Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht pont ar. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht pont ar. Sorteren op datum Alle posts tonen

dinsdag, juli 31, 2012

Mijn wildernisje

Herken je deze schoonheid?
Mooi mag ik het niet noemen. Tuin helemaal niet. En gevaarlijk kan het ook wel zijn. Ons stukje wildernis, de moerassige overloop van de Aulne, net voor het water van de rivier zich onder de pont ar gorret door perst. Het is het domein van brandnetel en braam, met hier en daar de nu bloeiende wilgenroosjes en moerasspirea die het geheel moeten opvrolijken. Ook valeriaan probeert zich te handhaven en dan hebben we nog de exclusieve en dodelijke dodemansvingers die hier hun mannetje kunnen staan.


Circaea lutetiana
Zelf dwaal ik er ook wel eens rond, mij met mijn machette een weg banend, zonder pardon voor de brandnetels. De ongelijke grond met hier en daar een verborgen poeltje onder het onverbiddelijk groen, maken het nog spannender.  Ik probeer toch wat paden, eerder sporen te trekken door mijn wildernisje. In de hoop op de open gekapte vierkante meters nog andere woekerende planten in te kunnen brengen, planten die het willen opnemen tegen onze brandnetel. Goeie kandidaten zijn het groot hoefblad en koninginnekruid, reuzenbalsemien zal het hier ook wel doen en verder kunnen de kleurrijke kattestaart en wederik het geheel wat opvrolijken.

Er groeien hier wel meer planten, zoals dotterbloem en speenkruid, maar die zij nu al verdwenen of verstopt onder het hoge groen. Wat wel aanwezig is onder de netels zijn de kleine, wit bloeiende heksenkruidjes. Het is dan nog het zogenaamd groot heksenkruid Circaea lutetiana, een indrukwekkende naam voor een nietig plantje. Maar... het leert ons wel een lesje...dat alles mooi, lelijk of interessant kan zijn, het is maar hoe je het bekijkt of in mijn geval hoe je het fotografeert.

Wat technische uitleg over moerasplanten
Typerend aan vele moerasplanten is dat ze zich hebben aangepast aan een droge periode (vb. het uitdrogen van een rivierbedding) en een periode van gedeeltelijke of volledige onderdompeling. Voor sommige soorten is deze afwisseling noodzakelijk voor hun bestaan. De groep omvat een groot aantal families waarbinnen een grote diversiteit van plantensoorten optreedt van in het water drijvende planten, zoals Witte waterlelie en Gele plomp, tot oever- en moerasplanten, zoals Kalmoes, Zwanenbloem en Lisdodde.

Meer over Circaea  http://kruidwis.blogspot.fr/2011/11/heksenkruid.html



zondag, juli 28, 2013

Kruidenstage Bretagne: duizendguldenkruid

Duizendguldenkruid in de Bretoense wolken
Eerste dag van onze Bretoense kruidenstage. Na een hele maand warm en droog weer, is het nu wisselvallig buien met tussendoor wat wegwaaiende zon. Spijtig maar we laten het aan ons hart niet komen. Ik laat, fier, onze magische tuin bewonderen: de appelbomen, populieren met massaal veel maretakken, de rivier l'Aulne, de indrukwekkende koningsvarens, de holle weg omzoomd met hazelaars en de oude eik helemaal achter in de tuin. We wandelen dan verder, sommigen zelfs zonder regenjas, op zoek naar het duizendguldenkruid. Onderweg vinden we bloeiend heelblaadje, Pulicaria dysenterica, met zo'n naam moet je ooit wel ergens goed voor geweest zijn. Helen, dysenterie.....wat kunnen we in de toekomst van deze plant nog verwachten. Ook van de bertramwortel vinden we één polletje, nog zo een vergeten geneeskruid. Bij de brug over de Aulne zijn we dan bij het plekje van de duizendguldenkruiden aangekomen. Ik was er dit jaar nog niet geweest, dus spannend of ze er nog zijn en in bloei staan. En ja, ze zijn massaal aanwezig. We plukken een klein bovengronds boeketje om morgen tinctuur mee te maken. Goed voor de spijsvertering, een aperitivum en digestivum. Terug langs het fietspad, de vroegere spoorweg, daar vinden we nog echte waterkers in de beek, supergeneeskruid vol vitamine C en glucosinolaten.
Het ene regenbuitje volgt op het andere, toch komen we relatief droog thuis bij Pont ar Gorret.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/36412-in-de-naam-van-duizendguldenkruid.html

Bij Ravelingius in zijn kruidboek van 1644 vinden we volgende beschrijving van de santorie (centaurium) of duizendguldenkruid. De bovenste steeltjes van deze santorie met de bladeren en bloempjes van hetzelfde kruid hebben een geweldige en overwinnende bittere eigenschap in zich en zijn van aard droog en warm in de tweede graad. Met een woord gezegd, ze vegen af, laten scheiden, openen, zuiveren, maken de dikke vochtigheden fijn en dun en doen al hetgeen dat de bittere dingen vermogen.

donderdag, oktober 11, 2012

Van Bretagne naar België

Van Pont ar Gorret richting België, St Brieuc, Dinan, Dinard, St Malo, Avranches tot Villedieu les Poeles, allemaal in de buurt van op de autoweg. Bij Aire de la vallée de la Vire (Gouvets) stoppen en overnachten we. We zijn al rond 6.30 ter plaatse. Stevige regenbuien afgewisselend met zon, wilde wolken boven Bretoens en Normandisch landschap. In de verte Le Mont Saint Michel. La Manche, noemt het Normandisch schiereiland, waar Cherbourg het uiterste punt van is. Wij zitten hier aan de rand nog altijd dicht bij Mont St Michel.  Het gebied heeft zijn grootste bekendheid te danken, nu ja te danken aan Utah Beach, de plaats waar Amerikanen en anderen Europa kwamen bevrijden in 1944. Het jaar dat ik geboren werd maar daar hebben de Amerikanen of de oorlog niks mee te maken.

