dinsdag, april 16, 2024

Over hondstong en wild weer

Wild weer vandaag. Wind, woeste regenvlagen. Een goeie weer om zaden van mottenkruid en rasperige hondstong in mijn wilde boshelling los te laten. Alsof ik beesten hun vrijheid terug geef.

Hondstong of Cynoglóssum komt van de Griekse woorden kuoon, kunos: hond, en glossa: tong. De naam Hondstong is ontstaan omdat de vorm van het blad en het ruwe oppervlak ervan aan de ruwe tong van een hond deden denken. De soortnaam officinale wil zeggen dat het kruid in de geneeskunde werd gebruikt en in de officina: werkplaats, hier apotheek, aanwezig was.
Opvallend is dat bijna alle volksnamen, ook in het buitenland, met de woorden hond of tong verbonden zijn. Zoals Hondetong, Hondskruid, Hondstongwortel en Hounetong. Ook in de oude kruidboeken treft men alleen deze naam aan. Reeds in de twaalfde eeuw komt men Huntzunge tegen en in een Oudduits glossarium van nog oudere datum komen we de plant tegen als Hundezunga.

Natuurlijk was een plant met een dergelijke naam goed bij hondenbeten, zo vertelde men elkaar. In de Oudheid was de plant bij artsen bekend als koortsstillend middel. Door afkoking, hetzij van de bladeren hetzij van de wortel, bereidde men een pijnstillende en rustig makende drank, die vooral geprezen werd bij borstkwalen en verbrandingen. Dit laatste gebruik vinden we reeds bij Dioscorides vermeld. De arts P. Nijlandt (1682) deelt mede dat het recept van de laatstgenoemde luidde: ‘Neemt het sap van dit geheele Kruyt, vermenght het met gesmolten Varckensreusel ende bestrijckt het daer mede.’ In deeg gebakken hielp het, meende men, tegen aambeien; ‘inwendige speenen,’ noemt Nijlandt ze. Hij geeft eveneens een recept voor dit euvel: ‘Neemt de wortel die onderde assche gebraden is, snijt hier van de gedaente van een set-pil, ende steeckse in ’t Fondament.’ De pillen om de pijn in de buik te verzachten waren eertijds in de apotheek te verkrijgen en waren daar bekend als Pilulae de cynoglossa. 

Vanwege de niet aangename geur gebruikte men de plant om ratten en muizen te verdrijven; dit gebeurde vooral in Duitsland. De namen Raddekraut en Raddefluch (Rattenvlucht) wijzen daarop. Dat dit geen verhaaltje blijkt te zijn, kunnen we opmaken uit het experiment dat twee biologen van de universiteit van Klausenburg verricht hebben. Ze legden in een terrarium voedsel neer, waar omheen een krans van hondstong aangebracht was. De in het terrarium gebrachte muizen en ratten raakten het voedsel niet aan en stierven. 

Geen opmerkingen: