zaterdag, juli 02, 2016

Laserkruid

Zowel in de Alpen als in de Drôme vinden we een bijzondere schermbloemige, waarvan de zaden nu ook gedistilleerd worden. Deze Laserpitium siler of te wel laserkruid is een vertrouwde plant voor mij. In de droge, stenige hellingen van de Franse Drôme kom ik hem al jaren tegen. En nu hij ook als geneeskrachtige plant herontdekt is kan ik hem als herborist natuurlijk nog meer waarderen. De plant lijkt, oppervlakkig bekeken, wel wat op venkel en ook medicinaal heeft hij mogelijk dezelfde eigenschappen o.a gasverdrijvend en spijsverteringbevorderend, verder wordt de etherische olie vooral voor de huid gebruikt. Mogelijk verjongend, tegen rimpels dus.  Tijdens onze kruidenstage in Bellegarde heb ik van de zaden een tinctuur gemaakt. Benieuwd wat dat zal geven.

Dodoens noemt het Laserkruid ook Seseli. Hij schrijft: Dat ierste geslacht heet in Griecx Seseli Massaleoticon. In Latijn Seseli Massiliense/ van sommighen Spagnon ende Platycyminon, id est Latum cuminum/ dat es breede Comijn. In die Apoteke als Jacobus de Manlys scrijft Siler montanum. In Hoochduytsch van sommighen Waldt kymmel.
Tweede gheslacht wordt gheheeten in Griecx ende Latijn Seseli AEthiopicum/ ende van den Egiptenaeres Cyonophrice.
Tsaet ende die wortelen van Seseli sijn werm ende drooge tot in den tweeden graedt/ ende subtijl van substantien.

  • Tsaet van Seseli met wijn ghedroncken sterckt ende verwermt die maghe/ het doet die spijse verteeren/ het versuet dat crimpsel ende weedom in den buyck/ het gheneest die coude huyverachtighe cortsen/ ende es seer goet tot die corticheyt van den adem ende langduerende verouderden hooft. In somma tes seer goet tot alle inwendighe leden.
  • Tselve saet doet oock die urine lossen ende es goet tseghen die droppelpisse ende coupisse/ het verweckt die natuerlijcke cranckheyt der vrouwen/ iaecht af die doode vruchten ende doet die moeder die opclimt sincken ende in haer plaetse keeren.
  • Tsaet van Seseli es oock goet ghebruyckt den ghenen die met eenige vallende sieccte besmet sijn.
  • Die reysende man die saet van Seseli met peper ende wijn drinckt en sal gheen coude over wech crijghen.
  • Tsaet van Seseli es oock goet den gheyten ende andere viervoetighe ghedierten te drincken ghegheven/ om lichtelijck haer ionghen te worpen. Tselve werck doen oock die bladeren alsmense den vee teten gheeft.

En dus, volgens Dodonaeus, blijkbaar ook goed voor mij, de reizende man 'die saet van Seseli met peper ende wijn drinckt en sal gheen coude over wech crijghen'.

Wat wetenschappelijk onderzoek Laserpitium species
Antimicrobial properties of extracts of underground parts of three Laserpitium L. (Apiaceae) species, namely Laserpitium latifolium L., Laserpitium zernyi Hayek and Laserpitium ochridanum Micevski, were investigated. The investigated species are widely used as functional foods, as spices and for preparations in traditional medicine for treating complaints connected with infection and inflammation.
Furthermore, antimicrobial and antibiofilm effects of laserpitine, the most abundant compound in the chloroform extract of L. latifolium, and guaianolide sesquiterpene lactones, such as, isomontanolide, montanolide and tarolide, principal components of the extracts of L. zernyi and L. ochridanum were assessed. The antimicrobial activity was tested using the microdilution method against five pathogenic bacteria and five fungi, as well as in the microplate biofilm assay on two Candida clinical isolates (C. albicans and C. krusei).
Among the extracts, L. latifolium showed the most prominent activity. Isolated metabolites exerted higher effects against fungal than against bacterial strains, isomontanolide being the most active. Interestingly, all constituents showed higher potential on inhibition of biofilm formation than fluconazole, a reference compound. Tested metabolites may be good novel agents with high antifungal and antibacterial potential that might find practical applications in food industry as food preservatives in order to retard the growth of food spoiling microbes, but only after detailed safety assessments.

woensdag, juni 29, 2016

Bergen, Adonis en de bende van Maurice

In de Alpen. De hele dag wandelen, dus veel te beleven maar geen tijd om te schrijven. Vandaag vertrekken we in het bergdorpje Fouillouse richting col en lac de Vallonnet 2600 meter . Fouillouse mooi bergdorp op zowat 1900 meter hoogte. We komen hier vooral om stevige bergtochten te maken maar bij begin en eind van de tocht en ook wel eens tussendoor besteden Hilde en ik toch wat tijd aan de planten. Hoe kan het ook anders.

