Posts tonen met het label Tuin. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Tuin. Alle posts tonen

donderdag, juni 20, 2013

Kruisbladwalstro

Er groeit in onze tuin langs rivier en vijver een brede rand met grote brandnetels, adelaarsvarens, gewone berenklauw, kruisbladwalstro en kleefkruid, een deel daarvan heb ik vandaag met grof bosmaaiergeweld verwijderd. Wat is mijn excuus. Zo krijgen we meer zicht op het water en krijgen de waterplanten ook wat meer licht en lucht. Het is wel even schrikken voor de planten en ook voor mij maar we hopen dat er zich snel een lagere begroeiing van o.a. goudveil en watermunt zal ontwikkelen.

 Kruisbladwalstro / maurice godefridi
Het kruisbladwalstro (Cruciata laevipes) dat ik nu gedeeltelijk verwijderd heb, is familie van kleefkruid en bedstro, het bevat zoetgeurende cumarineglycosiden.  In Nederland staat het plantje zelfs op de rode lijst als vrij zeldzaam. Komt in België en hier in Bretagne wel massaal voor.

De blaadjes hebben een geel-groenachtige kleur. Kruisbladwalstro bloeit van april tot juni met gele, zoet geurende bloemen. De in de bladoksel zittende bloeiwijze is een schijnkrans, die bestaat uit drie tot negen bloempjes en is korter dan het blad. De bloemen worden bestoven door bijen en vliegen.
De plant komt vooral voor op voedselrijke grond bij heggen, bosranden, op dijken en in bermen.

Uit de wortel kan een rode kleurstof gewonnen worden. Niet te verwonderen, een familielid meekrap is van oudsher in gebruik als kleurstof. Vroeger werd de plant ook voor wondbehandeling gebruikt. Dodoens schrijft 'Dit eerste kruid mag men crusette noemen, want de naam kruiskruid is meer andere kruiden algemeen naar de gedaante of schikking van de bladeren die kruisvormig gevoegd of gesteld zijn, in het Latijn Cruciata of Crucialis. Dan hier te lande is het meest bekend met de Waalse naam crusette, in het Frans heet het croisee, in het Engels golden croswort, in het Latijn van sommige Cruciata minor tot verschil van madelgeer die ook Cruciata heet’. Dodoens geeft ook een nogal duistere beschrijving om er een zalf mee te maken. 'Het is een goed wondkruid, en men plag dat te doen in de wonddranken voor diegene die van hoog gevallen zijn en bloed spuwen net zoals men alle andere soorten van rotte doet. Crusette wordt ook gemengd met zalf van rozen en in de zon gesteld totdat ze wit wordt wat dan een goede zalf is tegen de vermoeidheid als men de vermoeide leden daarmee strijkt’. Zoals je leest er valt nog veel opnieuw te ontdekken in de genezende wereld van de planten.

zaterdag, juni 01, 2013

In de Kruidtuin

We wandelen met de verzamelde herboristen in spé door de botanische tuin van Leuven. Planten, planten, planten..... Is deze immense plantenwereld in één keer te overzien? We zigzaggen of is het zwalpen van plantenbed naar plantenbed, van Anjerachtigen over Asterachtigen naar Nachtschaden, van kleur naar geur, van giftig naar gezond. We pikken er hier en daar wat uit. Het eerste wat de meesten hier opvalt is de immens bloeiend aartsengelwortel, in de cursus wordt hij droog ingedeeld bij de amara aromatica. Iets verder vinden we de grote pimpernel met een verkeerd bordje kleine pimpernel, tot we ontdekken dat er een kleine diep onder de grote verscholen zit. Zo kunnen we ook even filosoferen over wat groot is en klein, over naamgeving en indeling van de plantenwereld.
Maar we wandelen verder tot bij de anjerachtigen, niet zoveel bekende medicinale planten wel zeepkruid, vooral planten met saponinen. Ook bij de sterbladigen komen we terecht met veel oude en nieuwe geneeskruiden bedstro, kleefkruid, walstro en meekrap, vooral geurende cumarineglycosiden vinden we in deze walstrosoorten, interessant om zoals bij lieve-vrouwebedstro maitrank te maken.

Om even op adem te komen wandelen we door naar het schaduwrijke bosgedeelte. Het machtige blad van het groot hoefblad trekt de aandacht. Mooi, statig en rustgevend is het, maar wat ik er over te vertellen heb, is voor sommigen minder rustgevend. De wortel bevat ongezonde pyrrolyzidine-alcaloïden die levercellen kunnen beschadigen, toch worden er veilige extracten gemaakt van de wortel die bij astmatische klachten en menstruatiepijn goed gebruikt kunnen worden. Als begroeiing onder de oude bomen vinden we veel bloeiende pioenrozen, toch is het juist een minder aantrekkelijke stekelige plant die mijn aandacht trekt, de muizedoorn of Ruscus aculeatus. Een geneeskrachtige plant die vooral voor het veneuze vaatstelsel en als diureticum in Frankrijk veel gebruikt wordt. Wij komen dan ook op het goede moment bij de toiletten terecht, over plassen praten is blijkbaar genoeg om ook te moeten. Zo, hebben we geen plantaardige diuretica nodig.

Ondertussen is de zon te voorschijn gekomen en worden zowel mensen als planten vrolijker. Nog even nieuwe energie opdoen om opnieuw de systeemtuin aan te kunnen, dat hebben we wel nodig. De grote familie van de samengesteldbloemigen wacht ons op, margrieten, madeliefjes, rode zonnehoed en vele anderen vinden we hier. Toch kijken we nu vooral naar het klein, kruipend geel bloeiend muizenoortje dat nog steeds als diureticum gebruikt wordt.

