maandag, april 02, 2012

Muurbloem begint te bloeien

In de natuur is het nu steeds van, de eerste dit en de eerste dat, het eerste speenkruidbloemetje is nog maar net uitgebloeid of de madeliefjes, de sleutelbloemen en de viooltjes staan al te dringen op de eerste rij. In mijn Haans tuintje nu ook de eerste bloem van de Cheiranthus cheiri, de muurbloem gezien. De gele muurbloem of Violier, zo'n ouderwetse vaste plant die met zijn zoete, specerijke geur ook herinneringen uit mijn verst verleden oproept. Verst bedoel ik dan 60 jaar geleden in Hauthem in de tuin van mijn tante Jeanne en nonkelpeter Maurice. Aan hem heb ik nu nog mijn voornaam te danken. Maar de geschiedenis van de muurbloem gaat wel honderden jaren terug.

Dodonaeus schrijft ‘Dit kruid wordt ook in het Grieks Leucoïon genoemd en Leucoïon melinon, in het Latijn Leucoïum luteum en Viola alba, in het Arabisch keyri, in het Spaans violetas amarilla, in het Nederduits steenviolieren omdat ze zo graag op steenachtige grond groeien en geel violieren, in het Hoogduits Galbe Violaten en soms Gelb Garten Veiel’.

De meester Serapio in het boek aggregatoris in het kapittel cheÿri spreekt dat dit gewas of kruid vele vormen aan hem heeft en vooral aan de bloemen want de bloemen zijn ettelijke wit, ettelijke geel en ettelijke die hebben citroenkleur en welke bloemen citroenkleur hebben dat zijn de besten en zijn beter genuttigd in de artsenij dan de anderen...... Deze bloemen nuttigt men in de artsenij en niet dat kruid noch de wortel. Deze bloemen gekookt in water en dat gedronken drijft uit secundinam, dat is de andere geboorte. Dit alzo genuttigd drijft ook uit de dode geboorte. Deze bloemen gestoten en het sap gelaten in de ogen beneemt de kwade vlekken daarin. Van deze bloemen zullen niet drinken die vrouwen die met kind gaan want dat kind daarvan schade ontvangt want het brengt vrouwen vochtigheid genaamd menstruatie. Tenzij het dan gebeurde zo die vrucht dood is of dat die vrouw gekomen is tot de tijd van de geboorte of dat die vrouw is in grote zware arbeid, dan mogen ze goed drinken van deze bloemen als God dat eerder toestaat.
Item, dat sap van dit kruid met honing vermengt is goed tegen de blaren aan de mond genaamd alcola.
Item. Dit kruid zijn olie vermengt met vlasolie is die pijnen van de milt stillen en is de hardheid van de milt wekhen.
Interessant is mogelijk ook dat van de bladeren verf gemaakt kan worden. 'Van de bladeren van de steenviolieren maakt men een zeer mooie groene verf door die te stampen met wat aluin en zo het sap daarvan te bewaren’wat de schilders en waterververs zeer bekend is’.

En om nog maar eens het geschiedkundig overzicht uit het Lehrbuch der Biologischen Heilmittel, Madaus, 1938 te citeren.

Flora von Deutschland Österreich
und der Schweiz (1885)
 
Hippokrates (Hippokrates Sämtl. Werke, übers. v. Fuchs, 1895, III, S. 345.) erwähnt den Goldlack unter den Frauenmitteln. Auch Dioskurides (Des Pedanoides Dioskurides Arzneimittellehre, übers. v. Berendes, 1902, S. 344.) kennt ihn. Die getrockneten, gekochten Blüten der gelben Form haben nach ihm gute Wirkung als Sitzbäder bei Entzündungen der Gebärmutter und zur Beförderung der Menstruation. In Wachssalbe aufgenommen, heilen sie Afterfissuren und mit Honig Ausschlag am Munde. Die Frucht innerlich genommen und als Zäpfchen eingelegt, fördert die Menstruation und treibt die Nachgeburt und den Embryo aus. Gegen Erkrankungen der Milz und bei Podagra wird die Wurzel verwendet.

Paracelsus (Paracelsus Sämtl. Werke, II, S. 91, 93, III, S. 382, 460.), in dessen Rezepten Cheiri mehrfach auftaucht, verwendet ihn u. a. gegen Paralysis und Schwindsucht.