Bij het binnenwandelen van het dorp stuitten we al direct op een zeer zeldzaam, bijna uitgestorven akkeronkruidje, het Kooltje Vuur. Zijn Latijnse naam is niks minder dan Adonis en ja de felrode bloemetjes vlammen ons vurig tegemoet. Het eenjarig plantje is niet alleen, rood en vurig maar ook giftig. Zoals een echte adonis?

In de oude kruidenboeken oa bij Lobelius, worden ze Bruinettekens genoemd. In Latijn Flos Adonis. Deze plant is genoemd in Latijn van de jonge herbaristen Flos Adonis en schijnt te zijn Phlox van Theophrastus vanwege de vurige kleur van de bloemen die dezelfde Theophrastus stelt onder de vroege zomerbloemen in het 7de kapittel en is Anemone tenuifolia van Cordus en Eranthemum Gesneri en Dodonaei. De gehele plant is scherpachtig van smaak waarom dat veel geleerden van Montpellier die liever wilden stellen onder de soorten van Anemone dan te heten Eranthemum. Welke opinie ook versterkt wordt door de overeenkomsten genomen uit de Theriaco Nicandri als dat dit kruid voortgekomen is van het bloed van Adonis en Anemone heten dat ook Ovidius doet in Metamorfosen.

‘Cùm flos de sanguine concolor ortus,
Qualem quae ento celant sub cortice granum
Punica ferre solent.
Nimia levitate caducum
Excutiunt ipsum, qui perflant omnia venti’.
Waar ge mag zien dat de Anemone en de gewone naam Herba venti bedekt zijn.’

Zulke teksten debiteer ik zeker niet tijdens zo'n stevige klimtocht naar een col. Je ademhaling heb je dan eerder nodig om boven te geraken. Over de rest van de tocht hopelijk een volgende keer.

zondag, juni 19, 2016

Valeriaanbloemen. Ook te gebruiken?


Dan toch maar eens een tinctuur gemaakt met de bloemen van valeriaan. Normaal moet dat met de wortel, maar eens wat anders proberen moet kunnen. De vreemde, muffe geur van de wortel vind je ook, maar zeer subtiel, terug in de bloemen maar dat aroma is dan wel gemengd met een wat zoetere bloemige geur. Een mooi evenwicht, lijkt mij, tussen kalmeren en opwekken, tussen yin en yang, tussen sympathicus en parasympathicus. Of ben ik nu aan het overdrijven?

Literatuur over de werkzaamheid of de inhoudsstoffen van de valeriaanbloemen vind ik nergens, niet in de oude noch in de nieuwe literatuur. Spijtig en dus moet ik het voorlopig met mijn eigen, organische detectietoestellen doen, namelijk  mond en neus, geur en smaak en die vertellen mij dat er in de bloemen in mindere mate toch dezelfde stoffen als in de wortel moeten zitten. Niet alleen de verse bloemen maar ook de tinctuur geurt en smaakt naar valeriaan.

In de wortel 
Omdat de sterke, vreemde geur van Valeriaan nogal opvallend is, zeker als hij gedroogd is, heeft men de werking vooral willen toeschrijven aan die geurstoffen, de vluchtige olie. Daarom hebben wetenschappers in hun zoektocht naar stoffen met een kalmerende werking veel analyses gedaan op de olie van de plant. De stoffen die werden gevonden, zoals isovaleriaanzure bornylesters, valereenzuur en valeranon hebben wel degelijk een sedatieve en krampwerende werking bij kikkers en konijnen, alleen zijn er maar minimale hoeveelheden hiervan in de plant aanwezig.
Naast vluchtige oliestoffen komen er ook kleine hoeveelheden alkaloïden voor, zoals methylpyrrylketon en valerianine, die ook sedatief zijn. Interessant is ook dat een ander alkaloïd actinidine, geen kalmerende maar juist een opwindende werking heeft... op katten. Al heel lang is bekend dat katachtigen opgewonden geraken al ze valeriaan reuken. Misschien moet ik ook eens de bloemen uittesten op mijn katten.

http://wetenschap.infonu.nl/diversen/37426-valeriaan-botanisch-en-farmacologisch.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/valeriana-officinalis-echte-valeriaan



zaterdag, juni 11, 2016

Overal en onopvallend herderstasje

Op weg naar mijn dochter in Breda. Even een koffiepauze langs de autoweg, tussen de gore stenen op de parking groeien eetbare oneetbare planten: vuil herderstasje en hertshoornweegbree en zeggen dat ik vanmorgen in de kruidhof van Leuven kon genieten van een overvloed aan propere planten. 
Maar toch, dat herderstasje overal onopvallend aanwezig, weinig gewaardeerd maar zeker wel met een bijzondere geneeskracht. Zonder meer bloedstelpend, vooral tegen bloedneuzen is het veel gebruikt geweest, je kan een papje van het verse kruid als een nat propje zo in je neus stoppen of op een snijwondje leggen.

Wat die bloedstelpende werking betreft, zijn er altijd sterke verhalen verteld over Capsella. Zo zou het volstaan de plant in de hand te houden of aan de voeten te leggen om bloedingen te stoppen. Ja, zelfs er alleen maar naar kijken zou al werkzaam zijn. Deze vermeldingen vinden we al terug in de Hortus Sanitatus van 1485.  Of de verstandige mensen van toen dat ook echt geloofden weet ik niet, maar het zal wel geholpen hebben om de toepassingen van zo een plant beter te onthouden. Een geheugensteuntje dus.

Bij Dodonaeus en anderen klinkt dat zo: Dit kruid stelpt het bloed vanwaar dat het ook vloeit, hetzij dat men het sap daarvan opdrinkt of het water daar dat in gekookt is geweest, hetzij ook dat men hetzelfde pleistergewijs of papgewijs of al badende of nat maakt er op legt of anders gebruikt. Het geneest de bloedige wonden en wordt zeer nuttig gebruikt in de beginnende zweren en allerhande ontstekingen die verkoeling vereisen of weer terug gedreven moeten worden. Het is zeer goed tegen het bloedplassen en allerhande bloedgang hoe en in welke manier dat het gebruikt wordt en is daartoe zeer krachtig zodat sommige schrijven dat het ‘t  bloed stelpt al wordt het maar in de hand gehouden of over het lichaam gedragen. Een bad gemaakt van het water daar dit kruid in gekookt is geweest stelpt de overvloedige maandstonden van de vrouwen. De vrouwen in Nederland plegen van de bladeren van dit kruid dat klein gesneden is met eieren sommige koekjes te bakken die gegeten zijn alle vloed stelpen kunnen.

Een probleem bij het gebruik van herderstasje zijn de nogal wisselende resultaten die je verkrijgt, de ene keer helpt het snel en de andere keer helemaal niet. Deze nogal wisselende ervaringen met herderstasje hebben waarschijnlijk te maken met het kwaliteitsverschil tussen de verschillende planten in de natuur en is mogelijk afhankelijk van de oogsttijd, de grondsoort en de aanwezigheid van een soort schimmel op de plant. Het best is dan ook de oogsttijd zoveel mogelijk te spreiden en planten te plukken die er fris en nog bloeiend bij staan.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/37194-herderstasje-bloedstelpend-en-goed-voor-de-baarmoeder.html
http://leesmaar.nl/cruijdeboeck/deel1/capitel053.htm
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/capsela-bursa-pastoris-herderstasje-1

zondag, juni 05, 2016

Herboristencongres

Oef. Nog even nagenieten van het herboristencongres in de Melkerij van Zemst. Veel volk en veel bekend volk. Cursisten van vroeger. Ze zijn er blijkbaar toch nog. Voordrachten over planten tegen burn out, vooral adaptogenen werden voorgesteld, over kruiden ter ondersteuning van kankertherapie, orthomoleculair middel tegen ouderdomsdiabetes met Momordica charantia. En in de namiddag begeleid ik zelf een kruidenwandeling in de tuin van Veerle. Ik was er toch weer aan toe, even genieten van het praten, van mensen en van kruiden. Nog eens de stevige Vitexstruik zien en ruiken, de aaibare heemst, de stekelige kaardenbol, de indrukwekkende artisjokken, even aan de absintalsem likken en nu langzaam naar huis. Naar de wilde natuur van de Maasvallei.

