vrijdag, mei 11, 2012

Aire des Monts de Gueret en Bernard Bertrand

Nog steeds op weg naar Bellegarde. Zonder ontbijt, zonder koffie naar Bellac, Gueret, richting Montluçon...ik rij achter mijn GPS aan met een kritisch oogje op de wegenkaart. Autoweg, pas de péage, ter hoogte van St Sulpice en Gueretois stop ik bij een prachtige Aire (ja, die zijn er!). Hout, eco, met de rug naar de autoweg gekeerd, alle kruidenboeken van Bernard Bertrand in de winkel. Je zou van dit soort stopplaatsen gaan houden. De naam: Aire des monts de Gueret. Grote café au lait 2.50 euro en zon. Van puur genot fotografeer ik hier wat Franse paardenbloemen. Waarschijnlijk hebben die dezelfde waarde als de Belgische: diuretisch, leverstimulerend, spijsvertering bevorderend, bloedsuikerverlagend. 
Over Bernard Bertrand
Ecrivain paysan depuis 1996, Bernard Bertrand est un spécialiste des usages traditionnels des plantes qu'il utilise aussi bien en tant que plantes médicinales,plantes sauvages comestibles,mais aussi leur principaux usages artisanaux (vannerie,menuiserie, écoconstruction,etc...) En boeken dat die man geschreven heeft, niet te geloven, wel met wat herhalingen, maar je moet het maar doen. Een lijstje:

Reeks kleine boekjes over brandnetel, vlier, paardenbloem, munt, smeerwortel...
Vol. 1 : Les secrets de l’ORTIE - 2002 (127 pages)
Vol. 2 : Sous la protection du SUREAU - 2000 (150 pages)
Vol. 3 : Le PISSENLIT, l’or du pré - 1999 (120 pages)
Vol. 4 : Le FRENE, arbre des centenaires - 2001 (132 pages)
Vol. 5 : Pour l’amour d’une RONCE - 1997 (160 pages)
Vol. 6 : Au pays des SAUGES - 2002 (160 pages)
Vol. 7 : Le COQUELICOT poète des champs - 1999 (128 pages)
Vol. 8 : La CONSOUDE, trésor du jardin - 1999 (144 pages)
Vol. 9 : Parfum de MENTHE - 1999 (175 pages)
Vol.10: L’éloge du PLANTAIN - 2000 (120 pages)
Vol.11: Une pensée pour la VIOLETTE - 2001 (168 pages)
Vol.12 : Au royaume secret du LIERRE - 2001 (191 pages)
Vol.13 : Divine ANGELIQUE - 2002 (143 pages)
Vol.14 : La BOURRACHE, une étoile au jardin - 2003 (159 pages)
Vol.15 : Mystérieuse PRELE - 2004 (160 pages)
Vol.16 : De mémoire d'EGLANTINE - 2006 (192 pages)
Vol.17 : L'AIL des ours - 2006 (190 pages)
Vol 18 : Le Bouleau - 2007 (168 pages)
Vol 19 : Des Gentianes et des hommes - 2009 (160 pages)
LA CUISINE SAUVAGE Vol.1 Au jardin - 2004 (128 pages)
LA CUISINE SAUVAGE Vol.2 Des haies et des talus - 2004 (128 pages)
SAVEURS D’ORTIE - 2001 (72 pages)
SAVEURS PRINTANIERES DE FLEURS SAUVAGES - 2002 (88 pages)
SAVEURS ESTIVALES DE FLEURS SAUVAGES - 2003 (88 pages)
SAVEURS DE SUREAU - 2004 (88 pages)
GRIGNOTAGES SAUVAGES, histoire d'une boîte à biscuits - 2007 (168 pages)
LA VANNERIE SAUVAGE initiation + DVD - 2006 (215 pages)
PURIN D’ORTIE & Cie - 2007 (112 pages)
PLANTES SAUVAGES A HISTOIRES - 2004 (110 pages)
LES QUATRE SAISONS DE LA CHEVECHE - 2005 (130 pages)
JE SUIS LE LOUP - 2006 (44 pages)
AGENDA "PLANTES ET SANTE" - 2007 (136 pages)
NICHOIRS & Cie - 2000 (240 pages)
MON POTE LE MOINEAU - 1996 (120 pages)
LA ROUTE DES GRUES - 1998 (216 pages)
LE REVE DE NILS HOLGERSSON - 2000 (64 pages)
LE BALLET DES GRUES - 2000 (64 pages)
JEAN DE PYRENE, REMOULEUR FRANCOIS - 1997 (120 pages)
L’HERBIER OUBLIE secrets de plantes retrouvés - 2004 (160 pages)
L’HERBIER EROTIQUE… - 2005 (211 pages)
LE BESTIAIRE SAUVAGE - 2006 (194 pages)
GLANER dans les PYRENEES - 2004 (180 pages)
GLANER sur les côtes de BRETAGNE, de VENDEE,de charentes,de gironde - 2005 (180 pages)
Le jardin médicinal à la carte - 2006 (132 pages)
Le carnet des simples médecines - 2009 (224 pages)

En zelfs wat kinderboeken, een soort sprookjes over oa engelwortel.
LES FLEURS D'EROS - 2005 (44 pages)
LES CHEVECHES AUX YEUX D’OR - 2002 (44 pages)
LE SECRET DE CUL-BLANC - 2003 (44 pages)
LE TRESOR DE JACASSE - 2003 (44 pages)
LES JARDINIERS DE LA FORET - 2004 (44 pages)
LA MISSION DES HERISSONS - 2005 (44 pages)
LE PERIPLE DES TROTTE-MENU - 2006 (44 pages)
LA LEGENDE D'ANGELIQUE - 2006 (44 pages)
LE RETOUR DES PAPILLONS - 2007 (44 pages)
L'exil de ferme-l'œil - 2008 (44 pages)
Au pays de l'ours - 2009 (44 pages)
L'herbier boisé - 2008 (192 pages)
L'herbier toxique - 2009 (180 pages)

donderdag, mei 10, 2012

Onderweg: Lussac en Affodil

Met terugwerkende kracht. In de gietende regen rij ik van Poullaouen Bretagne naar Bellegarde-en-Diois Drôme.

Van de regen naar de zon? Dwars door Frankrijk, nu niet van Noord naar Zuid maar van West naar Oost: Lorient, Nantes, Cholet, Poitiers... dobberend langs, liefst de niet te betalen autowegen (pas de péage). Voorbij Poitiers, zoekend naar een stop- en overnachtingsplaats en dat wordt een parkeerplaats met platanen (France, hoe kan het anders) in Lussac-les-Châteaux....

's Morgens zon, wat rond kijkend ontdekt ik een groot meer waar ik nog mooier had kunnen overnachten. Lussac blijkt ook meer te bieden, archeologisch, natuur en ook met wolven heeft het een ver verleden. Maar ik, de vluchtige reiziger moet verder, vanavond wil ik in Bellegarde zijn; nog zowat 500 kilometer te gaan, en af en toe stoppen en rondsnuffelen in de berm wil ik zeker wel doen.
Een stevige plant, waar ik zelf niet voor moet rond snuffelen, staat in deze streek overdadig en prominent bloeiend overal in de wegbermen. Asphodelus albus noemt deze indrukwekkende plant, die je eerder op een Afrikaanse steppe verwacht, dan als onkruid langs Franse wegen.