Vor allem als Frauenmittel rühmt Matthiolus (Matthiolus, Kreuterbuch, 1563, S. 301 c.) die Pflanze, wenn er u. a. schreibt: "Die Blumen von der gelben Veieln gedörrt / gesotten / und getrunken / treibt secundinam, das ist / dz Bälgle / und wirfft die todte Frucht auß Mutterleibe. Schwangere Frauen sollen nicht von diesen Blumen trinken / es sey denn in Kindsnöten / da ziehen sie die Geburt auß / und reinigen die Mutter." Auch äußerliche Verwendung des Mittels kennt er zu Bädern als Vaginapessar und als Pflaster. Diese heilen u. a. "den zerschrundenen After". Auch gegen Milzkrankheiten, Fußgicht und Augenleiden ist Goldlack heilsam.
v. Haller (v. Haller, Medicin. Lexicon, 1755, S. 387.) führt Cheiranthus als Frauenmittel an. Aber auch gegen Nerven-, Herzbeschwerden, Gelbsucht und als harntreibendes und schmerzstillendes Mittel nennt er die Pflanze.
Osiander (Osiander, Volksarzneymittel, 1829, S. 342.) kennt Goldlack als gelindes Emmenagogum.
Clarke (Clarke, Dictionary of materia medica, 1925, I, S. 462.) zitiert Cooper, der das Mittel mit gutem Erfolg bei Affektionen (z. B. Taubheit) infolge Durchbrechens des Weisheitszahnes anwendete.
In der heutigen Volksmedizin wird es bei Leber- und Herzleiden, Wassersucht, Harngrieß, als Emmenagogum und Purgans geschätzt (Vgl. 11), 13); Zörnig, Arzneidrogen, Bd. II, S. 157; Wasicky, Physiopharmakognosie, Bd. II, S. 483.).

Een samenvatting van de werking vinden we bij Pfaff database
Wallflower was formerly used mainly as a diuretic and emmenagogue but recent research has shown that it is more valuable for its effect on the heart. In small doses it is a cardiotonic, supporting a failing heart in a similar manner to foxglove (Digitalis purpurea). In more than small doses, however, it is toxic and so is seldom used in herbal medicine. The flowers and stems are antirheumatic, antispasmodic, cardiotonic, emmenagogue, nervine, purgative and resolvent. They are used in the treatment of impotence and paralysis.
The plant contains the chemical compound cheiranthin which has a stronger cardiotonic action than digitalis (obtained from Digitalis species). If taken in large doses this is very poisonous and so this plant should not be used medicinally without expert supervision. 

Mijn eerste paardenbloem van het seizoen


Mijn eerste paardenbloem van het seizoen, gezien van achter en van voren. En morgen of overmorgen maken we paardenbloemgelei of gelée de pissenlit.

We hebben nodig:
200 gram paardenbloemen (zonder groene kelkblaadjes en steeltjes)
een halve citroen of appelsien
1 kilogram geleisuiker
1 liter water
Pluk voldoende paardenbloemen op een propere plaats. Verwijder zorgvuldig alle groene kelkblaadjes en steeltjes (bitter).
Spoel de gele bloemblaadjes af en kook deze in 1 liter water gedurende 15 minuten.  Zeef de massa door een neteldoek om in stijl te blijven en pers deze licht uit in een nylon zeef. Ik laat wel wat bloemblaadjes in de gelei.  Aan het bloemensap voegt u het sap en de geraspte schil van de halve citroen toe, en of wat appelsien, wat ik smakelijker vind. Samen met 1 kilogram geleisuiker laat u alles nog 4 minuten koken.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/29926-in-de-naam-van-paardebloem.html
https://sites.google.com/site/kruidwis/kruidmail/taraxacum-paardenbloem

Bitter

Bitter is naast zoet, zout en zuur belangrijk voor het lichaam, omdat het spijsverteringsklachten kan verhelpen. Voedsel met bittere smaak  verzadigt sneller.

Jong paardenbloemblad
Bittere smaken maken dat mensen minder eten. Misschien kunnen ze zelfs overgewicht helpen bestrijden. Het toe­dienen van bittere smaken zou kunnen helpen om de obesitasepidemie in te dijken. Bittere stoffen doen immers het maag-darmstelsel sa­mentrekken, waardoor de maag minder snel wordt geledigd   en er sneller een verzadigingsgevoel optreedt. Dat staat in het doctoraat dat Sara Janssen schreef.

De resultaten van dierproeven werden bevestigd bij gezon­de vrijwilligers. 'Deze vaststelling opent natuurlijk per­spectieven. De Italiaanse gewoonte om een bitter aperitief te drin­ken voor de maaltijd is dus niet zo'n slecht idee. Het bittertje wekt de appetijt op, maar behoedt ons anderzijds verder voor overeten. In de behandeling van obesitas zou je dat bitter aperitiefje kunnen vervangen door een zogenaamde bitterpil, maar dat is nog toekomst­muziek', schrijft Janssen in haar thesis.
En dat is wel wat vreemde conclusie want kruiden en kruidenpillen met bitterstoffen zijn al zo oud als de mensheid. Gele gentiaan, alsem, engelwortel zijn beproefde bitterkruiden maar ook onze alledaagse paardenbloem en de wilde cichorei zijn planten die spijsvertering beïnvloeden, daarbij heeft de paardenbloem ook nog een diuretische werking en ook dat kan wat helpen om gezond te vermageren. Van de bitterstofgroenten zijn vooral witlof, andijvie en artisjok aan te bevelen.



zaterdag, maart 31, 2012

Kruidige laxantia

Laxantia bestaan al zolang er mensen zijn. Deze laxeerkruiden dienden niet alleen om de ontlasting zo snel mogelijk uit het lichaam te drijven, maar zijn ook altijd in gebruik geweest om de gezondheid in het algemeen te bevorderen. Het waren de zogenaamde bloedzuiverende planten. Ook nu zijn er nog steeds kruidenmengsels en kruidenpreparaten in de handel zoals Zweedse kruiden, die voor een groot gedeelte uit laxeerkruiden bestaan.


