dinsdag, december 01, 2020

Over de maretak uit de Herba, tijdschrift herboristenvereniging juni 2001, 20 jaar geleden

Maretak heeft een traditionele rol als versiering tijdens de kerstdagen, de plant moet het lot gunstig stemmen tijdens het komende jaar. (Dat zal wel nodig zijn in 2021)

Maretakken in populieren
Mijn eerste huismaretak dateert van 2 jaar geleden, meegebracht van een wandeling met Maurice in de buurt van Dinant. Maurice heeft toen voor alle deelnemers uit een perenboom maretakken gesneden.
Vorige winter heb ik in de Gaumestreek prachtige maretakken gezien. Ik kon ze echter niet mee naar huis nemen omdat ze te groot waren om te vervoeren met de trein.
Deze winter heb ik me terug kunnen voorzien van maretakken. Ik heb ze meegebracht uit de Franse Vogezen, waar menig appelboom met maretakken tiert.

De maretak is een semi-parasiet, hij profiteert van de kracht van de boom en gebruikt het water en de mineralen die de boom via zijn wortels naar boven zuigt, maar hij doet zelf aan fotosynthese.
Maretak woekert op wel honderd verschillende boomsoorten. Hij is voornamelijk te vinden in fruitbomen en in populieren, op kalkhoudende grond. In zeldzame gevallen vinden we de plant ook wel in eik, beuk, olm of hazelaar. De eik en de beuk hebben een waslaag op de schors wat kiemen moeilijk maakt.
Maretak komt nooit voor op de plataan omdat de schors afschilfert.

In de 16de eeuw ontdekten botanici dat de maretak werd verspreid door vogels. Het eerste geschreven bericht hierover verschijnt in 1532 in Engeland van de hand van een zekere Turner.
Het zijn voornamelijk lijsters en merels die de vruchten eten en hun uitwerpselen met de onverteerde zaden achterlaten op de takken. Het zaad kiemt en maakt een zuigwortel, die door de bast heen dringt en zich vastzet in het weefsel.
Bij ontkieming is de maretak nog geen semi-parasiet maar een epifyt die zelf voor water zorgt. Er moet dus voldoende vocht in de vorm van regen of mist in de lucht aanwezig zijn. De plant heeft pas later in zijn ontwikkeling een parasitair karakter verkregen, iets dat nu erfelijk geworden is.

Het geslacht Viscum, over andere soorten maretakken.

Peraxilla colensoi / Scarlet mistletoe
De Amerikaanse maretak, Phoradendron flavescens, groeit op verschillende soorten loofbomen o.a. de rode esdoorn en de olm.
De bladerloze dwergmaretak, Arceuthobium pusillum, parasiteert op coniferen zoals pijnbomen en sparren. 
De Nieuw-Zeelandse maretakken, Peraxilla tetrapetula en Peraxilla colensoi Scarlet mistletoe hebben vijf centimeter lange, vingervormige bloemknoppen die door honingvogels worden bezocht. De klokvogel en de halskraagvogel hebben een truc bedacht om hun concurrentie voor te zijn. Ze pakken de ongeopende bloemknoppen vast en geven er een ferme draai aan. De knop knalt dan open, waarbij de vogel aan de nectar kan en het stuifmeel op zijn kop krijgt om op andere bloemen over te brengen. Vogels zien zo ogenblikkelijk of de bloem al bezoek heeft gehad. De maretak heeft zich in de loop van de evolutie aan de vogels aangepast; de bloemen gaan niet meer vanzelf open! Wanneer ze niet door vogels worden geopend, scheuren de bloemblaadjes uiteindelijk onderaan los en de bloem poogt dan aan zelfbestuiving te doen


Latijnse naam; Viscum album of Lignum crucis
Viscum komt van ‘viscidus’ of ‘viscosus’ wat kleverig betekent.
Dit viscus vinden we ook terug in Turdus viscivorus, de naam voor de grote lijster die zich tijdens de wintermaanden voedt met de vruchten van de maretak. Door zijn tussenkomst komen de zaden onbeschadigd aan de boombast vast te zitten, vandaar ook de naam vogellijm.

Nederlandse namen; Maretak, mistel, vogellijm, duivelsgras, duivelsnest, heksenbezem, magische twijg van Prosperina.
De naam maretak laat vermoeden dat de plant te maken heeft met de bezwering van het kwade of de ‘mare’.
De aartsengel Lucifer werd na zijn opstand tegen God samen met zijn aanhangers uit de hemel verdreven en in de hel geworpen. Een deel van de vervloekten bleef hangen tijdens de val, o.a. in maretakken. De Zuid Limburgse volksnaam 'Duivelsnest' verwijst hiernaar. Van verre lijkt de maretak op een groot duister nest.
De maretak is de magische twijg van Prosperina waarmee de Trojaanse held Aeneas de deuren van het duistere onderaardse rijk kon openen.
De maretak verjoeg slangen en werd daarom ook wel eens slangenwortel genoemd.
Heksenbezem, voor de ene is de maretak het rijpaard van heksen voor de andere is de maretak anti-magisch en kan men er heksen mee wegvegen of verjagen.

Franse namen : Gui, gui de chène, buchon de sorcière, balai de sorcière.
Ook wel herbe de la croix, genoemd, omdat het hout van het kruis van maretak was gemaakt, daardoor is maretak gedegradeerd tot een parasiet.
De maretak opent niet alleen de poort van de hel maar ook andere deuren zoals men kan lezen bij Albertus Magnus; 'La dixième herbe est apellée par les Chaldéens Luperax, par les Grecs Elisena, et par les Français Guy de Chène. Elle croit dans les arbres qui sont percez et ouvre toute sorte de serrure'.

Engelse naam : Mistletoe  de 'missel thrush' is een soort lijster
Volgens Professor Skeat stamt mistletoe af van het Anglosaksisch woord Misteltan. Tan betekent twijg en Mistel is vogellijm.Mistel kan ook worden vertaald als uitwerpsel. In de oude tijden dacht men dat er spontaan leven kon ontstaan uit uitwerpselen. Door observatie hadden ze vastgesteld dat maretak ontstond waar vogels hun uitwerpsels hadden geponeerd.
Volgens Dr. Prior betekent mistl 'anders' omdat de plant er steeds anders uit ziet naargelang de boom waarop hij groeit en omdat hij anders groeit dan gewone planten.
In de 14de eeuw werd het Mystyldene genoemd.
Shakespeare noemt de plant 'the baleful Mistletoe' naar de Scandinavische legende van Baldur.

Uit de Herba, tijdschrift herboristenvereniging nr 31 juni 2001 geschreven door Marleen Van Ende

zondag, november 29, 2020

Resten van duizendblad

Resten van duizendblad zijn ook nu in de natuur nog volop aanwezig. Stevige stengels en verdroogde bloemen zijn tekens van een voorbije zomer, tezelfdertijd verwijst frisgroen duizend blad tussen het gras in de wegbermen al naar de volgende zomer. 

Het jonge blad is nu ook goed te plukken en te eten, malser en minder bitter dan de oudere bladeren. Medicinaal plukken we wel in de zomer de volledig bloeiende plant. Millefolii herba zoals herboristen en apothekers dat zo deftig kunnen zeggen. Veelzijdig geneeskrachtig is onze Achillea millefolium wel. Goed voor de spijsvertering door zijn bitterstoffen, krampwerend omwille van zijn etherische olie met azuleen, bloedstelpend adstringerend met zijn looistoffen en ook een veelzijdige werking op de bloedvaten is de plant niet vreemd.

Pollen van duizendblad (Achillea millefolium L.) zijn samen met de pollen van vijf andere geneeskruiden al aangetroffen in een neanderthalergraf dat dateert uit 65000 jaar voor Christus. De oudste schriftelijke bronnen in Europa waarin de medicinale toepassing van duizendblad wordt genoemd, zijn van Plinius de Oudere en Dioscorides (eerste eeuw na Christus), en van latere datum – ongeveer 950-1000 jaar na Christus – zijn enkele Angelsaksische kruidenboeken zoals het Old English Herbarium, het Leechbook van Bald en Lacnunga. 

In deze bronnen wordt het gebruik van duizendblad aangeprezen voor de behandeling van onder andere (bloedende) wonden en ontstekingen, hoofdpijn, koorts, maag-darmklachten (brandend maagzuur, buikpijn, spijsverteringsklachten en diarree), menstruele bloedingen en longaandoeningen. 

De aanwezigheid van flavonoïden (spasmolytische werking), koffiezuurderivaten (choleretische activiteit) en sesquiterpenen (ontstekingsremmende en antibacteriële effecten) in duizendblad lijkt dit traditionele gebruik te onderbouwen. Naast de al genoemde traditionele toepassingen wordt in fytotherapeutische handboeken aan duizendblad sporadisch ook een bloeddruk verlagende werking toegeschreven. Recent experimenteel farmacologisch onderzoek lijkt deze hypotensieve activiteit en andere cardiovasculaire effecten van duizendbladextracten te bevestigen.