En zelfs onze edelachtbare Dodoens had er al verhaal over. ‘Dit gewas wordt bij de Grieken Asphodelos genoemd, in het Latijn Asphodelus en daarvan komt de bedorven Nederduitse naam affodille, de Latijnen noemen het ook Albucum of Albucus en Hastula regia. De steel met de bloemen heet in het Grieks Anthericos. Plinius schrijft ook dat de steel die de bloem draagt Anthericus heet, maar dat de wortels, dat zijn de bollen of klisters, Asphodelus genoemd pleeg te zijn’.
Dodonaeus ‘De gewoonste soort die we voor de echte Asphodelus houden hebben we Asphodelus major of Asphodelus albus major genoemd, dat is grote affodillen of grote witte affodillen'.

Volgens Theophrastus kan de bol gegeten worden net als de zaden. Uit de bollen wordt een slijm gehaald dat als een lijm gebruikt wordt door de boekbinders en schoenmakers. De melige wortelknol was bij Pythagoras een geliefd voedsel, met kaasjeskruid en vijgen leverde ze een goede maaltijd. De zetmeelrijke wortels bracht een inwoner van Duitsland in de vorige eeuw op de gedachte om een paar ton in te voeren voor consumptie. Waarschijnlijk vanwege de smaak werd dit experiment een fiasco. Bij de Grieken en Romeinen was het gewas ook in gebruik als medische plant, tegen slangenbeten en bij vrouwenziektes.


http://ser.lussac.free.fr/lussac.html

maandag, mei 07, 2012

Bosgevoel

De lente is al even in het Franse land. De natuur volop in beweging. Sommige planten zoals tongvaren en haagbeuk beginnen pas blad te vormen, anderen speenkruid en paardenbloem bijvoorbeeld zijn al uitgebloeid.

Over paardenbloem heb ik al heel wat geschreven, over tongvaren veel minder en over de haagbeuk nog helemaal niets. Dus wat info verzamelen over de haagbeuk, Hornbeam noemt hij in het Engels.

Zijn ze alleen maar feeëriek mooi in het bos, goed voor de natuur of kunnen ze ook geneeskrachtig gebruikt worden?
Van de bloesem wordt wel een Bachmiddel gemaakt. Hornbeam zou vooral goed zijn voor mensen die bij het wakker worden twijfelen of zij de dag wel aankunnen. Zij vinden het moeilijk problemen aan te pakken, hoewel ze uiteindelijk wel alles gedaan krijgen. Een plant voor het zogenaamde maandagmorgengevoel.

In elk geval als we nu door het haagbeukenbos van Fréau wandelen, krijgen we wel degelijk een halleluja-gevoel.




zaterdag, mei 05, 2012

Schepping van de wereld



En
de wereld 
wordt 
elk voorjaar
weer
opnieuw geschapen

En

we zagen
dat 
het goed was









donderdag, mei 03, 2012

Tuinieren en wandelen

Zonnig vandaag en dus veel in de tuin gewerkt. Het was, met de vele regen van de voorbije dagen  al even geleden. Mijn werk vandaag is rond zwieren met de bosmaaier. Niet mijn geliefkoosde bezigheid: stoer doen en plantjes met geweld wegmaaien. Gelukkig kan ik het afwisselen met wat prullerig zaaien, observeren, fotograferen en in mijn eigen filosoferen. Gezaaid dus: pompoen in potjes en op de dijk, daar heb ik wel eerst de oude brandnetels moeten verwijderen. Wat een wortels en hoe intens brandend zijn deze exemplaren van de Urtica dioica. En ja, zuring, hondsdraf en weegbree zijn goed om het netelen te verzachten. Vandaag verder nog courgette, rucola, snijsla en de kleinbloemige tagetes in de volle grond gezaaid en wonderboom, courgette en zelfs een beetje boontjes in potjes. Ook zegekruid en doornappel (Datura ferox) her en der uitgezaaid. Datura ferox is een doornappel zonder stekelige zaaddozen en met grote witte, rechtopstaande bloemen, even hallucinogeen als de Datura stramonium. 
'
Over magisch gesproken. 's Avonds hebben we een mooie wandeling gemaakt naar het bos van Frèau. Op zoek naar bedstro. Volgens de flora van de Finistère zou Galium odoratum daar volop moeten groeien. We vonden geen bedstro wel mooie plekjes daslook en amandelwolfsmelk. Magisch was het wel.


woensdag, mei 02, 2012

Dodemansvingers?

Holle stengel
Dodemansvingers! Ook dat is de naam van een plant, een naam die weinig goeds voorspelt. Dodemansvingers of  Oenanthe crocata is een spannende en zeldzame schermbloemige die, bij ons Bretoens huis in grote getale voorkomt. Giftig dus, wat zich niet alleen in de Nederlandse naam vertaalt maar ook in de Engelse Dead Tongue. De ene keer verwijst het naar de verlamming van vingers en de andere keer naar de verlamming van de tong. Dat zijn maar enkele vergiftigingssymptomen die een flinke hap krokante oenanthe kan opleveren.

Oenanthotoxine is de stof in de plant die het centrale zenuwstelsel beïnvloedt. De zenuwen van het gezicht en lichaamsuiteinden worden het eerst aangetast. Andere symptomen zijn duizeligheid, gevoel van verdoving, verlies van kracht, stuiptrekkingen, delirium, spierstijfheid....
Maar de bekendste en interessantste bijwerking is wel de sardonische grijns. Medisch gezien is risus sardonicus, zoals dat genoemd wordt, een probleem waarbij spieren in het gezicht verkrampen waardoor de persoon lijkt te grijnzen. Het woord sardonisch komt van Sardinië. Volgens oude verslagen werden daar in de oudheid oudere mensen, die zichzelf niet meer goed konden verzorgen, gedood door ze dodemansvingers te laten eten. Nadat ze even sardonisch hadden gegrijnsd gingen ze respectvol dood. Een vorm van euthanasie dus.

Dodemansvingers bij de Aulne Pont ar Gorret
Altijd interessant om planten met een verhaal in de tuin te hebben.In zekere zin zijn giftige planten niet gevaarlijk, maar gebrek aan kennis wel.

Info over Oenanthe crocata http://www.homeoint.org/seror/patho1900/oenanthe.htm  All the evidence in all the authorities show clearly that the drug produces in man all the symptoms of epilepsy, and it is in that disease that clinical testimony is gradually accumulating.

