zondag, november 22, 2015

Over Cyclamen als geneeskruid

De te warme natuur van november had speciaal voor mijn wandeling in Hoegaarden één winterdagje ingelast. We wandelen in de toontuinen van Hoegaarden, komen vooral voor de indrukwekkende kastanje en lindebomen maar ontdekken dan zomaar onder die reuzenbomen een bloeiend bescheiden bolgewasje, Cyclamen europaeum. Dus hier maar wat bijzondere herboristeninfo over dit Europees varkensbrood, Cyclamen europaeum L.

Deze, van oorsprong alpenplant, kan ook op zeeniveau goed gekweekt worden. Ze bloeit in September en wordt niet hoger dan 15 cm. De platte knollen zijn giftig  door de aanwezige saponinen. Droogt men de knollen of kookt men ze langdurig, dan verdwijnt het gif en worden de knollen zelfs eetbaar. Wilde varkens eten ze graag, vandaar de naam „varkensbrood". De vissers van Sicilië en Calabrië gebruikten ze bij de visvangst als bedwelmingsmiddel. Volgens een Griekse sage kweekte Hécate, godin van aarde en onderwereld, deze planten. Het werd toen„Kuklaminos" genoemd. In de volksgeneeskunde werden de knollen gebruikt ter bezwering van boze geesten die de slaap verstoorden. Men plaatste dan potten met Cyclamen in de slaapkamer. Ook werd het ge­bruikt als geneesmid­del en als voorbehoedmiddel tegen slangenbeten. Dodonaeus 1554 zegt, dat „Wanneer een vrou­we, die van kinde swaer is, over de wor­tel van Verckensbroot quame te schrijden, oft te treden, sij terstont misvallen soude". Toen de Turken in Krain binnenvielen vluchtten de vrouwen en kin­deren voor de ruwe benden over de Karawanken naar Karinthië. Doch zij werden achterhaald en allen vermoord .Waar het bloed der onschuldigen viel, ontstonden planten, wier bladeren aan de onderzijde bloedrood zijn.


Een gedicht van Adolf Kronfeld over de cyclamen

Und wunderbarl Ein Blümchen klar
Erhob sich aus jedem Tröpfchen
Des ungesühnt vergossnen Blute
Und senkte traumd sein Köpfchen,

Ein jedes Blatt Blutfarbe hatt',
Es weinten die rosigen Sterne.
Die Madchen und Frauen gehn in den Wald;
Die suchen und pfliicken es gerne.

Cyclamen europaeum L. wordt nog wel in neusprays bij sinusitis gebruikt

Beperkte klinische studies en epidemiologische gegevens blijken de werkzaamheid en veiligheid van C. europaeum extract bij de behandeling van rhino-sinusitis te bevestigen. De meeste gegevens zijn wel gebaseerd op resultaten bekomen met een specifiek extract. De toepassing van het extract kan worden verklaard door de activiteit van de saponinen.
Verschillende (beperkte) klinische studies werden uitgevoerd vnl. in het voormalige Oostblok. Deze, te samen met epidemiologische studies, zouden wijzen op de veiligheid en werkzaamheid van een gestandaardiseerd extract bij de behandeling van rhinosinusitis [1,2,3,4].

Een gerandomiseerde, dubbel blind, multicenter, placebo gecontroleerde studie uitgevoerd op 99 patiënten in Duitsland concludeerde: 'the analysis shows statistically significant differences between means of facial pain. Cure of endoscopic signs was higher in cyclamen (48,7%) than placebo (30,9%). Both patient satisfaction were in favor of cyclamen. No serious or unexpected adverse events were reported [5].

Een epidemiologische studie (Spanje) kwam tot gelijkaardige besluiten. In hetzelfde artikel wordt het gebruik van het C. europaeum extract naar voren geschoven zowel bij acute als chronische rhino-sinusitis (postoperatief) [6].
Een beperkte klinische studie uitgevoerd ivm toepassing bij otitis toonde eveneens een duidelijke werkzaamheid aan [7].

Farmacodynamiek
De werking zou te danken zijn aan de saponinen in de plant. Deze stoffen veroorzaken verhoogde permeabiliteit bij de zenuwuiteinden (irritatie) en activeren zo de nasale en paranasale mucosa. Als reflex (cholinergische basis) ontstaat een verhoogde secretie, drainage van de sinussen en verwijdering van de slijmen. Het bijkomende osmotische effect stimuleert de celsecretie en vermindert het oedeem in de nasale mucosa.

Referenties:
[1] Khechinashvili S. et al. 2003. Georgian Medical News 9 (102): 41-46.
[2] Kriukov A et al. 2007. Vestn. Otorinolaringol. 2: 33-37 (artikel in Russisch; enkel abstract beschikbaar in het Engels).
Conclusion: "topical administration of Cyclamen europaeum is effective in patients with mild-moderate acute rhinosinusitis or exudative-purulent chronic rhinosinusitis, and no significant differences were observed with respect to the efficacy obtained with conventional therapy."
[3] Mullol J.. 2008. Material of the 22nd Congress of European Rhinologic Society and 27nd International Symposium of Infection and Allergy of the Nose, June 15-19 Crete, Greece: 27-29.
[4] Pfaar O.. 2008. Material of the 22nd Congress of European Rhinologic Society and 27nd International Symposium of Infection and Allergy of the Nose, June 15-19 Crete, Greece: 33-35.
[5] Integretated Clinical and Statistical Report. December 31st 2008.www.clinicaltrials.gov, NCT 00552773.
[6] Mullol J.. 2009. Trends on Rhinosinusitis Diagnosis and Treatment. Otolaryngol. Pol. 63(7): 3-4.
[7] Khechinashvili S. et al.. 2010. A New Method of Conservative OME Treatment. Bulletin of the Georgian National Academy of Sciences 4(3): 132-136.
[8] Method for Obtaining an Isolated Extract of the Plant Cyclamen europaeum L. and Its Use as a Therapeutic Agent. United States Patent 7105189.

woensdag, oktober 28, 2015

Herfst in Hastiere




zaterdag, oktober 24, 2015

Havikskruid bij Bonsoy

Al bij het begin van onze wandeling, nog in het domaine du Bonsoy, vinden we een groep bloeiende oranje havikskruiden. Niet zo direct een bekende geneeskrachtige plant maar wel redelijk zeldzaam. Dit plantengeslacht  is wereldwijd verspreid, met vele soorten en ondersoorten. De grote variaties hebben we te danken aan de speciale manier waarop havikskruiden zich voort planten. De vrucht en het zaad ontwikkelen zich zonder dat bevruchting nodig is. Het blijkt, dat alhoewel stuifmeel rijkelijk op de stempel terecht kan komen, geen 'kieming' van de stuifmeelkorrel plaatsheeft, of, indien dit wèl het geval is, toch geen bevruchting volgt. Dit leidt tot zeer tal­rijke groepen Hieraciums, die wel op elkaar gelijken, maar in detail steeds verschillend blijven en die dus moeilijk te onderscheiden. Als je dan weet dat er nog zelfbestuiving (tussen de bloemen van één hoofdje) en bastaardering tussen soorten kan voor­komen, wordt het duidelijk hoe ingewikkeld en moeilijk de systematiek binnen de havikskruiden is
.
De wetenschappelijke naam Hieracium is vertaald als havikskruid. In de oudheid geloofde men dat haviken het gebruikten als oogdruppels om een bijzonder scherp gezicht te krijgen. Tot na de middeleeuwen volgde men dit goede voorbeeld en gebruikte men het sap in oogwater. Anderen menen dat het 'hierakion' zou heten, omdat het op hoge rotsen groeide, waar haviken huisden. Een andere al even twijfelachtige verklaring, vinden we in het uiterlijk van de bloem­hoofdjes. De straalbloempjes, met hun getande, dwars afge­sneden bloemkroonblad, liggen dakpansgewijs gerang­schikt en het lijnenpatroon dat hierdoor ontstaat, herinnert aan de gestreepte tekening in de veren van een havik.

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/hieracium-havikskruid

Hieracium aurantiacum (syn. Pilosella aurantiaca) est une plante vivace souvent stolonifère faisant partie de la famille des Composées (Astéracées). Connue sous le nom d'épervière orangée, cette plante toute simple, pousse dans les prairies et les zones rocailleuses subalpines des montagnes européennes. Elle est protégée en Alsace et en Auvergne.

Les racines traçantes s'étalent rapidement formant parfois des stolons qui assurent une multiplication et un investissement rapide des lieux, c'est pourquoi elle est utilisée au jardin en couvre-sol pour stabiliser une butte, couvrir un talus ou tout simplement une zone laissée en prairie naturelle. Les feuilles vert bleuté portées en rosettes, laissent émerger de leur centre une tige hérissée de poils noirs portant des bouquets de petites fleurs (0,5 à 2 cm de diamètre) orange lumineux.

Ce coloris éclatant accompagnera parfaitement des fleurs bleues ou mauves comme la campanule, la bourrache, l'agastache ou la vipérine pour former un ensemble champêtre qui attirera au passage les insectes pollinisateurs dans votre jardin !

Cette plante est aussi reconnue pour ses vertus médicinales : en tisanes, elle freine la production de mucosité et est donc préconisée pour les pathologies de l'appareil respiratoire. Elle constitue aussi un bon diurétique. En cataplasme, elle facilite la cicatrisation des blessures.

woensdag, oktober 14, 2015

Onderweg

Weg. Onderweg. Voor de verandering vertrokken met zon diep in de punt van Bretagne en steeds meer wolken en stortregens naar Normandië toe. Autoweg tot Caen is niet betalend, dan N-weg binnendoor naar Rouen. Ik begin het al wat te kennen en zelfs al vaste slaapplekken te krijgen. Nu Pont L’Eveque, een groot plein  Place Foch bij de brandweer en een park, geen officiële camperplek toch staan er meestal welke enkele huisjes op wielen. Ook nu dus, wel wat verstopt, de grote indrukwekkende kerk is ook vlakbij en dus ook het geluid van de klokken.

Ik dwaal even, door de zoals gewoonlijk verlaten straten, en ook zoals gewoonlijk zijn er geen cafés meer open om 9 uur s avonds. Nog open zijn een hotel en een restaurant maar daar kan ik geen koffie drinken. Een hel verlichte winkel trekt mijn aandacht, wel een funeraire begrafenisondernemer, doodskisten en kitscherige grafschriften glinsteren mij tegen, alsof ik al in het hemels paradijs ben terecht gekomen. Als het er zo in het echt uit zou zien, dan blijf ik toch liever op dit aardse paradijs.

Terug in mijn eigen huisje zonder hemels internet, noteer ik dan maar offline mijn mijmeringen en om halftien lig ik al in mijn eigen zwevend bed.

donderdag, oktober 08, 2015

Terug naar Wallonië, lelijk en mooi.

Van Pont ar Gorret Bretagne naar Blaimont België. Ik nader België. Met de kat in de motorhome via Amiens, Valenciennes naar Maubeuge; Wat is het lelijk hier in Maubeuge, wanorde troef, grands surfaces, zigzag straten, wirwarhuizen en het grijze miezerige weer maakt alles nog lelijker. Ik probeer binnendoor, recht op recht van Maubeuge naar mijn woonplaats Blaimont te geraken. En dan als bij wonder wordt in al die Franse chaos met een grote groene wegwijzer Dinant aangeduid. DE weg naar Wallonië dus en naar Hastiere Blaimont. In Cousolre rijden we  (de kat en ik) de grens over en wordt, tot mijn eigen stomme verbazing, alles mooier, de huizen opgeknapt, rechte gladde wegen, groener landschap en zelfs meer licht door het dichte wolkendek. Ik zoefzweef over verlaten wegen langs l'Eau d'heure, Cerfontaine, Phillipville naar Anthée en Hastiere. Herfst nestelt zich op de flanken van de Maasvallei.

dinsdag, oktober 06, 2015

Afrikaantjesverhalen

Tagetes lucida
Tagetes minuta
Afrikaantjes, Stinkertjes......ouderwetsere planten bestaan er niet. Als 'alternatieve, moderne' zeventigjarige heb ik dus jaren niks willen weten van zo'n lelijke bourgeoisbloemen als deze stinkers. Het was de geur uit de tuin van mijn ouders, uit de tuin van mijn tantes, uit de tuin van al de buren van lang geleden. Een vreemde geur die nu pas betekenis krijgt, de geur van mijn geboortedorp Hauthem, geur die herinnering oproept aan het avontuur van kind zijn.

Van de stijve, stoere roestbruine Tagetessoorten hou ik nog steeds niet, maar de andere leden van de familie kunnen mij nu wel bekoren. Vooral toen ik ontdekte dat er ook fijnzinnige familieleden tussen zitten, soorten met kleine sierlijke oranje of gele bloemen maar ook metershoge wilde exemplaren. En helemaal overtuigd was ik na kennismaking met hun geneeskrachtige en licht hallucinogene werking, kwaliteiten waar zelfs de oude Azteken op verzot waren.