En dan vinden we een vreemd, voorhistorisch plantje met een klein aronskelkachtig bloemetje, woekerend in verschillende vakken. Het komt mij bekend voor maar  ik ken absoluut de naam niet meer, tot wat later als iedereen weg is, de naam mij als een deus ex machina te binnen schiet. Een Arisaema, mogelijk Arisaema triphyllum, Jack-in-the-pulpit, een giftige alkaloïdbevattende plant die goed gekookt toch gegeten werd. Meer giftige en altijd weer spannende planten, vooral goed om verhalen te vertellen, vinden we verderop bij de nachtschaden. Massaal maar pas ontkiemd zien we vele doornappelplanten, aan de miniblaadjes ruiken verraad zijn sombere, magische kwaliteiten.
Ondertussen zijn alleen de fanatiekste kruidenliefhebbers nog overgebleven, de hardliners, verzadigd van geur, geweld van woorden, kramp in het geheugen zijn er al velen afgehaakt. En zo hoort het ook, iedereen moet stoppen op zijn eigen hoogtepunt.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/60681-engelwortel-geschiedenis-van-een-kruid.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/29054-engelwortel-in-de-oud-noorse-samenleving.html
http://eten-en-drinken.infonu.nl/bier-en-wijn/36045-bedstro-het-lieflijk-meikruid.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/aandoeningen/57491-muizeoor-of-hieracium-pilosella.html

zaterdag, maart 16, 2013

Thuis in de tuin

Terug in Bretagne. Ook onze Bretoense kater moest van België terug naar zijn roots. Na een dagje in de auto opgesloten geweest te zijn, gaat hij de hele nacht op stap. s'Morgens komt hij nat en verwilderd aanwaaien. Gelijk heeft hij, zelf heb ik ook wel de neiging om na een dag autorijden, uren te dolen door de natte bossen. alleen bij mij blijft het meestal bij neigingen. Toch ga ik nu wel onze natte tuin verkennen, na 3 weken weg te zijn geweest, is er toch wel wat veranderd. De wilde narcissen volop in bloei, zelfs in de onverbiddelijke ruigte langs de rivier tussen opkomende brandnetel, wilgenroosje, moerasspirea, kleefkruid en rietgras bloeien onschuldig enkele narcissen. Narcissus kan zich hier echt narcistisch spiegelen in de waterplassen van de over-stromende rivier.

Op de dijk vind ik een afgebroken populiertak vol met maretakken. Altijd weer de vraag, doden de maretakken de bomen waarop ze groeien?Verstandig zou dat niet zijn, want dan gaan ze zelf dood. Of zouden maretakken anders denken?
valeriaan, look zonder, daslook, vogelmuur en veldkers

Veel eetgroen nu ook in de natuur, het vroege voorjaar is zo wie zo het beste moment om wild te eten. Veel jonge planten zijn dan minder taai en minder bitter. En zelfs giftige planten zijn dan veiliger eetbaar, al kun je daar spijtig genoeg nooit helemaal zeker van zijn. Goed eetbaar in elk geval zijn nu de ronde look-zonder-lookblaadjes, kleine veldkers, bloemen van de stengelloze sleutelbloem en natuurlijk de topper bij uitstek, daslook, die massaal in onze tuin groeit.

Ik pluk een handje vogelmuur, veldkers, daslook, look zonder look en zelfs valeriaan. En snipper ze allemaal in de kaassaus die over de witlof met zalm in de oven gaat. Het beste van 2 werelden, zwaar gecultiveerde en gebleekte witlof en bitter groen uit de ruigste natuur. Cultuur en natuur in harmonie, dat is echt mens zijn.

http://eten-en-drinken.infonu.nl/diversen/23905-wild-voedsel-eten-uit-de-natuur.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/39010-look-zonder-look.html

zaterdag, december 29, 2012

Over tuinieren


Een citaat over tuinieren van Andrew Weill is mij uit het hart gegrepen: 'Gardening is indispensable. It does elevate.
My passion for gardening may strike some as selfish, or merely an act of resignation in the face of overwhelming problems that beset the world. It is neither. I have found that each garden is just what Voltaire proposed in Candide: a microcosm of a just and beautiful society. In the world at large, people are rewarded or punished in ways that are often utterly random. In the garden, cause and effect, labor and reward, are re-coupled. Gardening makes sense in a senseless world. By extension, then, the more gardens in the world, the more justice, the more sense is created.

Gardening is also the most religious activity I know. The word "religion" stems from the Latin "religio" which means to bind or connect again. The re-connection one experiences in the garden is no vague metaphor; it is a specific, literal rejoining of our life-enhancing relationship with the earth, combining gentle exercise, exposure to the sun, intimate contact with nature, and right activity to produce both beauty and fresh, nutritious food. The ancient bonds that held these together have been violently sundered by the last 200 years of industrial "progress," and left most of us vastly poorer for it.'

Tuinieren is zorgen voor lichamelijk... en geestelijk voedsel en dat, niet door abstract te filosoferen maar door concreet en lichamelijk in de grond te wroeten.

donderdag, december 27, 2012

Nog rondsnuffelen in de tuin

Leuk is het altijd weer om een tuin (of een mens of een dier) na een korte of lange afwezigheid terug te zien. Onze Bretoense tuin in de winter is natuurlijk niet op zijn mooist, toch heeft zo'n wintertuin zijn charme. Zomerresten, zaadschermen, nieuwe neuzen vooral van schermbloemigen die net uit de grond komen, boomknoppen: allemaal verwachtingen voor 2013.
In de zachte en regenachtige Bretoense winters die ik nu voor het eerst in de tuin mee maak, lijken we meer kansen te hebben om ook in de winter wat kookgroen te kunnen oogsten. Kardoen staat er nog krachtig bij, in onze kleine groententuin vinden we nog veldsla en prei, dat is niet zo bijzonder maar ook wat verkreukelde andijvieblaadjes, snijbietstelen en 'zomer'wortels kunnen nog geoogst worden. Geen  overdaad, zeker niet maar het was dit jaar dan ook maar een begin van een hopelijk groter wordende groententuin

