woensdag, juni 06, 2012

Een ontmoeting met een moerascypres

Deze nog niet zo oude moerascypres kwam ik tegen terwijl ik een beetje doelloos rond dwaalde in het park van een Haspengouws stadje.
Een echte, subtiele ontmoeting van mens tot boom, van wezen tot wezen. De Taxodium, zoals zijn Latijnse, eerbiedwaardige naam luidt,  is een indrukwekkende verschijning met zijn zachte, gegroefde stam,zijn lichtgekleurde, levende bladeren en zijn kegelvormige groeiwijze. Het is een naaldboom die in het najaar zijn naalden verliest en in het voorjaar met zijn nieuwe naalden vriendelijk de wereld toewuift. Alsof ze praten en zo ervaarde ik het ook, al begreep ik niet wat deze Taxodium wou zeggen.

Madeliefje

Het madeliefje is zowat de bekendste plant uit onze inheemse flora. En daarbij ook nog door velen, zeker door de kinderen, gewaardeerd om zijn lief uiterlijk. Maar vreemd genoeg is hij als geneeskrachtig kruid weinig bekend noch toegepast.  Het is ook zo dat er hedendaags weinig ervaring is met het gebruik en er weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan is met dit algemene plantje. Nochtans is hij helemaal niet giftig, noch stekelig of vies van smaak. Zou hij echt nergens voor te gebruiken zijn?
Dit schreef ik nog geen 2 jaar geleden over het madeliefje. Ondertussen lijkt dit plantje helemaal aan een revival toe. Zou goed zijn voor de huid, borstvertevigend, tegen kneuzingen en blauwe plekken (zoals arnica), na de bevalling te gebruiken tegen striemen, pigmentvlekken....... Ik schrijf  'zou goed zijn'  wetenschappelijk is er wel enig onderzoek verricht, echter zonder sterke bewijzen voor de bovengenoemde indicaties. Wat natuurlijk niet wegneemt dat we zo'n veilig, niet giftig plantje gerust kunnen uitproberen. Vooral olie maken voor uitwendig gebruik lijkt me wel interessant.

Zie ook http://debronvanurd.blogspot.fr/2012/05/madeliefjes.html en http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/34087-in-de-naam-van-madeliefje.html en
http://www.annetanne.be/kruidenklets/uit-de-kruidenmand/kruiden-k-z/bellis-perennis-madeliefje/

Petite plante vivace à fleurs blanches, roses ou rouges, de la famille des Asteracées, la Bellis, porte également le nom de pâquerette du fait de sa floraison massive à Pâques. Son nom latin est riche de signification puisque bellis signifie beau et perennis signifie vivace, éternel... Beauté éternelle ceci pourrait donc résumer l'action de cette Astéracée, du moins c'est le message qu'ont voulu laisser nos ancêtres.
Largement présente dans toute l'Europe et le nord des Etats-Unis, la bellis était traditionnellement utilisée dans les soins de la peau puisque déjà à la Renaissance, elle entrait dans la composition d’onguents pour soigner les plaies et les tissus enflammés.
Quelques utilisations traditionnelles la réservaient au soin des rhumatismes et des coups. En homéopathie, on l’utilise d'ailleurs souvent avec l'arnica pour soulager les courbatures et les meurtrissures.
La macération huileuse de cette fleur permet d'extraire des composés naturels ayant les propriétés de tonifier les vaisseaux sanguins tout en décongestionnant les zones œdémateuses. On lui prête également des vertus raffermissantes sur les tissus relâchés.
Elle est donc largement utilisée dans les soins du buste, les soins après-grossesse pour retrouver tonus et fermeté et dans les soins tonifiants pour le contour du visage.
http://www.aroma-zone.com/aroma/ficheHVbellis.asp

De zeer streng wetenschappelijke Natural Database schrijft 'Common daisy is widely used in homeopathy, but is currently only rarely used in herbal medicine. Although homeopathic dosing is generally recognized as safe (GRAS; United States Food and Drug Administration (FDA) designation), there is a lack of well-designed clinical trials to support claims for efficacy related to the use of Bellis perennis. More research is needed in this area. Recent research has explored the possibility of using the plant in HIV therapy'.


Wetenschappelijk onderzoek Bellis perennis
Avato P, Vitali C, Mongelli P, et al. Antimicrobial activity of polyacetylenes from Bellis perennis and their synthetic derivatives. Planta Med 1997;63(6):503-507. View Abstract
Bader G, Kulhanek Y, Ziegler-Bohme H. [The antifungal action of polygalacic acid glycosides]. Pharmazie 1990;45(8):618-620. View Abstract
Desevedavy C, Amoros M, Girre L, et al. Antifungal agents: in vitro and in vivo antifungal extract from the common daisy, Bellis perennis. J Nat.Prod. 1989;52(1):184-185. View Abstract
Glensk M, Wray V, Nimtz M, et al. Triterpenoid saponins of Bellis perennis. Scientia Pharmaceutica 2001;69-73.
Gudej J, Nazaruk J. Flavonol glycosides from the flowers of Bellis perennis. Fitoterapia 2001;72(7):839-840. View Abstract
Nazaruk J, Gudej J. Apigenin glycosides from the flowers of Bellis perennis L. Acta Pol.Pharm 2000;57(2):129-130. View Abstract
Nazaruk J, Gudej J. Qualitative and quantitative chromatographic investigation of flavonoids in Bellis perennis L. Acta Pol.Pharm 2001;58(5):401-404. View Abstract
Oberbaum M, Galoyan N, Lerner-Geva L, et al. The effect of the homeopathic remedies Arnica montana and Bellis perennis on mild postpartum bleeding--a randomized, double-blind, placebo-controlled study--preliminary results. Complement Ther.Med 2005;13(2):87-90. View Abstract
Schopke T, Hiller K, Wray V, et al. Triterpenoid saponins from Bellis sylvestris, I. Structures of the major deacylsaponins. J Nat.Prod. 1994;57(9):1279-1282. View Abstract
Schopke T, Wray V, Kunath A, et al. Bayogenin and asterogenic acid glycosides from Bellis perennis. Phytochemistry 1992;31(7):2555-2557. View Abstract
Schopke T, Wray V, Kunath A, et al. Virgaureasaponin 2 from Bellis perennis L. Die Pharmazie 1-1-1990;45:870-871.
Siatka T, Kasparova M. [Seasonal changes in the hemolytic effects of the head of Bellis perennis L.]. Ceska.Slov.Farm 2003;52(1):39-41. The determination of haemolytic activity was carried out following the method of Pharmacopoea Bohemoslovaca IV. It has been found that the haemolytic activity of the drug changes in dependence on the time of collection of capitula during the year; it is lowest in March, then it increases, reaching the maximum in summer months (June, July, August), and then it decreases again.
Siatka T, Kasparova M, Dusek J. Seasonal variation in haemolytic activity of Bellis perennis L. leaves and roots. Folia Pharmaceutica Universitatis Carolinae 2002;85-89.