Referenties 

1 Applequist WL, Moerman DE. Yarrow (Achillea millefolium L.): a neglected panacea? A review of ethnobotany, bioactivity, and biomedical research. Econ Bot 2011;65(2):209-25. 2 Watkins F, Pendry B, Corcoran O, Sanchez-Medina A. Anglo-Saxon pharmacopoeia revisited: a potential treasure in drug discovery. Drug Disc Today 2011;16(23/24):1069-75. 3 Benedek B, Kopp B. Achillea millefolium L. s.l. revisited: recent findings confirm the traditional use. Wien Med Wochenschr 2007;157(13/14):312-4. 4 Si XT, Zhang ML, Shi QW, Kiyota H. Chemical constituents of the plants in the genus Achillea. Chem Biodivers 2006;3:1163-80. 5 Blumenthal M, Goldberg A, Brinckmann J. Herbal medicine, expanded Commission E monographs. Integrative Medicine Communications, Newton 2000. 6 Mills S, Bone K. Principles and practice of phytotherapy, modern herbal medicine. Churchill Livingstone, Edinburgh 2000. 7 Newall CA, Anderson LA, Phillipson JD. Herbal medicines, a guide for health-care professionals. The Pharmaceutical Press, London 1996. 8 Khan AU, Gilani AH. Blood pressure lowering, cardiovascular inhibitory and bronchodilatory actions of Achillea millefolium. Phytother Res 2011;25:577-83. 9 De Souza P, Gasparotto A, Crestani S, Alves Stefanello ME, Andrade Marques MC, Da Silva-Santos JE, Leite Kassuya CA. Hypotensive mechanism of the extracts and artemetin isolated from Achillea millefolium L. (Asteraceae) in rats. Phytomed 2011;18:819-25. 10 Dall’ Acqua S, Bolego C, Cignarella A, Gaion RM, Innocenti G. Vasoprotective activity of standardized Achillea millefolium extract. Phytomed 2011;18:1031-6.

Lees ook mijn artikels op infonu.nl

zaterdag, november 28, 2020

Kriskras wandelen bij Bonsoy: rotsen, Maas, maretakken en Maurice

Point de vue bij Bonsoy. Rotsen van Waulsort.

oude appelboom met veel maretakken

Zoals zoveel geneeskrachtige kruiden heeft ook de Viscum een lange historie. Reeds de Trojaanse held Aeneas verschaft zich met behulp van een maretak toegang tot de onderwereld om zijn overleden vader weer te zien. En in de 'Edda', een IJslands heldenepos uit de vroege middeleeuwen, ziet de jaloerse god Loki kans om met een twijg van de maretak de zonnegod Baldur te doden met hulp van de blinde Hödur. Voor de Druïden is de maretak de meest heilige plant. Uit de eiken-Viscum bereiden zij krachtgevende rituele dranken.

Plinius de Oude in Book XVI schrijft in Engelse vertaling:
"The Druids, that is what they call their magicians, hold nothing more sacred than mistletoe and a tree on which it is growing when it [mistletoe] is discovered it is gathered with great ceremony"

Ook in onze tijd worden aan de Viscum positieve krachten toegeschreven: we gaan geen dieren of mensen ritueel slachten, maar we hangen met Kerstmis boven de deuropening een maretak om ons te verzekeren van gezondheid en welzijn in het komende jaar. Een kus onder de maretak brengt het jonge paar de zegen van gezond nageslacht, zo heet het. In de volksgeneeskunst gold de mistel al heel lang als heilzaam bij menstruatiestoornissen, epilepsie en hoge bloeddruk. De betekenis bij kanker werd pas ontdekt in de 20e eeuw.

zaadpeulen van look-zonder-look

Ooit werd de look-zonder-look gebruikt als toekruid om aan de maaltijd een knoflook-aroma te geven. Niet alleen in Nederland en België, ook elders in Europa; de Duitse naam Lauchkraut en de Engelse naam Hedge Garlic wijzen hier duidelijk naar. Wie vergeten heeft om bij de groenteboer een knoflookje mee te nemen, weet dus de weg om dit verzuim goed te maken. Even op zoek naar een paar blaadjes look-zonder-look in de beschaduwde wegberm of langs de bosrand en de maaltijd is gered. Al is de smaak toch wat aan de flauwe kant. Maar culinair verbergt onze Look zonder look nog wel enkele andere smaakjes. Zo proeven de zaden scherp mosterdachtig, met heel veel moeite zou je er een soort mosterd kunnen van maken. Dat werd ten andere al in 1552 door een zekere Tragus geadviseerd. De wortel ruikt dan weer naar rapen, maar is nogal vezelig om zo maar op te snoepen. Je kan hem wel laten meetrekken in een groentesoep of ragout. En het laatste onderdeel van de plant dat we kunnen gebruiken zijn de witte bloemen, die vooral in de salade en op een boterham met platte kaas te genieten zijn.


vrijdag, november 27, 2020

Adaptogenen, zoals Rhodiola, anders bekeken

Rhodiola in de Franse Vanoise
Hoe werken adaptogenen? Het gebruik van adaptogenen ondersteunt het organisme om adequaat te reageren op verschillende soorten stress. 

Zijn adaptogenen antioxidanten? Ja en nee. Verrassend was dat uit onderzoek van Dr. Wiegant bleek dat adaptogenen milde pro-oxidanten zijn. In de normale fysiologie zijn vrije radicalen essentieel voor de regulering van allerlei celprocessen. Bij adaptogenen is er kennelijk iets anders aan de hand. Onder invloed van adaptogenen maakt het organisme op een bijzondere manier gebruik van milde oxidatieve schade geïnduceerd door het adaptogeen zelf. Een milde pro-oxidatieve stimulus daagt het organisme uit om weerstand te bieden tegen (oxidatieve) stressfactoren. Dit wordt gezien als een hormetisch effect, d.i. een positief effect waarbij een lage dosering van een toxische stof een levensverlengend effect heeft en leidt tot een toegenomen weerstand tegen het toxine.

Verse rozenwortel geoogst in de Franse Alpen
Wiegant c.s. verrichtte het onderzoek bij het eenvoudige organisme van de worm Caenorhabditis elegans. Deze worm van ongeveer 1 mm is een veel gebruikt modelorganisme om genetische en omgevingsinvloeden te bestuderen op het verouderingsproces. Blootstelling van de worm aan lage concentraties van extracten van de adaptogenen Eleutherococcus senticosus en Rhodiola rosea gaf een verlenging van de levensduur met 10- 20%. Dit ligt in de range van een hormetisch effect. Dit effect is weliswaar beduidend minder dan het effect van caloriebeperking op de levensduur (tot 50% verlenging). Bij hogere concentraties werd er een verkorting van de levensduur waargenomen van 15-25% (toxisch effect). Uit het onderzoek van Wiegant c.s. bleek dat het mechanisme van adaptogenen (deels) verloopt via up-regulatie van de stressproteïnen HSP-16 (heat shock proteïne-16) en HSP-32, ook bekend als het antioxidantenzym heemoxygenase-1 (HO-1) en via translocatie* van de transcriptiefactor Daf-16. HO-1 speelt een cruciale rol in de verdediging tegen oxidatieve stress. Van verschillende fytotherapeutica, zoals ginkgo en kurkuma, is bekend dat ze het heemoxygenase-1 induceren. Translocatie van Daf-16 van het cytoplasma naar de celkern verschuift het cellulaire programma van groei en ontwikkeling richting behoud, herstel en weerstand. 

De conclusie van  het onderzoek is dat adaptogenen de weerstand tegen stressfactoren verhogen, het herstel stimuleren en de levensduur verlengen. Daarbij wordt het adaptogene effect getriggerd door de inductie van (milde) oxidatieve schade. Adaptogenen zijn daarom op te vatten als hormetische agentia, of zoals Wiegant het treffend definieert als ‘stress vaccins’.

Onderzoek van Dr. Fred Wiegant, verbonden aan het Departement Biologie van de Universiteit Utrecht, resultaten van zijn onderzoek naar het werkingsmechanisme van adaptogenen (2008)

Biogerontology. 2009 Feb;10(1):27-42. doi: 10.1007/s10522-008-9151-9. Epub 2008 Jun 7.Plant adaptogens increase lifespan and stress resistance in C. elegans. F A C Wiegant 1, S Surinova, E Ytsma, M Langelaar-Makkinje, G Wikman, J A Post 

Jonge, zelf gezaaide rozenwortels
Extracts of plant adaptogens such as Eleutherococcus senticosus (or Acanthopanax senticosus) and Rhodiola rosea can increase stress resistance in several model systems. We now show that both extracts also increase the mean lifespan of the nematode C. elegans in a dose-dependent way. In at least four independent experiments, 250 microg/ml Eleutherococcus (SHE-3) and 10-25 microg/ml Rhodiola (SHR-5) significantly increased life span between 10 and 20% (P < 0.001), increased the maximum lifespan with 2-3 days and postponed the moment when the first individuals in a population die, suggesting a modulation of the ageing process. With higher concentrations, less effect was observed, whereas at the highest concentrations tested (2500 microg/ml Eleutherococcus and 250 microg/ml Rhodiola) a lifespan shortening effect was observed of 15-25% (P < 0.001). 

Both adaptogen extracts were also able to increase stress resistance in C. elegans: against a relatively short heat shock (35 degrees C during 3 h) as well as chronic heat treatment at 26 degrees C. An increase against chronic oxidative stress conditions was observed in mev-1 mutants, and during exposure of the wild type nematode to paraquat (10 mM) or UV stress, be it less efficiently. Concerning the mode of action: both adaptogens induce translocation of the DAF-16 transcription factor from the cytoplasm into the nucleus, suggesting a reprogramming of transcriptional activities favoring the synthesis of proteins involved in stress resistance (such as the chaperone HSP-16) and longevity. 

Based on these observations, it is suggested that adaptogens are experienced as mild stressors at the lifespan-enhancing concentrations and thereby induce increased stress resistance and a longer lifespan.

*translocatie zelfst.naamw. verplaatsing, overplaatsing [biochemie] verplaatsing van een DNA-segment van het ene chromosoom naar een ander (niet homoloog) chromosoom.


donderdag, november 26, 2020

Mexico. Planten voor het volk

Ik leef en slaap tussen mijn nieuwe en oude kruidige boeken. Een boekbespreking dan maar.