Morgen rijden we verder naar De Haan aan Zee. Voor M. is het zowat een half jaar geleden, ik ben er tussendoor nog 2 keer geweest. Nieuw is dat we een kat als gezelschap hebben. Aan komen waaien in ons huis in Bretagne, en snel van wild geweldig tam geworden en dan...wat nu. We konden ze (hem) toch niet aan haar (zijn) lot overlaten dus mee naar Belgie.

maandag, maart 12, 2012

Gezaaid en geplant

Laatste dagen in Pont ar Gorret. Donderdag terug naar Belgie. Op de valreep hier nog wat gezaaid. Rode en andere zonnehoeden, Gojibes (waarom eigenlijk? Er staan er genoeg in de duinen bij De Haan), platte peterselie en stokrozen (zwarte en witte).
Gisteren een notenboom geplant en vandaag een Eucalyptus parviflora. Hij zag er zo verleidelijk mooi uit in mijn Point vert, dat ik er niet aan kon weerstaan en daarbij, we hadden met geweldig veel moeite een gat gegraven (eerder gehakt) om de notenboom te planten, maar durfden het uiteindelijk toch niet aan om tussen al die stenen een Juglans regia weg te zetten. Dus moest er iets anders in dat gat en dat werd dus een eucalyptus.

Eucalyptus parviflora (parvula)
Een niet zo snel groeiende soort met kleine groene blaadjes en een grijze bast die er bij de volwassen boom in repen vanaf valt. Komt oorspronkelijk uit New South Wales en groeit daar op kalkrijke grond. Is vorstbestendig tot ±- 20C. Ook het snijgroen van deze boom wordt veel in boeketten gebruikt.

Namen: Eucalýptus glóbulus Labillardière. Duits: Eukalyptus, Fieberbaum, Blaugummibaum. Frans: Eucalyptus, Gommier bleu de Tasmania, Arbre à la fièvre; engels: Blue Gum-tree, fever-tree; italiaans: Eucalipto; deens: Feberträet; noors: Febertre; pools: Rozdręb; russisch: Jewkalipt; tsjechisch: Blahovičník.

https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/eucalyptus-species

donderdag, oktober 08, 2015

Terug naar Wallonië, lelijk en mooi.

Van Pont ar Gorret Bretagne naar Blaimont België. Ik nader België. Met de kat in de motorhome via Amiens, Valenciennes naar Maubeuge; Wat is het lelijk hier in Maubeuge, wanorde troef, grands surfaces, zigzag straten, wirwarhuizen en het grijze miezerige weer maakt alles nog lelijker. Ik probeer binnendoor, recht op recht van Maubeuge naar mijn woonplaats Blaimont te geraken. En dan als bij wonder wordt in al die Franse chaos met een grote groene wegwijzer Dinant aangeduid. DE weg naar Wallonië dus en naar Hastiere Blaimont. In Cousolre rijden we  (de kat en ik) de grens over en wordt, tot mijn eigen stomme verbazing, alles mooier, de huizen opgeknapt, rechte gladde wegen, groener landschap en zelfs meer licht door het dichte wolkendek. Ik zoefzweef over verlaten wegen langs l'Eau d'heure, Cerfontaine, Phillipville naar Anthée en Hastiere. Herfst nestelt zich op de flanken van de Maasvallei.

vrijdag, februari 24, 2012

Onze nieuwe tuin


Bretagne. Pont ar Gorret. Daar staat ons nieuw, oud huis en onze tuin. Bij de rivier, aan een bronnetje, hoge populieren vol met reusachtige maretakken. En in de tuin begint al een beetje de lente. De eerste speenkruidbloemetjes, al enige bloeiende sleutelbloemen, nog niet bloeiende wilde anemonen, wilde narcissen. Een echte bostuin. Geheimzinnig golvend clair obscur tussen de bosjes en zelfs enkele eilandjes op eigen grond in een moerassige aftakking van de rivier. L'Aulne, noemt de waterloop, een rivier die ooit zelfs vol met zalm heeft gezeten.

Veel hazelaars als afsluiting van ons 'landgoed', de mannelijke hangbloemetjes zijn al enigzins uitgebloeid. Het geel verkleurt naar bruin. Leveren ze ook veel hazelnoten? Nog even afwachten, de grond is in elk geval niet bezaaid met noten. Of zouden de eekhoorns er mee van door zijn? De hazelaars zijn blijkbaar ooit de rand geweest van een oude holle weg die nu nauwelijks zichtbaar langs de nieuwere grindweg loopt.