Neem nu de Tagetes minuta, volop groeiend in onze Bretoense tuin. Het is een afrikaantjessoort, uit Zuid- en Midden-Amerika, die geteeld wordt om zijn etherische olie en om zijn aromatische bladeren en bloemen. Hij wordt Hucatay genoemd.
Het is een eenjarig kruid, lid van de Composietenfamilie (Asteraceae) , met glanzende, lichtgroene bladeren. De bladranden zijn licht gezaagd. De onderkant van het blad is voorzien van een aantal meercellige kliertjes, punctata genoemd, die een drop-anijsaroma afgeven wanneer je ver het blad wrijft. Deze oranjekleurige kliertjes bevinden zich ook op de stengels en de schutbladeren van de lichtgele , weinig opvallende bloemen.
De smaak van hucatay is nogal bijzonder, je proeft dragon en basilicum, maar zeker ook munt en koriander.
Zaden Tagetes
De bladeren worden als keukenkruid gebruikt, bijvoorbeeld als vuling voor wild. Bekend is de Salsa huacatay, eigenlijk meer een pesto, gemaakt met huacatay en zachte schapenkaas. Deze saus wordt onder meer gebruikt in een aardappelgerecht dat ocopa heet, en een specialiteit is van Arequipa in het uiterste zuiden van Peru (ocopa arequipeña).

Maar Tagetes minuta is ook een efficiënt bestrijdingsmiddel tegen grondaaltjes en medicinaal goed voor luchtwegen en spijsvertering ' a decoction made by steeping a "double handful" of the dried plant in boiling water for 3 to 5 minutes is used as a remedy for the common cold; including upper and lower respiratory tract inflammations, and for digestive system complaints; stomach upset, diarrhea, and "liver" ailments. The decoction is consumed warm, and may be sweetened to individual taste (Neher 1968; Parodi 1959; Cavanilles 1802).

Ook  Dodonaeus kende al de Afrikaantjes, over de naamgeving schrijft hij 'De Brabanders en de Vlamingen noemen deze bloemen gewoonlijk Tunisbloemen. Men noemt ze tegenwoordig op het Latijn Flos Africanus en Flos Tunetensis, dat is bloem van Afrika of bloem van Tunis’.
Na de succesvolle veldtocht van Karel de V. tegen de Moorse vesting in Tunis in 1596 werd het Flos Africanus genoemd. In Engeland dacht men dat het plantje daar vandaan kwam. Zo werd het Africanus Flos, Africaanse bloem of Tunis bloem. Het afrikaantje, Duitse Afrikane- of Tuneserblume, Studentenblume, Sammetblume, Samtblumen, Franse fleur africaine, fleur de Tunis en Tagete rose d'Inde, Engelse African marigold en Turkey gilliflower. En de wetenschappelijke naamTagetes zou geinspireerd zijn op de Etruskische godin Tages, die de kunst van waarzeggerij kende. Niet mis voor een plantje uit de oude doos.

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/tagetes-afrikaantjes

donderdag, oktober 01, 2015

Moesdistel

Onze Bretoense groententuin
Een zeer oude bekende voor mij, deze moesdistel. Een zachtere, minder prikkerige variant van onze akkerdistel. Vroeger, zeer lang geleden, toen mijn haar en baard nog pikzwart was en ik als milieuridder met mijn Baarlese vrienden op zondagmorgen vroeg langs het Merkske wandelden, kwam ik veel moesdistels tegen. Ook nu is de plant niet echt zeldzaam en heb ik een stevig exemplaar gewoon in de groententuin staan. De jongere bladeren kunnen in het voorjaar gestoofd gegeten worden maar ook in het najaar, als de bloeitakken verwijderd zijn, is het blad eetbaar. Je kan de bladeren, net zoals asperges of kardoen,  afdekken om zo'n krokantere variant te verkrijgen.


Het is verwonderlijk dat zo veel voorkomende planten als de distels, zo weinig gebruikt geweest zijn. Zou het zijn omdat we zo'n hekel hebben aan die prikkerige planten? Maar wat doen we dan met brandnetel? Of zouden deze distels geen gebruikswaarde hebben? Ook dat lijkt mij zeer onwaarschijnlijk. Er zijn wel degelijk andere distels medicinaal veel gebruikt. Ik denk dan vooral aan de gezegende distel en recenter Mariadistel. Hoe zit dat met de moesdistel?


Moesdistel is een vaste plant met bleekgele bloemhoofdjes die omhuld zijn door geelgroene schutbladen. Deze omhulling doet een beetje aan groenten als sla en kool denken. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom deze plant de naam moesdistel draagt en men de plant ook is gaan eten. Een andere vorm van signatuurleer.  De Nederlandse naam ‘moesdistel’ en het Duitse ‘Kohldistel’ wijzen op het vroegere culinaire gebruik van deze plant: de jonge bladeren en de stengels werden en worden onder andere verwerkt in groentesoepen en hutsepotten.

In onze Bretoense kruidenliteratuur wordt vermeld dat niet alleen het blad, maar ook de jonge wortels en de bloemknoppen eetbaar zijn. Le Cirse maraîcher est une plante sauvage comestible riche en acides aminés, en minéraux et en vitamines. On consomme sa racine crue ou cuite mais il faut la récolter avant la floraison. Les jeunes feuilles peuvent être utilisées en salades et les inflorescences, débarrassées de leurs piquants, se consomment comme les artichauts. Maar.... de bloemknoppen eten als artisjok was mij toch te pluizig.

Moesdistel komt voor in Midden- en Oost-Europa en West-Siberië. In Nederland is de plant vrij zeldzaam, je kunt haar alleen in Zuid-Limburg en Noord-Brabant tegenkomen. In België is ze vrij algemeen in het zuidelijke deel van de Ardennen en in Brabant. Je vindt Moesdistel aan waterkanten, in broekbossen en op verstoorde plekken. De plant groeit goed op kalkhoudende, natte, voedselrijke gronden van klei, leem en zand. Telen als groente is goed mogelijk, je kan zaaien of oudere planten scheuren.

Een receptje: Aardappel-moesdistelpuree
Aardappelen samen met jong moesdistelblad en eventueel snijbiet, spinaziezuring en brandnetelblad gaar koken, afgieten, een klontje boter, wat melk, peper, nootmuskaat en zout toevoegen en alles met een vork fijn maken.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/41008-distels-en-doornen.html

zaterdag, september 26, 2015

Dahlia dahlia dahlia

Dahlia's zijn niet direct mijn lievelingsplanten maar de kleine pompombloemen die nu verwilderd langs de boerderijruine naast ons Bretoense huis bloeien, kunnen mij wel bekoren. Hoe zij elk jaar weer stralend opboksen tegen grassen, teunisbloemen en wilde asters spreekt mij wel aan. Als ik dan ontdek dat de knollen ook nog eetbaar zijn en de bloemen kleurstoffen bevatten, begin ik ook deze protserige bloemen te bewonderen.

Dahliaknollen bevatten net zoals paardenbloem, cichorei en aardpeer veel inuline. Mrs Grieve 1931 beschreef het proces om er inuline uit te winnen. Iets om eens te proberen?
The Inulin obtained in Dandelion and Chicory is also present in Dahlia tubers under the name of Dahlin. After undergoing a special treatment, Dahlia tubers and Chicory will yield the pure Laevulose that is sometimes called Atlanta Starch or Diabetic Sugar, which is frequently prescribed for diabetic and consumptive patients, and has been given to children in cases of wasting illness.
There was a very considerable business done in this product before the War by certain German firms. In a paper read at the Second International Congress of the Sugar Industry, held at Paris in 1908, it was stated that pure Laevulose is preferably made by the inversion of Inulin with dilute acids, and that the older process of preparation from invert sugar or molasses does not yield a pure product. The first step in the technical production of Laevulose is in the preparation of Inulin, and Dahlia tubers or Chicory root, which contain 6 to 12 per cent of Inulin are the most suitable material. Chicory root can readily be obtained in quantity, and Dahlia plants, if cultivated for the purpose, should yield in a few years a plentiful supply of cheap raw material.

For extraction of the Inulin, the roots or tubers are sliced, treated with milk of lime and steamed. The juice is then expressed and clarified by subsidence and filtration, the clear liquid being run into a revolving cooler until flakes are produced. These flakes are separated by a centrifugal machine, washed and decolorized, and the thus purified product finally treated with diluted acid, and so converted into Laevulose. This solution of Laevulose is neutralized and evaporated to a syrup in a vacuum pan.