Ter gelegenheid van het Europalia festival in 1993, gewijd aan Mexico had de Nationale Plantentuin een tentoonstelling opgezet en een cataloog uitgegeven over het etnobotanisch gebruik van planten in Mexico. Een mooi boek zoals dat hoort bij een tentoonstelling maar ook een boeiend en nuttig boek over de oorsprong en de geschiedenis van veel van onze granen, groenten en sierplanten. Denk maar aan de maïs, bonen, pepers en kalebassen maar ook dahlia's en Tagetes-soorten.

Mexico bezit één van de rijkste en meest gevarieerde flora's van de wereld. Bijna nergens spelen planten een zo belangrijke rol in het dagelijkse leven. Ongeveer 5.000 verschillende soorten worden op een of andere manier door de mens gebruikt. Van oudsher zijn planten een integraal deel van de Mexicaanse beschaving. Bij de kolonisatie waren de Spanjaarden diep onder de indruk van de rijkdom aan plantenkennis van de lokale bevolking, en ook voor de moderne, in planten geïnteresseerde bezoeker is de binding tussen de beschaving en de planten overweldigend.

Voor veel Europeanen is Mexico synoniem met een dor landschap, een landschap met cactussen. Aride en semi-aride vegetaties vormen ongeveer de helft van alle vegetatietypes. Mexico bezit ook vochtige tropen. Maar bovenal is er de binding met planten van zowel de oude als de moderne beschavingen. Dit boek is dus zeker geen botanisch naslagwerk, het laat in de eerste plaats toe die binding tussen mens en plant aan te voelen. En dat is natuurlijk iets waar herboristen bewust elke dag mee bezig zijn, maar waar iedereen, het volk onbewust bij betrokken is, al was het maar door te eten, te drinken of zich te kleden.

Plantentuin Meise

Bij de uitbouw van de tentoonstelling toen is er gebruik gemaakt van de rijke verzameling aan levende planten. In de kassen te Meise groeien er ongeveer 100 Agave-soorten (30 % van alle gekende soorten) en ongeveer 1.350 cactussoorten. Van de wilde bonen bezit de plantentuin de mondiaal erkende genenbank. Men bewaart er het genetisch materiaal voor een periode van minstens 100 jaar. Deze planten zijn natuurlijk ook nu nog te bezichtigen in de gemoderniseerde plantentuin.

Etnobotanie

Etnobotanie is meer dan een verzameling levende planten, het zijn voorwerpen, gebruiken, recepten, verhalen..., het is een cultuur, het is Mexico. De tentoonstelling en het boek zijn tot stand gekomen in samenwerking met de Botanische tuin van de Universiteit van Mexico DF (Jardin Botânico de la Universidad Nacional Autónoma de México) en in het bijzonder met de medewerking van zijn directeur, Robert Bye, diens echtgenote, Edelmira Linares en de Agaven-specialist Abisai Garcia.Mevrouw Klipper, germaniste geïnteresseerd in succulenten en mythologie, schreef een groot deel van de teksten in een voor het grote publiek toegankelijke maar toch deskundige stijl.

Een citaat over onze tomaat.

In het Engels, het Frans, het Nederlands, het Spaans heeft de tomaat haar Nahuatl-stam bewaard : daar heet ze resp. tomato, tomate, tomaat, tomate. Sinds 1554 noemen de Italianen haar pomodoro, gouden appel; de Duitsers gebruiken, naast het gewone Tomate ook de naam Paradeisapfel, paradijsappel; de Fransen hebben eveneens een tweede naam voor deze vrucht, nl. pomme d'amour, liefdesappel ! Inderdaad, de tomaat lijkt op een vuurrode appel; de benamingen oro, Paradeis en amour verwijzen naar de (echte of vermeende... ?) afrodisiakische bestanddelen.

Wat daar ook waar van weze, Spanje maakt reeds in de 16de eeuw allerlei tomatensauzen klaar, maar de rest van wantrouwige Europa schrikt terug van haar mysterieuze eigenschappen, « die wel eens des duivels kunnen zijn » en gebruikt haar enkel als sierplant. In Frankrijk bleef dit wantrouwen stand houden tot in 1760, en Duitsland hield het vol tot 1870. Opmerkelijk daarbij is dat de V.S.A., noordelijk buurland van Mexico, en uitvinders van de ketchup, geen verbouwingsdata kunnen aanwijzen vóór 1781, en geen verbruiksdata vóór 1812!

Planten voor het volk, een interessant boek ook voor ons, kruiden-volk.

woensdag, november 25, 2020

Herinnering. Een wandeling langs de Maas. Dertig jaar geleden.

Ik woon nu in Hastiere bij de Maas. Dertig jaar geleden als toerist en herborist wandelden we bij diezelfde Maas. Een verhaal, een herinnering.

Wandelen, juist in herfst en winter heeft een heel eigen charme. De natuur is ruwer en voelt echter aan. We stappen in de winter ook wat steviger door, om ons warm te houden zeker.


Het station van Dinant, net-niet-bevroren mensen met rugzakken ontmoeten mekaar, gewapend met stevig schoeisel, muts en sjaal. Onze groene, van salie en keelpijn voorziene gids, ik dus, is ondanks alles paraat. We komen natuurlijk voor de planten en voor de natuur, maar zeker ook voor mekaar. Spijtig dat een paar goede vrienden niet aanwezig konden zijn. Maar het staat nooit stil bij de herboristenvereniging, ook nu weer een nieuwe kennismaking.

Maashellingen
En daar gaan we dan, de Belgen volgens Julius Caesar, de dappersten onder alle Galliërs. Rare gedachtenkronkel van mij, zo vroeg op de ochtend. Maar naarmate de dag (en dus ook dit schrijven) zich steeds meer aan elkaar rijgt, begrijp ik het wel. Maashellingen veroveren!
Rustige start, nog in het open veld en toch is dit al anders dan thuis. De ijlere zuivere lucht. De kruiden komen ons zo tegemoet, sommige nog in late bloei, klaproos, driekleurig viooltje en meer. De hellingen worden steeds vloeiender, het groen dichter, de mensen knapper in praten en bewegen.

Dan het eerste dal van verpozen. De weg versperrende boom helemaal begroeid met klimop. Een puur natuurbloemstuk voor een feestelijke tafel, hier een uitnodiging om stil te staan, eens goed rond te kijken. Steeds opnieuw de moeite waard, een feestelijke wandeling.

Dan de ruïnes, en met onze fantasie: een kapelgevel, een vergeetput, … In elk geval een plaats met een verleden, met bloemen en planten uit het rijk van armen, edelen en heelmeester en nu, wij, de bewoners van planeet Aarde, tussen varens en wilde marjolein, tripmadam, stinkend nieskruid, ons zelf aan 't helen. Bewust gekozen om hier te zijn, te voelen, te weten, te zien … We gaan door, zien de rand van de stad aan de oever van de Maas. De sleedoornbes, ons wild likeurtje, looistofaperitiefje. 

Eén met de natuur
Plotseling moeten we naar boven. Wandelen! Nu ja, wandelen, eerder kruipen. Ik zie alleen maar rots, een 'recht-naar-omhoog', een stipje lucht… maar we gaan! Als wiegende korenaren, van links naar rechts, een slinger van aardige aardmensen. Een pracht van een duizendkleuren tapijt onder onze handen en voeten, de kuitspieren beginnen te schreeuwen. Het zweet breekt me uit, maar ik weet, er is altijd bij iedere strijd dat kleine wonder van steun, die handgreep om naar te rijken. Daar ga ik als een 'ballerina' van het ene boompje naar het andere, de stevige, stoere Buxus die mij steunt.

Ik geniet van de klim, de overwinning op eigen angsten. Nog steiler, nog gladder wordt het en dan ontdek ik de wortel, dat stuk bloot liggend reiken, als een ladder tegen de rots gelegd om mij naar boven te brengen. Iedere wortel een trede, ik moet maar volgen, meer is het niet.

En dan, de tevredenheid van boven te zijn. Point de vue, verbondenheid, vriendschap en rust. Meer moet het leven niet zijn.

dinsdag, november 24, 2020

Mucuna pruriens tegen Parkinson

Wandelen, binnen zitten, door het raam staren... geen les geven, geen quarantaine maar toch een gevoel van beperkte bewegingsvrijheid. Dus veel tijd voor studie en om te schrijven. Niet slecht, maar toch overvalt mij soms een vreemde lethargie alsof het virus niet alleen het lichaam maar ook de geest aantast. Over een plantje voor de geest dan maar.

Mucuna pruriens (L.) DC. (Fabaceae), een vlinderbloemige plant wordt in de ayurveda, de traditionele Indiase geneeskunst, al eeuwenlang gebruikt voor de behandeling van stoornissen in het centrale zenuwstelsel, waaronder de Ziekte van Parkinson. M. pruriens bevat naast een natuurlijke hoeveelheid *levodopa  ook andere stoffen, die mogelijk zelf werkzaam zijn bij de ZvP dan wel het effect van levodopa versterken met minder bijwerkingen dan de reguliere medicamenteuze behandeling. 

Mucuna pruriens wordt aangeboden in de vorm van gepoederd materiaal van de bonen of als extract. Producten waarin de witte bonenvariant van M. pruriens is verwerkt, bevatten 3,5-4,5% levodopa terwijl dit gehalte kan oplopen tot ongeveer 6.2 % naarmate de gebruikte bonenvarianten bruiner van kleur zijn. 

De gepoederde doseringsvorm van de Mucuna-boon bevat alle werkzame componenten en wordt bijvoorbeeld door Zandu Pharmaceutical Works (India) onder gecertificeerde condities geproduceerd en onder de naam HP200 of Zandopa op de markt gebracht. Volgens informatie van de producent is HP200 gestandaardiseerd op een levodopagehalte van 3,3% (7,5 gram poeder bevat 250 mg levodopa). Het levodopagehalte geeft echter geen zekerheid over de hoeveelheid levodopa die wordt opgenomen uit HP200. Volgens de producent is 7,5 gram HP200 equivalent aan een combinatie van 50 mg levodopa en 12,5 mg van een decarboxylaseremmer (Sinemet 62,5 of Madopar 62,5). Hierover zijn echter niet voldoende onderzoeksgegevens beschikbaar. 

Ook worden met organische oplosmiddelen extracten van de bonen gemaakt. De met ethanol / water (1:1) verkregen extracten bevatten relatief de grootste hoeveelheid levodopa en zijn, net als synthetisch levodopa in tabletten, gestandaardiseerd op het levodopagehalte. 

Inhoudsstoffen in Mucuna pruriens 

Behalve levodopa bevatten de bonen tetrahydro-isochinolinen, noradrenaline en misschien ook tryptaminederivaten zoals serotonine, die als neurotransmitters bij de overdracht van signalen binnen de hersenen betrokken zijn. Over het al of niet voorkomen van tryptamine afgeleide stoffen als serotonine zijn echter tegengestelde resultaten gepubliceerd. Andere belangrijke inhoudsstoffen zijn de antioxidanten Co-enzym Q10, de gereduceerde vorm van nicotine adenine dinucleotide (NADH), glutathion (GSH) en polyfenolen / ijzerchelatoren. Al deze antioxidanten vervullen een specifieke functie in de mitochondriale elektronentransportketen en de energieproductie in de mitochondriën.

Mucuna pruriens heeft grote potentie in het bestrijden van de symptomen van de Ziekte van Parkinson en grijpt door aanwezigheid van andere belangrijke componenten in het poeder of de extracten op meer processen in dan de reguliere medicatie met alleen levodopa, dan wel dopamine-agonisten en enzymremmers van dopamine. Mucuna pruriens lijkt goed te worden verdragen en veilig in gebruik, ook op langere termijn. Dit vraagt echter nog nader onderzoek.

*De ziekte van Parkinson (ZvP) 

is een zich geleidelijk aan ontwikkelende neurologische aandoening die wordt veroorzaakt door de afbraak van specifieke zenuwcellen in de hersenen. Met name de zwarte kern (substantia nigra) is aangedaan, waardoor er een tekort aan dopamine in het lichaam ontstaat met als gevolg verschijnselen als beven, spierstijfheid, problemen bij het lopen en bij de coördinatie. Er komen echter ook moeilijkheden op mentaal, emotioneel en cognitief gebied voor. Bestaande behandelingsstrategieën zijn oa gericht op symptoombestrijding met medicijnen door inname van synthetisch levodopa, dat in de hersenen wordt omgezet in dopamine,

Literatuur

  • Foley PB. Beans, roots and leaves. A history of the chemical therapy of Parkinsonism. Tectum Verlag, Marburg 2003. 6 Misra L, Wagner H. Extraction of the bioactive principles from Mucuna pruriens seeds. Ind J Biochem Biophys 2007;44:56-60. 
  • Latté KP. Mucuna pruriens (L.)DC. – Die Juckbohne. Ztsch Phytother 2008;29:199-206.
  • Lorenzetti F,MacIsaac S, Arnason JT, Awang DVC, Buckles D. The phytochemistry, toxicology, and food potential of velvetbean (Mucuna Adans. spp., Fabaceae). In: Buckles D, Etèka A, Osinane O, Galibo M, Galiano N, eds. Cover crops In West Africa. Contributing to a sustainable agriculture. IDRC Publications, Ottawa 1998:14-36 (beschikbaar via: http://www.idrc. ca/en/ev-31916-201-1-DO_TOPIC.html).
  • Manyam BV, Dhanasekaran M, Hare TA. Neuroprotective effects of the antiparkinson drug Mucuna pruriens. Phytother Res 2004;18:706-12. 
  • Tripathi YB, Upadhyay AK. Effect of the alcohol extract of the seeds of Mucuna pruriens on free radicals and oxidative stress in albino rats. Phytother Res 2002;16:534-8.

Mist boven de Maas. Mist boven de Maas tussen Hastiere en Bonsoy



Bewegen het beste medicijn

De mens heeft altijd bewogen: in de oertijd, als jager-verzamelaar, maar ook tot honderd jaar geleden was het leven hard labeur. Werk en huishouden gingen met veel lichamelijke activiteit gepaard. Maar de laatste honderd jaar zijn we elke vorm van beweging uit ons leven beginnen te weren. Op alle vlakken is onze fysieke activiteit enorm afgenomen, terwijl ons lichaam een bepaalde mate van beweging nodig heeft. Bewegen we niet, dan treden er allerlei ziekten op. Pas de laatste jaren beginnen we te ontdekken waarom.

Wandelen in de bergen bij Col du Lautaret. 
Eén van de belangrijke nieuwe inzichten is dat tijdens het bewegen stoffen vrijkomen in het bloed die de ontwikkeling van vooral chronische beschavingsziekten – zoals diabetes, kanker en hart- en vaataandoeningen – verhinderen. Zie het als medicijnen die het lichaam zelf produceert. Die stoffen worden vooral aangemaakt door de skeletspieren – liefst 40 procent van ons lichaam is spiermassa. De stofjes die die spieren produceren, zetten bijvoorbeeld onze hersenen ertoe aan meer hersencellen of bloedvaten aan te maken. Andere onderdrukken dan weer tumoren of – interessant in deze tijden van corona – versterken het immuunsysteem.

Onze organen staan niet los van elkaar: ze communiceren, voornamelijk via hormonen. Als de darmen voldoende voedsel bevatten, signaleren ze aan de hersenen dat er geen voedsel meer gezocht moet worden. En als de spieren bewegen, laten ze de andere organen weten dat ze energie aan het verbruiken zijn, zodat die zich daarop kunnen instellen.

Een mooi voorbeeld uit de dierenwereld is het manteldier, dat op een zeeanemoon lijkt. In de eerste levensfase zwemt het rond en heeft het een goed ontwikkeld zenuwstelsel, een soort van hersenen. Maar op een bepaald moment hechten die dieren zich aan een rots vast, waar ze de rest van hun leven blijven zitten. Zodra ze niet meer bewegen, krimpen hun ‘hersenen’, simpelweg omdat ze ze niet meer nodig hebben. Bij mensen is het niet anders: de spieren zetten de hersenen aan om alert te blijven, te verbeteren en te leren. Als oudere mensen een vegetatief bestaan beginnen te leiden, niet meer uit hun zetel komen en amper nog prikkels krijgen, takelen ze mentaal snel af en worden ze dement. Het hele verhaal kennen we nog niet, maar we beginnen nu te begrijpen dat de spieren ook andere organen onderhouden of verbeteren. Daarom heeft lichaamsbeweging op zoveel ziekten een effect. De gunstige invloed op hart- en vaatziekten – hoge bloeddruk, beroerten, hartinfarcten – was al langer bekend, maar we weten nu ook dat beweging bij de helft van de kankers een beschermend effect heeft.

Artrose en bewegen

Als je je spieren traint, krijg je minder snel artrose. De spieren omkapselen de gewrichten en fungeren als een natuurlijke brace. Niet het gebruik van je gewrichten zorgt voor problemen: mensen die een fysiek zware job hebben of veel aan sport doen hebben niet noodzakelijk last van hun gewrichten. Gewrichtsaandoeningen kunnen het gevolg zijn van een gebrek aan spieren. Als je die niet ontwikkelt, komt alle impact op het gewricht en de pezen terecht.

Wandelen op oneffen terrein

Lopen en wandelen doe je best op oneffen terrein. In een bos of op het strand moet je meer nadenken over waar je je voeten zet: zo wordt je geest geprikkeld. Een bijkomend voordeel is dat je lichaam meer wordt uitgedaagd. Op je rug zitten heel grote spieren, maar je hebt er ook heel kleine dicht bij de wervels. Het zijn die spiertjes die je lichaam in balans houden. Die train je niet door in de fitness aan toestellen te hangen, wel met een goede bosloop.”

Kruidenvakanties / Stages. 3 juli - 10 juli 2021 Franse Drome/ 10 juli - 17 juli 2021 Alpen.   https://sites.google.com/site/kruidwis/

maandag, november 23, 2020

Kaardenbol en de ziekte van Lyme

Resten van kaardenbollen, zowel de droge stengels als de nieuwe rosetten, vinden we hier genoeg langs de grinderige oevers van de Maas.
 
De wortels van de plant hebben pas de laatste jaren een nieuw geneeskrachtig leven gekregen, al werd die zelfde wortel al eeuwen geleden in apothekersboeken beschreven. De wortel was in de apotheek bekend als Radix Dipsaci en werd als urine- en zweetafdrijvend middel gebruikt. Slaan we Petrus Nijlandt (1682) op, dan vinden we nog vele recepten voor allerlei ziekten en kwalen. Vooral het water dat in de stengelomvattende bladeren bleef staan werd voor huid en ogen geadviseerd. ‘Voor roode ende schemerende oogen, Placken ende Sproeten des aengesichts, Vergadert het water/ ’t welck tusschen twee Kaerdenbladeren behouden wordt/ ende wascht u daer mede dickwils.’ Later, in de achttiende eeuw, vinden we het verzamelde water aangeprezen als schoonheidsmiddel en 'wel om het gelaat vrij te maken van sproeten en vlekjes; het verjongde het gelaat'. Misschien toch eens uitzoeken in welke mate dit water cosmetisch gebruikt zou kunnen worden. En zouden de insecten die in het water verteerd worden daar een rol in spelen. Een vliegjesthee?

Kaardenbol wordt hedendaags vooral toegepast bij de behandeling van de ziekte van Lyme. 

Borrelia, de Lyme bacterie, is een spirochete bacterie dit wil zeggen dat het lichaam spiraalvormig is en ontworpen voor het boren in weefsel zoals gewrichten, organen, en zelfs bot. Terwijl ze begraven zitten in het weefsel van ons lichaam, zijn de spirocheten slim verborgen en buiten het bereik van o.a. antibiotica en het immuunsysteem. Kaardenbol beschikt mogelijk over de capaciteit om de spirocheten te vinden en ze de bloedbaan in te sturen, waar andere medicijnen ze vervolgens kunnen aanvallen en verzwakken of uitroeien. 

Toepassing van kaardenbol als Lymekuur

Kaardenbol kan effectief zijn bij alle soorten Lyme en ook tegen co-infecties. Ook bij aandoeningen die op een Lyme infectie gelijken. Nodig is een tinctuur (30% alcohol), gemaakt van verse wortels die geoogst worden aan het eind van het eerste groeiseizoen. Als de wortels niet geoogst worden na het eerste groeiseizoen maar doorgroeien dan verliest de Kaardenbol haar kracht. In een vroeg infectiestadium kan Kaardebol toegepast worden als een kuur van 40 dagen, aan te vullen met veel drinken, ontzurings- en ontgiftings- middelen en orgaan- ondersteuning. 

Gebruik

Startkuur van 6 weken: start met één druppel in de ochtend en één druppel in de middag. Op dag twee komt er één druppel 's avonds bij. Dag drie 2 x daags 2 druppels, dag vier 2 x daags 3 druppels, dag vijf 2 x daags 4 druppels en dag zes 2 x daags 5 druppels. Daarna 3 x daags 5 druppels. Drink 2 liter zuiver water en/of zuivere kruiden thee bijvoorbeeld brandnetelthee, echt guldenroede of vlierbloesem.

Lees ook https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/dipsacus-kaardebol



zondag, november 22, 2020

Klis en mijn kat

Kriskras wandelen door ons domein. Van de paden af, tussen de huisjes door. Dit keer op zoek naar onze 'kleine', de grijze kat die hier in haar nieuw domein nogal schrikkerig reageert op kinderstemmetjes en andere vreemde geluiden. 

De kat vond ik niet zo direct maar wel wat uitgebloeide kliswortelplanten. De hakerige zaadbollen hingen er nog volop aan, klaar om in de vacht van honden, katten en everzwijnen mee te reizen naar andere oorden. Doelloos mee reizen naar andere oorden, dat zou ik nu ook wel willen. In afwachting hang ik mezelf maar vol met klisklitten. 

Deze zaden werden vroeger zelfs als kinderspel gebruikt. Als ik de plant een zekere intelligentie mag toedichten, zou je kunnen zeggen dat de klis er voor gezorgd heeft dat kinderen zich met zijn zaden kunnen amuseren, waardoor de plant zich gemakkelijker kan voortplanten. Al zal hij in onze tijd wel nieuwe trucjes moeten verzinnen om in leven te blijven. Ten andere de klis is de uitvinder van de industriële klittenband, denk maar aan onze moderne sportkleding en schoenen met klittenband. Patent heeft de plant er niet op gekregen en beroemd is hij er ook niet van geworden.

Mogelijk is zijn gebruik als middel voor het haar ook een vorm van signatuurleer. Zaden die zo sterk in het haar hechten, moesten wel goed (of slecht) zijn voor het haar. Vroeger werd de wortel op brandewijn getrokken om als haargroeimiddel te worden gebruikt. Bakker (1928) schrijft dat dit gebruik in Waterland nog in zwang was. Bij kappers kon men nog preparaten, gemaakt van kliswortel, aantreffen. Dat dit een zeer oud middel is, kunnen we opmaken uit de geschriften van Plinius, uit het begin van onze jaartelling, die Lappa reeds roemt voor bovengenoemd doel. Ook Dioscorides kende de plant en schrijft, dat zij inwendig gebruikt kon worden bij bloedspuwen en longzweren en uitwendig bij peesverrekkingen. Slaat men de Pharmacopeea van 1805 op, dan komt de plant daarin nog voor.

De naam waaronder de wortel in de apotheek bekend stond was Radix Bardanae; de naam Bardanae wil men verklaren als zijnde van Italiaanse oorsprong, omdat de volksnaam bardana luidt. Dit woord is af te leiden van ‘barda’, de naam voor paardendeken, vanwege de grote onderste bladeren. Of deze uitleg de juiste is, valt te betwijfelen. In Frankrijk kent men de plant onder meer als Bardane officinale. In oude glossaria uit de elfde eeuw komt de Klit reeds als bardona voor. Volgens Niessen zou deze naam van Keltische oorsprong zijn. In de Capitulare de villis van ca. 795, komen we de naam parduna tegen en men neemt aan dat deze naam de Klis betreft. 

En ja onze grijze 'kleine' is gelukkig van zichzelf terug gekomen en zonder klisbollen in zijn pluizig haar.

Lees ook https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/35962-in-de-naam-van-klis.html en https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/84800-grote-klis-geschiedenis-van-een-kruid.html



dinsdag, november 17, 2020

Coronawandeling. Eik en veldsla.

Opnieuw Coronawandelingen. Nu niet in Pont ar Gorret Bretagne maar in Bonsoy Belgie. Alleen wandelen in een bijna gelijkaardig landschap, in dezelfde onwezenlijk geworden wereld. 

Opkijken naar en me optrekken aan stevig gewortelde oude eiken, vertederend neerkijken naar nieuw, hoopvol en eetbaar groen, vogelmuur, barbarakruid en veldsla. Hoop doet toch een klein beetje leven.

Oude eik. de Griekse dichter Hesiodes schreef 800 jaar voor Christus: 'Waar rechtvaardige mensen wonen, daar is hongersnood onbe­kend. De Goden zullen hun honing, schapen en eiken, rijk beladen met eikels, schenken'. De goden hebben ons blijkbaar verlaten. Zullen we dan zelf maar voor godje spelen? De aarde herscheppen. Of.... gewoon waarderen wat er is. Grote en kleine natuur. Eik en veldsla.

Tussen verdord herfstblad vind ik, hutje mutje op mekaar, honderden kiemplantjes van veldsla. Zomaar voedsel voor nu en straks. Aards voedsel inderdaad, maar op dit moment ook hemels voedsel. 

Veldsla, sla van het veld. Valerianella locusta is nu de officiële naam Deze plant heeft vroeger de wetenschappelijke naam Valerianella olitoria (L.) Pollich gedragen, waarin olitoria afgeleid is van olus, d.i. groente, want veldsla is niet alleen een wilde plant, maar wordt ook gekweekt. De bladeren van de gekweekte variëteiten zijn wel wat groter maar ze kunnen allebei als sla gegeten worden, vandaar de sla-naam. Valerianella betekent klein valeriaantje, heeft mogelijk ook de rustgevende werking van de grote valeriaan. Ook die werking zou op dit moment mij en de rest van de wereld kunnen helpen. 

En van een melancholische bui maar weer overschakelen naar het rationele houvast van wetenschappelijk onderzoek. Moet kunnen en is zelfs noodzakelijk,  D. tenuifolia and V. locusta, two greens, were analyzed for active compounds and antitumor actions on colorectal cancer cells............V. locusta inhibited HT-29 cancer cells viability more efficiently than D. tenuiofolia, but induced less cytotoxicity. This work highlights the importance of functional foods for colorectal cancer prevention. Plant Foods Hum Nutr. Phytochemical Composition and Antitumor Activities of New Salad Greens: Rucola (Diplotaxis tenuifolia) and Corn Salad (Valerianella locusta)


zondag, november 15, 2020

Longkruid

Ook een forse longkruidplant is achter gebleven in onze Bretoense tuin. Niks bijzonders zul je denken, maar het was wel een plant die ik al meer dan 40 jaar in mijn bezit had. Ooit een stukje wilde wortel geoogst in Italië tijdens een van mijn eerste vakanties en al zowat 9 keer mee verhuisd tijdens mijn 76 jarig  bestaan. Deze foto is dus niet zomaar een longkruid, maar een afbeelding van hét longkruid, het individu, de enige echte van 40 jaar oud.

De gevlekte bladeren van longkruid (Pulmonaria officinalis L.) worden vaak als voorbeeld gebruikt voor de signatuurleer. De geslachtsnaam Pulmonaria is afgeleid van het Latijnse woord ‘pulmo’ dat long betekent. De Nederlandse naam geeft ook aan dat het een kruid is dat gebruikt werd bij longproblemen. De karakteristieke vlekjes op de bladeren zouden verwijzen naar de aantasting van de longen als gevolg van tbc of een andere longaandoening. Ook de kleuromslag van de bloem na de bevruchting (van rood naar blauw als gevolg van een pH-omslag) wordt door sommigen als een teken opgevat. Longkruid wordt nog steeds toegepast in een aantal fytotherapeutische preparaten en werkt verzachtend, slijmoplossend en hoestremmend, onder meer omdat het slijmstoffen bevat.

Spijtig genoeg bevat de plant ook pyrrolizidine-alkaloiden, stoffen die lang en veel ingenomen de levercellen kunnen beschadigen. Dus toch maar voorzichtig zijn. Voor longen en luchtwegen hebben we ten andere genoeg andere goede planten. Denk maar aan tijm. echte salie en kaasjeskruiden.



vrijdag, november 13, 2020

Rode bottels

Rode bottels van de wilde rozen. Ze zijn er gelukkig weer. Toch iets dat er ook in 2020, ondanks Corona, gewoon weer is. 