Langs de rivier, in een overstromingsgebiedje, gelukkig wel achter het dijkje dat het huis beschermt,  vinden we al de eerste bladsporen van engelwortel, bereklauw, weer veel speenkruid, watermunt, rietscheuten en al fris blad van een schermbloemige, die ik nog niet herken. Zou het de giftige en dus spannende waterscheerling kunnen zijn? De droge stengel- en zaadresten van het vorige jaar liggen platgeslagen van het stevig stromend water dat hier af en toe de hele bocht onder water zet.

Moeten we in deze harmonieuze natuurtuin nog veel andere planten bijbrengen. Ik zal het dan wel wat stiekem moeten doen om de natuur niet te verstoren. Hier en daar een gat maken om wat rabarber,  groot hoefblad of kalmoes voorzichtig tussen te planten, alsof ze er vanzelf gekomen zijn.
Toch heb ik al wat planten uit België mee gebracht. Toch maar weer een lijstje. Hele gewone zoals echte salie, rozemarijn, kruipend bonenkruid, maar ook speciale zaken zoals kerrieplant, Madonnalelie en een uit het Oosten afkomstige klimplant Polygonum multiflorum.

Toch is de tuin niet alleen wild maar is er ook al een eerdere poging geweest tot aanleg. We vinden in het huis een mooi tuinplan met decoratieve tekeningen van Ligularia, Aruncus, Rheum palmatum, Rodgersia en zelfs Gunnera is er ingetekend. Of ze ook ooit geplant zijn is niet zeker, in elk geval voorlopig vinden we ze niet terug. Wat we wel terugvinden zijn eetbare appels, peren en pruimenbomen en daar ben ik niet rouwig om. Misschien kunnen we cider maken?

donderdag, februari 16, 2012

Idho of venijnboom

Ik heb op dit moment niet de neiging om veel boeken te kopen, integendeel ik wil er een heleboel weg doen. Toch heb ik niet aan de verleiding kunnen weerstaan om bij De Slegte in Brugge de 'Hortus spiritualis', een nuchter boek over spirituele tuinen aan te schaffen. Vooral de bespreking van de oude Keltische boomkalender en de aanleg van zulke tuinen sprak me wel aan. En waar zou je beter zulke bomen kunnen aanplanten als in mijn toekomstige Bretoense woonplaats Pont ar Gorret.

Taxus baccata is een van de bomen uit de Keltische kalender. Idho, werd de taxus bij de Kelten genoemd. Deze langzaam groeiende, altijd groene conifeer kan wel vijftienhonderd jaar oud en twintig meter hoog worden en groeit op een bijzondere manier. Als na een groot aantal jaren de centrale stam afsterft, groeien er nieuwe stammen in een cirkel om de oude stam heen. Op deze manier kan de taxus uiteindelijk een omtrek van wel twaalf meter krijgen. Soms is de centrale stam geheel verdwenen en lijkt de boom op een kring van palissaden.

De taxus was een heel geliefde boom bij de Kelten. Het harde, taaie en fijnnervige hout was bij uitstek geschikt voor bogen, speren en houtsnijwerk. Vanwege zijn dichte groei is de taxus de best denkbare boom voor heggen. Dezer dagen komen oude taxusbomen niet veel meer voor, omdat ze in het verleden te veel zijn gekapt.

Zoals de naam venijnboom al aangeeft is deze conifeer erg giftig. De pit van de bes, indien fijngemalen (door b.v. koe of paard) is dodelijk, net als de bast en de naalden. Ze werden ook gebruikt voor pijlgif. Daarom is de taxus ook archetypisch met de dood verbonden.
Volgens Robert Graves is het Latijnse woord taxus verbonden met het Griekse woord toxon voor boog en met toxicon, het Griekse woord voor vergif. In 1966 werd ontdekt dat taxol, een giftige component uit de bast van de taxus, kankergezwellen doodt. De taxus heeft echter evenzeer de archetypische bijbetekenis van verjonging, eeuwig leven, omdat hij meer dan duizend jaar oud kan worden, is hij er bij wijze van spreken dus 'altijd'.

woensdag, maart 07, 2012

Brandnetel en goudveil in de tuin

Nog altijd Bretoens tuindagboek. De tuin is mooi zoals hij is, wel wat veel gras, golvend gazon, toch mooi in contrast met de wilde randen langs het water met moerasspirea, speenkruid, daslook, engelwortel en veel brandnetel. Wel wat te veel brandnetels, al domineren ze nu nog niet. Verder ook paarbladig goudveil zomaar, we hebben de neiging om de opkomende brandnetels er tussen uit te trekken, maar dat goudveil heeft het de vorige jaren ook zonder ons overleefd. Dus. En daarbij ik moet mijn spieren en gewrichten toch wat sparen, het vele sleuren met stenen en hout voor de kachel en het spitten begint toch zijn tol te eisen.

Vandaag toch wat geplant, al is dat eerder symbolisch, aan het water één Rheum palmatum en een Acorus calamus in de grond gestopt. We proberen de variatie nog te vergroten en de brandnetels te onderdrukken door de aanplant van sterke planten met groot blad.