Over prei: http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/86628-prei-groente-en-geneeskruid.html

woensdag, augustus 29, 2012

Netelborder, steenborder of wilde border

Bezig met een nieuwe border. Tussen eik en hazelaar, een overwoekerd plekje met brandnetel en braam, ik heb niks tegen netel en braam maar de variatie aan planten mag wel wat groter. We beginnen er zomaar aan.  Het is wel augustus, midden zomer, maar ik oogst toch wat wortelstokken van Canadese guldenroede, wilde asters, puntwederik, vind ook wat wollige munt en moerasandoorn ... en plant de zielige stengels tussen de afgemaaide brandnetels. In het Zuiden moet je dit niet proberen maar hier in Bretagne beginnen na een goeie week aster en guldenroede al nieuwe stengelscheuten te vormen. Worden zij de nieuwe woekeraars?
Niet alleen planten met wortelstokken maar ook planten met een groot blad kunnen de concurrentie met de netels aan. Dus ook wat Griekse alant en Russische rabarber er tussen gebracht. En gelukkig had er zich ook al een pompoen genesteld.

Enkele dagen later breng ik tussen de aanplant  hooi aan, gemaaid gras, dunne takjes en dies meer. Zeg maar oppervlaktecompostering en nadat ik de rand ook wat gefatsoeneerd heb, begint mijn netelplekje al enigzins, op een weliswaar zielige, maar wel echte border te lijken. Op het hooi breng ik een nieuwe laag luchtige bosgrond aan en poot er planten, die ik nog in potten had staan. Stevig groeiende maar wel bijzondere exemplaren zoals balsemwormkruid, kardoen, kattenkruid en lavas. En nu maar afwachten. Afwachten? Eerder in de gaten houden en ingrijpen wanneer het nodig is. Observeren! Dat doe ik nog het liefst van allemaal.

Puntwederik
Lysimachia punctata staat bekend als een woekerende vaste plant en die heb ik juist nodig in mijn wilde border. Lysimachia punctata vormt namelijk ondergronds veel worteluitlopers. Toch is de plant in sommige situaties goed toe te passen zoals bijvoorbeeld op plekken in de schaduw waar extra kleur gewenst is. De bloei van de puntwederik valt in de periode juni-juli. Lysimachia punctata wordt circa 120-130 cm hoog. De standplaats van de Puntwederik kan zonnig tot schaduw zijn. Hier in het Bretoense binnenland vind je de plant ook wild of verwilderd langs wegranden.

Niet zo direct medicinaal te gebruiken, toch bevatten de wortels een ' benzoquinone pigment, embelin, showed a significant cytotoxic activity in vitro against B16 and XC cell lines with ED50 values of 13 microg/ml and 8 microg/ml, respectively'. Fitoterapia. 2005 Jun;76(3-4):333-5. Cytotoxic activity of embelin from Lysimachia punctata. Podolak I, Galanty A, Janeczko Z.

En de gele bloemen bevatten een vette olie ipv nectar, die door specifieke bijen bevlogen worden. 'Some plants are known to produce mostly fatty oil in the flowers, instead of nectar. This oil is exclusively collected by specialized oil-bees, the pollinators of the oil-plants. Thirty-six compounds were detected in the scent samples, several of which were flower-specific. Pentane extracts of flowers and floral oil were tested on Macropis fulvipes in a biotest. Flower and oil extracts attracted the bees, and some of the compounds identified are seldom found in the floral scent of other plants; these may have been responsible for the attraction of the bees. J Chem Ecol. 2007 Feb;33(2):441-5. Epub 2006 Dec 7. Flower scent of floral oil-producing Lysimachia punctata as attractant for the oil-bee Macropis fulvipes.

zaterdag, mei 12, 2012

Verwilderde tuin, verwilderde gedachten

Mijn verjaardag vandaag en ik trakteer me op een dag werken in mijn jardin des simples. Het is zowat 10 maanden geleden dat ik hier nog was en toch zijn de planten er nog. Verwilderd? Wel ja maar het bevalt me wel. De wede is weer overal geel bloeiend aanwezig, ook de Griekse alant met zijn grote blad kan tegen een stootje, muskaatsalie is alom tegenwoordig. In een hoekje bloeien zelfs enkele rozenwortels, al moet ik die wel beschermen tegen de opdringerige alantplanten.

Het mooie aan een verwilderde tuin is dat je op ontdekkingstocht kan gaan. O! Ja! Rode zonnehoed, vuurwerkplant, Spaanse salie, wilde marjolein, vrouwenmantel.... ik herinner me wat ik zie en vergeet wat verdwenen is. En wat moet ik verwijderen uit deze volle tuin....paardenbloemen en grassen? Of toch alleen maar de paden vrijmaken? Ik begin zowaar te filosoferen, maar filosoferen en werken gaan goed samen.