Rozenbottels zijn de vruchten van (wilde) rozen zoals de hondsroos (Rosa canina). De hondsroos dankt haar naam aan het oude geloof dat de wortel van de plant zou helpen tegen een beet van een dolle hond. 

De rozenbottels van hondsroos en andere rozensoorten Rosa rubiginosa en Rosa rugosa  zijn bijzonder rijk aan vitamine C (420-900 mg per 100 gram); het gehalte aan vitamine C in rozenbottels is maar liefst zes keer hoger dan in sinaasappels. Rozenbottel bevat koolhydraten en (essentiële) vetzuren (met name alfalinoleenzuur en linolzuur), vitamine E, foliumzuur (400-600 mcg per 100 gram gedroogde rozenbottels), mineralen (magnesium, kalium, ijzer, mangaan, zink, koper, calcium, chroom), fruitzuren, tanninen (looistoffen), pectine, aminozuren en wat etherische olie.

Het laten trekken van rozenbottelthee gedurende tien minuten levert een mineraalrijke drank op. Verder is rozenbottel verrassend rijk aan lycopeen, een krachtige antioxidant en vrije radicalenvanger (13-35 mg per 100 gram). Rozenbottel is naast rode grapefruit, abrikozen, watermeloen en papaja een goede bron van lycopeen voor mensen die geen tomaten verdragen. Rozenbottels hebben een beduidend hoger gehalte aan polyfenolen dan bramen, bosbessen, aardbeien en frambozen. Polyfenolen (waaronder flavonoïden, anthocyaninen en carotenoïden) bezitten uiteenlopende biochemische activiteiten, waaronder antioxidant-, anti-kanker en ontstekingsremmende effecten.

Traditioneel gebruik van rozenbottel

Rozenbottels worden van oudsher in landen als Turkije veelvuldig door de bevolking geplukt en gebruikt als voedingsmiddel (marmelade, jam, moes, siroop, sap, thee); daarnaast worden rozenbottels ingezet voor medicinale doeleinden. Rozenbottel staat bekend als een probaat middel om de weerstand tegen infecties zoals verkoudheid te verhogen. De vruchten, bladeren en wortels van de hondsroos worden in Turkije gekookt in water; het aftreksel wordt toegepast als diureticum. De thee van rozenbottel heeft een milde laxerende en diuretische werking.  Rozenbottel is in de (Europese) kruidengeneeskunde ook bekend als middel tegen jicht, reuma, astma, bronchitis, diabetes en urineweginfecties.  

De vette olie van rozenbottelzaden wordt toegepast in huidverzorgingsproducten (ter bescherming tegen huidveroudering) en wordt daarnaast gebruikt om de wondheling te bevorderen, littekenvorming tegen te gaan en klachten van (atopisch) eczeem, psoriasis, dermatitis, acne, zweren en cheilitis (ontstoken lippen) tegen te gaan. 

Wat geschiedenis

Ook in het verleden was deze stekelige struik met zijn rode vruchten al bekend. Dodonaeus beschrijft verschillenden soorten tamme en wilde rozen. 'Tvijfste gheslacht es ghenaempt in Griecx Cynorhodon, In Latijn Rosa canina, en Rosa sylvestris, In Hoochduytsch Wilder Rosen en Heydrosen/ In Neerduytsch Wilde Roosen/ In Franchois Roses saulvages. Toch adviseert hij vooral het gebruik van de bloemen, de bottels 'inghenomen stoppen den loop des buycx ende diesghelijcx oock alle bloetganck'.

Medicinale confituur

De hele rozebottels (dus ook met zaden) met gelijke gewichtsdelen suiker zachtjes 10 minuten laten koken, pletten, 24 uur koel wegzetten en daarna nog even opkoken en heet overgieten in kleine potjes. Dosering 3x daags een koffielepel preventief bij griep, nabehandeling verkoudheid, griep of bij reuma (kuurmatig) 

Enkele onderzoeken

Rein E, Kharazmi A, Winther K. A herbal remedy, Hyben Vital (stand. powder of a subspecies of Rosa canina fruits), reduces pain and improves general wellbeing in patients with osteoarthritis—a double-blind, placebo-controlled, randomised trial. Phytomedicine. 2004;11(5):383-91.

Winther K, Apel K, Thamsborg G. A powder made from seeds and shells of a rose-hip subspecies (Rosa canina) reduces symptoms of knee and hip osteoarthritis: a randomized, double-blind, placebo-controlled clinical trial. Scand J Rheumatol. 2005;34(4):302-308.

Meer info: https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/rosa-canina


 

woensdag, november 11, 2020

Ashwaganda en potentie?

Katten en planten verhuizen mee van Bretagne naar Wallonie. Zo ook enkele Withania's. Deze Indiase planten zijn ook in Europa goed te kweken. Beroemd en berucht zijn ze, bekend uit de Kamasutra. Mogelijk goed voor de potentie. Ashwagandha of Indiase ginseng (Withania somnifera [L.] Dunal) wordt al eeuwenlang traditioneel gebruikt als rustgevend middel, afrodisiacum en bij de behandeling van impotentie en onvruchtbaarheid. De actieve inhoudsstoffen van deze plant bestaan onder meer uit triterpeenlactonen, steroïdlactonen en alkaloïden.

In een systematische review en meta-analyse uit 2018 is de werking van ashwagandha op mannelijke onvruchtbaarheid bekeken [1]. Van de 116 gevonden artikelen kwamen er slechts vier in aanmerking, waarvan er drie observationeel waren en één gerandomiseerd klinisch onderzoek (RCT). In de drie observatiestudies werd 5 g ashwagandhawortelpoeder per dag gebruikt gedurende drie maanden. De RCT vergeleek de driemaal daagse orale toediening van 225 mg wortelextract met een placebo gedurende drie maanden. Er deden zich geen bijwerkingen voor. Ongeveer 30-80% van de mannelijke onvruchtbaarheid is gerelateerd aan nadelige effecten van oxidatieve stress op de kwaliteit en beweeglijkheid van de zaadcellen. Daarnaast hebben onvruchtbare mannen vaak statistisch significant lagere spiegels van de antioxidanten vitamine A, vitamine C en vitamine E in het plasma. Vaak wordt een slechte spermakwaliteit ook gerelateerd aan te lage circulerende geslachtshormoonspiegels in het bloed.

Deze meta-analyse suggereert een herstel van deze hormoonspiegels bij onvruchtbare mannen door orale toediening van ashwagandha. Daarnaast verbeterde ashwagandha de anti-oxidantspiegels in de zaadvloeistof. De auteurs concluderen dat de ashwagandhabehandeling relevante spermaparameters, het hormonale profiel, oxidatieve biomarkers en antioxidantspiegels in seminaal plasma en andere relevante biochemische fertiliteitsparameters aanzienlijk verbetert bij onvruchtbare mannen met zowel normaal sperma (normozoöspermie) als met verminderd aantal zaadcellen in het ejaculaat (oligozoöspermie) en verminderde beweeglijkheid van de zaadcellen (asthenozoöspermie).

Oliff et al. reageren op deze analyse met de constatering dat een belangrijke beperking van deze meta-analyse het ontbreken van meer RCT’s is [2]. Een andere beperking is dat niet in alle onderzoeken werd geëvalueerd of geslachtsgemeenschap van de behandelde mannen ook daadwerkelijk leidde tot zwangerschappen. De algemene conclusie is dat de gegevens veelbelovend zijn, maar er is zeker meer onderzoek nodig, en dan met name meer en grotere RCT’s.

Wetenschappelijk onderzoek

[1] Durg S. et al. Withania somnifera (Indian ginseng) in male infertility: An evidence-based systematic review and meta-analysis. Phytomed. 2018;50:247-256. [2] Oliff HS. Re: Systematic review shows promising but insufficiently robust evidence for benefits of Ashwagandha in male infertility. American Botanical Council 2019. 

Teelt van Withania

Ashwaganda, een kruid uit de vreemde, maar dat in Europa toch goed te telen is. Dus hier wat teeltadviezen. De zaden van de overblijvende Withania somnifera kunnen het best gezzaaid worden in zanderige klei of andere grondsoorten met een goede drainage. De plant wordt in Azië vlak na de eerste moessonregens gezaaid, geef de zaden dus in het begin goed water. Pas echter op voor rot, laat de grond tussen het water geven door eerst volledig opdrogen. Het duurt wel ongeveer 3 weken voor de zaden ontkiemen, maar we kunnen op een voedselrijke grond het eerste jaar al wortels oogsten. Van deze wortels kun je dan een klassieke tinctuur maken.

Lees https://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/60484-ashwaganda-kruid-voor-paardenkracht.html

maandag, november 09, 2020

De vergeten vijfsmakenbes

Nog eens over de achtergelaten planten in ons Bretoense huis. Natuurlijk konden we niet alles meenemen naar België, maar door die verschrikkelijke Corona-omstandigheden ben ik ook enkele bijzondere planten gewoon vergeten. Zo ook een Chinese klimplant bij het tuinhuis, deze struik hoort bij de groep van adaptogenen en draagt de naam Schisandra chinensis of Vijfsmakenbes.

Schisandra (Schisandra chinensis; peperbes of vijfsmakenbes) is een kruid dat vanaf de jaren veertig van de vorige eeuw uitgebreid is onderzocht in Rusland. Het oefent mogelijk effect uit op het centrale en sympathische zenuwstelsel, en op het endocriene, immuun-, respiratoire, cardiovasculaire en gastro-intestinale systeem. Onderzoek bij sportpaarden toonde aan de dieren die een schisandra-preparaat hadden gekregen sneller herstelden van inspanning, een lagere hartslag hadden en lagere lactaatwaarden in hun bloed hadden. Paarden die slecht presteerden en verhoogde enzymwaarden in hun bloed hadden, gingen beter presteren na 14 dagen gebruik van een schisandraextract. Ook verbeterden hun bloedwaarden.