Het lijkt nu wel alsof ik een hekel heb aan onze Urtica dioica;, maar dat is zeker niet het geval. Het is en blijft een belangrijke gebruiksplant, en  misschien moeten we hier in Pont ar Gorret maar een netelplantage beginnen. Brandnetel heeft een goede anti-inflammatoire werking, dus ontstekingswerend bij reumatische klachten en de wortel is professioneel een veel gebruikt middel bij prostaathypertrofie. Natuurlijk kent iedereen zijn zogenaamde bloedzuiverende werking, te gebruiken als voorjaarskuur. 

Toch worden er nogal eens te veel geneeskrachtige kwaliteiten aan Urtica toegeschreven. Ook in het verre verleden, bij Dodoens bijvoorbeeld vinden we wel enkele vreemde toepassingen van de grote brandnetel. Tsap van den bladeren in den mont ghenomen ende ghegorgelt es seer goet voor den huych ende die swillinghe van dat lelleken.
Die bladeren van Netelen ghestooten ende op die nuese ende tvoorhooft gheleyt stelpen dat bloyen uut die nuese/ ende in die nuese ghesteken verwecken zy dat bloeyen.
Van den bladeren van Netelen met Myrrha ghestooten een Pessus ghemaeckt ende in die moeder ghedaen doet den vrouwen huer natuerlijcke cranckheyt comen.
Ik veronderstel dat het geen verse brandnetels zijn die in mond, neus of vagina gestoken moet worden. 


vrijdag, april 27, 2018

Gele velden

Koolzaadveld bij Pont-ar-Gorret

Op vele plaatsen zie je nu de bermen en akkerranden geel kleuren door raapzaad of koolzaad. Ze lijken erg op elkaar.  Raapzaad is een inheemse wilde plant, terwijl koolzaad vooral is aangeplant voor landbouwdoeleinden en is verwilderd.

Het verschil?
Bij raapzaad zijn de bloemknopjes korter dan de al bloeiende bloemen, terwijl bij koolzaad de knopjes boven de bloeiende bloemen uitsteken. Raapzaad bloeit over het algemeen ook iets eerder dan koolzaad, maar op dit moment treft je beide bloemen aan.

Koolzaad heet officieel Brassica napus, het is één van de vele leden van de Kruisbloemen-familie, waar o.a. alle koolsoorten, die we als winter-groenten kennen, maar ook radijs, rettich, rucola, mosterd, Kailaan en Yu Choy Sum bij horen. De heldergele koolzaad-bloemen groeien uit dikke knoppen, ze hebben 4 kroon- en 4 kelkblaadjes, die samen een -dubbel- mooi ‘kruisje’ vormen en staan in trossen bij elkaar. Koolzaad-bloemen hebben een fijne zoete smaak en zijn zeer geschikt voor fijne garneringen. Vanaf half April tot eind Juni zijn de bijen ook blij met deze bloemen, imkers brengen daarom jaarlijks hun bijen-volken naar de bloeiende Koolzaad-velden. De Koolzaad-honing is goed voor de luchtwegen en werkt inwendig sterk reinigend. De zaden bevatten veel 43% koolzaad-olie, die na koude persing dient als natuurlijke grondstof voor o.a sla-olie, margarine en mayonaise, maar ook voor bio-diesel. In Noord Amerika wordt deze brandstof ‘Canola’ genoemd, wat staat voor: CAN-adian Oil Low Acid. Koolzaad is ontstaan uit een kruising van wilde kool en raapzaad.





woensdag, augustus 26, 2015

Rode en andere zonnehoeden

Heemst en rode zonnehoed in Pont ar Gorret
Rode zonnehoed geeft nog volop kleur in de toch al wat aftakelende border. Ook de echte heemst laat nog wat wit-roze bloemen bloeien. Het zijn zonder meer stevige, geneeskrachtige kruiden voor een mooie en gemakkelijke sierborder. Van de rode zonnehoed kun je nu met enkele bloemen, wat blad en steel een immuunmodulerende tinctuur maken. Immuunmodulerend! Klinkt toch indrukwekkend niet? Dus de fijngesneden plantendelen in alcohol laten trekken om het immmuunsysteem te versterken en zo het najaar te trotseren.
Dat rode zonnehoed op alcohol getrokken niet werkzaam zou zijn, wat hier en daar beweerd wordt, wil ik toch ten stelligste tegenspreken, de werkzame stoffen, zogenaamde polysacchariden, zouden niet oplosbaar zijn in alcohol.

Wat argumenten voor de werking van een tinctuur
  • Een tinctuur is nooit gemaakt met pure alcohol maar met een mengsel van alcohol en water
  • De polysacchariden zijn ook gedeeltelijk oplosbaar in alcohol. The EP extracted with a 55% ethanol at 55℃ contained 22.3 ±1.0 mg gallic acid equivalent/g DW of total phenolic compounds and 86.0 ± 4.6 mg quercetin equivalent/g of flavonoid content.
  • Andere belangrijke inhoudstoffen zoals alkylamiden (tintelende stoffen, lipofiel) hebben juist een hoog alcoholgehalte nodig om op te lossen, ze hebben ook een directere werking.
  • Eigen ervaring, de ervaring van tientallen gerenomeerde herboristen en onderzoeken bewijzen de werking van een tinctuur.
Echinacea-tinctuur maken in 2 fasen
20 gr fijn gemaakt blad, bloem en steel in 100 cc ethanol van 30 % laten trekken (maceraat)
20 gr fijn gemaakt blad, bloem en steel in 100 cc ethanol van 60 % laten trekken (maceraat)
gedurende 3 weken, daarna onder druk uitzeven en de 2 vloeistoffen vermengen. Afvullen in bvb bruine 50cc flesjes. Koel en donker bewaren. 