Herboristencongres

9u30
Burn-out en kruiden
Jacques Tavernier, apotheker en herborist
10u15
De waarde van de herborist naast de apotheker
Prof. Gert Laekeman, KULeuven
"Gezondheid" is de uitgangssituatie voor de herborist terwijl "ziekte" vaak de uitgangssituatie is voor de apotheker: hoe kunnen herboristen en apothekers optimaal naast elkaar samenwerken?
10u45
Pauze
11u15
Is de toekomst van de herboristensector en de natuurvoedingswinkel in gevaar?
Prof. Kris Demeyer, VUB, docent SYNTRA
Wat zijn de mogelijke evoluties en welke juridische veranderingen hangen in de lucht? Waarom "verdwijnen" bepaalde planten, zoals bijvoorbeeld Beredruif? Waarom zijn bepaalde van deze planten wél verkrijgbaar in Nederland? Waarom mogen hoog gedoseerde vitaminepreparaten in België enkel nog in de apotheek verkocht worden, terwijl diezelfde hoge doses wel vrij te krijgen zijn in Nederland? Wat te doen met klanten, die er vanuit gaan dat enkel in de apotheek de therapeutische doses nog te verkrijgen zijn?
De noodzaak van een beroepsvereniging en een informatienetwerk!
11u45
Hoe betere gezondheidsadviezen geven?
Annelies Janssens, bioloog en herborist, docent SYNTRA en EANG
Welke kennis is vereist voor het geven van correcte gezondheidsadviezen? Waarom is een correct begrip van het homeostase-model hierbij onontbeerlijk?
12u15
Lunch
13u15
Waarom leidt een juiste plantenkennis tot betere resultaten?
Luc Vanderkragt, herborist, wetenschappelijk coördinator
Reclamestunts en nepmiddelen leiden vaak tot ontgoochelingen. Hoe kunnen we deze herkennen en vermijden? Waar vinden we de meest recente en correcte informatie die ons hierbij kan helpen?
13u45
De synergetische werking van een samengestelde infuus
Jan Dries, Heilpraktiker-fytotherapeut, oprichter EANG
14u30
Debat
Met vertegenwoordigers van NAREDI, PhytoForum, SYNTRA, EANG, Vlaamse Herboristen Vereniging, ministerie van Volksgezondheid en sprekers
15u15
Pauze
15u45
Een innovatieve aanpak van insulineresistentie, metabool syndroom, diabetes, lipidenstoornis, atheromatose en niet-alcoholische vetleverziekte met behulp van voedingssupplementen
Prof. em. Frank Comhaire, endocrinoloog, UGent
16u30
Einde
Workshops
11u15
12u30
Cosmetica: kruidenbereidingen met late lentebloeiers
Leen Daems, herborist en kruidenverwerker, docent SYNTRA en EANG
14u30
-
15u30
Cosmetica: kruidenbereidingen met late lentebloeiers
Leen Daems, herborist en kruidenverwerker, docent SYNTRA en EANG
Kruidenwandeling
13u00
-
14u30
Geleide kruidenwandeling in een VELT-ecotuin
Maurice Godefridi, herborist, oprichter Vlaamse Herboristen Vereniging, docent SYNTRA en de Herboristenopleiding Dodonaeus

zaterdag, juni 04, 2016

Helmkruid

Het knopig helmkruid bloeit langs de Maas. Nu ja, bloeien? Zonder bril kan ik de roestige bloemetjes nauwelijks zien en toch vind ik hen mooi. Ware schoonheid, in de zin van objectieve schoonheid, bestaat nu eenmaal niet. De één vindt dit mooi en de ander dat. Neem nu dat knopig helmkruid. Het wordt door velen beslist niet als moeders mooiste beschouwd met zijn bruine, onooglijke bloempjes, die eruit zien alsof ze al tijden zijn uitgebloeid. Maar wie goed kijkt, zal tot de ontdekking komen dat schijnbare lelijkheid bij nader inzien pure schoonheid blijkt.

De basiskleur van het knopig helm-kruid is groen. Maar hieraan is een tweede kleur toegevoegd: karmijnrood zal ik het maar noemen. Op heel delicate wijze is dit dieprood in allerlei plantendelen gemengd met het groen.  Het resultaat is dat de plant doortrokken is van een roodbruin zweem. Hier en daar is het slechts een vleugje, maar stengel en bloemen vertonen de mengkleur krachtig en kordaat. Wanneer u de plant beoordeelt op de kundigheid en artisticiteit waarmee Moeder Natuur haar heeft ge-aquarelleerd, zul je haar zeker mooi vinden. En bekijken kunt u haar overal, aangezien ze niet alleen zeer algemeen voorkomt, maar bovendien tot diep in de herfst groeit en bloeit. Al moet je wel goed kijken. Je moet haar zoeken langs schaduwrijke sloten en bosranden, waar de grond drassig is en voldoende voedsel bevat. Daar vindt u de plant: een hoog, kruidachtig gewas, met een karakteristieke vierkantige stengel, puntige, gezaagde bladeren en kunstige minibloemen

Knobbelen ende knopen
Deze bloemen zijn kort en gezwollen en hebben een geprononceerde, bruinrode bovenlip. Lichtgele meeldraden steken uit dit gapend mondje. Vanouds wordt echter de vorm van het gedrongen bloempje vergeleken met die van een middeleeuwse ridderhelm. De overeenkomst is inderdaad opmerkelijk. Helmkruid is dus een voor de hand liggende naam. De wetenschappelijke benaming Scrophularia nodosa benadrukt overigens een heel ander aspect van de plant, namelijk haar geneeskrachtige werking. Scrophularia is afgeleid van de, vooral bij varkens optredende, klierziekte scrofulose, waarvoor de plant als geneesmiddel gebruikt werd. Nodosa komt van nodus, dat knoop betekent en duidt op de knobbels van de wortelstok.