dinsdag, juni 05, 2012

Oogsttijd voor herboristen: echte kamille

Het is nu wel dé oogsttijd voor heel wat geneeskrachtige kruiden.Vooral bloemen en bloesems moeten nu geplukt worden. Om de voornaamste te noemen: echte kamille, korenbloem, vlierbloesem en vele soorten geurende rozen.

Over de echte kamille / Matricaria recutita
Schijfkamille, niet te gebruiken
kamillesiroop
Het zijn hoofdzakelijk de bloemen die in juni, tijdens het begin van de bloei geplukt worden. Bij de inzameling in het wild moet worden gelet op verwisseling met andere, er op gelijkende composieten als Anthemis arvensis L., valse kamille; Anthemis cotula L., stinkende kamille (allebei  met stroschubben en een gevulde bloembodem). Ook Matricaria maritima L., zeekamille; Matricaria perforata L. [M. inodora L. = Tripleurospermum inodorum (L.) Schultz Bip.], de reukloze kamille, waarvan de bloemen een pappus hebben (ook deze beide soorten hebben een gevulde bloembodem en geuren niet). Verder is er ook nog Matricaria discoidea DC = M. suaveolens Buch], de schijfkamille (een soort zonder lintbloemen, met gele vier-tandige buisbloemen; deze plant geurt wel en heeft ook een holle bloembodem zoals de echte kamille, maar geen witte lintbloemen. Al deze planten leveren ook een vluchtige olie maar zonder azuleen, een van de werkzame stoffen van de echte kamille.
Zie ook  http://dier-en-natuur.infonu.nl/natuur/74002-kamille-botanisch-en-farmacologisch-bekeken.html

Hier wat professionele info over de bacteriedodende werking van Matricaria zoals beschreven in de monografie van Natural Standard http://www.naturalstandard.com/


Antimicrobial effects: Antimicrobial activity of chamomile has been studied in vitro and the results have been encouraging; however, human data remains lacking. Chamomile oil is actively antibacterial and fungicidal at concentrations of at least 25mg/mL, as is the chamomile constituent bisabolol at concentrations of at least 1mg/mL. Alpha-Bisabolol, luteolin, quercitin, and apeginin have been theorized to possess antibacterial properties. The coumarin constituent, hernearin, may also have antibacterial and antifungal properties in the presence of ultraviolet light. High molecular weight polysaccharides with immunostimulating activity have been isolated from German chamomile. Two such studies demonstrated that gram-positive bacteria were more susceptible than gram-negative bacteria to chamomile oil. It was most effective against Staphylococcus aureus, Streptococcus mutans, and Streptococcus salivarius; with also Bacillus megatherium, Leptospira icterohaemorrhagiae, and Trichomonocidal bactericidal activity. It was also found to be somewhat effective as a fungicidal against Candida albicans. Concentrated chamomile extracts also inhibited the growth of several strains of fungi. The hydro-alcoholic extract of chamomile completely inhibited growth of group B Streptococcus. Two additional in vitro studies showed that chamomile blocked the aggregation of Helicobacter pylori and numerous strains of Escherichia coli. Methanol extracts of Matricaria recutita flowers had a MIC >100mcg/mL against 15 Helicobacter pylori strains in vitro. Chamomile methanol and chloroform extracts have also shown strong activity against several strains of Arcobacter. An ethanolic extract of the entire plant has been reported to inhibit the growth of poliovirus and herpes virus. The volatile oil of chamomile also inhibited Bacillus subtilis in vitro. German chamomile esters and lactones showed activity against Mycobacterium tuberculosis and Mycobacterium avium. Another in vitro study found that chamomile tea contains no flavonoids and are inactive against Bacillus cereus (strain RM3190) incubated at 21°C for 3, 15, 30, and 60 minutes. Chamazulene, alpha-bisabolol, flavonoids, and umbelliferone displayed antifungal properties against Trichophyton mentagrophytes and Trichophyton Rubrum .

Enkele wetenschappelijke onderzoeken
Wagner, H., Proksch, A., Riess-Maurer, I., Vollmar, A., Odenthal, S., Stuppner, H., Jurcic, K., Le Turdu, M., and Fang, J. N. [Immunostimulating action of polysaccharides (heteroglycans) from higher plants]. Arzneimittelforschung 1985;35(7):1069
Aggag, M. E. and Yousef, R. T. Study of antimicrobial activity of chamomile oil. Planta Med 1972;22(2):140-144.
Cinco M, Banfi E, Tubaro A, and et al. A microbiological survey on the activity of a hydroalcoholic extract of camomile. Int.J.Drug.Res. 1983;21(4):145-151.
Annuk, H., Hirmo, S., Turi, E., Mikelsaar, M., Arak, E., and Wadstrom, T. Effect on cell surface hydrophobicity and susceptibility of Helicobacter pylori to medicinal plant extracts. FEMS Microbiol.Lett. 3-1-1999;172(1):41-45. View Abstract
Turi, M., Turi, E., Koljalg, S., and Mikelsaar, M. Influence of aqueous extracts of medicinal plants on surface hydrophobicity of Escherichia coli strains of different origin. APMIS 1997;105(12):956-962. 
Mahady, G. B., Pendland, S. L., Stoia, A., Hamill, F. A., Fabricant, D., Dietz, B. M., and Chadwick, L. R. In vitro susceptibility of Helicobacter pylori to botanical extracts used traditionally for the treatment of gastrointestinal disorders. Phytother Res 2005;19(11):988-991.
Cervenka, L., Peskova, I., Foltynova, E., Pejchalova, M., Brozkova, I., and Vytrasova, J. Inhibitory effects of some spice and herb extracts against Arcobacter butzleri, A. cryaerophilus, and A. skirrowii. Curr Microbiol. 2006;53(5):435-439. 
Friedman, M., Henika, P. R., Levin, C. E., Mandrell, R. E., and Kozukue, N. Antimicrobial activities of tea catechins and theaflavins and tea extracts against Bacillus cereus. J Food Prot. 2006;69(2):354-361.