Interessant artikel (uitreksel) over de werking van Echinacea species


The chemical components of plants can be divided into two categories: primary and secondary metabolites. Primary metabolites are essential for life processes or provide important structural elements for the plant. The utility to the plant of many secondary metabolites is unknown, although
some are thought to have a defensive or adaptive role for the plant in its natural environment. Most of the active components found in medicinal plants fall into the category of secondary metabolites. However, polysaccharides are generally primarymetabolites. Their functions include structural
elements beneath the cell wall and carbohydrate storage molecules. Because of their important role in primary metabolism, all plants contain polysaccharides. Moreover, the levels found in Echinacea preparations are not high when compared to mushrooms and other accumulators of polysaccharides, such as Althaea officinalis and Aloe species. 

The lipophilic components of Echinacea species comprise two main groups, the polyacetylenes and
the alkylamides. The occurrence of polyacetylenes (polyenes) is typical of the Asteraceae family, in which the highest levels are usually found in the roots. E. pallida root contains significant levels of some unique polyacetylenes, namely the ketoalkynes and ketoalkenes, which do not occur in the other Echinacea species. These compounds give E.pallida root a unique earthy-metallic taste which makes it easy to differentiate.
Alkylamides are not common plant constituents. Most compounds have been found to occur in two tribes of the Asteraceae. Many alkylamides (particularly isobutylamides) have been isolated from the roots and aerial parts of E. angustifolia and E. purpurea , but they are largely absent from E. pallida.
Since the alkylamides cause the characteristic tingling sensation on the tongue, it is therefore not surprising that E. pallida lacks this property. The alkylamides in Echinacea are composed of a highly unsaturated carboxylic acid (often with triple carbon-carbon bonds) and an amine compound, either isobutylamine or 2-methylbutylamine. It is possible this bond between the acid and the amine is broken during digestion, and the true active entity from these compounds is the carboxylic acid.
Being highly unsaturated, both the polyacetylenes and the alkylamides are prone to oxidation, although they are probably somewhat protected in the natural plant matrix. Nonetheless, Echinacea roots should not be stored in powdered form for prolonged periods.

Much of the confusion about Echinacea has arisen from misinterpretation or overemphasis of the polysaccharide research. Statements such as: “Echinacea will not be immunologically active if given as an ethanolic extract,” or “Echinacea is a T cell activator,” or “Echinacea is contraindicated in AIDS,” have all arisen from an overly enthusiastic interpretation of the pharmacological literature pertaining to Echinacea polysaccharides. It is worthwhile to examine what pharmacological studies on Echinacea polysaccharides do say and consider the relevance, if any, of these to the normal use of Echinacea in the English-speaking world.

Conclusions
The importance of polysaccharides to the activity of most Echinacea preparations has been misinterpreted and over-emphasized. Traditional ethanolic extracts of Echinacea do not rely on polysaccharides for their activity.....
The several hypotheses that: 1. Echinacea is a T-cell activator; 2. Echinacea will accelerate pathology in HIV/ AIDS; and 3. Arabinogalactan isolated from the Larch is therapeutically equivalent to Echinacea, are not supported by careful analysis of known data.
It is probably appropriate to include a quote from Bauer and Wagner, since most of this article is based on their research.
“The immunological investigations conducted to date permit the following conclusions. Lipophilic alkylamides as well as the polar caffeic acid derivative, cichoric acid, probably make a considerable contribution to the immunostimulatory action or activity of alcoholic Echinacea extracts." 


woensdag, december 31, 2014

Dassenburcht

En we eindigen het jaar op deze blog met....een beest. De das. Meles meles. Helaas nog niet in levende lijve gezien maar ik ontdekte wel tijdens een wilde wandeling een uitgebreide dassenburcht. Volgend jaar moet ik op een avond dat nachtdier maar eens proberen te observeren. Oudejaarsavond zou wel een exclusieve gelegenheid zijn om dat te doen, al zal dat wel bij een gedachte blijven. Ten andere, in de winter blijft de familie das ook meestal binnen, zeker op oudejaarsavond.

Dassen leven in uitgebreide zelf gegraven holenstelsels, burchten genaamd. Deze burchten liggen in bosranden, houtwallen, brede heggen, op hellingen en altijd in de buurt van gras- en akkerland en water. En dat is helemaal het geval met de dassenburcht die ik ontdekt heb. Een burcht heeft meestal 3 tot 10 ingangen en bestaat uit holen die door lange gangen, van soms enkele honderden meters lang, met elkaar verbonden zijn.