Van links naar rechts: Slijmstoflaxantia: Linum, Lini semen, Plantago psyllium, Vlozaad en laxantia met antrachinonen: Rhamnus frangula, Frangulae cortex, Senna, Sennapeulen, Aloë vera, Rhei radix

Volumevergrotende laxantia, ook bulklaxantia genoemd werken minder snel dan antrachinonhoudende laxantia maar zijn te verkiezen vanwege hun veel grotere veiligheid. De werking is gebaseerd op een mechanische en chemische prikkeling van de darmwand en een zachter worden van de faeces. Voorbeelden van bulklaxantia zijn zemelen, lijnzaad, vlozaad (psylliumzaad), sterculiagom of methylcellulose (behangplak). De werking van de plantaardige middelen komt dankzij moeilijk afbreekbare lange polysaccharidenketens tot stand. Deze houden water vast en daardoor zwelt het product. De polysacchariden (koolhydraten) worden gedeeltelijk afgebroken door de darmflora, waarbij organische zuren (propion-, boter-, azijn- en melkzuur, deze verlagen de pH) en ook gassen vrijkomen oa CO2, die ook weer de darminhoud doen toenemen.
Laxantia zoals besproken in de herboristenopleiding 'Dodonaeus' zie kruidwis

Rabarberwortel, mooi en machtig

Rheum palmatum geoogst 30 maart 2012
Het kost me altijd wel wat moeite, zowel lichamelijk als geestelijk, om die indrukwekkende rabarberwortel zo maar uit de grond te halen.

De Rheum palmatum is niet alleen een mooie sierplant maar had vroeger ook een grote geneeskrachtige reputatie, hij werd niet alleen als ordinair laxeermiddel gebruikt, maar was ook een van de kandidaten voor de heilige plant uit de Baghavad Gita, Soma, het voedsel der goden.

In het beroemde standaardwerk van Madaus 'Lehrbuch der Biologischen Heilmittel' uit 1938 wordt een stukje geschiedenis van deze rabarbersoort beschreven:
Schon lange vor dem christlichen Zeitalter war der Rhabarber bei den Chinesen im Gebrauch. Er wird schon in einem aus dem 27. Jahrhundert vor Christus stammenden Kräuterbuch erwähnt. Auch nach Griechenland ist er frühzeitig gekommen. Dioskurides, Galen und Plinius kennen ihn. Bei den arabischen Ärzten des Mittelalters stand er in hohem Ansehen. In den Jahren 1653-1860 wurde (nach Dragendorff) der europäische Rhabarberhandel vorzugsweise durch die russische Regierung vermittelt. Nach Kroeber haben nicht nur der Wurzelstock, sondern auch die kleinen Wurzeln eine abführende Wirkung. Unter der pharmazeutischen Ware (Rhizoma Rhei) versteht man einen bis in die Nähe des Kambiums von der Rinde befreiten getrockneten Wurzelstock. Der Rhabarber schmeckt schwach würzig bitter und hat einen charakteristischen Geruch. Die Droge wird in China hauptsächlich in dem Hochlande zwischen den Flüssen Hoangho und Jangtsekiang besonders in dem Kukunoorgebirge in den Monaten Juli bis August, also vor der Blütezeit, von wildwachsenden Exemplaren gesammelt. 

Lees verder mijn artikel op info.nu http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/natuurgeneeswijze/41645-rabarberwortel-mooi-en-machtig.html
http://www.pfaf.org/user/Plant.aspx?LatinName=Rheum+palmatum
http://www.theodora.com/drugs/eu/rhei_radix_herbal.html

vrijdag, maart 30, 2012

Plantenziel: rode biet

Nog over mijn kruiden- en andere boeken. Ze zijn mij lief, maar kunnen zowel geestelijk als lichamelijk tot lust of tot last zijn. Geestelijk om wille van de boeiende maar ook bevreemdende gedachten die er in verwoord worden en lichamelijk door het letterlijk gewicht van een doos vol met boeken.

Neem nu het boek 'Plantenzielen' van Mellie Uyldert. Ooit gekocht in het voor mij memorabele jaar 1974, ik was toen ook meer in spirituele dan in materiële zaken geïnteresseerd. Nu, bij mijn selectie van boeken die ik maak tussen 'behouden of weg doen', blader ik even door de plantenzielen en lees dan verrassende teksten.

