik wandelen langs de bergweilanden wel in de buurt van de autoweg naar de col. Niet het mooiste stuk van deze wandeling maar toch vredig, zo wandelend langs de gemaaide golvende weilanden. We zien de motorhome al staan, kruizen nog een moerassig gebiedje met sterk ruikende wilgen (pijnstiller op onze weg) en net voor de col nog een veldje met meesterwortel en naar anijs geurende roomse kervel. Een aromatische afsluiting van deze tocht.

Info La Meije.
La Meije is niet de hoogste maar wel de steilste berg in het Franse Nationale park van de Ecrins. De berg heeft 3 toppen, het hoogste punt noemt Grand Pic de la Meije en is 3984 m hoog, wordt ook wel 'le doigt de Dieu' genoemd omwille van zijn dreigende, waarschuwende vingervorm. De eerste beklimming van La Meije werd voltooid op 16 augustus 1877 door Boileau de Castelnau en Pierre Gaspard.

Info refuge de l'Alpe de Villar d'Arêne.
Een makkelijk toegangkelijke berghut gelegen tussen de bergweilanden op 2079 meter. In de zomer open van 2 juni tot 11 september. Beheerder : KAINCZ André 05320 LES FREAUX. tel.: 04.76.79.93.44. Tel. refuge : 04.76.79.94.66. GPS coördinaten: N / 4985.867 E / 293.809.