Hun woongedeelte is bekleed met droog gras, mos, bladeren, dennennaalden en varenloof. In droge nachten wordt dat in de omgeving verzameld en achterwaarts de burcht ingetrokken. Het wordt vaak vernieuwd, de dassen zijn blijkbaar propere beestjes. In de winter worden de pijpen soms van binnenuit gedicht met nestmateriaal. Deur op slot.
In de loop van vele generaties wordt een burcht vaak uitgebreid tot een enorm ondergronds gangenstelsel en zo kan een burcht wel een hele hectare beslaan. Het aantal gangen varieert sterk, van enkele tot meer dan vijftig, die dan niet allemaal gelijktijdig in gebruik zijn. De dassenburcht hier bij Pont ar Gorret moet ook al zeer oud, ik vind zowat 30 ingangen, mooi op een rij over zeker honderd meter gelegen aan de rand van de boshelling met er achter weiland en beneden verschillende smalle beekjes.  Een mooi moment en een bijzondere plek. Wordt waarschijnlijk vervolgd in het nieuwe jaar.

vrijdag, juni 15, 2012

Over kleefkruid


Kleefkruid kronkelt driftig tussen en over struiken in heggen en hagen. Ook op onze rivierdijk bij de Aulne groeit het vrolijk tussen brandnetel, vlier en hazelaar. Je vindt ten andere meer literatuur over de bestrijding van dit woekerend plantje dan over zijn geneeskrachtige werking.

De Latijnse naam 'Galium' komt van het Griekse 'gala', wat 'melk' betekent. Deze naam verwijst naar het tweevoudig gebruik dat men van de walstrosoorten maakte, bij het melken werd er een soort zeef van de lange hakerige stengels gemaakt, waarlangs de melk in de melkemmer werd gegoten om er stro en andere ongerechtigheden uit te halen. Verder werd het echt walstro gebruikt bij de bereiding van kaas om de melk te laten stremmen.
De Duitse benaming ' Labkraut' verwijst ook naar 'leb', 'stremsel'. 'Aparine' komt van het Griekse 'apeiro' dat 'vastpakken' betekent en uiteraard slaat op het klitten, kleven of juister haken van de plant. Ook onze Nederlandse naam 'Kleefkruid' verwijst daar naar.
In het oude Griekenland noemde kleefkruid 'philanthropon': 'mensenvriend', omwille van zijn klittende eigenschap, de Engelse naam voor de plant 'loveman' werd daar van afgeleid.
onze rivierdijk bij Pont ar Gorret

Sommige auteurs beschouwen het als een belangrijk tonicum voor het lymfatische stelsel, te gebruiken bij gezwollen lymfeklieren, voornamelijk nuttig bij gezwollen amandelen en poliepen.
Kleefkruid heeft een mild diuretische werking, bevordert de leverwerking en heeft licht laxerende eigenschappen, het zorgt voor een niet onaanzienlijke bloedzuivering en het heeft een  anti-inflammatoire werking :  die  kan voornamelijk worden toegepast  bij huidaandoeningen, vooral bij psoriasis en droog eczeem,  maar ook dermatitis en zweren.  Net door die diuretische en ontstekingremmende werking van de plant werd ze aanbevolen bij oedemen en ter preventie van nier- en blaasstenen. Met kleefkruid   kan je niergruis  aanpakken, evenals  blaasontsteking,  prikkelbare  blaas,  pijn  bij  het wateren, overdreven veel wateren en bedplassen.

As it is a diuretic, Galium is useful in cystitis and is also anti-lithic (helps prevent the formation of calculi or stones).  Galium is considered to be an alterative and blood cleanser and is detoxifying for skin conditions such as eczema and psoriasis.  It is also anti-inflammatory. As a support for the lymphatic system it is prescribed for lymphadenitis, lymphadenopathy, lymphoedema and any affection of the lymphatics.  There is uncertainty as to its physiological effects but it may be that its diuretic properties enable the kidneys to eliminate excess toxins. The major active constituents are believed to be iridoids, polyphenolic acids, alkanes, flavonoids and tannins.

De Amerikaanse Natural Standard is weer streng voor het kleefkruid. http://www.naturalstandard.com Cleavers (Galium aparine) is a climbing plant native to North America, Europe, and Asia. It has been used to coagulate milk. According to some herbalists, cleavers is a good lymphatic and blood purifying tonic and is often used to treat swollen glands and skin eruptions caused by lymphatic congestion. It has also been recommended as a diuretic for chronic cystitis (inflamed bladder) and prostatitis (enlarged prostate), and has been used traditionally as a treatment for epilepsy. Currently, there is insufficient evidence in humans to support the use of cleavers for any indication.

http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2372573/?page=1
http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/71920-geneeskracht-uit-hagen-en-heggen-kleefkruid-en-fluitenkruid.html
Galium aparine L. - a possible antipsoriatic agenthttp://ukpmc.ac.uk/theses/ETH/233215

woensdag, september 18, 2013

Planten en overplanten

Tijd om aardbeien te planten. Gekochte planten ras Gento, een doordragende aardbei die de smaak van bosaardbeien zou moeten benaderen. De smaak van bosaardbeien is dat goed?
Miezerig weer maar mooi om nog meer vaste planten te verplanten. Natuurlijk is het nog wat te vroeg, beter is in oktober en november maar met die nieuwe, pas gespitte, blote border kan ik het toch niet laten.
Veel nieuwe wedeplantjes (Isatis tinctoria) zijn al flink aan de groei in de kleurstofborder, die mogen, moeten nu wel verplant worden, later is de penwortel te lang om nog gemakkelijk uit te graven. Ook een drietal muskaatsalies zijn stevig aan de groei en ze staan op de verkeerde plaats. Dus overplanten maar.
Deze planten hebben al een avontuur achter de rug, 3 dagen in de motorhome onderweg geweest van de Drôme, mijn tuin in Bellegarde, naar Bretagne. Hier in Pont ar Gorret zal een kleine verplaatsing met de nodige verzorging dus geen problemen opleveren.

