Savonds toch naar Bernard onze lavendelsiroop ophalen. Zoals gewoonlijk een uitgebreid gesprek over lavendel, over zijn zwavelwaterbron op zijn land, over de geurkwaliteit van de etherische olie van Lavandin ‘Ayme’ en over het bouwen van zijn huis met het stro van lavendel.
We zijn op bezoek bij onze lavendelboer Bernard, morgenvroeg gaat hij voor de laatste keer dit jaar
langs de zuidkant (l’Adret) van montagne d'Angèle wilde lavendel oogsten op 1500 m, Mijn laatste
kans om mee te gaan, want we rijden overmorgen terug naar Belgie
.
Dus 's anderendaags om 6 uur ben ik wakker om lavendel te plukken in de Montagne d’Angele. Ik rij eerst naar Villeperdrix, parkeer mijn auto naast Bernard zijn 4X4tje op de parking, aan de overkant van de vallei kijk ik op Bernard zijn lavendelvelden en op de plek waar zijn huis moet komen.
We wisselen hier van auto om de bergen in te trekken. Het dorp door richting Chaudebonne, eerst nog wat geasfalteerde weg die al snel overgaat in een kronkelend en steil grindpad, verderop bij de col is er gedeeltelijk weer verharde weg naar de laatste boerderij en bergerie, richting top van Montagne d’Angéle. Voorbij de boerderij, de boomgrens voorbij, vinden we eerst nog veel Brem en Buxus met een beetje Lavendel en andere kruiden ertussen. Het krakkemikkige 4x4tje van Bernard kreunt naar boven, naar 1100, 1200, 1300 meter, naar steeds meer Lavendel. We stoppen op 1500 meter bij de bergerie van de boer, ook de hoogtegrens van de wilde lavendel.
De plantengroei op het plateau bestaat voornamelijk uit wild grasland met kruiden en op de rand (crete) steeds meer alpenplanten Sedum en Sempervivumsoorten, Wilde tijm maar ook zuiderse Wollige teucrium en Rozenkransjes. Hier zou ik, op mijn manier, wel een gebedje willen doen. Bernard prevelt ondertussen verder. Over de schapen die aan de zuidkant L’Adret grazen en die zelfs een ‘appelation’ hebben, over de koeien, die beter aan de noordkant (l’Ubac) kunnen leven, met ander, sappiger groen voedsel. Over de boer, die eigenaar is van het hele plateau 200 hectares en in de winter met zijn zoon hier op konijnen komt jagen. Niet op everzwijnen, die wroeten zich iets lager door de eikenbosjes en worden vooral door de luxejagers uit Grenoble afgeschoten.
Maar wij (Bernard en ik) komen hier vooral om lavendel te plukken. De fameuze ‘lavande sauvage’ van boven de 1000 meter met zijn uniek aroma. Voor alle duidelijkheid, de klassieke lavendeloogst van beneden is natuurlijk al lang voorbij. Maar op 1500 m is de bloei veel later, en daarbij komt dat voor het distilleren de bijna uitgebloeide bloem toppen geoogst worden. Zeg maar de kelkblaadjes, waar de meeste etherische olie in zit.
Ondertussen heeft de zon de dauw van de lavendel gedampt en kunnen we er aan beginnen. Plukzak (een vierkant doek met vier linten) om, sikkel in de hand en dan in een straal van honderd meter rond de auto de helling afspeuren naar de mooiste lavendel. Busseltjes bloemtoppen met de linkerhand vastpakken, een korte draai geven en bijna tezelfdertijd met de sikkel de stelen doorsnijden. De bosjes met een achterwaartse beweging in de bilzak laten glijden en ondertussen weer verder speuren naar nog mooiere planten. Ritmische handelingen als een ritueel: kijken, snijden, de zon steeds sterker voelen, de lavendelgeur die in je lijf dringt, langzaam het gewicht van lavendel voelen.Het gewicht van lavendel! Dat kende ik nog niet!
Een volle zak wordt leeg geschud op een nog grotere schort, de bouras. Langzaam raakt de juteschort bedekt met blauwgrijze lavendelbloemen. Tegen de middag kunnen we met 2 bouras vol en een van geur verzadigde auto terug naar de bewoonde wereld.