Laevulose can be produced in this manner from Chicory roots and Dahlia tubers at an enormous reduction of price from the older methods of preparing it from molasses or sugar, the resultant product being moreover of absolute purity. Its sweet and pleasant taste are likely to make it used not only for diabetic patients, but also in making confectionery and for retarding crystallization of sugar products. It can also readily be utilized in the brewing and mineral water industries.

The research staff of one of the Scottish Universities during the War developed a process of extracting a valuable and much needed drug for the Army from Dahlia tubers, and was using as much material for the purpose as could be spared by growers.


En brood of koekjes bakken: Dahlia Bread (Dahlia pinnata)
The tubers should be just dug so there’s not a thick skin on them. Washed well. Peeling is optional.

Preheat oven to 200°
3 eggs
1 cup oil
2 cups sugar
2 cups grated Dahlia tuber
2 tsp vanilla
3 cups flour
1 tsp salt
1/4 tsp. baking powder
1 tsp. soda
2+ tsp cinnamon

Beat eggs until light and foamy. Add oil, sugar, grated dahlia tuber and vanilla. Mix lightly but well. Sift dry ingredents together. Add to wet ingred. Mix only until blended. Put into greased loaf pans. Bake in 200° oven for 1 hour.

http://www.eattheweeds.com/dahlia-pinnata/






zaterdag, september 19, 2015

Klimop

Er zijn zo van die planten die er altijd zijn en daardoor juist niét opvallen. Klimop bijvoorbeeld. Overdadig aanwezig in onze Bretoense bostuin als grondbedekker, hoog klimmend in de populieren of besvormend op oude muren. En toch heb ik nog weinig geneeskrachtig nagedacht of geschreven over deze plant. Het komt vooral omdat de plant licht giftig is en bij gebruik dus goed gedoseerd moeten worden. Toch wordt het blad in de professionele fytotherapie af en toe gebruikt. Uitwendig oa tegen cellulitis en inwendig bij hoest en astma. Klimop werd al in het oude Egypte en Griekenland gebruikt bij verschillende kwalen. Komen die gebruiken overeen met de toepassingen nu of zijn er tegenwoordig geheel andere inzichten?


In de oudheid werd klimop gebruikt bij hoofdpijn, slijmvorming en koorts en er werden magische krachten aan toegeschreven. Bij uitwendig gebruik zou het helpen bij builen en blauwe plekken. Plinius de Oudere (77 na Chr.) schrijft dat personen die door bijen gestoken worden, als tegengif het sap van kaasjeskruid of dat van klimop moeten drinken. Maar verder dicht hij klimop erg tegenstrijdige medicinale toepassingen toe: de plant verstoort de geest enigszins, maar zou hem, als je teveel gedronken hebt, ook weer ophelderen!

Dodonaeus in zijn Cruyde boeck,  1554,Van Veyl. Kracht en werking.
De bladeren van klimop die in wijn gekookt worden genezen grote wonden en zweren en als het op de voort etende zweren gelegd beneemt het verder gaan ervan.
Dezelfde bladeren die op dezelfde manieren gebruikt worden genezen ook hetgeen dat door het vuur verbrand is of door heet water, het verkoelt als het klein gestampt is en daarop gelegd wordt.
Dezelfde bladeren die met azijn gekookt worden genezen de verharde en verstopte milt als het daar op gelegd wordt.
Het sap van de bladeren en zo ook van de vruchten dat door de neus opgehaald wordt zuivert de hersens en trekt daar door de neus de taaie fluimen en andere koude vochtigheden uit waar de hersens mee verladen zijn.

Anno nu laat wetenschappelijk onderzoek zien dat klimopextract werkzaam is bij luchtwegaandoeningen als hoest en astma. De dosering is hierbij van groot belang: een te hoge dosering werkt vaatvernauwend en irriterend, en kan zelfs giftig zijn. Daarom is registratie als geneesmiddel eigenlijk een voorwaarde voor veilig gebruik.

Bij uitwendig gebruik, zoals bij bijensteken, beenzweren en cellulitis, werken kompressen met klimopblad verlichtend, mogelijk omdat het sap door de vaatvernauwende werking de gevoeligheid van de oppervlaktezenuwen voor pijn en jeuk vermindert.