Zie ook 
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/60342-kamille-recepten-van-vroeger.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidenbereidingswijzen/matricaria-chamomile-wrap
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/matricaria-recutita-echte-kamille



zondag, juni 03, 2012

Kruidtuin Leuven


In de kruidtuin Leuven met de herboristen in spe. Verkleumde mensjes bij frisse plantjes. In een hoekje van de tuin vinden we een aantal Siberische ginsengstruiken. Zoals de naam al aangeeft zijn het Russische planten met een ginsengachtige werking. Zo te zien kunnen een aantal herboristen dat versterkend kruid op dit moment wel gebruiken. We vinden hier een overvloed aan planten, ook aan geneeskrachtige planten, volgens familie gerangschikt: lipbloemigen (munt, salie, tijm..), schermbloemigen (venkel, dille, engelwortel), giftige en hallucinerende nachtschade-achtigen (wolfskers, bilzekruid, bitterzoet..) en eetbare ganzevoetachtigen ( brave hendrik bijvoorbeeld).

Wat info over de ganzevoeten vind je in mijn artikels op info.nu:
http://huis-en-tuin.infonu.nl/tuin/63694-meldeplanten-eetbaar-en-nog-meer.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/38725-ganzevoet-en-andere-meldes.html
Over Siberische ginseng: http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/83624-eleuthero-de-siberische-ginseng.html

vrijdag, juni 01, 2012

Boterbloem


Toch maar eens wat schrijven over de boterbloemen, omwille van de lichte giftigheid houden herboristen zich er meestal niet mee bezig. Toch kleuren zij nu de wilde weilanden botergeel en beïnvloeden op die manier ook ons gemoed en dat is toch ook een vorm van psychofytotherapie. Liggend onder die gele glimmende bloemen maken ze alle grote en kleine kinderen gelukkig.

Wat werd er vroeger in de kruidenboeken over deze ranonkelachtige verteld? 
De Flora Batava (1800) vermeldt over Ranunculus repens
De plant schijnt hierin van alle de Ranonkel-soorten onderscheiden te zijn, dat zij geheel geene scherpte heeft, onschadelijk voor het vee, en zelfs een aangenaam voeder voor hetzelve is, terwijl zij in tijd van nood door den mensch, gekookt, kan genuttigd worden, Mattuschka. Brugmans had hiervan zelfs eene groote hoeveelheid gebruikt, zonder eenigen hinder te ondervinden. Zie zijne 'dissertatio de plantis inutilibus et venenatis' (**) p. 47, schoon hij ze onder de onkruiden der weiden opnoemt, zoo als ook Beckmann. Volgens de Pan Suecus, zouden paarden en geiten dit alleen gebruiken. Door de voortlopende ranken, is het een waar onkruid op moeslanden en akkers.

(**) Brugmans schrijft: "Primo omnes, si Polyanthemon et Repentem excipias, homini noxii deprehenduntur. Hos enim magna satis dosi licet sumpserim, nullos inde sensi effectus noxios." Vrij vertaald geeft dat: "Ten eerste zijn alle (Ranunculus soorten), als je de Polyanthemus en Repens buiten beschouwing houdt, giftig voor de mens. Deze 2 heb ik echter in grote mate verorberd en ik heb er geen schadelijke effecten van gevoeld." De volledige titel van de dissertatie luidt: "Dissertatio ad quaestionen ab Academia regia scientiarum divionensi propositam, quaenam sunt plantae inutiles et venenatae, quae prata inficiunt, horumque diminuunt fertilitatem; quaenam porro sunt media aptissima illis substituendi plantas salubres ac utiles, nutrimentum sanum ac abundans pecori praebituras?" Groningen 1783. Referenties naar de dissertatie luiden meestal: " Dissertatio de plantis inutilibus et venenatis(, quae prata inficiunt, horumque diminuunt fertilitatem, et de mediis aptissimis illis substituendi plantas salubres ac utiles, nutrimentum sanum ac abundans pecori praebituras.)"

Over de knolboterbloem  Huishoudelijk Gebruik,
'De Wortel kan zeker Meel of Styfzel opleveren (Parmentier.) Alle delen der Plant trekken blaren als Spaansche Vliegen, (Dodonaeus) en kunnen volgens Kropf tot dit oogmerk nog beter dienen dan Spaansche Vliegen. Van het blaartrekken der Bladeren heb ik een voldoende proef dit voorjaar gezien. — Een schadelyk onkruid in de weiden, (Beckman, Brugmans) waar van zelfs Paarden en Koeijen een afkeer hebben. (Linn. Bulliard.) Inzonderheid nadeelig voor het Vee, wanneer het groen op de Weiden wordt gegeten; doch minder schadelyk, wanneer het tot Hooi gedroogd wordt.' 