Clin Toxicol (Phila). 2009 Apr;47(4):270-8. Poisoning due to water hemlock. Schep LJ, Slaughter RJ, Becket G, Beasley DM.The principal toxins, cicutoxin and oenanthotoxin, belong to a group of C17 conjugated polyacetylenes. They act as (noncompetitive) gamma-aminobutyric acid antagonists in the central nervous system (CNS), resulting in unabated neuronal depolarization that can lead to seizures. Ingestion of even a small amount of plant matter may result in severe intoxication.

http://www.botanical.com/botanical/mgmh/d/drophe21.html Both stem and root, when cut, exude a yellowish juice, hence the specific name of the plant and one of the common names (Yellow Water Dropwort) by which it is known. The juice will stain the hands yellow. The generic name, Oenanthe, is derived from the Greek ainos (wine) and anthos (a flower), from the wine-like scent of the flowers.


dinsdag, mei 01, 2012

Mandragora

Vorige week heb ik niet alleen mezelf maar ook een alruin en een wolfskers helemaal vanuit België naar Bretagne verhuisd. Vanmorgen hebben we ze dan op hun plekje in de tuin geplant. Afwachten wat daar van komt. Wolfskersplanten heb ik er in mijn leven al veel gezaaid en verplant en meestal groeien ze ook goed. Met de alruin Mandrogara officinarum heb ik minder geluk. Of zou hij bij mij niet willen zijn? Toch blijf ik het proberen, hier in het mythische Bretagne moeten magische planten toch vanzelf groeien. 

Mandragora officinarum, het mannetje, het pisdiefje is ongetwijfeld de beroemdste onder de magische planten. De geslachtsnaam is afgeleid van het Griekse woord mandra, wat 'stal’, 'kudde' of 'vee' betekent. Het verwijst mogelijk naar het feit dat de alruin giftig is voor dieren. Het woord alruin betekent 'alle runen'. Deze magische plant zou de deur openen naar de oude kennis van het runen lezen. Volgens een andere bron verwijst alruin naar Albruna, de naam van een zieneres. Lees verder op lhttp://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/40299-alruin-verhalen-over-het-pisdiefje.html

Over Mandragora uit Der Naturen Bloeme van Jacob van Maerlant. In Damme (bij Brugge) maakte Jacob,  "van Merlant" , tussen 1266 en 1270 de eerste natuurlijke historie in het Vlaams / Diets: Der Naturen Bloeme.

Mandragora, als Platearius kent,
es .i. cruud van Orient.
Cout eist ende droghe der toe.
Men vinter of hie ende soe;
die hie es gheblaet inder ghebare
alsoft .i. bete ware,
de soe alst waren louwre blade.
Apple draghen dese ghegade,
soete riekende alsmen weet,
dat men der erden apple heet.

Uut blade ende wortele sine
sijn nuttelic ter medicinen.
Die in heten suchten legt
ende te slapene niet ne plegt,
so salmen met mandraghen bladen
vrouen melc stampen ende begaden,
ende twitte van eye, dies ghelovet,
.i. plaester maken vort vorhoft
bedecter em dien slaep mede.

Die van groter hethede
sijn hovet swert legghe de blade ghewreven
an sinen slaep, et sals begheven.

Dus als hier bescreven staet
maecmen olie mandragoraet:
Die apple stampmen clene
ende mincse met olien ghemene,
dan sietment te samen heet
ende duet dor .i. cleet.
Dits olie mandragoraet
dar hoftswere bi vergaet.
Ende wel slapen doet mede,
ende es goet jeghen allen rede,
up datmen mede striken doe
vorhoft ende slaep der toe.
Men sal oec in goeden wine
.i. stic sieden die wortele sine,
ende ghevent hem drinken diet so staet
dat men hem die lede of slaet,
hi sal hem slapende so vergheten
dat hi der dinc niet sal weten.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/mythologie/89242-mandragora-mythen-en-verhalen.html
http://wetenschap.infonu.nl/scheikunde/62634-alkaloiden-alruin-en-het-zenuwstelsel.html

maandag, april 30, 2012

De Aulne in de tuin

Regen! Regen en regen! Wilgenbomen in onze tuin voor en na de regen. 

De Aulne treedt buiten haar oevers. De Aulne in onze tuin.  Indrukwekkend en ook wel wat beangstigend. Gelukkig zitten we veilig achter onze dijk.

Regen, regen en regen maar ook groen, groen en groen!


Mooi en bijzonder blijft het wel. Achter in de tuin het speenkruid en consoorten in het water.

zondag, april 29, 2012

Paardenbloem

Nog even paardenbloementijd, tenminste voor het plukken van de bloemen. Siroop, gelei, wijn, bloemen drogen om in de thee te verwerken. Allemaal dingen die meer voor het lekkere bedoeld zijn. De straffere, geneeskrachtige delen van de planten zijn vooral de wortel (voor lever, gal, spijsvertering en suikerziekte) en het volwassen blad (als diureticum).
Dat iedereen de paardenbloem kent, merken we wel aan de vele namen die de plant door de eeuwen heen en in verschillende streken gekregen heeft. Toch even een opsomming: Paardebloem, Pisbloem, Varkensbloem, Melkbloem, Konijneblad, Ganzetong, Luusbloem, Kettingbloem, Leeuwetand en niet te vergeten Molsla. Wel heel veel beesten in de naam.

Meer info over de paardenbloem op
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidmail/taraxacum-paardenbloem
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/taraxacum

Een wetenschappelijk overzicht over de paardenbloem werd gepubliceerd in het  Journal of  Ethnopharmacol. 2006 Oct 11;107(3):313-23. Taraxacum--a review on its phytochemical and pharmacological profile. Schütz K, Carle R, Schieber A. Institute of Food Technology, Section Plant Foodstuff Technology, Hohenheim University, August-von-Hartmann-Strasse 3, D-70599 Stuttgart, Germany.


Hier een samenvatting van dat overzicht.
The genus Taraxacum is a member of the family Asteraceae, subfamily Cichorioideae, tribe Lactuceae and widely distributed in the warmer temperate zones of the Northern Hemisphere. The perennial weed has been known since ancient times for its curative properties and has been utilized for the treatment of various ailments such as dyspepsia, heartburn, spleen and liver complaints, hepatitis and anorexia. However, its use has mainly been based on empirical findings. This contribution provides a comprehensive review of the pharmacologically relevant compounds of Taraxacum characterized so far and of the studies supporting its use as a medicinal plant. Particular attention has been given to diuretic, choleretic, anti-inflammatory, anti-oxidative, anti-carcinogenic, analgesic, anti-hyperglycemic, anti-coagulatory and prebiotic effects. Finally, research needs such as quantification of individual Taraxacum constituents and assessment of their pharmacological activities in humans have briefly been outlined.

zaterdag, april 28, 2012

Terug in Bretagne

Terug in Bretagne. Terug genieten van de tuin: van de bloeiende daslook, de brandnetelsoep, de vergeet-mij-nietjes, de maretakken in de hoge populieren, de appelbloesems, het zagen van hout en de zware luchten vol donkere wolken.

Over het vergeet-mij-nietje, dat ik nog wel eens vergeet. In vele talen vinden we dezelfde naam terug. Ne m'oublie pas; Myosotis des bois, forget-me-not, Vergißmeinnicht, non-ti-scordar-di-me.