Over de wede: http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/58818-wede-meer-dan-pastel.html

donderdag, mei 03, 2012

Tuinieren en wandelen

Zonnig vandaag en dus veel in de tuin gewerkt. Het was, met de vele regen van de voorbije dagen  al even geleden. Mijn werk vandaag is rond zwieren met de bosmaaier. Niet mijn geliefkoosde bezigheid: stoer doen en plantjes met geweld wegmaaien. Gelukkig kan ik het afwisselen met wat prullerig zaaien, observeren, fotograferen en in mijn eigen filosoferen. Gezaaid dus: pompoen in potjes en op de dijk, daar heb ik wel eerst de oude brandnetels moeten verwijderen. Wat een wortels en hoe intens brandend zijn deze exemplaren van de Urtica dioica. En ja, zuring, hondsdraf en weegbree zijn goed om het netelen te verzachten. Vandaag verder nog courgette, rucola, snijsla en de kleinbloemige tagetes in de volle grond gezaaid en wonderboom, courgette en zelfs een beetje boontjes in potjes. Ook zegekruid en doornappel (Datura ferox) her en der uitgezaaid. Datura ferox is een doornappel zonder stekelige zaaddozen en met grote witte, rechtopstaande bloemen, even hallucinogeen als de Datura stramonium. 
'
Over magisch gesproken. 's Avonds hebben we een mooie wandeling gemaakt naar het bos van Frèau. Op zoek naar bedstro. Volgens de flora van de Finistère zou Galium odoratum daar volop moeten groeien. We vonden geen bedstro wel mooie plekjes daslook en amandelwolfsmelk. Magisch was het wel.


woensdag, mei 02, 2012

Dodemansvingers?

Holle stengel
Dodemansvingers! Ook dat is de naam van een plant, een naam die weinig goeds voorspelt. Dodemansvingers of  Oenanthe crocata is een spannende en zeldzame schermbloemige die, bij ons Bretoens huis in grote getale voorkomt. Giftig dus, wat zich niet alleen in de Nederlandse naam vertaalt maar ook in de Engelse Dead Tongue. De ene keer verwijst het naar de verlamming van vingers en de andere keer naar de verlamming van de tong. Dat zijn maar enkele vergiftigingssymptomen die een flinke hap krokante oenanthe kan opleveren.

Oenanthotoxine is de stof in de plant die het centrale zenuwstelsel beïnvloedt. De zenuwen van het gezicht en lichaamsuiteinden worden het eerst aangetast. Andere symptomen zijn duizeligheid, gevoel van verdoving, verlies van kracht, stuiptrekkingen, delirium, spierstijfheid....
Maar de bekendste en interessantste bijwerking is wel de sardonische grijns. Medisch gezien is risus sardonicus, zoals dat genoemd wordt, een probleem waarbij spieren in het gezicht verkrampen waardoor de persoon lijkt te grijnzen. Het woord sardonisch komt van Sardinië. Volgens oude verslagen werden daar in de oudheid oudere mensen, die zichzelf niet meer goed konden verzorgen, gedood door ze dodemansvingers te laten eten. Nadat ze even sardonisch hadden gegrijnsd gingen ze respectvol dood. Een vorm van euthanasie dus.

Dodemansvingers bij de Aulne Pont ar Gorret
Altijd interessant om planten met een verhaal in de tuin te hebben.In zekere zin zijn giftige planten niet gevaarlijk, maar gebrek aan kennis wel.

Info over Oenanthe crocata http://www.homeoint.org/seror/patho1900/oenanthe.htm  All the evidence in all the authorities show clearly that the drug produces in man all the symptoms of epilepsy, and it is in that disease that clinical testimony is gradually accumulating.

Clin Toxicol (Phila). 2009 Apr;47(4):270-8. Poisoning due to water hemlock. Schep LJ, Slaughter RJ, Becket G, Beasley DM.The principal toxins, cicutoxin and oenanthotoxin, belong to a group of C17 conjugated polyacetylenes. They act as (noncompetitive) gamma-aminobutyric acid antagonists in the central nervous system (CNS), resulting in unabated neuronal depolarization that can lead to seizures. Ingestion of even a small amount of plant matter may result in severe intoxication.

http://www.botanical.com/botanical/mgmh/d/drophe21.html Both stem and root, when cut, exude a yellowish juice, hence the specific name of the plant and one of the common names (Yellow Water Dropwort) by which it is known. The juice will stain the hands yellow. The generic name, Oenanthe, is derived from the Greek ainos (wine) and anthos (a flower), from the wine-like scent of the flowers.


zondag, april 22, 2012

Tuinenergie

Herboristen in de kruidige voorjaarstuin. Planten en mensen fris gewassen beginnen aan een nieuw seizoen. Hier en daar nog verdroogde lavendel en salie, gekwetst uit de winter gekomen, maar ook zij zijn weer met groene moed aan het groeien. Aartsengelwortel begint zelfs al bloem te vormen en de elegante, wilde judaspenning bloeit volop. Wij laven ons aan al die voorjaarsenergie. De grootste geneeskracht is toch zeker gewoon genieten.
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/60681-engelwortel-geschiedenis-van-een-kruid.html
http://www.herboristje.be/

maandag, maart 12, 2012

Gezaaid en geplant

Laatste dagen in Pont ar Gorret. Donderdag terug naar Belgie. Op de valreep hier nog wat gezaaid. Rode en andere zonnehoeden, Gojibes (waarom eigenlijk? Er staan er genoeg in de duinen bij De Haan), platte peterselie en stokrozen (zwarte en witte).
Gisteren een notenboom geplant en vandaag een Eucalyptus parviflora. Hij zag er zo verleidelijk mooi uit in mijn Point vert, dat ik er niet aan kon weerstaan en daarbij, we hadden met geweldig veel moeite een gat gegraven (eerder gehakt) om de notenboom te planten, maar durfden het uiteindelijk toch niet aan om tussen al die stenen een Juglans regia weg te zetten. Dus moest er iets anders in dat gat en dat werd dus een eucalyptus.