Bijvoorbeeld over de rode biet. Mellie schrijft 'De rode biet toont ons een wortel (denkpool), die zich sterk ver­bonden heeft met de krachten die eigenlijk bij de levenspool, de bloem, behoren: de rode kleur en de suiker. Hij is er waterzuchtig van opgezwollen. Hieruit blijkt dat deze plant een goede medicijn is voor die ziekten, bij wie het evenwicht tussen de polen verstoord is, en vers rode-bietensap is dan ook een voortreffelijk geneesmiddel, zowel bij kanker (overwicht van de levenspool) als bij multiple sclerose (overwicht van de denkpool). De MS-patiënt is verdord door te weinig maan-liefde (aanhankelijkheid, vertroeteling, knuffelen, gezelligheid); geeft men hun rood bietensap, dan haakt hun sterke Saturnus op de wortel aan, maar water en suiker (levenspool) ko­men mee.'

Ik blijf dit boeiende informatie vinden, maar vraag me tezelfdertijd af, of dit waar is, wat het betekent en waar Mellie deze info vandaan heeft. Vragen blijven stellen, vriendelijk kritisch zijn zouden ook herboristen en kruidenliefhebbers wat meer mogen doen.

woensdag, maart 28, 2012

Boeken

Binnenkort dan toch in de aanbieding. Boeken over gezondheid, kruiden, voeding, natuur, ecologie en spirituele dingen allerhande. Beelden, gedachten en filosofieën uit mijn ver verleden, die tot mijn stomme verbazing soms opnieuw actueel worden. Uitverkoop dus, verhuis.

Een impressie

Bres tijdschriften uit de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. De vorige eeuw, klinkt wel, alsof ik 200 jaar oud ben. Bres over Zarathoestra, de verraden profeet, de kroniek Wereld in beweging van Simon Vinkenoog. Om karma te verbranden moet men goed wakker zijn, lees ik.

Lexicon der astrologie van Mellie Uyldert. Zou ik dat boek zomaar verkopen voor 4 euro. Zou ik dat Mellie en mezelf mogen aandoen? Gekocht in 1972 dus 40tig jaar geleden. Astrologisch denken, schrijft Mellie is de synthese van het magische, intuitieve denken van de eerste fase met het daarop gevolgd zijnde rationele, causale denken der 2de fase.
Bij de planeet Pluto horen oude planten, die reeds in Lemurië voorkwamen. Bijvoorbeeld de wolfsklauw, Lycopodium die in de homeopathie gebruikt wordt. Lycopodium is een voortreffelijk middel voor lichaam en ziel bijvoorbeeld bij ingaande conjunctie Maan - Pluto, daarbij is de ziel gevangen onder een overmacht bvb bij bejaarden die door hun eigen personeel worden getiranniseerd.... In hoge potentie geeft zo'n middel het nodige zelfbewustzijn. Bijzondere boeken met boeiende maar wel bevreemdende ideeën. Ik denk dat ik dat boek toch maar hou en mee sleep in mijn verdere leven.

Maar die boekenbeurs gaat wel door. En we combineren die boekenverkoop met een zogenaamde ingrediëntendag, een tentoonstelling van zelf gemaakte en andere kruidenproducten gerangschikt volgens hun werking op een orgaansysteem. Dus hoestsiroop (tijm, heemst) voor de luchtwegen, rozemarijnwijn voor de circulatie, genepi of absintlikeur voor de spijsvertering.... Deze dag sluit aan op een lesdag van de herboristenopleiding en gaat door bij De Druïde http://www.xn--dedrude-sza.com/ in Wilsele Putkapel op zaterdag 9 juni van 16.00 tot 20.00 We bezoeken tussendoor ook 2 tuintjes in de buurt, de privétuin van Hilde en de educatieve schooltuin aan de overkant.



Berkensap / Sève de bouleau

We hebben in Bretagne en in Wilsele-Putkapel de voorbije weken berkensap getapt. Het kan ook nu nog, maar je moet wel snel zijn. Later zijn natuurlijk ook de bladeren te oogsten.

Een Franse tekst over: La sève fraîche de bouleau est un véritable "élixir" contenant potentiellement toutes les vertus thérapeutiques de la plante. Riche en calcium, potassium, magnésium, silicium, zinc, manganèse, sélénium et phosphore, la sève de bouleau (que l'on appelle aussi parfois "eau de bouleau") est une cure reminéralisante à consommer en cas de fatigue chronique ou passagère ou aux changements de saison. Ses propriétés toniques et vivifiantes ne sont pas ses seules vertus.

La cure de sève de bouleau est également drainante, dépurative et détoxinante. C'est la cure de printemps ou d'automne par excellence, mais aussi celle à privilégier en cas de fatigue, épuisement, pour booster son système immunitaire ou encore pour amorcer un régime alimentaire ou une cure anti-cellulite. Attention, en boutique biologique (Biocoop, la Vie Claire, par exemple), vous trouverez des boissons au bouleau sous différentes formes: le jus de bouleau, vendu moins cher que la sève de bouleau, est souvent en réalité une simple décoction de feuilles de bouleau, il est utile comme boisson dépurative et tonique, mais n'est pas aussi bénéfique qu'une cure de sève fraîche de bouleau.