Lees ook http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/82509-boterbloemen-mooi-maar-giftig.html

woensdag, mei 30, 2012

Nog over vlier en broeder Aloysius

Nog over vlier. Bij Broeder Aloysius vind ik het volgend vlierrecept om de ogen te verzorgen. 'Vlierbloemen in melk gekookt, daarin een brok wittebrood geweekt en dit tusschen dunnen linnendoekjes op branderige oogen gelegd, trekken spoedig allen brand eruit; ook oogwar wordt daardoor snel opgelost en genezen', schrijft hij. Zowel het woordgebruik als het recept is voor verantwoordelijkheid van Broeder Aloysius. Toch lijkt mij dit een goed, leuk, eenvoudig recept dat gemakkelijk te maken is en wel degelijk algemeen verzachtend is.

Lees over Broeder Aloysius  http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/34510-broeder-aloysius-troost-der-zieken.html
Mijn afbeeldingen van de vlier vind je op http://pinterest.com/godefridi/sambucus-nigra-gewone-vlier/
Meer info over Sambucus op mijn website:https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/sambucus

dinsdag, mei 29, 2012

Vlierbloesem plukken

Sambuci flos, zo beschrijven de oude apothekersboeken, de bloeiwijze van vlier. Deze bloesems worden medicinaal gebruikt omwille van hun zweetdrijvende en immuunversterkende werking bij virusinfecties met koorts, vooral bij verkoudheid en griep. De bloemtrossen kunnen nu, bij het begin van de bloei, geplukt worden.  Ze worden achter de groene hoofdstengel afgeknipt en zo in trossen opgehangen en gedroogd. Na het drogen kun je eventueel de bloemen van de stengels afritsen om zo een smakelijker product te verkrijgen. Het plukken en drogen moet zonder kneuzen verlopen, omdat anders de witgele bloempjes bruin worden en gedeeltelijk hun waarde verliezen.

Vlierbloesem kunnen we niet alleen als medicijn gebruiken, maar we kunnen er ook een smakelijke limonade van maken, gedroogd in cake, koek of brood verwerken en de bloesems frituren als beignets.

Een recept: Vlierflensjes
Roer een glad pannekoekenbeslag van 200 g bloem, 3 eieren, snufje zout en een halve liter melk. Giet hiervan telkens een flinke lepel in de hete boter in een koekenpan en leg er een lepel afgestroopte vlierbloesem op. Bak de pannenkoeken aan weerskanten bruin, sprenkel er citroensap op en giet er honing over. Je kan de bloemen ook direct door het beslag roeren.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/22937-vlier-geen-verboden-vrucht.html
http://eten-en-drinken.infonu.nl/bereiding/35746-bloemen-in-mijn-bord-vlierbloesem.html

Elder flower has been traditionally used against catarrhal conditions (especially in the upper respiratory tract), such as the flu, colds and sinusitis (Madaus 1938; Hänsel et al. 1994; Braun 1997;  Fleming 2000; Weiss and Fintelmann 2000; Bisset and Wichtl 2001; Barnes et al. 2002; WHO 2002;  Valles et al. 2004; Guarrera 2005; Mills and Bone 2005). Use as expectorant (Grieve 1931; Chiej  1984; WHO 2002) and use in chest complaints (Grieve 1931; Chiej 1984) are also reported.
http://www.ema.europa.eu/docs/en_GB/document_library/Herbal_-_HMPC_assessment_report/2009/12/WC500018238.pdf

vrijdag, mei 25, 2012

Over peterselie

Onderzoekers van de universiteit van Missouri hebben de effecten van 'apigenine', een actieve stof in peterselie, op borstkanker bestudeerd en ondervonden dat het zeer effectief is bij tumoren die gelinkt worden aan progestageen. Dit hormoon wordt samen met oestrogeen gebruikt bij hormoonsubstitutietherapie voor vrouwen in de menopauze en staat bekend voor het vergroten van het risico op borstkanker.

Voor deze studie werd gewerkt met speciaal gefokte muizen waarbij borstkankercellen geïmplanteerd werden. Sommige van deze diertjes kregen een type progestageen toegediend (MPA of medroxy progesteron acetaat). Vervolgens kreeg een deel van de behandelde muizen ook apigenine.

Resultaat?
Bij de muizen die enkel MPA kregen, waren de tumoren gegroeid, terwijl de beestjes die ook apigenine hadden gekregen opvallend kleinere tumoren hadden. De actieve stof uit peterselie had de groei van de kanker daadwerkelijk afgeremd.
"We weten dat apigenine de progressie van de menselijke borstkankercellen vertraagt op drie manieren: het bevorderen van celdood, het voorkomen van celdeling en het onderdrukken van een gen dat geassocieerd wordt met kankergroei. Bovendien verkleint apigenine ook de diameter van de bloedvaten die verantwoordelijk zijn voor het voeden van kankercellen. Hierdoor krijgen tumoren slechts een beperkte stroom van voedingsstoffen, waardoor de kanker als het ware verhongerd en zich moeilijker kan verspreiden.


En wat zegt Dodonaeus in zijn CruydtBoeck uit 1554 over de Cracht ende werckinghe van de 'ghemeyne peterselie'

  • Die ghemeyne Peterselie met andere spijse inghenomen es der maghen seer goet ende bequaem/ ende doet die spijse verteeren/ ende maeckt lust ende begheerte om eten/ ende doet water maken.
  • Die wortelen van dese Peterselie in water ghesoden ende ghedroncken openen die verstoptheyt van der levere van den nieren ende van allen den inwendighen leden/ ende doen die urine lossen/ ende den steen ende dat graveel rijsen ende afgaen. Ende wederstaen alle fenijn.
  • Tot den selven es oock dat saet seer goet ende beeter dan die wortelen/ dat niet alleen die verstoptheden opent ende den fenijne wederstaet/ maer oock alle winden ende opblasinghe doet sceyden. Ende daer om worddet in die Teriakel compositien vermenght.
  • Tselve saet es oock seer goet tseghen den hoest/ in alle Electuarium ghedaen die daer toe dienstelick sijn.
  • Die bladeren van dese Peterselie met broot vermenght/ ghenesen die roode gheswollen ooghen/ ende die sweerende borsten die met gheclontert soch verladen sijn.


http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/27456-peterselie-geschiedenis-van-een-gewoon-kruid.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/58486-peterselie-meer-dan-keukenkruid.html

maandag, mei 21, 2012

St Blaise des Simples

Van Bellegarde en Diois naar De Haan aan Zee, onderweg nog eens een bezoekje gebracht aan Milly-la-Forêt, het kruidendorp in de buurt van Fontainebleau en aan de 'kruidenkapel'.  

De kapel Saint-Blaise-des-Simples in Milly-la-Forêt werd opgericht in de XIIe eeuw. Vroeger was het een leprozenhuis dat de zieken behandelde met geneeskrachtige planten.

Tijdens de restauratie in 1959, heeft Jean Cocteau gezorgd voor de versiering van de Kapel: de kerkramen, de schilderijen van bijbelse scènes en geneeskrachtige planten (genoemd "simples"). De dichter werd begraven in 1963 in de kapel die hij zelf had versierd.


dinsdag, mei 15, 2012

Kruidenstage: bezoek siroperie

Dinsdag. Over de bergen van de Drôme naar Saou en naar Marie-Claire. Visite van Le Panicaut siroperie. Altijd leuk om een nog steeds enthousiaste en efficiënte Marie Claire bezig te horen en te zien. Elk jaar ook weer een kleine nieuwigheid, nu geen extra kruidensiropen maar wel een zuiveringsinstallatie en een nieuwe aanplant van Menthe verte en Menthe bergamot. Als muntsoorten, die zelf ook stevig groeien met hun wortelstokken door grassen en andere woekeraars geinfiltreerd worden, kun je beter een nieuw veld aanleggen. En dat heeft ze dan ook gedaan. De siropen die zij maakt kunnen als lekkernij en als medicijn gebruikt worden. Al mag ze dat niet zeggen. Soorten zijn lavendel, munt, tijm, rozen, brandnetel, venkel rozemarijn, kastanjebloemen, citroenmelisse en anderen.

http://www.siropsdeplantes-lepanicaut.fr/

L'EARL du PANICAUT vous propose des sirops de plantes issues de cueillette sauvage et de culture biologique et vous invite à découvrir le plaisir du goût associé aux bienfaits des plantes.
Les sirops de plantes biologiques du Panicaut sont fabriqués dans le Val de Drôme sur une ferme familiale de moyenne montagne en polyculture-élevage. Adhérent à l'association des Simples et contrôlé par l'organisme certificateur Qualité France, nous avons à coeur de vous proposer des produits qui nous l'espérons sauront vous satisfaire autant pour leurs qualités gustatives que médicinales.

Au coeur des Préalpes, entre Vercors et Provence prend sa source le Roubion au bord duquel se perche le petit village de Francillon sur Roubion. A 600 m d'altitude, dominant le village, se trouve la ferme de Lagier , bâtisse en pierres dont les premières fondations datent du XVe siècle.
Située face à la forêt de Saoû célèbre pour son synclinal perché, la ferme bénéficie d’une vue extrordinaire dans un site remarquable et préservé.

Cueillette sauvage et plantes cultivées
Sur les 14 plantes entrant dans la gamme de nos sirops, 7 sont issues de cueillette sauvage : le romarin, les bourgeons de pin sylvestre, le thym, les fleurs de sureau, les fleurs de châtaignier, les fleurs de tilleul, la lavande fine. A l'exception du romarin qui en culture n'a pu s'adapter à notre versant nord trop froid en hiver, toutes sont cueillies sur la ferme et ses alentours et sur le massif du Couspeau (900m d'altitude). En cueillette sauvage il est indispensable que la cueillette soit faite avec respect pour les sites, grâce à une bonne connaissance du cycle de la plante et de la botanique.
La sauge officicale, la menthe verte, la menthe bergamote, la mélisse, le fenouil, la sarriette et bien sûr les 80 pieds de roses anciennes à parfum sont cultivés selon le principe de l'agriculture biologique.

http://eten-en-drinken.infonu.nl/bereiding/63442-siroop-in-de-oude-kruidenboeken.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/39984-rosa-is-een-roos.html

maandag, mei 14, 2012

Plant aardige mensen


Wie van deze menselijke wezens 
zou een reïncarnatie van 


mariadistel, rozenwortel, wede, venkel, 
tijm, salie, doornappel, alant, linde, 
jeneverbes, ratelpopulier 


of lavendel kunnen zijn?

Wandelen bij Bellegarde

Wandelen in Bellegarde zelf. Naar boven, naar de resten van het oude dorp, een bezoekje aan ons labyrint. En dan verder over de kam met zicht op Bellegarde, Montlahuc en het kerkhof. Jeneverbessen, wilde rozen en vooral mooie lindebomen bekoren hier het landschap. Hier op 850 meter hoogte zijn de lindebomen nog nauwelijks in blad, van bloesem is nog geen sprake. Mooi zijn ze wel, nog karaktervol een beetje kaal en toch botten barstend van leven. Voor het maken van een gemmomiddel (knoppen) is het wat laat en voor het oogsten van bloesem nog veel te vroeg. Dus nu alleen genieten van deze geweldige bomen. Is dat niet de grootste geneeskracht?

We wandelen verder, steken de D61 over naar de vallei van het verlaten huis (Champ Sigot), we vinden verschillende orchideeen, niet verwonderlijk, het is nu eenmaal orchistijd, mannetjesorchis, gevlekte orchis en vooral veel stevige purperorchis. We klimmen naar boven, naar Champ Sigot, in een weiland vinden we de eerste ratelaars. Parasietplanten die hun voedsel gedeeltelijk uit het gras halen, waar ze op groeien. Terug klimmend ontdekken we een veldje met de prachtige, blauw bloeiende gentianen. Dat zo'n een mini-roset zo'n maxi-bloem kan voortbrengen blijft me verwonderen. Via het plekje van de fossielen, de vallei van Marmione en vele andere interessante planten komen we terug in Bellegarde.