Fraisier 'Gento'
Cette variété est très appréciée pour son goût authentique de fraise ! Fraises de couleur rouge-brillant, de gros calibre, à la chair sucrée, juteuse et parfumée ! Idéales à déguster fraîches, en salade, pâtisserie, confiture…Le fraisier Gento nova est remontant : c’est-à-dire qu’il produit régulièrement des fraises du mois de juin, jusqu’aux gelées. Son rendement est constant. Cette variété est rustique.

Aardbeien
bevatten per 100 gram 60 mg vitamine C, daarmee relatief meer vitamine C bevattend als een sinaasappel.
hebben een hoge voedingswaarde, daarbij een zeer hoge concentratie vitamine C (meer dan citrusvruchten, vezels en zijn bovendien caloriearm. Verder bevatten aardbeien allerlei mineralen zoals magnesium, calcium, ijzer, selenium, foliumzuur, natrium en vitaminen zoals vitamine B1 en B2. 100 gram aardbeien bevatten 31 gram water.

Wetenschappelijke referenties vind je op mijn website https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/fragaria-species-aardbei

Effect of fruit extract of Fragaria vesca L. on experimentally induced inflammatory bowel disease in albino rats. Indian J Pharmacol. 2011 Feb;43(1):18-21 Authors: Kanodia L, Borgohain M, Das S
Ulcerative colitis and Crohn's disease are chronic recurrent inflammatory bowel disease (IBD) of unknown origin. Oxidative stress is believed to be a key factor in the pathogenesis and perpetuation of the mucosal damage in IBD.
http://www.foodhealthinnovation.com/media/5637/berries_august_2012.pdf


donderdag, november 24, 2011

Bretagne, Huelgoat en het navelkruid

We zijn weer even geland in Bretagne. Huelgoat of 'Hoog Bos' noemt het stadje hier. Het immense eikenwoud in de omgeving is doorsneden met beken, rivieren en diepe dalen en op de koop toe bestrooid met immense keien in de meest vreemde vormen. 

Het is zonder meer het mooiste stukje Bretoens binnenland. Overal ook  geel bloeiende gaspeldoorn en bruinrood verkleurende adelaarsvarens. Bretagne op zijn best.

In de zomer is het meer, het bos en de rotsblokken van Huelgoat wel kermisattractie nummer één. Nu eind november is het er eenzamer en echter. De immense keien drijven in donkerte en mist. Verdord blad, mos en navelkruid bedekken de blote rotsblokken.

Navelkruid is de mooie naam voor het rotsplantje met rond, vet en vlezig blad en een putje in het midden van dat blaadje . Vandaar de navelnaam? In elk geval een mysterieus plantje dat past bij de mythische bossen van de Finistère. Ooit werd het ook geneeskrachtig gebruikt als verzachtend en samentrekkend middel. Om het in de oude taal van Petrus Nijlandt te beschrijven, wat bijna Bretoens klinkt:  'Navel-kruydt heeft gelijvige, ronde, en aen de kanten een weynigh gesneden bladeren, die onder in ’t midden op een kleyn steelken gehecht zijn, tusschen de bladeren spruyt een dunne steel, in verscheyde zijde-tackskens gedeelt, en ordentelijck met veel witte of bleeck purpere bloemkens behangen.  Navel-kruyt is verkoelende, vochtmakende en een weynigh t’samen-treckende van aert en krachten.  Geschikt voor 'Voor heete Geswellen en vuurige Puysten: Neemt het gestooten Kruyt en leght het plaester-wijs op. Voor sweeringe van de Darmen: Zied de wortel in Wijn, en laet daer af drincken, of laet van het gedistilleert water van dit Kruydt gebruycken'.

Nombril de Vénus wordt het in het Frans genoemd en de Bretoense naam is Krampouez, wat kleine pannenkoek betekent. Naar de ronde vorm van het blad en natuurlijk ook omdat Bretoenen mogelijk de grootste pannenkoekeneters ter wereld zijn.  Als we hier volgend jaar bij Pont ar Gorret komen wonen zal ik zeker wat met dat navelkruid moeten doen en ook veel 'crêpes de blé noir' eten.