Cure de sève de bouleau : drainage, cholestérol, terrain acide, déminéralisation, rétention d'eau
Dans quels cas est-il utile de faire une cure de sève de bouleau ? Privilégiez la cure de sève de bouleau si vous avez un terrain "acide", donnant lieu aux troubles liés à "l'acidose": fatigue, déminéralisation, troubles du métabolisme, surcharge en toxines, rétention d'eau, cellulite.... autant de troubles indiquant également que les "émonctoires", (foie, poumons, peau, reins) sont surchargés en toxines.

  • douleurs articulaires, douleurs rhumatismales, déminéralisation
  • excès de "mauvais cholestérol", goutte, taux d'acide urique trop élevé
  • eczéma, dartres, éruptions cutanées
  • rétention d'eau, cellulite, oedèmes, obésité
  • rhumes à répétition, affections hivernales, fatigue chronique, baisse immunitaire

dinsdag, maart 27, 2012

Paardenbloemtijd komt er aan.

 Dat iedereen de paardebloem kent, merken we wel aan de vele namen die de plant door de eeuwen heen en in verschillende streken gekregen heeft. Toch even een opsomming: Paardebloem, Pisbloem, Varkensbloem, Melkbloem, Konijneblad, Ganzetong, Luusbloem, Kettingbloem, Leeuwetand en niet te vergeten Molsla. Wel heel veel beesten in de naam.

Een merkwaardige naam is ook Papenkruid, die bij Dodoens al wordt vermeld. Het slaat op de kale bloembodem, die nogal gelijkenis vertoond met het geschoren en gestoppelde pastoorskroontje. Een paap is natuurlijk een pater, een Franse naam is ook Couronne de moine. Ook in de apothekersboeken vind men Monnikskop terug en de medische grondstof werd ‘Caput monachi’ genoemd. Om nog maar eens Dodonaeus te citeren ‘omdat de bollekens waar de bloemen op gestaen hebben, nadat de haarachtige struyfkes met het saet afgewaaid zijn, de gedaente van kale oft geschoren monnicks coppen schijnen te hebben’


Een recept met de bloemen, binnenkort te plukken: Appel-paardenbloemstroop

  • 1 ½ liter appelsap
  • 100 paardenbloemen
  • 200 gram rietsuiker.

Pers de appels uit en doe het sap in een pan. Doe er de paardenbloemen in zonder steel en kook een uur.
Zeef het door een doek en knijp goed uit.
Doe het vocht terug in de pan en kook het in tot 1/3 en voeg de suiker toe.
Laat dit nu 5 minuten doorkoken. Laat een druppel vallen op een koud schoteltje, dan kun je zien of de vloeistof dik genoeg is.

Paardenbloem in Jardin des Simples Bellegarde

De jonge paardenbloemblaadjes zijn nu te gebruiken in de sla. Onder de molshopen blijven ze zelfs bleek, minder bitter en knapperig. Maar je ziet mij al bezig...molshopen uit mekaar halen om een paardenbloemblaadje te vinden.

http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/29926-in-de-naam-van-paardebloem.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/lifestyle/32372-brandnetel-en-paardebloem-kruiden-voor-een-voorjaarskuur.html
J Altern Complement Med. 2009 Aug;15(8):929-34.The diuretic effect in human subjects of an extract of Taraxacum officinale folium over a single day.

vrijdag, maart 23, 2012

Cistus incanus tegen virussen


Cistus incanus in Curtis Botanical Magazine 
Infections with Influenza A viruses are still a serious burden for mankind. Although the recent influenza pandemic in 2009 took a rather mild course, the relatively long time period since a vaccine was available highlighted the fact, that vaccination is not an option for the early phase of a pandemic outbreak. In addition, the increasing incidence of resistance to the currently licensed influenza drugs indicates the urgent need for novel antiviral agents against influenza. Antiviral acting plant products from traditional medicine could be a promising alternative for prevention and therapy of influenza. This article highlights findings regarding the plant extract Cystus052 from the Mediterranean plant pink rockrose. This extract has been shown to be an efficient antiviral against influenza viruses in cell culture and animals. It acts via a novel mechanism, namely non-pharmacological interaction with the virus particle to prevent entry into host cells.

Infektionen mit Influenza-A-Viren (»Virusgrippe«) sind nach wie vor eine große gesundheitliche Bedrohung für die Menschheit. Die letzte, relativ mild verlaufene Influenza-Pandemie im Jahr 2009 hat deutlich gezeigt, dass Impfstoffe für die Frühphase einer Pandemie keine Option darstellen. Auch die derzeit zugelassenen antiviralen Medikamente sind kritisch zu sehen, da eine ständige Zunahme von resistenten Influenza-Virusvarianten zu beobachten ist. Dies zeigt, dass wir dringend neue antivirale Agenzien gegen die Influenza benötigen. Pflanzenprodukte aus der traditionellen Medizin können hier eine sichere und wirksame Alternative sowohl für die Therapie als auch für die Prophylaxe sein. Dieser Übersichtsartikel stellt den Pflanzenextrakt Cystus052 aus der graubehaarten Zistrose in den Mittelpunkt, für den nicht nur eine Wirkung gegen Grippeviren gezeigt wurde, sondern der auch über einen neuartigen antiviralen Mechanismus wirkt: Die Viren werden durch eine nichtpharmakologische Wechselwirkung mit den Extraktbestandteilen am Eindringen in die Wirtszelle gehindert.