Eucalyptus parviflora (parvula)
Een niet zo snel groeiende soort met kleine groene blaadjes en een grijze bast die er bij de volwassen boom in repen vanaf valt. Komt oorspronkelijk uit New South Wales en groeit daar op kalkrijke grond. Is vorstbestendig tot ±- 20C. Ook het snijgroen van deze boom wordt veel in boeketten gebruikt.

Namen: Eucalýptus glóbulus Labillardière. Duits: Eukalyptus, Fieberbaum, Blaugummibaum. Frans: Eucalyptus, Gommier bleu de Tasmania, Arbre à la fièvre; engels: Blue Gum-tree, fever-tree; italiaans: Eucalipto; deens: Feberträet; noors: Febertre; pools: Rozdręb; russisch: Jewkalipt; tsjechisch: Blahovičník.

https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/eucalyptus-species

woensdag, maart 07, 2012

Brandnetel en goudveil in de tuin

Nog altijd Bretoens tuindagboek. De tuin is mooi zoals hij is, wel wat veel gras, golvend gazon, toch mooi in contrast met de wilde randen langs het water met moerasspirea, speenkruid, daslook, engelwortel en veel brandnetel. Wel wat te veel brandnetels, al domineren ze nu nog niet. Verder ook paarbladig goudveil zomaar, we hebben de neiging om de opkomende brandnetels er tussen uit te trekken, maar dat goudveil heeft het de vorige jaren ook zonder ons overleefd. Dus. En daarbij ik moet mijn spieren en gewrichten toch wat sparen, het vele sleuren met stenen en hout voor de kachel en het spitten begint toch zijn tol te eisen.

Vandaag toch wat geplant, al is dat eerder symbolisch, aan het water één Rheum palmatum en een Acorus calamus in de grond gestopt. We proberen de variatie nog te vergroten en de brandnetels te onderdrukken door de aanplant van sterke planten met groot blad.

Het lijkt nu wel alsof ik een hekel heb aan onze Urtica dioica;, maar dat is zeker niet het geval. Het is en blijft een belangrijke gebruiksplant, en  misschien moeten we hier in Pont ar Gorret maar een netelplantage beginnen. Brandnetel heeft een goede anti-inflammatoire werking, dus ontstekingswerend bij reumatische klachten en de wortel is professioneel een veel gebruikt middel bij prostaathypertrofie. Natuurlijk kent iedereen zijn zogenaamde bloedzuiverende werking, te gebruiken als voorjaarskuur. 

Toch worden er nogal eens te veel geneeskrachtige kwaliteiten aan Urtica toegeschreven. Ook in het verre verleden, bij Dodoens bijvoorbeeld vinden we wel enkele vreemde toepassingen van de grote brandnetel. Tsap van den bladeren in den mont ghenomen ende ghegorgelt es seer goet voor den huych ende die swillinghe van dat lelleken.
Die bladeren van Netelen ghestooten ende op die nuese ende tvoorhooft gheleyt stelpen dat bloyen uut die nuese/ ende in die nuese ghesteken verwecken zy dat bloeyen.
Van den bladeren van Netelen met Myrrha ghestooten een Pessus ghemaeckt ende in die moeder ghedaen doet den vrouwen huer natuerlijcke cranckheyt comen.
Ik veronderstel dat het geen verse brandnetels zijn die in mond, neus of vagina gestoken moet worden. 


maandag, februari 27, 2012

Bosplanten en bingelkruid


Achteraan in onze Bretoense tuin ontdekken we weer nieuwe planten, amandelwolfsmelk, dubbelloof en tongvaren. Niet verwonderlijk in dit schaduwrijk bosbiotoopje, ook enkele bolgewasjes zijn al aanwezig oa wilde narcis, bosanemoon en boshyacint. Andere schaduwminnende bol- en knolgewassen zouden we hier nog wel voorzichtig kunnen aanvullen. Wat muskuskruid, helmbloem, lelietje van dalen, aronskelk en salomonszegel horen hier wel thuis. In onze privé holle weg hopen we ook bedstro, maarts viooltje en stinkend nieskruid te ontmoeten. Misschien als we hard genoeg verlangen dat ze vanzelf wel komen.

Wat er ook al goed zichtbaar aanwezig is, zelfs al met enige, weliswaar weinig opvallende bloemen, is het bosbingelkruid. Zoals vele bosplanten kan ook deze Mercuriales perennis nogal woekeren, noem het maar een grondbedekker. Deze plant is niet echt bekend als geneeskrachtig of magisch kruid toch heeft hij een lange, verborgen geschiedenis van gebruik achter zich. In de oudheid hoorde bingelkruid onder Mercurius, de god van de genezing, en daaraan dankt het ook de geslachtsnaam Mercurialis. Ook de Noord-Germanen hadden veel waardering voor het bingelkruid en wijdden het aan de god Wodan / Odin.

In de middeleeuwen was het bingelkruid bestanddeel van sommige heksenzalven, die volgens een oud recept de volgende negen kruiden moesten bevatten: slaapbol, ijzerhard, godskruid (Mercurialis), huislook, lievevrouwenhaar (muurvaren), heliotroop (Heliotropium), bilzekruid, wolfskers en monnikskap.

Een verdere bijzonderheid van het bingelkruid is zijn kleurgedrag. De inhoudsstof hermidine verandert, al naar gelang de verwerking, in een blauwe, rode of bruine kleurstof. Bij de uitscheiding veroorzaakt het een roodverkleuring van de urine, maar de plantendelen zelf kleuren bij het drogen blauw. Wegens deze diepblauwe kleuring werd het bingelkruid eerder ook beschouwd als indigo. Door de eveneens bij het drogen optredende, licht onaangename geur kreeg bingelkruid in de volksmond de bijnaam "Stinkerich ".