In China wordt de plant ook wu wei zi genaamd. Dit betekent 5 smaken vrucht. De schil smaakt zoet, het vruchtvlees licht zurig, de zaden bitter tot wrang en het binnenste gedeelte van de zaden zout.

De Schisandra chinensis is een winterharde klimplant en kan zonder snoeien wel meer dan 6 meter hoog worden. In het voorjaar rond mei verschijnen witgele tot roze stervormige bloemen. De planten moeten ongeveer 4 jaar oud zijn voor de eerste bloei. In de loop van de zomer verschijnen er in eerste instantie witte bessen in langwerpig trossen. De bessen hebben een doorsnede van 5 tot 8 mm en indien rijp rood gekleurd aan het einde van de zomer. Deze bessen kunnen vers gegeten worden. Maar indien u teveel heeft is het drogen van de bessen een prima optie om ze later te verwerken in de thee of frisdrank.

Mijn Schisandraplant in Bretagne kan gemakkelijk zonder mij overleven. Of moet ik ooit toch eens terug gaan om te kijken hoe ze het stellen? Of moet ik ooit toch eens terug gaan om te kijken hoe ik het stel?

Zie ook https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6412213/


zaterdag, november 07, 2020

Over groot hoefblad bij allergische rhinitis

Nog een laatste mooi beeld van verzopen groot hoefblad in onze Bretoense tuin. Ooit een enkel stukje wortel zelf aangeplant bij de Aulne in Pont ar Gorret. Ook zonder mij zullen ze gelukkig wel overleven. 

Dan maar een nuchter artikel over de geneeskrachtvan deze stoere plant. Petasites Groot hoefblad (Petasites hybridus (L.) G.Gaertn., B.Mey. & Scherb.; Asteraceae) is waarschijnlijk een van de bekendste planten waarvan de werking bij allergische rhinitis wetenschappelijk is bevestigd. Bekende synoniemen van P. hybridus zijn Tussilago hybrida L. of T. petasites L. Extracten van zowel rizoom en wortels als van de bladeren worden al eeuwenlang gebruikt, onder andere bij hoest, astma, spasmen in gladde spieren en hoofdpijn. 

De belangrijkste werkzame stoffen zijn de sesquiterpenen petasin, isopetasin en neopetasin. Petasites bevat echter ook levertoxische pyrrolizidine-alkaloïden (PA’s). Het gehalte van deze alkaloïden is in de bladeren tienmaal lager dan in de wortels. Door middel van superkritische CO2 -extractiemethoden kunnen extracten verkregen worden die vrij zijn van PA’s.

Het anti-allergische effect van petasinen is voor een deel terug te voeren op een antihistamine-activiteit en op een ontstekingsremmende activiteit. Het Petasites-extract verhindert de calciuminflux in geactiveerde mestcellen, wat zorgt voor blokkering van degranulatie (afbraak) van deze mestcellen (remming van de histaminevrijzetting). Remming van de vorming van leukotriënen (cysteïnyl-leukotrieen en leukotrieen B4) in immuuncellen zorgt voor de anti-inflammatoire werking. 

Klinische studies naar Ze 339 Petasites-extract 

Een gestandaardiseerd en gepatenteerd CO2 -extract van de bladeren van Petasites hybridus (Ze 339) is in 2003 in Zwitserland op de markt gekomen als geregistreerd receptgeneesmiddel met als indicatie de behandeling van intermitterende allergische rhinitis en daaraan gerelateerde symptomen van neus, oog en keel. De effectiviteit en kortetermijnveiligheid van dit extract is in meerdere, kortdurende studies van twee weken aangetoond door de fabrikant, vergeleken met een placebo ofmet een positieve controle met antihistaminica. Allergische rhinitis bij de proefpersonen werd bevestigd met een huidpriktest, soms aangevuld met een bepaling van specifieke IgE-antistoffen. De werking van het extract is lokaal (op de plaats van ontsteking) en niet perifeer en is werkzaam in de vroege en de late fase van de allergische reactie. Een dosis (tablet) bevat 20-40 mg extract overeenkomend met 8 mg petasin. Naast petasinen (20,3%), bevat het extract onder andere vetzuren (40,2%), aromatische componenten (7%) en fytosterolen (1,2%). 

Een studie waarin twee verschillende doses Ze 339-extract werden vergeleken met een placebo toonde dat de effectiviteit dosisafhankelijk is. De studie werd uitgevoerd onder 186 personen met bevestigde intermitterende allergische rhinitis. In de groep die 2 weken lang 3 tabletten per dag kreeg (24 mg petasin), trad bij 91% een verbetering van de totale symptomen op en in de groep die 2 tabletten per dag kreeg (16 mg petasin) gebeurde dat bij 71%. 

Eerder al werden positieve effecten gemeten in een verkennende studie met 6 proefpersonen met allergische rhinitis. Gebruik van 6 tabletten per dag gaf binnen 5 dagen een sterke afname van de concentraties van ontstekingsmediatoren (cysteïnylleukotrieen, leukotrieen B4) en van histamine in het neusvocht. Rhinomanometrie, een methode waarbij het functioneren van de neus wordt gemeten, toonde een sterke verbetering in de symptomen van een verstopte neus.

Meer info over hoefblad.https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/petasites-groot-hoefblad


vrijdag, november 06, 2020

Walnoot, signatuurleer en mythologie

Een bijzondere notenboom  in het Franse dorpje #Bellegarde-en-Diois 
De duivel woonde in een bos van notenbomen, daar bezochten de heksen hem. In de Talmoed staat, dat aan iedere twijg 9 bladeren zitten en op ieder blad zit een duivel. Een notenboom was dus een boom waar men maar niet te dicht bij moest komen. Viel men per ongeluk in slaap onder zo'n boom dan was het leed niet te overzien. Men werd minstens dodelijk ziek of waanzinnig.
Aan de noten zelf schreef men veel positieve eigenschappen toe. De noten waren vooral vruchtbaarheidsbrengers Wanneer men jong gehuwden noten achterna gooit of wanneer de bruid noten onder de gasten strooit, dan is dat een handeling die vruchtbaarheid aan de bruid moest schenken.

Ook hadden de noten voorspellende kracht. Met Kerstmis legden verloofden noten in het vuur. Brandden zij rustig op, dan zou het huwelijk ook rustig en vreedzaam zijn, dan zou het huwelijk ook niet rustig zijn en zou er heel wat afgekrakeeld worden.


In de volksgeneeskunde werden walnoten vooral gebruikt bij ziekten, die met het hoofd te maken hadden. De noten zien er dan ook precies uit als hersenen. De Engelse botanist William Cole (1626-1662) noemt in het kader van de signatuurleer de walnoot (Juglans regia L.). Omdat de vorm van de walnoot lijkt op die van de kleine hersenen met een linker- en rechterhersenhelft, zijn deze noten volgens hem heel goedtegen kwalen van de hersenen

De bladeren van de notenboom verspreiden een speciale lucht. Niet voor niets stond er vroeger bij veel boerderijen een notenboom voor de deur. Op die manier hield men de vliegen buiten.

Naar het gebruik om een notenboom te planten als levensboom bij de geboorte van een kind zei Goethe in “Leiden des jungen Werthers”: “Der Alte wurde ganz munter, und da ich nicht umhin konnte, die schonen Nuzbaume zu loben, die uns so lieblich beschatteten, fing er an, uns, wiewohl met einiger Beschwerlichkeit, die geschichte davon zu geben. Den alten, sagte er, wissen wir nicht, werd den geplflanzt hat: Einige sagen dieser andre jener Pfarrer. Der jungere aber dort hinten ist so alt als meine Frau, im Oktober funfzig Jahr. Iht Vater pflanzte ihn des Morgens, als sie gegen Abend geboren wurde. Er war mein Vorfahr im Amt, und wie lieb ihm der Baum war, ist nicht zu sagen.”.

donderdag, november 05, 2020

Sleedoorn in Coronatijden

Net uit quarantaine. Mijn eerste wandeling. Ik dwaal wat rond bij de stoere kerk van Hastiere. De abbatiale. Herfstkleuren in de zon. Stoere plataan- en kastanjebladeren vallen botweg naar beneden, frivole beukenbladeren hangen nog luchtig licht te geven. Zonder blad in hun struiken vallen de blote mispels en de blauwe sleedoornbessen nog meer op. 


Sleedoornbessen plukken, dat is het goeie moment.  Deze Prunus spinosa is een hoge stekelige struik met bijna zwarte takken en witte bloesem, die je veel vind langs bosranden en in heggen samen met meidoorn en hondsroos. Alle delen van de plant zijn ooit gebruikt geweest voor medicinale en andere doeleinden, zowel schors, bloemen, bessen en zelfs de doornen, nu maken we hoofdzakelijk nog gebruik van de donkerblauwe bessen. Ze bevatten veel looistoffen (wrange, samentrekkende smaak), vruchtenzuren (frisse smaak) en veel vitamine C. Een aromatische en gezonde siroop verkrijg door de goedrijpe vruchten in honing te laten trekken. Tegen diarree kun je van de gedroogde bessen een afkooksel maken (20 gr per liter water 1’ koken en 10’ laten trekken).