Over de ratelaars, Rhinanthus species
Ratelaars niet direct grote medicinale planten, maar wel bijzonder door de bloei en de zaadddoos. De zaden liggen er los in, waardoor ze, bij het schudden enig geluid maken. Rammelen of ratelen dus. Volgens de Pfaf website zou de plant goed zijn voor de ogen (ophthalmic) en een gele kleurstof bevatten. In de oudere kruidenboeken vinden we die werking ook terug. Niet te verwonderen ratelaar is nauw verwant aan ogentroost, de bekendste plant voor de ogen.

Culpepper and other old writers call this plant Rattle Grass, like the preceding species, but Gerard gives also the name of 'Pennygrass,' an allusion to the flattened, fairly circular outline of the capsules. The generic name, Rhinanthus, is derived from the two Greek words signifying nose and flower, from the projecting beak of the upper portion of the corolla. The specific name, crista-galli, means the crest or comb of a cock, because, according to Pliny, it has numerous leaves resembling a cock's comb. Parkinson, writing in 1640, also explains the name by saying the deeply-dented edges of the leaves 'resemble therein the crest or combe of a cocke,' but others have thought the name 'Coxcomb' refers rather to the notched calyx. In France it is called the 'Crête-de-coq.'

The Yellow Rattle was considered to have certain properties in common with Eyebright. Culpepper tells us that it 'is held to be good for those that are troubled with a cough or dimness of sight, if the herb being boiled with beans and some honey; put thereto be drunk or dropped into the eyes. The whole seed being put into the eyes draweth forth any skin, dimness or film from the sight without trouble or pain.'

http://www.botanical.com/botanical/mgmh/r/ratyel07.html
http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Rhinanthus+minor

zondag, mei 13, 2012

Grot van de bron

 Een bijzondere wandeling op onze kruidenstage is altijd weer de klim naar de geheime grot. Alhoewel, zo geheim is die nu al niet meer. Ook het mooie pad vanaf Cornillon is een kruidige ontdekking. In Mei bloeit er de tijm Thymus vulgaris 'linalol', voor de aromatherapie liefhebbers is het interessant om eens een chemotypeplant te zien en te ruiken. Ook wilde lavendel de 'vraie' zoals de Fransen hem noemen, is volop aanwezig, natuurlijk nog niet in bloei. Vele andere warmte- en droogteminnende planten zijn hier aanwezig bijvoorbeeld het Lazerkruid Laserpitium, die vreemd kronkelt, pas uit de leisteengrond te voorschijn komt.

Maar we willen naar onze geheime grot, al zijn er die dat liever niet willen en dat mag en kan dan ook. De overtocht door de rivier Oule en de klim schrikken sommigen toch wel af, zij kunnen rustig op dit mooie plekje bij de rivier blijven. De anderen moeten de rivier over, langs de sprinkelwaterval het natte pad op, op en neer langs een vochtig plekje waar het venushaar volop groeit en dan stijgen op het grinderige en warme pad. Planten zijn er ook bieslelie, engbloem, tijm....en struiken zoals bezembrem die ons houvast bieden. Bijzonder is ook de sprookjesachtige doorgang tussen de Canne de Provençe, daarna is het even schrikken langs de rotspassage, we komen op de kam en dan in de grot, waar zomaar de bron ligt van de beek en de waterval.  Stilte, schoonheid, rust na de klim.

Over Laserpitium siler / Lazerkruid /  Laserpitium siler is an upright, bushy perennial with deeply divided, dark green leaves and erect stems bearing umbels of white flowers in midsummer. Een plant die zelfs Dodoens al beschrijft, maar nu nauwelijks nog gebruikt wordt. Dodonaeus: 'Tsaet van Seseli met wijn ghedroncken sterckt ende verwermt die maghe/ het doet die spijse verteeren/ het versuet dat crimpsel ende weedom in den buyck/ het gheneest die coude huyverachtighe cortsen/ ende es seer goet tot die corticheyt van den adem ende langduerende verouderden hooft. In somma tes seer goet tot alle inwendighe leden'.

Kruidenstage: stoomdestillatie

De eerste dag van onze kruidenstage. We bezoeken al direct een distilleerdemonstratie bij Marie-Odile in La Motte-Chalacon. Kleinschalig en zowel financieel als praktisch haalbaar voor elke herborist in spe. Omdat er, nu in Mei, geen verse lavendel is, wordt er gedistilleerd met gedroogde lavendel. Niks bijzonders want nieuwe oogst wordt meestal ook al wat voor gedroogd.

http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/22764-lavendel-in-geuren-en-kleuren.html


Stoomdestillatie: De planten worden verzameld in een destilleerketel of alambic. Water wordt verhit tot stoom en de stoom wordt door de planten geleid. De etherische oliën worden meegenomen door de stoom. De met oliën verzadigde stoom wordt afgekoeld en in een Florentijnse vaas of scheidtrechter worden de etherische oliën gescheiden van het water. Het water, nu hydrolaat of hydrosol genoemd, is ook bruikbaar. Belangrijk is dat bij het distilleren druk, temperatuur en tijd op de specifieke olie worden afgestemd. Bij sterke verhitting of grotere druk wordt de opbrengst groter ten koste van de kwaliteit. Ook kunnen dan veel actieve bestanddelen vernietigd worden.

zaterdag, mei 12, 2012

Verwilderde tuin, verwilderde gedachten

Mijn verjaardag vandaag en ik trakteer me op een dag werken in mijn jardin des simples. Het is zowat 10 maanden geleden dat ik hier nog was en toch zijn de planten er nog. Verwilderd? Wel ja maar het bevalt me wel. De wede is weer overal geel bloeiend aanwezig, ook de Griekse alant met zijn grote blad kan tegen een stootje, muskaatsalie is alom tegenwoordig. In een hoekje bloeien zelfs enkele rozenwortels, al moet ik die wel beschermen tegen de opdringerige alantplanten.

Het mooie aan een verwilderde tuin is dat je op ontdekkingstocht kan gaan. O! Ja! Rode zonnehoed, vuurwerkplant, Spaanse salie, wilde marjolein, vrouwenmantel.... ik herinner me wat ik zie en vergeet wat verdwenen is. En wat moet ik verwijderen uit deze volle tuin....paardenbloemen en grassen? Of toch alleen maar de paden vrijmaken? Ik begin zowaar te filosoferen, maar filosoferen en werken gaan goed samen.