In de tuin valt het weinig op met zijn groene bollige bloemetjes en... met zijn vertakkende wortelstokken kan het dus woekeren, al mag dat ook in een schaduwrijke bostuin en verder zijn er zijn genoeg andere bosplanten die er gezellig tegen op groeien. Daslook bijvoorbeeld. Grond bedekken en in grote groepen groeien is eigen aan bosplanten.

Over ecologie van het bosbingelkruid
Bosbingelkruid is een typische schaduwplant van kalkhoudende, matig vochtige bodem waarop het meestal dichte tapijten vormt. De plant komt op allerlei bodemtypes voor: zand, leem, klei en kalk (Mukerji 1936a). Wade et al. (1981) beschrijven dat mannelijke vorm van deze plant meer te vinden is op open plaatsen terwijl de vrouwelijke vorm op meer donkere plaatsen. Met zijn uitgebreide netwerk van uitlopers voorkomt Bosbingelkruid het afschuiven van de bodem op steile hellingen (Weeda et al. 1999). De plant groeit niet op plaatsen waar water stagneert omwille van de gevoeligheid voor het zich ophopende ijzer. Wel kan het in kleine groepen nabij stromend water – op beekoeverwallen en in bronbossen- groeien. Omdat Bosbingelkruid oppervlakkig wortelt en door horizontale uitbreiding aan nieuwe voedingsbronnen komt, kan het op ondiepe verweerde krijthellingen groeien. Op kapvlakten en langs resten van houtwallen handhaaft Bosbingelkruid zich beter dan veel andere schaduwplanten.
http://www.inbo.be/files/bibliotheek/88/175188.pdf

zondag, februari 26, 2012

Koningsvaren in de tuin


Zondag maar toch mijn eerste werkdag in onze nieuwe tuin. Ondanks de vele planten die er al zijn, wil ik er nog nieuwe bijbrengen. Dus toch een stukje gras omspitten maar dat blijkt niet overal mogelijk te zijn. Een dun laagje leisteen en ander gruis maakt de grond ondoordringbaar, gelukkig valt er op andere plaatsen wel te spitten.

Tegen de voor- en zijgevel van het huis zijn er door de vorige en vorige eigenaar heel wat klimmers aangeplant. Clematis, Rubus, Hedera en Kiwi onder andere. De gevlekte klimop is helaas niet onze smaak, heeft zich ook onder de leistenen dakschalies gewrongen en wurgt  daarbij ook nog de dakgoot, dus hebben we genoeg redenen om die te verwijderen. Planten verwijderen is nooit plezierig, toch doet een tuinman dat vreemd genoeg wel veel. Gazon maaien of omspitten, (on)kruid verwijderen.......
Gelukkig hoef ik niet de hele dag zonder nadenken te spitten. Rond kijken, genieten, plannen maken is ook nodig. En zo ontdek ik in een nat, moerassig gedeelte van de tuin verschillende grote pollen en de gedroogde resten van wat zeer waarschijnlijk de koningsvaren moet zijn. Wilde koningsvarens zomaar in mijn eigen tuin.


Hier staat ergens de koningsvaren, maar je ziet hem nog niet.
Dus maar wat schrijven over deze Osmunda. Een hoge tot zeer hoge varen. De bladeren zijn soms wel twee meter lang en bevatten lichtgroene, glanzende deelblaadjes. De bloeiwijze bestaat uit een bruine ‘pluim’. De koningsvaren heeft een houtige wortelstok, die net iets boven de grond uitsteekt. Deze wortelstok bestaat uit dode bladresten van vorige jaren met daartussen wortels.
Osmunda komt al in een Engelse woordenlijst uit de dertiende eeuw voor (Earle) en wordt daar vermeld als bonwurt, wat beenkruid betekent. Het Latijnse woord os betekent been. Maar het kan ook mond betekenen. Volgens sommigen zou de betekenis en het gebruik? van osmunda dan ook beenzuiverend, volgens anderen mondzuiverend voorstellen (Latijn mundare = reinigen). In de "Ortus Sanitatis" van 1485 schrijft men os-mundi. Dat werd toen wel meer gedaan, alsof men er mond (of been) der wereld mee bedoelde.  Lobelius vormde de naam 'Osmunda regalis oft koninghlijk varen'.

In Ellingwood' s Materia Medica wordt Osmunda regalis als volgt beschreven:
An infusion of the roots is given and taken quite freely. A tincture may be obtained. The substance is very mucilaginous, and an infusion will quickly become jelly-like.
Specific Symptomatology—Diseases of the bones, from malnutrition. Weakness of the osseous structure, rickets, diarrhea and dysentery from local irritation in poorly nourished patients,
Therapy—With some physicians this agent is very popular in the treatment of the above disorders. It is also useful in weak back, especially in those cases where, with weakness of the muscular structure of the back, there are symptoms of incipient disease of the spinal vertebrae. It has been used also in subluxations.
In the treatment of diarrhea and dysentery, whether acute or accompanying protracted fevers, the agent is said to be very beneficial,especially if accompanied with great weakness. Also as a tonic during convalescence, when these conditions have prevailed. It has been given in various form of female weakness, particularly where there was severe leucorrhea. Its soothing influence upon mucous surfaces seems to be remarkable. Wel dus in homeopatische verdunning te gebruiken.

En zo blijkt elke plant toch zijn eigen verhaal te vertellen. En door die verhalen en gebruiken wordt elke tuin een stuk interessanter, niet alleen nuttig, niet alleen esthetisch maar ook magisch en verbonden met de geschiedenis van de mensen.

vrijdag, februari 24, 2012

Onze nieuwe tuin


Bretagne. Pont ar Gorret. Daar staat ons nieuw, oud huis en onze tuin. Bij de rivier, aan een bronnetje, hoge populieren vol met reusachtige maretakken. En in de tuin begint al een beetje de lente. De eerste speenkruidbloemetjes, al enige bloeiende sleutelbloemen, nog niet bloeiende wilde anemonen, wilde narcissen. Een echte bostuin. Geheimzinnig golvend clair obscur tussen de bosjes en zelfs enkele eilandjes op eigen grond in een moerassige aftakking van de rivier. L'Aulne, noemt de waterloop, een rivier die ooit zelfs vol met zalm heeft gezeten.