Een oud kruidenboek leert ons dat "de wortel beset is met vele knobbelen ende knoppen" en dat deze zeer is aan te bevelen voor gezwellen "van de dieren of cropsweeren, scrofulae genoemt". Ook ter bestrijding van aambeien werd de wortel aangeprezen.Volgens de aloude signatuurleer worden immers bultjes door bultjes verdreven, zoals rode plantensappen goed zouden zijn voor het bloed, gele voor de gal, en harige planten korte metten zouden maken met kaalhoofdigheid. Op verschillende plaatsen in ons land wordt helmkruid nog altijd aambeiwortel of speenkruid genoemd.

Dr. Leclerc en vele anderen schrijven het ook een bloedsuikerverlagende werking toe. Verder is er in Helmkruid ook de anti-inflammatoire stof harpagoside gevonden, waar duivelsklauw (Harpagophytum) zijn werking bij artrose aan te danken heeft. Bijzonder is ook dat het flavonoïde diosmine voor het eerst en al in 1925 in deze plant gevonden werd en dat deze stof nu ook verwerkt wordt in preparaten voor het veneuze vaatstelsel, tegen spataderen en aambeien. Dus de kwalen waar juist helmkruid in de volksgeneeskunde voor gebruikt werd. Diosmine heeft net zoals harpagoside ook een anti-inflammatoire werking.

Toekomst voor Helmkruid
Ondanks dit alles wordt Knopig helmkruid ook nu nog weinig medicinaal gebruikt. Het lijkt me dan ook nuttig dat we deze plant wat beter gaan onderzoeken. Het is mogelijk dat Scrofularia nodosa voor het veneuze vaatstelsel versterkend is, bij ouderdomsdiabetes gebruikt kan worden en als anti-inflammatoir middel bij reumatische klachten zijn diensten zou kunnen bewijzen.

Meer info op https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/scrophularia-sp-helmkruid

zaterdag, mei 28, 2016

Kruidenchemie in de tuin

Van het rustige Blaimont naar het drukke, gevaarlijke Brussel. Aan het het eind van de E411 Brussel binnenrijdend, autochaos ook op zaterdag. Gelukkig ligt de tuin die we bezoeken vlakbij. De universiteitstuin Jules Massart, waar ik een buitenles geef over de inhoudsstoffen van geneeskrachtige planten. We beginnen met de mosterdolieglycosiden of te wel glucosinolaten, die vinden we vooral in koolgewassen en looksoorten.
Epidemiologische studies hebben aangetoond dat glucosinolaten de gezondheid in het algemeen ten goede komen, maar dat ze vooral beschermend zijn tegen kanker.
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/83413-kruisbloemigen-tegen-kanker.html

Ook de flavonoïden zitten geordend in hun vakje, wijnruit als prototype voor rutine, het is wel een plant die we omwille van zijn vele andere sterk werkende stoffen niet meer gebruiken. De rutine halen we nu vooral uit de groene boekweitplant. Vooral goed voor de versteviging van de veneuze bloedvaten.
Isoflavonen worden vanwege hun structurele verwantschap met oestrogenen ook wel aangeduid als plantenhormonen of fyto-oestrogenen. Hoewel ze geen steroïden zijn, hebben ze hydroxylgroepen in positie 7 en 4 in een configuratie die analoog is aan die van de hydroxylgroep in het oestradiolmolecule. Dit geeft hen het vermogen om te binden aan oestrogeenreceptoren. Isoflavonen worden uitsluitend in vlinderbloemigen zoals peulvruchten aangetroffen, vooral in sojabonen maar ook in rode klaver. De drie belangrijkste isoflavonen zijn genisteïne, daïdzeïne en glyciteïne.

https://sites.google.com/site/kruidwis/inhoudsstoffen/flavonoiden

Ook fenolglucosiden, antrachinonen, cumarineglucosiden en alkaloïden passeren de revue. De sterk werkende alkaloïden gebruiken we niet meer in de klassieke fytotherapie maar zijn wel bijzonder interessante planten. Hier zijn ze nu in volle glorie te zien: wolfskers in bloei, gevlekte scheerling en indrukwekkende maar wel door de slakken aangevreten alruinplanten.

Een overdaad van planten, een overdaad aan geschiedenis, genoeg om vele dagen te vullen en dat moeten we in een marathonopleiding maar eens doen.

Meer info over inhoudsstoffen: https://sites.google.com/site/kruidwis/inhoudsstoffen


vrijdag, mei 27, 2016

Gouden regen, giftig maar goed voor rokers

Een geweldige gouden regen bloeit in ons domaine du Bonsoy. De Laburnum is een boomsoort die tot 7 meter hoog kan worden en zo hoog is hij hier in Bonsoy zeker wel. 