Over de wede: http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/58818-wede-meer-dan-pastel.html

vrijdag, mei 11, 2012

Aire des Monts de Gueret en Bernard Bertrand

Nog steeds op weg naar Bellegarde. Zonder ontbijt, zonder koffie naar Bellac, Gueret, richting Montluçon...ik rij achter mijn GPS aan met een kritisch oogje op de wegenkaart. Autoweg, pas de péage, ter hoogte van St Sulpice en Gueretois stop ik bij een prachtige Aire (ja, die zijn er!). Hout, eco, met de rug naar de autoweg gekeerd, alle kruidenboeken van Bernard Bertrand in de winkel. Je zou van dit soort stopplaatsen gaan houden. De naam: Aire des monts de Gueret. Grote café au lait 2.50 euro en zon. Van puur genot fotografeer ik hier wat Franse paardenbloemen. Waarschijnlijk hebben die dezelfde waarde als de Belgische: diuretisch, leverstimulerend, spijsvertering bevorderend, bloedsuikerverlagend. 
Over Bernard Bertrand
Ecrivain paysan depuis 1996, Bernard Bertrand est un spécialiste des usages traditionnels des plantes qu'il utilise aussi bien en tant que plantes médicinales,plantes sauvages comestibles,mais aussi leur principaux usages artisanaux (vannerie,menuiserie, écoconstruction,etc...) En boeken dat die man geschreven heeft, niet te geloven, wel met wat herhalingen, maar je moet het maar doen. Een lijstje:

Reeks kleine boekjes over brandnetel, vlier, paardenbloem, munt, smeerwortel...
Vol. 1 : Les secrets de l’ORTIE - 2002 (127 pages)
Vol. 2 : Sous la protection du SUREAU - 2000 (150 pages)
Vol. 3 : Le PISSENLIT, l’or du pré - 1999 (120 pages)
Vol. 4 : Le FRENE, arbre des centenaires - 2001 (132 pages)
Vol. 5 : Pour l’amour d’une RONCE - 1997 (160 pages)
Vol. 6 : Au pays des SAUGES - 2002 (160 pages)
Vol. 7 : Le COQUELICOT poète des champs - 1999 (128 pages)
Vol. 8 : La CONSOUDE, trésor du jardin - 1999 (144 pages)
Vol. 9 : Parfum de MENTHE - 1999 (175 pages)
Vol.10: L’éloge du PLANTAIN - 2000 (120 pages)
Vol.11: Une pensée pour la VIOLETTE - 2001 (168 pages)
Vol.12 : Au royaume secret du LIERRE - 2001 (191 pages)
Vol.13 : Divine ANGELIQUE - 2002 (143 pages)
Vol.14 : La BOURRACHE, une étoile au jardin - 2003 (159 pages)
Vol.15 : Mystérieuse PRELE - 2004 (160 pages)
Vol.16 : De mémoire d'EGLANTINE - 2006 (192 pages)
Vol.17 : L'AIL des ours - 2006 (190 pages)
Vol 18 : Le Bouleau - 2007 (168 pages)
Vol 19 : Des Gentianes et des hommes - 2009 (160 pages)
LA CUISINE SAUVAGE Vol.1 Au jardin - 2004 (128 pages)
LA CUISINE SAUVAGE Vol.2 Des haies et des talus - 2004 (128 pages)
SAVEURS D’ORTIE - 2001 (72 pages)
SAVEURS PRINTANIERES DE FLEURS SAUVAGES - 2002 (88 pages)
SAVEURS ESTIVALES DE FLEURS SAUVAGES - 2003 (88 pages)
SAVEURS DE SUREAU - 2004 (88 pages)
GRIGNOTAGES SAUVAGES, histoire d'une boîte à biscuits - 2007 (168 pages)
LA VANNERIE SAUVAGE initiation + DVD - 2006 (215 pages)
PURIN D’ORTIE & Cie - 2007 (112 pages)
PLANTES SAUVAGES A HISTOIRES - 2004 (110 pages)
LES QUATRE SAISONS DE LA CHEVECHE - 2005 (130 pages)
JE SUIS LE LOUP - 2006 (44 pages)
AGENDA "PLANTES ET SANTE" - 2007 (136 pages)
NICHOIRS & Cie - 2000 (240 pages)
MON POTE LE MOINEAU - 1996 (120 pages)
LA ROUTE DES GRUES - 1998 (216 pages)
LE REVE DE NILS HOLGERSSON - 2000 (64 pages)
LE BALLET DES GRUES - 2000 (64 pages)
JEAN DE PYRENE, REMOULEUR FRANCOIS - 1997 (120 pages)
L’HERBIER OUBLIE secrets de plantes retrouvés - 2004 (160 pages)
L’HERBIER EROTIQUE… - 2005 (211 pages)
LE BESTIAIRE SAUVAGE - 2006 (194 pages)
GLANER dans les PYRENEES - 2004 (180 pages)
GLANER sur les côtes de BRETAGNE, de VENDEE,de charentes,de gironde - 2005 (180 pages)
Le jardin médicinal à la carte - 2006 (132 pages)
Le carnet des simples médecines - 2009 (224 pages)

En zelfs wat kinderboeken, een soort sprookjes over oa engelwortel.
LES FLEURS D'EROS - 2005 (44 pages)
LES CHEVECHES AUX YEUX D’OR - 2002 (44 pages)
LE SECRET DE CUL-BLANC - 2003 (44 pages)
LE TRESOR DE JACASSE - 2003 (44 pages)
LES JARDINIERS DE LA FORET - 2004 (44 pages)
LA MISSION DES HERISSONS - 2005 (44 pages)
LE PERIPLE DES TROTTE-MENU - 2006 (44 pages)
LA LEGENDE D'ANGELIQUE - 2006 (44 pages)
LE RETOUR DES PAPILLONS - 2007 (44 pages)
L'exil de ferme-l'œil - 2008 (44 pages)
Au pays de l'ours - 2009 (44 pages)
L'herbier boisé - 2008 (192 pages)
L'herbier toxique - 2009 (180 pages)

donderdag, mei 10, 2012

Onderweg: Lussac en Affodil

Met terugwerkende kracht. In de gietende regen rij ik van Poullaouen Bretagne naar Bellegarde-en-Diois Drôme.