Dodonaeus noemde het echter muizenoren, en dat is ook de betekenis van de Latijnse naam Myosotis. Hij schrijft het zo mooi; 'Om die ghelijckenisse die de bladeren van desen cruyden met die oorkens vanden Muysen hebben/ zoo wordt dit cruyt in Griecx Myosota en in Latijn Auricula muris gheheeten/ dat es in Hoochduytsch Meuszorlin: in Neerduytsch Muysoore. In Franchois Oreille de souris'. 
En hij adviseert ons vriendelijk plantje als medicijn voor de ogen 'Dit cruyt ghestooten es goet op die uutghebroken apostematien ende sweringhen die in die hoecken van den ooghen comen. Van dese cruyde vindt men oock van de ouden Egiptiens gheschreven/ dat die/ ingaende die Ooghstmaent/ tsmorghens eer hy gesproken hadden/ met dit cruyt bestreken waeren/ dat hy dat iaer gheen leepe oft lekende ooghen hebben en souden'.
Een andere Myosotis het moerasvergeet-mij-nietje wordt dan weer door Dodoens scorpioen cruyt genoemd en ook dat vinden we terug in de hedendaagse officiële naam Myosotis scorpioides.  Die Scorpion cruyden zijn zy dat recht Scorpiodes/ zoo zijn zy zeer goet gheleyt op die beet van Scorpioenen'. Ook hier weer een vorm van signatuurleer, de bloeiwijzen die botanisch schichten worden genoemd, lijken wat op de kaken van een schorpioen en zouden dan ook goed zijn tegen het gif van dat beestje.

http://leesmaar.nl/cruijdeboeck/deel1/capitel039.htm
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/moerasvergeetmijnietje

woensdag, april 25, 2012

Rozemarijn goed voor het haar

Rozemarijn is één van de planten, die traditioneel veel voor het hoofd en het haar (groei) gebruikt werd. Een recent onderzoekje lijkt dat nu te bevestigen.

Topical administration of Rosmarinus officinalis leaf extract (RO-ext, 2 mg/day/mouse) improved hair regrowth in C57BL/6NCrSlc mice that experienced hair regrowth interruption induced by testosterone treatment. In addition, RO-ext promoted hair growth in C3H/He mice that had their dorsal areas shaved. To investigate the antiandrogenic activity mechanism of RO-ext, we focused on inhibition of testosterone 5α-reductase, which is well recognized as one of the most effective strategies for the treatment of androgenic alopecia. RO-ext showed inhibitory activity of 82.4% and 94.6% at 200 and 500 µg/mL, respectively. As an active constituent of 5α-reductase inhibition, 12-methoxycarnosic acid was identified with activity-guided fractionation. In addition, the extract of R. officinalis and 12-methoxycarnosic acid inhibited androgen-dependent proliferation of LNCaP cells as 64.5% and 66.7% at 5 µg/mL and 5 μM, respectively. These results suggest that they inhibit the binding of dihydrotestosterone to androgen receptors. Consequently, RO-ext is a promising crude drug for hair growth.

Promotion of Hair Growth by Rosmarinus officinalis Leaf Extract Kazuya Murata1, Kazuma Noguchi1, Masato Kondo2, Mariko Onishi2, Naoko Watanabe2, Katsumasa Okamura2, Hideaki Matsuda1,* Phytotherapy research

Andere kruiden voor de gezondheid van het haar zijn o.a. brandnetel en Oost-Indische kers. Lees meer op mijn website https://sites.google.com/site/kruidwis/fytotherapie/haargroei


zondag, april 22, 2012

Tuinenergie

Herboristen in de kruidige voorjaarstuin. Planten en mensen fris gewassen beginnen aan een nieuw seizoen. Hier en daar nog verdroogde lavendel en salie, gekwetst uit de winter gekomen, maar ook zij zijn weer met groene moed aan het groeien. Aartsengelwortel begint zelfs al bloem te vormen en de elegante, wilde judaspenning bloeit volop. Wij laven ons aan al die voorjaarsenergie. De grootste geneeskracht is toch zeker gewoon genieten.
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/60681-engelwortel-geschiedenis-van-een-kruid.html
http://www.herboristje.be/

zaterdag, april 21, 2012

Judasoor en anderen

 Even naar het boekendorp Damme. Niet om boeken te kopen maar om ze te verkopen. Zoals te verwachten zonder veel succes. Dan 'maar" wat rond gesnuffeld (niet tussen de boeken) maar tussen het jonge groen op de parking buiten het dorp.

Groot hoefblad, bloeiende dovenetel, pinksterbloem, hondsdraf en mooie judasoren op een vlierstam. Niks bijzonders maar toch altijd genieten. Gelukkig kan ik van niks bijzonders nog altijd genieten. En nu ja, zo appelbloesemblaadjes op een groot hoefblad zijn toch wel bijzonder poëtisch.

Het klein groot hoefblad groeit
Appelbloesemblaadjes al uitgebloeid


vrijdag, april 20, 2012

Gerst

Romeinse gladiatoren leefden bijna uitsluitend van gerst en groenten. Dat blijkt uit onderzoek naar de botten uit verschillende graven die bij de stad Efese in Turkije zijn gevonden.
De reden dat de gladiatoren dit dieet volgden was niet dat ze niet van vlees hielden. Volgens antropoloog Karl Grossschmidt van de universiteit van Wenen was de plantaardige voeding rijk aan koolhydraten en eiwitten. De gladiatoren kweekten hierdoor een vetlaag die voor hen het verschil tussen leven en dood kon betekenen.
'Een dikke speklaag beschermt tegen snijwonden en beschermt de zenuwen en vitale bloedaderen. Als je je vetlaag openhaalt, kun je makkelijk verder vechten,' aldus Grossschmidt.

Door het strenge vegetarische dieet kregen de gladiatoren niet altijd voldoende calcium binnen om hun botten sterk te houden. Daarom dronken ze volgens historische bronnen een mengsel van verbrand hout en as van botten, die grote hoeveelheden calcium bevatten.
Nieuwe studies tonen aan dat de botten van de gladiatoren inderdaad een hogere concentratie calcium bevatten dan die van de gewone bevolking.