Een onderzoekje.  Phytomedicine. 2009 Jan;16
Tolerance, safety and efficacy of Hedera helix extract in inflammatory bronchial diseases under clinical practice conditions: a prospective, open, multicentre postmarketing study in 9657 patients.
Fazio S1, Pouso J, Dolinsky D, Fernandez A, Hernandez M, Clavier G, Hecker M.
In this postmarketing study 9657 patients (5181 children) with bronchitis (acute or chronic bronchial inflammatory disease) were treated with a syrup containing dried ivy leaf extract. After 7 days of therapy, 95% of the patients showed improvement or healing of their symptoms. The safety of the therapy was very good with an overall incidence of adverse events of 2.1% (mainly gastrointestinal disorders with 1.5%). In those patients who got concomitant medication as well, it could be shown that the additional application of antibiotics had no benefit respective to efficacy but did increase the relative risk for the occurrence of side effects by 26%. In conclusion, it is to say that the dried ivy leaf extract is effective and well tolerated in patients with bronchitis. In view of the large population considered, future analyses should approach specific issues concerning therapy by age group, concomitant therapy and baseline conditions.

donderdag, september 17, 2015

Wild voedsel: smeerwortel en anderen

Wild weeer vandaag, wolken, wind en zon. Weer dus om ook wild te eten. Ik zoek wat bij mekaar in groententuin en langs bosrand. Enkele aangewreten raapjes en twee wortels  uit de tuin worden samen met 4 gesprokkelde aardappels gaar gekookt. Ook snijbietblad, smeerwortelblad en topjes brandnetel oogst ik langs onze bosrand. De brandnetel liefst met de blote handen plukken, goed voor de vingerkootjes en anders kun je ze (de handen of de brandnetels) nog altijd in de smeerwortel draaien. Dit wild mengelmoes stoof ik met boter en gekruide olie, meng het na 5 minuten met een meel, ei, waterdeegje. Snel al roerend opbakken nog wat blokjes kaas er doorheen en dan deze korrelige hopelijk licht krokant brokjes samen met de gemengde groenten warm opdienen.

Smeerwortel inderdaad, een blad dat ruwbladig is maar snel smelt in de pan en zich dus goed leent om kort te stoven of om gedrenkt in een hartig beignetbeslag te frituren. Een krokantje dus.

De smeerwortel botanisch bekeken
Symphytum officinale behoort tot de familie van de Boraginaceae of ruwbladigen, de plantenfamilie waar ook bernagie en vergeet-mij-nietje bij hoort. Het is een overblijvende kruidachtige plant, die vooral op vochtige graslanden en aan de waterkant gevonden wordt. Ze bezit een forse penwortel. Deze wortels kunnen zo'n 30 centimeter lang en 3 centimeter dik worden. Zoals een oude naam zwartwortel al doet vermoeden zijn de wortels aan de buitenkant zwart-bruin gekleurd. Wordt de verse wortel doormidden gebroken dan kan de snel naar wit-geel verkleurende witte binnenkant waargenomen worden.

Vanuit de wortel ontspringen langgesteelde bladeren, die bijna tot een halve meter lang kunnen worden, en een of meer bloeistengels. Deze stengels zijn zo'n 2,5 centimeter dik, vlezig, hol en naar boven toe vertakt met kortgesteelde tot zittende bladeren. De bladeren zijn langwerpig tot lancetvormig-eirond en lopen in een lange piek uit. Aan de voet zijn ze geleidelijk of meer abrupt versmald. Alle bladeren zijn aflopend en hebben een netvormige nervatuur. Aan de bovenkant zijn ze dun behaard; dit in tegenstelling tot de onderkant, waar de haren vooral rond de nervatuur zijn te vinden.

Een bijzonder kruid voor de huid. Een Middelnederlands zalfrecept voor de huid: ‘Salve: neemt populierbotten ende smeerwortelen ende nachtscade ende malrovie; dese cruden ghesoden in smeere ende ghewronghen door een cleet, deze salve es goed jeghen drope (schurft) ende doet zweeren heelen.’ De Smeerwortel werd zeer geacht, reden waarom men hem ook in de hoven aanplantte. In de middeleeuwen werden de jonge stengels als groente gebruikt; deze werden als asperges klaar gemaakt. Zeker iets om opnieuw te proberen en ja, de plant bevat pyrrolizidine-alcaloïden, stoffen die op lange termijn schadelijk kunnen zijn voor de lever, maar wel volledig veilig zijn op korte termijn. Of durft er nu niemand meer smeerwortel eten?

Meer over smeerwortel: https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/symphytum-officinale-smeerwortel