Veel hazelaars als afsluiting van ons 'landgoed', de mannelijke hangbloemetjes zijn al enigzins uitgebloeid. Het geel verkleurt naar bruin. Leveren ze ook veel hazelnoten? Nog even afwachten, de grond is in elk geval niet bezaaid met noten. Of zouden de eekhoorns er mee van door zijn? De hazelaars zijn blijkbaar ooit de rand geweest van een oude holle weg die nu nauwelijks zichtbaar langs de nieuwere grindweg loopt.

Langs de rivier, in een overstromingsgebiedje, gelukkig wel achter het dijkje dat het huis beschermt,  vinden we al de eerste bladsporen van engelwortel, bereklauw, weer veel speenkruid, watermunt, rietscheuten en al fris blad van een schermbloemige, die ik nog niet herken. Zou het de giftige en dus spannende waterscheerling kunnen zijn? De droge stengel- en zaadresten van het vorige jaar liggen platgeslagen van het stevig stromend water dat hier af en toe de hele bocht onder water zet.

Moeten we in deze harmonieuze natuurtuin nog veel andere planten bijbrengen. Ik zal het dan wel wat stiekem moeten doen om de natuur niet te verstoren. Hier en daar een gat maken om wat rabarber,  groot hoefblad of kalmoes voorzichtig tussen te planten, alsof ze er vanzelf gekomen zijn.
Toch heb ik al wat planten uit België mee gebracht. Toch maar weer een lijstje. Hele gewone zoals echte salie, rozemarijn, kruipend bonenkruid, maar ook speciale zaken zoals kerrieplant, Madonnalelie en een uit het Oosten afkomstige klimplant Polygonum multiflorum.

Toch is de tuin niet alleen wild maar is er ook al een eerdere poging geweest tot aanleg. We vinden in het huis een mooi tuinplan met decoratieve tekeningen van Ligularia, Aruncus, Rheum palmatum, Rodgersia en zelfs Gunnera is er ingetekend. Of ze ook ooit geplant zijn is niet zeker, in elk geval voorlopig vinden we ze niet terug. Wat we wel terugvinden zijn eetbare appels, peren en pruimenbomen en daar ben ik niet rouwig om. Misschien kunnen we cider maken?

zondag, mei 15, 2011

Na de stage, alleen in Bellegarde


Elke dag wordt het groepje kleiner. Vandaag breng ik de laatste cursisten naar het station van Luc, maar eerst nog even de wilde pioenrozen bewonderen in het geheime valleitje bij Establet . We zijn nog maar net de vallei ingedraaid of daar glinstert ons al de eerste rode bloem tegemoet. Toch wil ik, hoger op, het mij bekende pioenplekje bekijken. Helaas waren de bloemen daar al uitgebloeid. Niet te verwonderen met de regen en wind van gisteren. Op de grond vind ik nog de vlammende resten van de rode blaadjes. Dus terug om beneden de enige nog bloeiende bloem te bewonderen. Een symbolische afsluiting van een prachtige week.

Dus weer alleen in Bellegarde. Nu ja alleen Marijke, Michael en zelfs de nieuwe eigenaar van ons oude huis zijn aanwezig. En ook mijn 'werk'mens Geert houd mij gezelschap in de tuin. We hakken er weer lustig op los, storten de borders en de paden vol met kruidenafval van Herbier du Diois en zaaien en planten. Peterselie, rode zonnehoed, ook wat smalle zonnehoed probeer ik over te planten. Dat lukt meestal niet zo goed omdat deze Echinacea angustifolia een lange penwortel heeft. Dus moeilijk uit de grond te krijgen is, en kapotte wortels met weinig haarwortels kunnen nu eenmaal moeilijk weer aan de groei geraken.

Echinacea paradoxa
Verder in potjes voor gezaaid, Echinacea paradoxa, een geel bloeiende zonnehoed die blijkbaar dezelfde werking heeft als de andere soorten. Immunmodulerend dus.
Ook gezaaid, een naar citroen geurende lipbloemige met de verschrikkelijke naam Dracocephalum moldavicum. Geen passende naam voor zo'n bescheiden fris geurende eenjarige. De naam doet me denken aan de moldavische Dracula, maar naar bloed proeft hij zeker niet.

In de grote, nog kale groentetuin zaaien we bloemen voor het hotel en voor Michael en Marijke. Lavatera en gemengde bloemen maar omdat het toch gemengd is, doe ik er stiekem wat spannender plantenzaad van eigen kweek bij. Zo worden ze incognito verzorgd als ik er niet ben. Wat zijn spannender planten? Zwarte komijn, Datura ferox, Physalis en wat andere, onduidelijke zaadresten. Zonnebloem met verfkwaliteiten zaten er ook tussen. En nu terug naar België, ik kom pas terug in juli en hoop dat het kiemwonder dan weer is geschied.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/42158-pioenroos-magisch-medisch-en-eetbaar.html

zaterdag, mei 14, 2011

Nyons, Bleu Provençe en aromatuin


Zaterdag. Toch nog naar het stadje Nyons. Onderweg in Remuzat is er weer markt, toch rijden we verder en stoppen daarna even bij de Eygues om enkele vale gieren te bewonderen, die hun zweefvlucht houden bij hun rots.
Mooi blijft het hier wel in de vallei en de kloof van de Eygues. De eerste olijfbomen, de rechte rotsen, het village perchée St May. Zelfs vanuit de motorhome is het genieten.