Gerst bij Hippocrates en Lonicerus
Reeds door de Griekse arts Hippocrates werd gerst als ge­neesmiddel aanbevolen in de vorm van een graanaftreksel, het zogenaamde ptisane. Veel later in de vroege Middeleeuwen werd gerst als medicijn vermeld in de geneesmiddelenleer van de abdis Hildegard von Bingen (1098-1179). Ook in andere Duitse farmacopees wordt gerst ter behandeling van uit- en inwendige kwalen aanbevolen. Zo schrijft Lonicerus in 1564:
'Gerst is een gezonde, krachtige vrucht voor spijs en drank. Zij groeit zoals spelt, heeft scherpe baarden en een bleekgele kleur. Gerst is koud en droog. Zij wordt voor vele dingen gebruikt, maar vooral om te verkoelen. Men bereidt uit gerst polenta: neem gerst en maal die, maar niet te fijn. Kook dit grof meel in water. Dit gekookte water werkt ge­nezend bij verkoudheid. Men moet het altijd lauw of warm, dus niet koud, gebruiken. Gerst met venkel gekookt, is een drank die de melkvorming bij vrouwen weer op gang brengt. Gerstkorrels in water gekookt tot het water een lichtrode kleur krijgt, helpt diegenen die het te heet hebben, want deze drank verdrijft de onnatuurlijke hitte. Gerstenwater drijft de hitte uit die door hete vochtigheid ontstaat.
Een brij van gerstemeel met een beetje suiker en rozijnen ver­mengd, helpt goed tegen koorts en hitte van de lever. Gerst-kruidenwater is goed om de ergste oogkwalen te behandelen, want het maakt de ogen helder en klaar.

Meer lezen over gerst; http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/96474-gerst-geneeskrachtig.html

zondag, april 15, 2012

Bewandeld beleefd!

Gewandeld! Bewandeld! Beleefd! In Hoegaarden zijn wij. We vertrekken aan de Roccocokerk, wandelen de berg naar beneden richting Nerm en dan de holle wegen in naar Hauthem. Goeie leemgrond in Hoegaarden, dus veel landbouw, de holle wegen zijn dus de vluchtwegen voor wandelaars en wilde planten. Exclusieve, zeldzame planten vinden we hier niet veel maar herboristen zijn enthousiast over de veel voorkomende ordinaire planten. Ze dragen dan soms ook, als een ereteken dat 'vulgaris' (vulgaire) in hun naam, zoals de bijvoet Artemisia vulgaris. Planten die veel bemesting kunnen verdragen of er zelfs van houden. Ook brandnetel, paardenbloem, berenklauw en struiken zoals onze eerbiedwaardige vlier behoren in deze kategorie. Ze zijn ook bijna allemaal topgeneeskruiden, maar hebben voor mij ook allemaal een emotionele waarde. De oude vlierstruiken die hier groeien hebben ooit als beschutting gediend voor mijn spannende avonturen als kind. Ik schreef over de vlier van mijn jeugd  'Als jongen van veertien, was ik natuurlijk niet bewust met natuur bezig, maar die natuur en de vlier was wel het decor waarin we onze avonturen beleefden. Voor kinderen, in elk geval voor mij, is Vlier altijd een avontuurlijke struik geweest. De oudste exemplaren deden dienst als geheime schuilplaatsen voor onze Robin Hoodbende en de uitgeholde stengels werden als blaaspijpen, proppenschieters en als fluitjes gebruikt. Onoverwinnelijk waren we bij de Hoegaardse fabriekvijvers beschut door de bladkoepel van de Vlier en omringd door een muur van kindhoge brandnetels, waar wij alleen door heen geraakten' . http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/22937-vlier-geen-verboden-vrucht.html.


Heksenbezem in de vlier

Maar wij zijn nog altijd aan de wandel. Zo vroeg in het voorjaar is het ook nog wat spoorzoeken naar de planten. Dat is geen handicap integendeel het maakt zo'n wandeling juist wat spannender, we leren beter kijken, de ogen en de neus bij de geurende Hoegaardse grond. De geur van gulheid,
de geur van lang geleden, als kind was je zowiezo dichter bij de grond. Ook de geur van groen, zelfs nu al, het fris sprieterig wel nog subtiel groen van de kleine kamilleplantjes of het harsige, etherische van de nog natte, plakkerige populierblaadjes. Pas uit hun baarmoederknop gefloept en nu wat geschrokken van de winderige Hauthemse hoogvlakte........

Vreemd, verrassend, mooi! Hoe ik Hoegaarden, de grond en de plantjes, als menselijke wezens ga beleven. Het is alsof ik één word met alles, grond, planten, mensen. Eén groot organisme.

zaterdag, april 14, 2012

Fritillaria imperialis

Hoegaarden de toontuinen. Zaterdagavond. De tuinen zijn vandaag blijkbaar ook 's avonds toegankelijk. Onder de eeuwenoude kastanjebomen bloeien de vrolijke narcissen, en in de schemering van kweepeer en moerbei bloeit geheimzinnig de gele Fritillaria imperialis. Zo indrukwekkend heb ik de plant nog nooit gezien. Het gevoel van de schemering, het alleen zijn hier.

Fritillaria dus. De keizerskroon. Hij (of zij) komt in het wild voor van het zuiden van Klein-Azië, via Noord-Iran tot in Afghanistan en Pakistan. De plant wordt in Europa al bijna vierhonderd jaar gekweekt, nadat hij in de zestiende eeuw vanuit Turkije in Wenen in Europa is geïntroduceerd. De bloem en de bol van de keizerskroon verspreidt een geur die mollen zou afschrikken. Volgens sommigen een vossengeur. Hoe ruikt een vos en zouden mollen misschien bang zijn voor vossen? Chemisch gezien noemt de geur 3-methyl-2-buteen-1-thiol, een zwavelhoudende terpeen. Je zou voor minder bang zijn.
Morgen wandel ik hier met de herboristenbende, heel anders, maar ik kijk er wel naar uit.

J Agric Food Chem. 2006 Jul 12;54(14):5087-91. Identification of the volatile component(s) causing the characteristic foxy odor in various cultivars of Fritillaria imperialis L. (Liliaceae).
http://www.pri.wur.nl/nl/nieuwsagenda/archief/nieuws/2006/Vossengeur_van_keizerskronen_geen_mythe.htm

Overnachten in Hoegaarden
Ik sta zomaar op de parking van het sportterrein in Hoegaarden Aan de overkant het bejaardentehuis waar mijn moeder zowat de laatste jaren van haar leven heeft doorgebracht en zelfs nog even een kortstondige bejaardenrelatie heeft gehad.
Vandaag een lesbezoek gebracht aan Ecoflora en morgen een wandeling hier in mijn geboortedorp. De toontuinen al even bekeken en wat rond gereden om een sentimentele overnachtingsplaats te vinden. Eerst naar de kouterhof, een plekje waar in mijn kindertijd wel eens gevaarlijke bohemers kampeerden. Dat leek mij wel een goede plaats om mijn angsten van toen te overwinnen.
Helaas op de vroegere verlaten plaats tussen Hoegaarden en Hauthem, staan nu deftige villa's en daar, min of meer op de oprit van zo'n villa overnachten, lijkt mij niet verstandig. Dus dan maar verder het veld in, naar het broek, voor mij als kind zeker een historische plaats, alleen moest ik nu zowat midden op de smalle weg parkeren en dat durfde ik dan ook niet aan. En ja uiteindelijk dan maar in het centrum van Hoegaarden, de parking bij het voetbalveld, de plaats waar ik lang geleden samen met mijn vader op zondag naar de voetbal ging kijken.

donderdag, april 12, 2012

Tijmtinctuur tegen acné


Herbal preparations of thyme could be more effective at treating skin acne than prescription creams, according to research presented at the Society for General Microbiology’s Spring Conference in Dublin this week. Further clinical testing could lead to an effective, gentler treatment for the skin condition.

