maandag, januari 15, 2018

Winterse plantenkracht

Wolfsmelk wordt hij genoemd. Stoere winterse kracht zoals hij daar glimmend staat op dat stort- en pisplekje in de Lespagnestraat  van Hastière. Om jaloers op te zijn, niet op dat onderkomen groeiplekje maar wel op zijn overlevingskracht. Deze kruisbladige wolfsmelk herinner ik mij vooral van veel vroeger uit de groentetuin van mijn ouders. Hij groeit graag op wat zwaardere verstoorde grond en omdat hij de reputatie had om mollen uit de tuin houden, werd hij gedoogd in de propere groententuintjes van vroeger.

Wolfsmelksoorten bevatten allemaal wit melksap dat enigszins giftig is, soms zelfs dodelijk giftig en daar heeft hij dan ook zijn naam wolfsmelk aan te danken. Melk zo gevaarlijk als een wolf.  Dat planten met wit, giftig en irriterend melksap ook in magische rituelen en heksenzalven gebruikt geweest zijn, hoeft ons niet te verwonderen. Giftig en opvallend sap heeft altijd tot de verbeelding gesproken.

De wolfsmelksoorten worden in het Latijn Euphorbia ge­noemd en volgens Plinius is deze naam afgeleid van Euphorbius, de lijfarts van koning Juba II, koning van Mauritanië die rond 50 voor Christus leefde. Deze arts nam al proeven met wolfsmelk om te zien op welke wijze deze plant in de geneeskunde gebruikt zou kunnen worden. Een andere verklaring voor de naam is dat deze een samenstelling is van de woorden eu = goed en pherbos = voeden. Het gedroogde melksap werd in vroeger eeuwen namelijk ook gebruikt ter genezing van tbc-patiënten Tot een tiental jaren geleden werd onder de naam eu-phorbium nog wel gedroogd melksap in de apotheek verkocht.

Dodonaeus vermeldt nog dat 'De goochelaars en bedriegers van bedelaars plegen hun aanzicht en ganse huid met dit sap te bestrijken om melaats of melaats te schijnen, maar wachten zich wel dat ze dat er niet lang op laten blijven'. Medelijden opwekken door er ziek of onderkomen uit te zien, helpt dat nu nog?







zaterdag, januari 13, 2018

Eindwerken en vogelmuur

Als voorbereiding op mijn betalende blog 'KruidMail', heb ik nog wat gerommeld in de eindwerken van mijn studenten van de opleiding herborist. Jammer toch dat deze werkjes nauwelijks bekend zijn. Het zou toch fijn zijn voor zowel de lezers als de schrijvers dat de kruidenwerkjes niet verborgen blijven in kartonnen dozen maar via de o zo makkelijke digitale netwerken verspreid worden.

Hierbij een willekeurige, kriskras te voorschijn komende eindwerken uit de oude en uit de nieuwe dozen: Theriak van Diane De Wit, Nepeta cataria en andere kattenkruiden van Marleen Aerts, De cacaoboom van Leen Engels, Vogelmuur van Ann Vanermen, Klassekruiden van Yves Vanhoebroeck, Magische planten en rituelen van Micheline Casteels, Wilde groenten van Rita Baele.........

Een recept voor een vogelmuurpesto uit een van de werkjes. Ook nu in januari is verse vogelmuur te vinden.

  • 50 gr verse vogelmuur
  • 1 eetlepel geroosterde pijnboompitten of andere zaden en noten
  • 1 teentje knoflook of probeer eens een daslookknolletje
  • 2 eetlepels olijfolie


Doe alles in een kom, maak het fijn met staafmixer of iets dergelijks. Te verorberen op een geroosterde boterham, bij deegwaren of bij tomaat-mozarella.