In Nyons rookt de schouw van de
distilleerderij Bleu Provençe helaas niet, en dat betekent dat er geen kruiden gedistilleerd worden. Toch is er wat te zien. Men bouwt een volledig nieuwe distilleerderij, de roestvrij stalen buizen glinsteren langs alle kanten.

En...... er is een nieuwe winkel met lavendelsnuisterijen, met etherische olie en andere ambachtelijke producten. http://www.distillerie-bleu-provence.com/
Op het plein is er een middeleeuwse markt en andere historische activiteiten. We eten en drinken daar natuurlijk.

En dan naar onze aromatuin. Hier vinden we nog steeds de gesnoeide, geurige Abrahamsbomen en ook de mooie myrte is nog fijntjes aanwezig. Alles is hier zo vanzelfsprekend voor mij, geur van Vitex, vertrouwde struiken, vele saliesoorten zelfs eentje met eucalyptusgeur en ons rozemarijnbankje.

Al wordt dat pronkstuk, het rozemarijnbankje bedoel ik, ook al wat jaren ouder, net zoals ik. Wie heeft er hier ondertussen al niet allemaal geposeerd en naar mijn verhalen geluisterd. Je hoort het, ik word er zelfs wat weemoedig van.







woensdag, mei 04, 2011

Wedetuin


Woensdag, de eerste tuinwerkdag voor mij in mijn Franse jardin des simples. Gisterenavond was ik nog even in de tuin. Er was al heel wat werk verzet. De labyrintvorm werd weer zichtbaar, maar het was vooral de wede die opvallend oplicht in de langzaam donker wordende omgeving.


De wede blijft bekoren. Dank zij de hulp in de tuin van Hilde en Geert is het werk plezierig, te overzien. Ik moet en mag alles weer opnieuw ontdekken. Hoe was het ook weer? Wat had ik gezaaid en geplant? Zijn de Leuzea's, de rozenwortel en rode zonnehoeden nog aanwezig? Ja, het is ook al 8 maand geleden dat ik hier nog was. En alle planten lijken er nog te zijn, al herinner ik mij alleen maar wat ik zie. Wat verdwenen is zal ik pas morgen of overmorgen achter komen. De tuin is mijn geheugen. Is mijn geheugen ook een tuin?



vrijdag, mei 28, 2010

HaansTuintje

Na bijna een maand Bellegarde, nu terug bij de planten in mijn Haans tuintje. De planten werden verzorgd door de bovenbuur en lijken allemaal nog in leven te zijn. Een Arnica montana, och arme in een potje, blijkt zelfs te bloeien en mijn Sinicuichi, Heimia salicifolia en Vitex agnus castus die ik allebei al een beetje opgegeven had, hebben terug blad gevormd. Bij deze wil ik ze dan ook officieel als winterhard beschouwen. Na zo'n strenge winter in een pot overleven, al is het dan aan zee, dat verdient wel een diploma. Over de vijgenboom, die hier al voor mij aanwezig was, hoef ik geen woorden vuil te maken. Hij is er, in volle glorie met groene vijgen en al. Dat wordt smullen als we er op het goeie moment zijn.

Als ik het tuintje zo weer met verse ogen bekijk, blijken er tot mijn verbazing weer meer planten terecht gekomen te zijn dan ik me voorgenomen had. Heemst, Engelwortel, Russische rabarber en Acanthus bijvoorbeeld, te groot voor dit tuintje, maar achter in hun hoekje zijn ze niet stuiten in het gezelschap van Valeriaan en wat muntsoorten. Veel kattenstront in de grond zeker?

Vooraan onder de overhang van het balkon, droog en zonniger, groeien mijn 'Zuiderse' planten. Bij God, ik heb toch een te grote Provençaalse tuin hier 1000 kilometer vandaan. Toch staat er rozemarijn, tijm, olijfboom, oregano en onvoorstelbaar florissant een Kerryplant, Helychrisum italicum. Hij warmt zich op tegen de witte gevel en krijgt van mij dus ook een winterhard getuigschrift.
Morgen zal ik ze wat verder vertroetelen, water geven, droge stukjes weg te nemen  en hier en daar bramen, ontkiemend varkengras en uitgebloeide winterpostelein weg wieden. Met excuses aan het varkensgras.

Heimia salicifolia - Plants For A Future database report
Entheology.org - Preserving Ancient Knowledge

zaterdag, februari 20, 2010

Klein groen in een verleden tuin


Nog eens een van de vele tuinen uit mijn verleden bezocht. Nu het begijnhof van Breda met zijn zelfs in Februari al opgeharkte perkjes maar toch al het eerste groen tussen de nog beijzelde paadjes. En wat voor groen! De gevlekte scheerling waarmee mogelijk onze vriend Socrates zijn gifbeker heeft gedronken. Het speelse schermbloemige blad ziet er wel kervel en peterselieachtig uit maar is dus niet echt eetbaar. Ook een andere boeiende maar giftige plant met zijn tulpachtig blad de Herfsttijloos schiet al stevig de propere grond uit. Boeiend en giftig, hoort dat niet samen? En dan toch nog iets eetbaars zonder te hallucineren, het Lepelblad, die zijn naam niet gestolen heeft en ook nog veel vitamine C bevat. Een plantje dat scorbuut of scheurbuik moest voorkomen op de vroegere ontdekkingsreizen.

Het begijnhof in Breda. Een tuin uit mijn verleden waar ik zowat 40 jaar geleden met de hulp van de toenmalige tuinman mijn eerste kruidenkennis heb opgedaan.