De grijsbehaarde Cistusroos is een lage aromatische struik, die hoofdzakelijk op magnesiumrijke bodem in Zuid-Europa groeit. De geschiedenis van deze plant begint al in de 4e eeuw voor Christus. In het Nabije Oosten, ten noorden van Afrika en in de gebieden rond de Europese Middellandse Zee was de Cistusroos als thee zeer geliefd. Daarna raakte de Cistus incanus in de vergetelheid en raakte hij pas weer, door de ontdekking van polyfenolen in 1999 opnieuw bekend. Lees https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/cistus-incanus-cistusroos

woensdag, maart 21, 2012

Leven met planten, een filosofische overdenking


Met elke plant in mijn leven heb ik en ook jullie allemaal, ooit eens op een of andere manier voor de eerste keer kennis gemaakt. Bij sommige planten, vooral dan als baby, was dat in de vorm van voedsel, bijvoorbeeld worteltjes in potjes, waarvan ik toen niet wist dat het ooit levende planten geweest waren.
Bij andere planten was dat, vooral als kind, in de natuur, bos en veld, bijvoorbeeld de brandnetel, die tot mijn stomme verbazing, een duidelijk en prikkelend antwoord had op mijn aanraking.
Bij een derde groep planten, als volwassen mens, was het dikwijls omdat ik er iets over las, dus op een rationele manier.

Je zou kunnen zeggen dat ik in verschillende levensfases op verschillende manieren kennis gemaakt heb met planten: als baby oraal-instinctief, als kind emotioneel-belevend en als volwassene rationeel-afstandelijk.
Volledige kennis kan mogelijk pas ontstaan als ik zowel de baby, het kind als de volwassene in mij op de planten loslaat. Is dat de reden waarom ik bij het lezen over een plant, direct de behoefte krijg om hem in levende lijve te zien, aan te raken, te oogsten, te verwerken en te proeven?

Door deze behoefte om op vele manieren met een plant kennis te maken ontstaat een jarenlange relatie met sommige planten, waardoor een verdieping, een ware kennis ontstaat. Een echte relatie dus, waardoor, net zoals bij mensenvrienden, de plant en ik mekaar beter, vol-ledig? en zonder woorden kunnen begrijpen.

Planten waarmee ik zo een relatie heb of aan het opbouwen ben zijn onder andere, ik heb enige schroom om hun namen te noemen, lavendel, weegbree, paardenbloem, maar ook uitheemse bengels, gastarbeiders zoals monnikenpeper en  rozenwortel.
Ik leid als zodanig een veelzijdig dubbelleven in verschillende stadia met vele planten. Ik heb zelfs foto’s, zaadjes, blaadjes of bloemen van deze geliefden in mijn portefeuille of in mijn broekzak. En soms, ik durf het nauwelijks te bekennen, soms draag ik ze als een amulet op mijn hart.

Maar je moet nu niet denken dat ik op een zweverige manier met planten bezig ben. Integendeel! Leven met planten is ze zoeken, zaaien, oogsten, verwerken en ze zelfs op eten. Materie is geest! Met je lichaam in het landschap!

dinsdag, maart 13, 2012

Wandeling langs la rivière d'Argent

Ik wandel. Vertrek bij Pont ar Gorret. De oude brug over, links het fietspad Voie verte op richting Gare Locmaria-Berrien. De pas uit gelaten koeien van de buurman-boer staren me verwonderd aan. Zijn ze jaloers op een vrije wandelaar of vinden ze wandelen alleen maar vreemd? Naast en hoger dan het fietspad is ook een mooi pad in het hellingbos. Ik wandel tussen de zwaar bemoste en dus sprookjesachtige eiken, ook veel geurende douglasspar vinden we hier. Op de hoek, waar la rivière d'argent in de Aulne stroomt, draai ik mee met de Argent.

Vanaf de 11de eeuw is hier op deze hoogte een versterkte vesting geweest La motte féodale de Valy wordt op een informatief bord aangegeven. La motte féodale "Castel ar Valy" : Située le long de l'ancienne voie ferrée Carhaix-Morlaix, la motte (ancêtre du château-fort), lieu important de l'économie médiévale, est la plupart du temps placée le long des voix de communications de l'époque, en l'occurrence, à proximité de la rivière d'argent. Bâtie au début du XIè siècle, elle fît office de forteresse dans la période du XIè au XIIè siècle, elle est ensuite devenue la fortification du baron Kéraliou de Loscoat qui régnait sur un domaine de 346 ha. La motte était en fait l'emblème d'une petite et moyenne chevalerie ayant droit de basse et haute justice (ces avantages ayant disparus quelques années plus tard). Artificiellement construite avec une basse cour qui servait de refuge à la population en cas de troubles, était couronnée d'un donjon de bois. Le fossé qui l'entourait assurait une défense supplémentaire.