In de maand mei laat de Gouden regen zien waar hij zijn naam aan te danken heeft: de prachtige, lange goudgele bloemtrossen lijken dan als pijpenstelen uit de boom te regenen.  De peulen die na de bloei rijp worden en op de grond vallen zijn erg giftig en dat maakt deze verleidelijke boom voor mij alleen maar interessanter.
De officiële naam laburnum is de wisselvorm (anagram) van het Latijnse woord alburnum. Het betekent rotting en verwijst naar de problemen die kunnen ontstaan bij het snoeien van de boom.

De giftige stof in de gouden regen is cystisine, een chinolizidine-alkaloïde, dat voorkomt in verschillende planten uit de vlinderbloemenfamilie. De zaden van de goudenregen bevatten maximaal 3% cytisine, de bloemen 0,2% en de bladeren 0,5%. Het is een agonist van de nicotinische acetylcholinereceptor. De stof wordt in 1897 reeds als geneesmiddel beschreven in het Nederlands tijdschrift voor geneeskunde.
Cytisine en nicotine beïnvloeden dezelfde plek in de hersenen, doordat ze op dezelfde receptor aangrijpen. Inname van 50 mg cytisine kan dodelijk zijn door ademstilstand.

De van cytisine afgeleide stof varenicline werd in 2006 in de Verenigde Staten en in Europa goedgekeurd als een middel om te helpen stoppen met roken. Het is op de markt onder de merknaam Champix. In een literatuuroverzicht uit 2006 werd geconcludeerd dat hoewel onderzoeken waarin cytisine werd getest merendeels van slechte kwaliteit waren, er enig bewijs is dat cytisine kan helpen bij het stoppen met roken. Uit onderzoek in 2014 blijkt dat cytisine in een dosering van 1,5 mg tot 9mg minstens zo effectief is als de gebruikelijker nicotinevervangers varenicline en bupropion en nog veel goedkoper ook.

Cytisine wordt al sinds de Tweede Wereldoorlog in Oost-Europa gebruikt als natuurlijk middel om te stoppen met roken, maar was in de rest van de wereld niet erg bekend.

dinsdag, mei 24, 2016

Zoet water, zoete herinnering

 Als ik op dinsdag les moet geven bij Syntra Haasrode aan herboristen in spé, wandel ik wel eens bij het Zoet Water in Oud-Heverlee. Bijzondere natuur hier maar ook jeugdsentiment. Als kind, zowat 60 jaar geleden, was de speeltuin van de Zoete Waters zowat het enige 'attractiepark' in de wijde omgeving. Ik kom nu zowat 60 jaar later hier vooral de moerascipressen en de reuzenpaardenstaarten bezoeken en voel me dan heel even een oermens van miljoen jaren geleden. Ik kan dan maar net Tarzan-achtige kreten onderdrukken.

Moerascipressen worden nu soms door milieupuristen als uitheemse exoten bekeken, want ze komen van nature voor in de subtropische moerassige gebieden in het zuidoosten van Noord-Amerika. Maar hak ze toch maar niet al te snel om want in mijn eigenste Belgische Hoegaarden zijn versteende resten van deze bomen gevonden die stammen uit het Eoceen en dat is dus wel 55 miljoen jaar geleden. Toen was het bij ons heel warm maar vijf miljoen jaar geleden waren ze er nog altijd en toen hadden we een gematigd klimaat. Net als de lork verliest de moerascipres (Taxodium distichum) zijn naalden en die zie je dan in de winter in massa’s op de grond en in het water liggen. Ze kunnen tot duizend jaar oud worden en bij ons een hoogte bereiken van 45 meter met een stamomtrek van drie tot vijf meter.

Aan het Zoet Water zijn het dus relatief nog jonge en slanke bomen die we zien – ik schat ze op 100 jaar - maar ze hebben wel de voor deze boomsoort typische indrukwekkende ademwortels, dat zijn holle houten stompen waarlangs de boom die in het water staat van lucht voorzien wordt. Volgens de specialisten is dat bij ons zeldzaam. De bomen zijn eenhuizig wat wil zeggen dat ze zowel mannelijke als vrouwelijke voortplantingsorganen hebben. In de winter zie je ovaal-ronde kegels groen/bruine kegels heel goed. Het hout van moerascipressen is zeer duurzaam, in de VS wordt het onder meer gebruikt voor dakgoten en doodskisten. Het zou goed kunnen dat moerascipressen het bij ons langer uithouden dan de mensen want ze vallen in de grootste nattigheid nog niet om en lijken goed bestand te zijn tegen de opwarming van de aarde.

Moerascipres, niet direct onze geneeskrachtige plant bij uitstek toch vinden we vrij veel medicinale informatie.  The cones, seeds, leaves, and bark of Taxodium spp. have been used for medicinal purposes (Su et al., 2013). The oils in the cones and sometimes leaves of these trees are what are generally used for medicinal purposes.

The Aztecs used resin from or pieces of burnt bark topically to treat burns and sores (Cortes-Arroyo et al., 2011).The Aztecs used parts of a tree they called anoéhoetl, believed to be T. macrunatum, commonly known as the Montezuma Cypress, to cure ulcers and to help with skin cicatrization. (Kay, 2012).
In more recent times, the leaves and seeds have been used to treat malaria and liver diseases, and various parts of the tree have been used to prepare ointments or infusions for heart disease, hemorrhoids, gout, ulcers, bronchitis, diarrhea, and other ailments (Ramos et al., 1984; Perusquía et al., 1995; Cortés-Arroyo et al., 2011; Su et al., 2013).

Although there are many preliminary reports of antibacterial, antifungal, antitumor, antispasmodic, and bronchodilator activities of Taxodium spp., little characterization of the bioactive compounds has been performed (reviewed in Su et al., 2013). The antitumor and antimicrobial activities of the diterpene DNA-binding compound, taxodione, isolated from T. distichum have been evaluated (Zaghloul et al., 2008; Kusomoto et al., 2009; Kusomoto et al., 2010). Another diterpene, taxodistine B, inhibits tubulin polymerization and is toxic to murine lymphoma P388 cells (Hirasawa et al., 2007).

http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/85111-moerascipres-of-taxodium.html

zaterdag, mei 21, 2016

Over hop en bijwerkingen van kruiden

Als we sommige officiële monografieën over kruiden mogen geloven, lijken steeds meer planten steeds meer bijwerkingen en interacties te vertonen. Het staat zelfs goed om te wijzen op de mogelijke gevaren van hun gebruik. Het lijkt namelijk een teken van deskundigheid te zijn. En ja, we moeten natuurlijk niet naïef zijn, planten die een positieve geneeskrachtige werking hebben, fysiologisch actief zijn in ons lichaam, kunnen natuurlijk ook negatief werkzaam zijn. Bijvoorbeeld als een plant bloeddrukverlagend werkt is dat positief bij een te hoge bloeddruk maar kan natuurlijk negatief zijn als je al een lage bloeddruk hebt. Echter door de zacht werkende middelen (mite-fytotherapeutica)  die wij in de kruidengeneeskunde gebruiken, is de werking dikwijls juist regulerend. Een trage, zachte werking is juist een goede werking.

Wat nu steeds meer gebeurt is dat we deze subtiel werkende planten, sterker en direct willen laten werken en dus geconcentreerde preparaten maken, waardoor ze wel sneller effect hebben maar ook meer bijwerkingen krijgen.

Veel bijwerkingen die beschreven worden zijn ook louter theoretisch, hop bijvoorbeeld is een sedativum en dus gaat men er theoretisch vanuit dat een plant met die kalmerende werking beter niet bij depressies gebruikt kan worden. Of hop heeft een oestrogene werking en omdat (synthetische) oestrogenen mede borstkanker kunnen veroorzaken, kunnen we beter ook geen hop gebruiken. Dit zijn in feite puur theoretische modellen. Redeneringen die logisch lijken maar in de praktijk niet kloppen.

Bijvoorbeeld van hop is juist ook bekend dat het kankerwerend kan werken en dat de bitterstoffen die ook in hop aanwezig zijn, toniserend, versterkend kunnen zijn, wat juist bij depressies nuttig kan zijn.

Cruciaal is dat we juist geen geconcentreerde extracten gebruiken, die zijn niet alleen te hoog gedoseerd maar verstoren ook het evenwicht tussen de verschillende inhoudsstoffen.

The endocrine properties of hops are due to the high estrogenic activity of the prenylated flavonoid 8-prenylnaringenin.4 Other prenylated flavonoids, including isoxanthohumol and xanthohumol, have exhibited high chemopreventive, antiproliferative, and cytotoxic effects in human cancer cell lines.5

4. Milligan SR, Kalita JC, Pocock V, et al. Theendocrine activities of 8-prenylnaringenin andrelated hop (Humulus lupulus L.) flavonoids. J Clin Endocrinol Metab 2000;85:4912-4915.

5. Henderson MC, Miranda CL, Stevens JF, et al.In vitro inhibition of human P450 enzymes by prenylated flavonoids from hops, Humulus lupulus. Xenobiotica 2000;30:235-251.

A particularly significant study done by Zanoli focused on the use of hops with a CO2 extract and “single fractions c ontainingα-acids and β-acids”. This CO2 extract displayed remarkable “pentobarbital” sleep-enhancing effect. However, the test showed a striking result in which the hops extract producedan antidepressant-like effect. They further studied andconcluded that the α-acids were producing these pentobarbital effects coupled with the antidepressant activity found after the administration of the drug. Zanoli, P., & Zavatti, M. (2008). Pharmacognostic and pharmacological profile of H. lupulus L. Journal of Ethnopharmacology, 116, 383-396.