Vroeger waren vooral de bloemen medicinaal. Ze werden vermeld in de officiële apothekersboeken van Duitsland (DAB) en Zwitserland (Ph. Helv.) als licht laxeermiddel en gebruikt in bloedzuiverende voorjaarskuren. Ook in het vakboek Teedrogen van Wichtl wordt de Pruni spinosae flos, de bloemen van de Sleedoorn, vermeld als licht laxeermiddel, diureticum (urinedrijvend), diaforeticum (transpiratiebevorderend) en expectorans (slijmoplossend). Al wordt er bijgezegd dat het voornamelijk als volksmiddel in gebruik is.

Naast de mens hebben ook vogels, insecten en zelfs planten wat plezier aan de sleedoorn. De doornige struik is een geliefd plekje voor broedende vogels. Katten en andere belagers kunnen immers niet bij het nest komen zonder zich stevig te krassen. Plantjes zoals Maarts viooltje of Sleutelbloemen en Leverbloempje zijn ook tegen vraat van koeien en dergelijke beschermd. En ook rupsen 'genieten' van de sleedoorn, in Mei vreten de rupsen van de spinselmot zich door de bladeren heen. Gelukkig maakt de sterke slee snel weer nieuw blad aan.

Namen en etymologie van Prunus spinoza
  • Sleedoorn, Sleepruim, Trekkebek, Haversleebloesem, Sleebes
  • Engels: Blackthorn, Sloe
  • Duits: Schlehdorn, Schwarzdorn, Schlinge, Dornschlehe
  • Frans: Epine-noir, Prunellier
Waar dat spinosa vandaan komt? Gewoon van het Latijnse spinosa, spinosum, spinosas wat doornig betekent. Het heeft dus helaas niets met Spinoza te maken en dus zit er ook geen mooi verhaal in. En Prunus is een oude Latijnse naam voor pruim. Niet echt boeiende naamverklaringen om een mooi artikel te schrijven.

Dan is de Nederlandse naam sleedoorn iets interessanter. Slee' betekent 'de tanden stroef maken', als je een verse bes proeft, is het net alsof de mond rasperig word, dat komt door de eerder vermelde looistoffen, die in de bessen aanwezig zijn. Bij de Sleedoorn proef je dat extra sterk waarschijnlijk omdat je een contrasterende combinatie van smaken in de mond krijgt door de ook aanwezige vruchtenzuren. Ook de volksnaam 'Trekkebek' verwijst naar de wrangzure smaak, waar je dus een vieze bek van trekt.

Een recept als afsluiting: Sleedoorn-appeldiksap
  • 1 kilo sleebessen
  • 1 kilo appels, peren of nog beter druiven
  • 1 kaneelstok
  • 1 kruidnagel
Laat appels en bessen in een stoomextractor in een uurtje het sap onttrekken of gewoon in een pan zachtjes laten koken. Het sap uitzeven en laten indikken. Heet in kleine flesjes gieten. Als siroop over nagerechtjes, als limonade verdund met bruiswater of met pastis in plaats van water gebruiken.

donderdag, oktober 29, 2020

Mijn laatste foto's in de tuin van ons Bretoense huis




Het woeste water van de Aulne met een jonge maretak in een kronkelende hazelaar. 

Een oude maretak, die steeds verder doorbuigt in een breekbare wilg. 

En een oude appelboom, vlakbij het huis, met een mozaïek van blozende appels, die langzaam wegrotten. Gelukkig wel voedsel voor vogels, herten en otters. 
Adieu.
 




zaterdag, oktober 24, 2020

Les geven in Coronatijden

Les geven in Coronatijden. Buiten dus, geen probleem. Op afstand, dat is al veel moeilijker. Samen troepen rond een minuscuul plantje, snuffelen, ruiken, proeven, hoe kan dat nu?

Nieuwe mensen, oude vertrouwde planten. Allemaal Coronavrij? Op hoop van zege. De eerste oude, getrouwe plant die we ontmoeten  en op geur proberen te determineren is ......... boerenwormkruid oftewel Tanacetum vulgare. De officiële Latijnse naam Tanacetum is afgeleid van het Griekse woord tanaos dat "langdurend" betekent en verwijst naar de bloemen die niet snel verwelken en de geur die niet snel verdwijnt.

Sporen van zomerse planten vinden we overal. Resten van wilde marjolein, droge zaadstengels van bijvoet, zaadhulsen van sint-janskruid om maar enkele belangrijke medicinale planten te noemen. Schatten voor een herborist. Bij de eerste huizen van Bonsoy vinden we de bamboe-achtige stengels van een plant, die de schrik is van natuurverenigingen maar mogelijk de lieveling wordt van herboristen: dé Japanse duizendknoop.  De jonge stevige scheuten kunnen in het voorjaar geoogst, gekookt en verwerkt worden tot confituur, ze smaken verrassend lekker, naar rabarber maar dan minder zuur. De houtige wortels kunnen nu geoogst worden om tinctuur te maken. Ze zitten vol met resveratrol, het anti-oxidant bij uitstek. We graven wat wortelstokken uit de grond, geen enkele natuurliefhebbers zal ons dat kwalijk nemen. Hoe meer hoe beter, denken ze. 

Met onze rare schatten vervolgen we onze weg, de verweerde trap af richting beek van Bonsoy en richting Maas.

Over boerenwormkruid https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/41118-boerenwormkruid-of-reinvaren.html

Over Japanse duizendknoop https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/fallopia-duizendknoop-japanse

woensdag, oktober 14, 2020

Over helmkruid

Heb je speenkruidknolletjes voor mij? Ik kan me nog levendig herinneren, dat een wat oudere mevrouw mij jaren geleden die vraag stelde. Ik de tuin in en fier terug komen met die kleine witte knolletjes van het echt speenkruid, Ficaria verna, maar die moest mevrouw helemaal niet hebben. Het waren veel grotere bruine knollen die zij nodig had en toen besefte ik dat zij 'het groot Speencruydt' van Dodoens zocht, met de Nederlandse naam Helmkruid en de Latijnse naam Scrophularia nodosa.

Weer zo'n vreemde, vergeten plant. Helmkruid, Speenkruid. Scrophularia nodosa. Ooit gebruikt tegen scrofuleuze gezwellen en tegen andere uitstulpingen des lichaams, aambeien, lymfeklieren. Een typische vorm van signatuurleer, je kan aan het uiterlijk van de plant zien waar hij goed of slecht voor is. De wortels zijn knobbelig, en daaruit is dan ook de officiële naam 'nodosa', knopig ontstaan en mogelijk ook 'scrofuleus', klierachtig. De plant was een specifiek kruid voor het scrofuleuze type , mensen met aanleg voor opgezette lymfeklieren.

Dodonaeus over Helm cruyt

Ook Dodoens vermelde dezelfde werkingen. Die bladeren/ stelen/ saet/ wortelen/ en sap van dat oprecht Helm cruyt verteeren ende doen verdwijnen alderleye gheswel/ en herde clieren/ alsmense met eedick (azijn) menghelt/ ende daer twee daghen lauwachtich op gheleyt. Die bladeren ghestooten/ zijn goet gheleyt op vervuylde en voorts etende sweringhen ende tot den kanker met sout ghemenght en daer op gheleyt. Tsap van desen cruyde verdrijft die roose in daensicht alsmen dat daer mede wascht. Die wortel inghenomen verdroocht ende gheneest die speenen: Dijsghelijck doet zy oock ghestooten/ en van buyten daer op gheleyt.

Zeugwortel of Sint Anthoniusknollen

Hildegard von Bingen noemde de plant 'Sauwurz', Zeugwortel. In Nederland werden ze Sogewortel, of Zoeghewortel genoemd. De knollen zouden als voedsel voor varkens gebruikt zijn, vooral ook om klierziektes bij die beesten te genezen. Omdat Sint Antonius de patroon van de varkens was en is, werd Helmkruid ook wel Sint Antoniusknol genoemd.

Helmkruid

De Nederlandse naam helmkruid verwijst naar de kleine, bruine bloemen die de vorm van een pompiershelm zouden hebben. Andere oudere Nederlandse namen, zoals Speenkruid, verwijzen eerder naar de medicinale werking, naar zijn gebruik tegen aambeien. In sommige streken noemde men het zelfs aambeiwortel, net zoals in Frankrijk 'herbe aux hémorroïdes', alhoewel hier dezelfde vergissing ontstond als bij mij aan de voordeur. Herbe aux hémorroïdes is het echte speenkruid Ficaria verna.

In Nederland bij Brummen zou het rond 1929 nog verbouwd geweest zijn als medicijn tegen kanker. Vandaar de naam kankerbloem, alhoewel deze naam vooral ook aan de goudsbloem gegeven werd.

Dr. Leclerc

Dr. Leclerc en vele anderen schrijven het ook een bloedsuikerverlagende werking toe. Verder is er in Helmkruid ook de anti-inflammatoire stof harpagoside gevonden, waar Duivelsklauw (Harpagophytum) zijn werking bij artrose aan te danken heeft. Bijzonder is ook dat het flavonoïde diosmine voor het eerst en al in 1925 in deze plant gevonden werd en dat deze stof nu ook verwerkt wordt in preparaten voor het veneuze vaatstelsel, tegen spataderen en aambeien. Dus de kwalen waar juist Helmkruid in de volksgeneeskunde voor gebruikt word. Diosmine heeft net zoals harpagoside ook een ant-inflammatoire werking.

Toekomst voor Helmkruid

Ondanks dit alles wordt Knopig helmkruid ook nu nog weinig medicinaal gebruikt. Het lijkt me dan ook nuttig dat we deze plant wat beter gaan onderzoeken. Het is mogelijk dat Scrofularia nodosa

  • voor het veneuze vaatstelsel versterkend is,
  • bij ouderdomsdiabetes gebruikt kan worden en
  • als anti-inflammatoir middel bij reumatische klachten zijn diensten zou kunnen bewijzen