Researchers from Leeds Metropolitan University tested the effect of thyme, marigold and myrrh tinctures on Propionibacterium acnes – the bacterium that causes acne by infecting skin pores and forming spots, which range from white heads through to puss-filled cysts. The group found that while all the preparations were able to kill the bacterium after five minutes exposure, thyme was the most effective of the three. What’s more, they discovered that thyme tincture had a greater antibacterial effect than standard concentrations of benzoyl peroxide – the active ingredient in most anti-acne creams or washes.

Wilde tijm in de Drôme
The researchers used a standard in vitro model that is used to test the effect of different substances applied to the skin. The effects of the tinctures were measured against an alcohol control – proving their antibacterial action was not simply due to the sterilizing effect of the alcohol they are prepared in.
These initial findings pave the way for more research into the use of tinctures as a treatment for acne. “We now need to carry out further tests in conditions that mimic more closely the skin environment and work out at the molecular level how these tinctures are working. If thyme tincture is proven to be as clinically effective as our findings suggest, it may be a natural alternative to current treatments,” explained Dr Gomez-Escalada.

A herbal treatment for acne would be very welcome news - particularly for acne sufferers who experience skin sensitivity. “The problem with treatments containing benzoyl peroxide is the side-effects they are associated with,” said Dr Gomez-Escalada. “A burning sensation and skin irritation are not uncommon. Herbal preparations are less harsh on the skin due to their anti-inflammatory properties while our results suggest they can be just as, if not more, effective than chemical treatments.”

Thyme may be better for acne than prescription creams, SGM Society for General Microbiology, 28 March 2012

Ontluikend leven

Zo maar een dag in april, het moment van het jaar dat de bladerloze winterse bomen in harmonie zijn met het piepjonge groen. Nog nattig wurmen de broze blaadjes zich uit de baarmoederlijke boombotten.




dinsdag, april 10, 2012

Boek: Mijn kruidige siertuin

Mijn kruidige siertuin Bellegarde
Heel lang geleden leefden wij mensen in de natuur, we aten uit de natuur en we gingen dood in de natuur. Dat natuurlijk leven had zo zijn eigen voor- én nadelen, veronderstel ik. Nu, zien we dikwijls alleen nog maar de voordelen. Nu, proberen we die bedreigde en niét-bedreigende natuur weer in ons leven en dus ook in onze tuin op te nemen. Dat kan een beetje met een kruidige siertuin. Een tuin die op een bescheiden manier rekening houdt met het natuurlijke, het ecologische van planten, maar ook met hun gebruiks- en schoonheidswaarde. 
Een tuin dus met enige principes. Principes waar je natuurlijk mag en misschien zelfs moet van afwijken. Een tuin vol van planten, die (1)natuurlijk, (2) mooi en (3) gezond zijn. Een ecologische en kruidige siertuin waar je al je zintuigen de kost kan geven. 
Ecologie zonder ergernis, esthetiek zonder franjes en gezondheid zonder complexen, dat moet mijn kruidige siertuin zijn. 

De samenstelling van de kruidige siertuin. 
We proberen een border samen te stellen met vaste planten, die zowel mooi, nuttig als natuurlijk zijn. Als we ook rekening willen houden met de bloem- en bladkleur van de planten, zouden we 2 kleinere borders kunnen maken, een geel-witte en een paars-roze combinatie. Enkele struiken zoals Meidoorn en Gewone vlier vormen de achtergrond. Daarvoor komen voor de gele groep een aantal hogere vaste planten zoals Guldenroedesoorten, Venkel, Zilverkaars, Alsem en eventueel Toortssoorten, dan middelhoge kruiden zoals Duizendblad, Sint-janskruid, Moederkruid, Vrouwenmantel en geelbloeiende Goudsbloem, helemaal vooraan vinden we de Roomse kamille en inheemse Sleutelbloemen, de echte kamille als eenjarige kan zich tussen de vaste planten uitzaaien. 

Een stukje over de vrouwenmantel
Uit al de ervaringen met Alchemilla blijkt duidelijk een looistofwerking in zijn meest brede betekenis; alles wat los zit in het lichaam weer vast maken: (1) bloedstelpend en wondgenezend, (2) stoppend, dus tegen diarree (3) samentrekkend op de huid, (4) bij baarmoederbloedingen en na de bevalling.
De looistoffen in de plant werden reeds in 1939 ontdekt door Muhlemann en benoemd als ellagzuur. Later werd door Lund en Geiger ook andere looizuren gevonden.
Een tweede groep van geneeskrachtige stoffen in de vrouwenmantel zijn de flavonoiden vooral quercitine, hyperoside en anthocyanidinen.
De enige verwijzing naar hormonaal werkende bestanddelen vinden we terug in een oud onderzoek van Muhlemann. Luteinezuur zou de hypofyse beinvloeden, die de werkzaamheid van de eierstokken reguleert.

Of over het moederkruid
Moederkruid, Hemdsknoopjes, Kamillebloemekes, Feverfew of in het Latijn Tanacetum parthenium, vele namen voor een vergeten kruid dat nu weer volop in de medicinale belangstelling staat. Geen echte inheemse plant, maar wel een eenvoudige wildebras die met zijn gele buis- en zijn witte lintbloempjes mooi thuis hoort in onze geel-witte tuin.
De vreemde kamferachtige geur van het blad doet denken aan het Boerewormkruid, ze behoren dan ook allebei tot het geslacht Tanacetum en tot de grote familie der Samengesteldbloemigen.
Moederkruid is een vaste plant, die zo’n 30 tot 50 cm hoog wordt, de bloemen lijken sterk op de Echte kamille, maar de bladeren zijn veel breder en van het Moederkruid bestaan varieteiten met alleen buisbloemen, de zogenaamde Hemdsknoopjes of met alleen lintbloempjes, dus soorten met dubbelle bloemen. Vermeerderen van deze planten is makkelijk, ze zaaien zichzelf uit of kunnen goed gescheurd worden.

Zowel teeltechnische, medicinale en historische aspecten van een aantal basisplanten komen aan bod. Besproken worden o.a. tijm, salie, rode zonnehoed, meidoorn, vlier......Het boekje van 50 bladzijden is als pdf-document verkrijgbaar voor 6 euro.  Te storten op rekeningnummer BE09 0010 5818 8457  (BIC code GEBABEBB)  van Maurice Godefridi met vermelding Kruidige Siertuin.

zaterdag, april 07, 2012

Garlic / Knoflook en darmflora

Nieuw onderzoek over de invloed van knoflook op de darmflora.
Effect of garlic powder on the growth of commensal bacteria from the gastrointestinal tract. Angela Filocamoa, Carmen Nueno-Palopb, Carlo Bisignanoa, Giuseppina Mandalaria, c, Arjan Narbadb. Phytomedicine.

Abstract
Garlic (Allium sativum) is considered one of the best disease-preventive foods. We evaluated in vitro the effect of a commercial garlic powder (GP), at concentrations of 0.1% and 1% (w/v), upon the viability of representative gut bacteria. In pure culture studies, Lactobacillus casei DSMZ 20011 was essentially found to be resistant to GP whereas a rapid killing effect of between 1 and 3 log CFU/ml reduction in cell numbers was observed with Bacteroides ovatus, Bifidobacterium longum DSMZ 20090 and Clostridium nexile A2-232. After 6 h incubation, bacterial numbers increased steadily and once the strains became resistant they retained their resistant phenotype upon sub-culturing. A colonic model was also used to evaluate the effect of GP on a mixed bacterial population representing the microbiota of the distal colon. Lactic acid bacteria were found to be more resistant to GP compared to the clostridial members of the gut microbiota. While for most bacteria the antimicrobial effect was transient, the lactobacilli showed a degree of resistance to garlic, indicating that its consumption may favour the growth of these beneficial bacterial species in the gut. Garlic intake has the potential to temporarily modulate the gut microbiota.

Lees ook https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/allium-sativum-knoflook
http://www.henriettesherbal.com/eclectic/madaus/allium-sati.html


donderdag, april 05, 2012

Monkey ear tree


Woolly spider monkeys may be using plants in very specific ways to influence their reproduction. Two plants that they often eat are high in estrogen, so eating them may actually decrease fertility. In other words, they may be using these plants as a form of birth control. At other times, these monkeys have been observed eating monkey's ear, a plant which may increase a monkey's chance of becoming pregnant because it contains stigmasterol, a precursor to progesterone.
Read more: http://azdailysun.com/lifestyles/pets/animals-and-their-plants/article_1cb01a74-5f8d-53b0-a19f-7a4cad775165.html#ixzz1qxW75F57

Enterolobium cyclocarpum
This large feathery shade tree is very popular in Mexico. The legume pod is curled up and looks like an ear. The species name means fruit in a circle, referring to the oddly shaped pods of this species. This tree is the national tree of Costa Rica and El Salvador. This fast growing tree reaches heights of 100 feet with a spread of 70 feet or more. The trunk is brown with many stems. The bipinnate leaves have 20 to 30 pairs of leaflets. The small white flowers are formed on green pompoms. They are followed by a flattened, dark brown seedpod, curved into a circle about 3 to 6 inches long and resembling a strange ear. Most notably, the pods of this tree are used extensively as decoration and for crafts. The litter from the leaves is used for animal fodder.

dinsdag, april 03, 2012

Longkruid bloeit



Longkruid, Pulmonaria! De woordbetekenis zowel van de wetenschappelijke als de volksnaam voor longkruid verwijst naar zijn vroegere medische toepassing.

Het was Paracelsus (± 1490 - ± 1541) die als eerste de leer van de kenmerken (signatuurleer) ontwikkelde, die inhield dat alle geneeskrachtige planten door hun uiterlijk of door groeiwijze en geur een aan­wijzing geven voor de ziekte die zij zouden kunnen genezen.
Vandaar dat men zegt dat longkruid met zijn gespikkelde bladeren die op een long lijken het geëi­gende middel is tegen long- en borstkwalen. Eeuwen­lang heeft deze opvatting over het longkruid stand gehouden. Nicolaas Culpeper beveelt het aan als hoestdrank, en geeft het lijders aan geelzucht. In de oudere farmacie gebruikt men extracten en aftreksels van de bladeren voor behandeling van ont­stekingen aan de luchtwegen.

Enkele bestanddelen van de bladeren zijn: saponinen, slijmstoffen, tanninen en kiezelzuur. Ondertussen is echter ontdekt dat er ook leverbeschadigende pyrrolizidines in het blad aanwezig zijn, deze zijn niet gevaarlijk op korte termijn maar wel bij maandenlang gebruik.

De plant behoort tot de familie der ruwbladigen net zoals smeerwortel en bernagie. De bloemetjes en  fijn gesneden bladeren zijn verfrissend in salades.
Er zijn ook heel wat soorten zonder 'long'vlekken op het blad en zelfs het gevlekt longkruid Pulmonaria officinalis heeft soms weinig of geen vlekken. Maar andere soorten dan het gevlekt longkruid hebben dan wel weer vlekken op hun blad, bijvoorbeeld Pulmonaria saccharata.

Enkele soorten
  • Pulmonaria angustifolia 
  • Pulmonaria longifolia komt voor in Frankrijk. De exemplaren in het oosten van Frankrijk hebben vaak ongevlekte bladen.
  • Pulmonaria mollis uit Midden-Europa.
  • Pulmonaria montana: het smal longkruid,  komt het nog wel voor in de Ardennen.
  • Pulmonaria obscura
  • Pulmonaria officinalis: het gevlekt longkruid
Lungwort is highly mucilaginous 
Lungwort has a very high content of mucilage, silicic acid, and saponins, all of which contribute to its efficacy as a treatment for chronic lung disease. Both the common and Latin names for this herb reflect its ancient use in the treatment of lung disorders.
Traditionally used in Herbal Medicine as an expectorant to help relieve the symptoms of bronchitis and catarrhs of the upper respiratory tract (Wichtl 2004, Williamson 2003, BHP 1983, Remington and Woods 1918)
Traditionally used in Herbal Medicine as a demulcent to help relieve sore throat (Williamson 2003, Bisset and Wichtl 2001, BHP 1983, Sayre 1917)
Traditionally used in Herbal Medicine as an astringent and/or a demulcent to help relieve diarrhoea (Wichtl 2004, Williamson 2003, BHP 1983, Lust 1974, Sayre 1917)
Traditionally used in Herbal Medicine as an astringent and/or a demulcent to help relieve haemorrhoids (Williamson 2003, Lust 1974, Sayre 1917)
Traditionally used in Herbal Medicine as a mild diuretic (Bisset and Wichtl 2001, Lust 1974)

De specialist van Pulmonaria is wel http://www.bastin.nl/pulmonaria_longkruid.html

maandag, april 02, 2012

Muurbloem begint te bloeien

In de natuur is het nu steeds van, de eerste dit en de eerste dat, het eerste speenkruidbloemetje is nog maar net uitgebloeid of de madeliefjes, de sleutelbloemen en de viooltjes staan al te dringen op de eerste rij. In mijn Haans tuintje nu ook de eerste bloem van de Cheiranthus cheiri, de muurbloem gezien. De gele muurbloem of Violier, zo'n ouderwetse vaste plant die met zijn zoete, specerijke geur ook herinneringen uit mijn verst verleden oproept. Verst bedoel ik dan 60 jaar geleden in Hauthem in de tuin van mijn tante Jeanne en nonkelpeter Maurice. Aan hem heb ik nu nog mijn voornaam te danken. Maar de geschiedenis van de muurbloem gaat wel honderden jaren terug.