The same group later demonstrated that humulone was active in blocking tumor promotion in the classical two-stage model of carcinogenesis. 31 Several different hops prenylflavonoids demonstrated antiproliferative and cytotoxic effects in breast, colon, and ovarian human cancer cell lines. 32 8-prenylnaringenin was shown to upregulate the cadherin and catenin genes in human breast cancer cells. 33 A comprehensive evaluation of xanthohumol as a cancer chemopreventative agent found that it warented clinical investigation because it had distinct activities at the initiation, promotion, and progression stages of carcinogenesis. 3431. Yasukawa K, Takeuchi M, Takido M. Humulon, a bitter in the hop, inhibits tumor promotion by 12-O- tetradecanoylphorbol-13-acetate in two-stage carcinogenesis in mouse skin. Oncology . 1995;52:156-158.

32. Miranda CL, Stevens JF, Helmrich A, et al. Antiproliferative and cytotoxic effects of prenylated flavonoids from hops ( Humulus lupulus ) in human cancer cell lines. Food Chem Toxicol . 1999;37:271-285.

33. Rong H, Boterberg T, Maubach J, et al. 8-Prenylnaringenin, the phytoestrogen in hops and beer, upregulates the function of the E-cadherin/catenin complex in human mammary carcinoma cells. Eur J Cell Biol . 2001;80:580-585.

34. Gerhauser C, Alt A, Heiss E, et al. Cancer chemopreventive activity of xanthohumol, a natural product derived from hop. Mol Cancer Ther . 2002;1:959-969.

dinsdag, mei 17, 2016

Onder de meidoorn

Tijdens mijn overnachting onder de meidoorn (in mijn motorhome) ben ik van plan een ode te schrijven aan deze stekelige struik, maar de zoete bloemengeur walmde zo intens naar binnen waardoor ik slaperig werd en niet aan romantisch schrijven toe kwam. 
Buiten mijn huisje, je moet wel weten dat ik op een parking langs de autoweg staat, is het een heen en weer geloop van mannen die in de meidoornbosjes gaan pissen. Of.... dat dacht ik tenminste totdat één man bij mijn motorhome komt staan en vraagt of ik wat 'plezier' zoek. Zou dat de geur van de meidoorn zijn die zoiets veroorzaakt?


Dan toch maar een nuchter stukje schrijven over de inhoudsstoffen van Crataegus laevigata. Dat bloemen en bessen van de meidoornstruik een werking hebben op hart en bloedvaten staat wel vast. Men kan zeggen dat de tot hiertoe onderzochte Crataegus-soorten in hun bladeren, bloemen en vruchten dezelfde of in ieder geval gelijksoortige inhoudsstoffen bezitten; de hoeveelheid van de afzonderlijke verbindingen kan echter, afhankelijk van de soort en het orgaan, zeer sterk verschillen. Meidoorn bevat hoofdzakelijk een mengeling van verschillende flavonoïden Het zijn vooral twee inhoudsstoffen die behoren tot verschillende groepen die farmacologisch zeer belangrijk zijn: de oligomeren procyanidinen (OPC) en verschillende flavonoïden. De Crataegus-flavonen zijn afgeleide stoffen van apigenine en luteoline; die van de Crataegus-flavonolen zijn afgeleid van quercetine, kamferol en 8-methoxykamferol. Het gehalte aan oligomere procyanidinen hangt af van de groeiperiode. Bij C. laevigata is in de maand mei het aandeel aan oligomere procyanidinen OPC het hoogst. Later in het jaar neemt het polymeergehalte van de bladeren af en bereikt in augustus een minimum van 50%. Wagner heeft vastgesteld dat gedroogde meidoornbloemen cardiotonische 'aminen' bevatten die een positief inotroop (versterking van hartspiercontractie) effect uitoefenen in farmacologische tests. De drie 'amines' zijn stoffen met een  indirect sympatho-mimetische (stimulerende invloed op het autonoom zenuwstelsel) eigenschappen.

Toch zijn de therapeutische effecten van Crataegus-bereidingen niet uitsluitend toe te schrijven aan deze amines, vermits deze stoffen grotendeels worden afgebroken in het spijsverteringsstelsel van ons lichaam. De studies die tot hiertoe zijn gedaan, nebben aangetoond dat de juiste werking nog ver van opgelost is. Andere inhoudsstoffen zijn o.a.: triterpeenzuren zoals ursolzuur, oleanolzuur en de Crataegus-specifieke crataegolzuur met verder nog de plantenzuren: chlorogeenzuur en koffiezuur. Als stikstofverbindingen: cholin, actylcholin, ethylamine en purinederivaten zoals adenosine, adenine, guanine en urinezuur.

Oef, dat was een hele boterham. Plezier beleven kun je blijkbaar op heel veel manieren.