Van de regen naar de zon? Dwars door Frankrijk, nu niet van Noord naar Zuid maar van West naar Oost: Lorient, Nantes, Cholet, Poitiers... dobberend langs, liefst de niet te betalen autowegen (pas de péage). Voorbij Poitiers, zoekend naar een stop- en overnachtingsplaats en dat wordt een parkeerplaats met platanen (France, hoe kan het anders) in Lussac-les-Châteaux....

's Morgens zon, wat rond kijkend ontdekt ik een groot meer waar ik nog mooier had kunnen overnachten. Lussac blijkt ook meer te bieden, archeologisch, natuur en ook met wolven heeft het een ver verleden. Maar ik, de vluchtige reiziger moet verder, vanavond wil ik in Bellegarde zijn; nog zowat 500 kilometer te gaan, en af en toe stoppen en rondsnuffelen in de berm wil ik zeker wel doen.
Een stevige plant, waar ik zelf niet voor moet rond snuffelen, staat in deze streek overdadig en prominent bloeiend overal in de wegbermen. Asphodelus albus noemt deze indrukwekkende plant, die je eerder op een Afrikaanse steppe verwacht, dan als onkruid langs Franse wegen.

En zelfs onze edelachtbare Dodoens had er al verhaal over. ‘Dit gewas wordt bij de Grieken Asphodelos genoemd, in het Latijn Asphodelus en daarvan komt de bedorven Nederduitse naam affodille, de Latijnen noemen het ook Albucum of Albucus en Hastula regia. De steel met de bloemen heet in het Grieks Anthericos. Plinius schrijft ook dat de steel die de bloem draagt Anthericus heet, maar dat de wortels, dat zijn de bollen of klisters, Asphodelus genoemd pleeg te zijn’.
Dodonaeus ‘De gewoonste soort die we voor de echte Asphodelus houden hebben we Asphodelus major of Asphodelus albus major genoemd, dat is grote affodillen of grote witte affodillen'.

Volgens Theophrastus kan de bol gegeten worden net als de zaden. Uit de bollen wordt een slijm gehaald dat als een lijm gebruikt wordt door de boekbinders en schoenmakers. De melige wortelknol was bij Pythagoras een geliefd voedsel, met kaasjeskruid en vijgen leverde ze een goede maaltijd. De zetmeelrijke wortels bracht een inwoner van Duitsland in de vorige eeuw op de gedachte om een paar ton in te voeren voor consumptie. Waarschijnlijk vanwege de smaak werd dit experiment een fiasco. Bij de Grieken en Romeinen was het gewas ook in gebruik als medische plant, tegen slangenbeten en bij vrouwenziektes.


http://ser.lussac.free.fr/lussac.html

maandag, mei 07, 2012

Bosgevoel

De lente is al even in het Franse land. De natuur volop in beweging. Sommige planten zoals tongvaren en haagbeuk beginnen pas blad te vormen, anderen speenkruid en paardenbloem bijvoorbeeld zijn al uitgebloeid.

Over paardenbloem heb ik al heel wat geschreven, over tongvaren veel minder en over de haagbeuk nog helemaal niets. Dus wat info verzamelen over de haagbeuk, Hornbeam noemt hij in het Engels.

Zijn ze alleen maar feeëriek mooi in het bos, goed voor de natuur of kunnen ze ook geneeskrachtig gebruikt worden?
Van de bloesem wordt wel een Bachmiddel gemaakt. Hornbeam zou vooral goed zijn voor mensen die bij het wakker worden twijfelen of zij de dag wel aankunnen. Zij vinden het moeilijk problemen aan te pakken, hoewel ze uiteindelijk wel alles gedaan krijgen. Een plant voor het zogenaamde maandagmorgengevoel.

In elk geval als we nu door het haagbeukenbos van Fréau wandelen, krijgen we wel degelijk een halleluja-gevoel.




zaterdag, mei 05, 2012

Schepping van de wereld



En
de wereld 
wordt 
elk voorjaar
weer
opnieuw geschapen

En

we zagen
dat 
het goed was









donderdag, mei 03, 2012

Tuinieren en wandelen

Zonnig vandaag en dus veel in de tuin gewerkt. Het was, met de vele regen van de voorbije dagen  al even geleden. Mijn werk vandaag is rond zwieren met de bosmaaier. Niet mijn geliefkoosde bezigheid: stoer doen en plantjes met geweld wegmaaien. Gelukkig kan ik het afwisselen met wat prullerig zaaien, observeren, fotograferen en in mijn eigen filosoferen. Gezaaid dus: pompoen in potjes en op de dijk, daar heb ik wel eerst de oude brandnetels moeten verwijderen. Wat een wortels en hoe intens brandend zijn deze exemplaren van de Urtica dioica. En ja, zuring, hondsdraf en weegbree zijn goed om het netelen te verzachten. Vandaag verder nog courgette, rucola, snijsla en de kleinbloemige tagetes in de volle grond gezaaid en wonderboom, courgette en zelfs een beetje boontjes in potjes. Ook zegekruid en doornappel (Datura ferox) her en der uitgezaaid. Datura ferox is een doornappel zonder stekelige zaaddozen en met grote witte, rechtopstaande bloemen, even hallucinogeen als de Datura stramonium. 
'
Over magisch gesproken. 's Avonds hebben we een mooie wandeling gemaakt naar het bos van Frèau. Op zoek naar bedstro. Volgens de flora van de Finistère zou Galium odoratum daar volop moeten groeien. We vonden geen bedstro wel mooie plekjes daslook en amandelwolfsmelk. Magisch was het wel.