Namen: Umbilicus rupestris / Rotsnavelkruid / Nombril de Vénus / Navelwort / Felsen-Nabelkraut

La forêt d'Huelgoat est une forêt domaniale vaste de 1147 hectares qui s'est développée pour l'essentiel sur des terrains granitiques entre 80 et 210 mètres d'altitude, en bonne partie sur les versants en pente assez forte de la Rivière d'Argent et de ses affluents. Elle est un reste de l'antique forêt de Brocéliande. Sa composition était traditionnellement formée de chênes (35 %), de hêtres (25 %), de pins sylvestres (40 %). Cette forêt a été gravement sinistrée par l'ouragan de 1987 qui a renversé ou cassé 900 000 m3 de bois. Dans la zone touristique de la forêt, 90% des peuplements ont été détruits. Les sites ont été nettoyés et replantés.

donderdag, augustus 09, 2012

Zaad, hoop voor volgend jaar

rode zaaddoos rozenwortel
 De laatste dagen heb ik ook wat vaste planten gezaaid. Hoop voor volgend jaar. Het is, wat mij betreft nu een goede zaaitijd voor vaste planten, in de natuur beginnen de eerste zaden ook te rijpen en zijn ze dus vers te plukken. 

Gezaaid: 

  • de zwarte zaden van zwartmoeskervel die ik geoogst heb aan de kust, 
  • de rozenwortelzaden geoogst een maand geleden in de Alpen
  • de zaden van de vuurwerkplant, in juli onrijp geoogst in mijn Provençaalse tuin en verder laten afrijpen hier in Pont ar Gorret
  • zaad van moederkruid gisteren 'gestolen' aan de rand van een tuin bij Huelgoat
  • muskuskaasjeskruid, rijp zaad vond ik in een oude groeve bij Carhaix

een internationaal gezelschap wordt het wel, en volgende week ook nog eens rondkijken 'on my way to Belgium'

dinsdag, maart 06, 2012

Wild gezaaid

Goudsbloem, Wede, Nigella (2x), Ridderspoor, Coreopsis
We hebben voor de eerste keer gezaaid op onze dijk aan de rivier de Aulne bij Pont ar Gorret. Een lijstje met akkeronkruiden en anderen,die we vorig jaar en ook enkele jaren eerder geoogst hadden.

Goudsbloem
Grote cosmos
Wilde ridderspoor
Bolderik
Juffertje in 't groen
Balsemien uit Luc en Diois
Ruige klaproos
Rapunzelklokje (oud zaad)
Gewone klaproos
Tabacum sylvestris (uit border in De Haan)
Nigella sativa
Coreopsis tinctoria (verfstofplant)
Cosmos sulfureus (verfstofplant)
Wouw (een beetje)
Blauwe knoop
Griekse alant (hoort er niet echt bij)

Wilde margrieten, gewone engelwortel en verschillende soorten sleutelbloem zijn al aanwezig

zondag, mei 31, 2020

Meidoornwandeling

Coronawandeling zonder beperkingen.We mogen honderd kilometer weg van huis en dat zonder formulier.Toch hou ik het kort want ik wil nog wat meidoornbloesem plukken. Mijn laatste kans. Open en bloot, wel met kleren aan, het fietspad op, even stevig doorstappen richting Locmaria-gare, bij de samenvloeiing Aulne en riviere d'Argent de rivier volgend tot l'ancien moulin de la rivière d'Argent en dan naar omhoog tot bij het gehucht Rouzoucon, daar vind ik nog enkele mooi bloeiende meidoorn. Het zijn hoge struiken die zich niet zomaar laten plukken, met wat kleer- en huidscheuren lukt het mij dan toch enkele stevige takken te bemachtigen. Bloemen met wat blad plukken zal straks thuis wel gebeuren.

Over meidoorn

Het is een doorn (struik) die in mei bloeit, wat de verklaring geeft voor zijn naam. Het zijn ook die witte bloesems die vroeg in de bloei geoogst worden om samen met het beetje blad tussen de bloemen gedroogd te worden om er thee of tinctuur van te maken.

Plukken kan het best door de 60 cm lange, bloeiende eindtwijgen af te knippen, ze in hun geheel te drogen en pas dan de bloemen met blad (folium cum flore) van de takken af te ritsen. Wel handschoenen aantrekken! In Meidoorn heeft men vooral flavonoïden en proanthocyanidinen gevonden, stoffen die verantwoordelijk zijn voor de bloeddrukverlagende en hartslagregulerende werking, vooral de zuurstofvoorziening naar de hartspier wordt verbeterd. Meer over meidoorn oa https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/23071-meidoorn-beschermer-van-hart-en-huis.html


Over de rivière d'Argent en de molen

zo zag de molen er voor 1800 uit, nu veel meer bos
Molen voor het jaar1800
À sa confluence avec l'Aulne, ce dernier est appelé ar Stêr-Blom (la rivière de plomb). Certains des noms qu'on lui attribue proviennent de l'existence des anciennes mines de plomb argentifère du Huelgoat, de Locmaria-Berrien et de Poullaouen, situées dans son bassin hydrographique.  La rivière d'Argent (en breton ar Stêr Arc'hant), qui porte plusieurs autres noms : le « Fao », le « Pont-Pierre », le « Ruisseau de la Mine », est un cours d'eau français et un affluent de l'Aulne. La longueur de son cours d'eau est de 18 kilomètres. Cette rivière coule dans les monts d'Arrée, en Bretagne, elle passe notamment par Huelgoat. C'est un affluent de l'Aulne, qu'elle rejoint à Poullaouen. De foto geeft een beeld van de molen en het landschap voor 1800, opvallend is wel dat het landschap nu veel bosrijker is. Dat in tegenstelling met wat we nu denken, dat er altijd en overal vroeger meer bomen en bos was.