Dodonaeus schrijft ‘Dit kruid wordt ook in het Grieks Leucoïon genoemd en Leucoïon melinon, in het Latijn Leucoïum luteum en Viola alba, in het Arabisch keyri, in het Spaans violetas amarilla, in het Nederduits steenviolieren omdat ze zo graag op steenachtige grond groeien en geel violieren, in het Hoogduits Galbe Violaten en soms Gelb Garten Veiel’.

De meester Serapio in het boek aggregatoris in het kapittel cheÿri spreekt dat dit gewas of kruid vele vormen aan hem heeft en vooral aan de bloemen want de bloemen zijn ettelijke wit, ettelijke geel en ettelijke die hebben citroenkleur en welke bloemen citroenkleur hebben dat zijn de besten en zijn beter genuttigd in de artsenij dan de anderen...... Deze bloemen nuttigt men in de artsenij en niet dat kruid noch de wortel. Deze bloemen gekookt in water en dat gedronken drijft uit secundinam, dat is de andere geboorte. Dit alzo genuttigd drijft ook uit de dode geboorte. Deze bloemen gestoten en het sap gelaten in de ogen beneemt de kwade vlekken daarin. Van deze bloemen zullen niet drinken die vrouwen die met kind gaan want dat kind daarvan schade ontvangt want het brengt vrouwen vochtigheid genaamd menstruatie. Tenzij het dan gebeurde zo die vrucht dood is of dat die vrouw gekomen is tot de tijd van de geboorte of dat die vrouw is in grote zware arbeid, dan mogen ze goed drinken van deze bloemen als God dat eerder toestaat.
Item, dat sap van dit kruid met honing vermengt is goed tegen de blaren aan de mond genaamd alcola.
Item. Dit kruid zijn olie vermengt met vlasolie is die pijnen van de milt stillen en is de hardheid van de milt wekhen.
Interessant is mogelijk ook dat van de bladeren verf gemaakt kan worden. 'Van de bladeren van de steenviolieren maakt men een zeer mooie groene verf door die te stampen met wat aluin en zo het sap daarvan te bewaren’wat de schilders en waterververs zeer bekend is’.

En om nog maar eens het geschiedkundig overzicht uit het Lehrbuch der Biologischen Heilmittel, Madaus, 1938 te citeren.

Flora von Deutschland Österreich
und der Schweiz (1885)
 
Hippokrates (Hippokrates Sämtl. Werke, übers. v. Fuchs, 1895, III, S. 345.) erwähnt den Goldlack unter den Frauenmitteln. Auch Dioskurides (Des Pedanoides Dioskurides Arzneimittellehre, übers. v. Berendes, 1902, S. 344.) kennt ihn. Die getrockneten, gekochten Blüten der gelben Form haben nach ihm gute Wirkung als Sitzbäder bei Entzündungen der Gebärmutter und zur Beförderung der Menstruation. In Wachssalbe aufgenommen, heilen sie Afterfissuren und mit Honig Ausschlag am Munde. Die Frucht innerlich genommen und als Zäpfchen eingelegt, fördert die Menstruation und treibt die Nachgeburt und den Embryo aus. Gegen Erkrankungen der Milz und bei Podagra wird die Wurzel verwendet.

Paracelsus (Paracelsus Sämtl. Werke, II, S. 91, 93, III, S. 382, 460.), in dessen Rezepten Cheiri mehrfach auftaucht, verwendet ihn u. a. gegen Paralysis und Schwindsucht.

Vor allem als Frauenmittel rühmt Matthiolus (Matthiolus, Kreuterbuch, 1563, S. 301 c.) die Pflanze, wenn er u. a. schreibt: "Die Blumen von der gelben Veieln gedörrt / gesotten / und getrunken / treibt secundinam, das ist / dz Bälgle / und wirfft die todte Frucht auß Mutterleibe. Schwangere Frauen sollen nicht von diesen Blumen trinken / es sey denn in Kindsnöten / da ziehen sie die Geburt auß / und reinigen die Mutter." Auch äußerliche Verwendung des Mittels kennt er zu Bädern als Vaginapessar und als Pflaster. Diese heilen u. a. "den zerschrundenen After". Auch gegen Milzkrankheiten, Fußgicht und Augenleiden ist Goldlack heilsam.
v. Haller (v. Haller, Medicin. Lexicon, 1755, S. 387.) führt Cheiranthus als Frauenmittel an. Aber auch gegen Nerven-, Herzbeschwerden, Gelbsucht und als harntreibendes und schmerzstillendes Mittel nennt er die Pflanze.
Osiander (Osiander, Volksarzneymittel, 1829, S. 342.) kennt Goldlack als gelindes Emmenagogum.
Clarke (Clarke, Dictionary of materia medica, 1925, I, S. 462.) zitiert Cooper, der das Mittel mit gutem Erfolg bei Affektionen (z. B. Taubheit) infolge Durchbrechens des Weisheitszahnes anwendete.
In der heutigen Volksmedizin wird es bei Leber- und Herzleiden, Wassersucht, Harngrieß, als Emmenagogum und Purgans geschätzt (Vgl. 11), 13); Zörnig, Arzneidrogen, Bd. II, S. 157; Wasicky, Physiopharmakognosie, Bd. II, S. 483.).

Een samenvatting van de werking vinden we bij Pfaff database
Wallflower was formerly used mainly as a diuretic and emmenagogue but recent research has shown that it is more valuable for its effect on the heart. In small doses it is a cardiotonic, supporting a failing heart in a similar manner to foxglove (Digitalis purpurea). In more than small doses, however, it is toxic and so is seldom used in herbal medicine. The flowers and stems are antirheumatic, antispasmodic, cardiotonic, emmenagogue, nervine, purgative and resolvent. They are used in the treatment of impotence and paralysis.
The plant contains the chemical compound cheiranthin which has a stronger cardiotonic action than digitalis (obtained from Digitalis species). If taken in large doses this is very poisonous and so this plant should not be used medicinally without expert supervision. 

Mijn eerste paardenbloem van het seizoen


Mijn eerste paardenbloem van het seizoen, gezien van achter en van voren. En morgen of overmorgen maken we paardenbloemgelei of gelée de pissenlit.

We hebben nodig:
200 gram paardenbloemen (zonder groene kelkblaadjes en steeltjes)
een halve citroen of appelsien
1 kilogram geleisuiker
1 liter water
Pluk voldoende paardenbloemen op een propere plaats. Verwijder zorgvuldig alle groene kelkblaadjes en steeltjes (bitter).
Spoel de gele bloemblaadjes af en kook deze in 1 liter water gedurende 15 minuten.  Zeef de massa door een neteldoek om in stijl te blijven en pers deze licht uit in een nylon zeef. Ik laat wel wat bloemblaadjes in de gelei.  Aan het bloemensap voegt u het sap en de geraspte schil van de halve citroen toe, en of wat appelsien, wat ik smakelijker vind. Samen met 1 kilogram geleisuiker laat u alles nog 4 minuten koken.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/29926-in-de-naam-van-paardebloem.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidmail/taraxacum-paardenbloem