Versterkte forten zijn er blijkbaar niet meer nodig. Ik wandel rustig romantisch in de eerste lentezon, geen vuiltje aan de lucht. Wel geschiedenis alom. Ik kom bij le moulin de l'argent. Nu, een wat verwaarloosde woning, een lieu-dit, in de 19de eeuw de kern van een kleine industrie voor het winnen van 'la plombe argentifière'. Ik klim de vallei uit en kom begeleid door 2 hardnekkig blaffende honden bij een ander lieu-dit Rouzoucon. Een oudere man zegt me vriendelijk bonjour en begint een gesprek. Hij denkt mij te kennen, oudere mannen vooral met grijze baard beginnen blijkbaar net zoals baby's op mekaar te lijken. Robert is zijn naam, en hij is geboren op 9 mei 1945. Stel je voor, nog één jaar jonger dan ik en ook nog in dezelfde maand geboren. Hij stelt mij zelfs voor om samen eens te wandelen. Wie weet! Ik wandel ondertussen verder naar Keraliou-Laurent en via de mooie, mij reeds bekende holle weg kom ik terug thuis.

maandag, maart 12, 2012

Gezaaid en geplant

Laatste dagen in Pont ar Gorret. Donderdag terug naar Belgie. Op de valreep hier nog wat gezaaid. Rode en andere zonnehoeden, Gojibes (waarom eigenlijk? Er staan er genoeg in de duinen bij De Haan), platte peterselie en stokrozen (zwarte en witte).
Gisteren een notenboom geplant en vandaag een Eucalyptus parviflora. Hij zag er zo verleidelijk mooi uit in mijn Point vert, dat ik er niet aan kon weerstaan en daarbij, we hadden met geweldig veel moeite een gat gegraven (eerder gehakt) om de notenboom te planten, maar durfden het uiteindelijk toch niet aan om tussen al die stenen een Juglans regia weg te zetten. Dus moest er iets anders in dat gat en dat werd dus een eucalyptus.

Eucalyptus parviflora (parvula)
Een niet zo snel groeiende soort met kleine groene blaadjes en een grijze bast die er bij de volwassen boom in repen vanaf valt. Komt oorspronkelijk uit New South Wales en groeit daar op kalkrijke grond. Is vorstbestendig tot ±- 20C. Ook het snijgroen van deze boom wordt veel in boeketten gebruikt.

Namen: Eucalýptus glóbulus Labillardière. Duits: Eukalyptus, Fieberbaum, Blaugummibaum. Frans: Eucalyptus, Gommier bleu de Tasmania, Arbre à la fièvre; engels: Blue Gum-tree, fever-tree; italiaans: Eucalipto; deens: Feberträet; noors: Febertre; pools: Rozdręb; russisch: Jewkalipt; tsjechisch: Blahovičník.

https://sites.google.com/site/kruidwis/kruiden-a/eucalyptus-species

zaterdag, maart 10, 2012

Het huis van onze 'buur': Navelkruid

Het verlaten, vervallen, onbewoonbare maar decoratieve huis van onze buur. De natuur neemt opnieuw bezit van een menselijk onderkomen. Vooral het navelkruid lijkt zich hier thuis te voelen. Dus wat ouderwetse info over onze nieuwe buur Navelkruid

Dioscorides noemde het κοτυληδώ, cotyledon: een ronde schaal of navel, naar de holach­tige delen van het lichaam. Het is le cotylei of cotylier van de Fransen.
‘Het heeft ook ettelijke bastaardnamen, te weten Cepos Aphrodites, dat is op het Latijns Hortus Veneris en op het Nederduits Venus hof of Ges omphalos, Terae umbilicus of navel der aarde en ook Stichis en Stergethron. De Grieken noemen het ook Scytalion en Cymbalion, de Fransen nombril de venus’.

Het is de Umbilicus Veneris van de Romeinen. Het zou de liefde bevorderen: "Huius foliorumque succes cum vino circumlitus aut collatus in pudendis constrictionum laxat". Clusius voegde de namen tezamen en zo werd het Cotyledon Umbilicus-Veneris. Venusnavel en een eerdere Griekse naam en minder beleefd, suggereerde de haarloze gladde afbeelding van Afrodite's privé-delen: "Cepos Aphrodites", letterlijk Aphrodites tuin.

In Engels Venus navelwort of lady’s navel. Engelse pennywort naar de bladeren die er uitzien als een penny, een naam al in 1440 vermeld. Verder vinden we de namen penny-pies, corn leaves, hip wort, kidney wort, wall penny grass of penny leaf. De dikke ronde bladeren zijn licht zilverachtig glimmend.

Ravelingius in zijn Herbarius vermeldt het tegen zweren van de darmen: Kook de wortel in wijn en laat daarvan drinken, of laat van het gedistilleerde water van dit kruid gebruiken.
Men zegt ook dat de bladeren met de wortel gekauwd of gegeten de steen van de nieren en van de blaas breken kunnen en de plas verwekken.
Het kruid pleistervormig op alle zweren, wonden en kwetsingen gedaan, geneest die en laat het bloed ophouden en is zeer goed op de klieren en kropzweren en andere zwellen van de hals en meer andere ontstekingen’.

Volgens Pfaffs database zijn 'The leaves mildly analgesic. The juice and extract of the plant have an old reputation for the treatment of epilepsy. The leaves are also made into a poultice and used in the treatment of piles, slight burns and scalds. A decoction of the leaves is considered to be cooling and diuretic and the juice taken inwardly is said to be excellent for treating inflammations of the liver and spleen.


Tekening F.J. Hernandez. Wildlife Artist - Illustrator and Biologist

vrijdag, maart 09, 2012

Een allegaartje over de brandnetel

Bij het zoeken naar gedichten over de brandnetel? Vond ik, in een vertaling van de beroemde Hortulus van Walafried Strabo uit de 9de eeuw, een niet zo vleiend stukje over de netel. De moraliserende Strabo ten voeten uit.

als bossen weer loof vertonen, bergen weer kleur,
als weiland weer zo groen is dat het duizelt,
zie dan mijn kruidenbed! Mijn lapje grond
op het zuiden, pal voor de deur, geheel bezaaid
met netels, vol met schadelijk, giftig spul!
Wat moet ik doen? De zaak zit diep geworteld
en stevig in en om elkaar vervlochten,
als handige biezen matjes in een stal
voor onder beurse, soppige paardenhoeven.

Niet getreuzeld nu! Ik pak de schoffel
val de luie kluiten aan, verniel
het hele onkruid-stelsel dat er welig
tiert en wied het hele zaakje los,
verwoest de holen van de schuwe mol,
en breng de pieren en de wormen boven.
Vervolgens krijgt mijn border volop wind
en zonneschijn, compact en strak in zijn houten
hekje, ietsjes opgehoogd en hellend.
De aarde wordt zorgvuldig omgewoeld,
en krijgt een volle deklaag vette mest.
We kweken kruiden deels met zaad en deels
met oude stekjes uit een vorige jeugd

En wat ik ook vond was een recept voor brandnetelbier, wel nog niet zelf uitgeprobeerd. Het lijkt me wel erg simpel maar wie weet
  • 1 kg jonge brandneteltopjes 
  • 4,6 l water 
  • 250 g suiker 
  • 7,5 g gemalen gember 
  • 7,5 - 8 g verse gist (gewone bakkersgist) 
  • klein stuk toast 
Kook de brandneteltopjes een half uur in het water. Filter door een theedoek, voeg de suiker toe en roer om het op te lossen. roer er ook de gember doorheen. Giet het mengsel in een steriel vat. Smeer de gist op de toast en laat die op het oppervlak van de brandnetelvloeistof drijven. Dek alles af en laat gedurende drie dagen staan.
Filter de vloeistof opnieuw en giet ze in schone bierflesjes met een draai-dop. Dit brouwsel kan na 48 uur gedronken worden

En niet te vergeten, de grote brandnetel is ook waardplant van onder andere de dagvlinders; distelvlinder, atalanta, dagpauwoog, kleine vos, gehakkelde aurelia en landkaartje en de nachtvlinders; brandnetelmotje, Anania fuscalis, Udea prunalis en netelmot.


woensdag, maart 07, 2012

Brandnetel en goudveil in de tuin

Nog altijd Bretoens tuindagboek. De tuin is mooi zoals hij is, wel wat veel gras, golvend gazon, toch mooi in contrast met de wilde randen langs het water met moerasspirea, speenkruid, daslook, engelwortel en veel brandnetel. Wel wat te veel brandnetels, al domineren ze nu nog niet. Verder ook paarbladig goudveil zomaar, we hebben de neiging om de opkomende brandnetels er tussen uit te trekken, maar dat goudveil heeft het de vorige jaren ook zonder ons overleefd. Dus. En daarbij ik moet mijn spieren en gewrichten toch wat sparen, het vele sleuren met stenen en hout voor de kachel en het spitten begint toch zijn tol te eisen.

Vandaag toch wat geplant, al is dat eerder symbolisch, aan het water één Rheum palmatum en een Acorus calamus in de grond gestopt. We proberen de variatie nog te vergroten en de brandnetels te onderdrukken door de aanplant van sterke planten met groot blad.

Het lijkt nu wel alsof ik een hekel heb aan onze Urtica dioica;, maar dat is zeker niet het geval. Het is en blijft een belangrijke gebruiksplant, en  misschien moeten we hier in Pont ar Gorret maar een netelplantage beginnen. Brandnetel heeft een goede anti-inflammatoire werking, dus ontstekingswerend bij reumatische klachten en de wortel is professioneel een veel gebruikt middel bij prostaathypertrofie. Natuurlijk kent iedereen zijn zogenaamde bloedzuiverende werking, te gebruiken als voorjaarskuur. 

Toch worden er nogal eens te veel geneeskrachtige kwaliteiten aan Urtica toegeschreven. Ook in het verre verleden, bij Dodoens bijvoorbeeld vinden we wel enkele vreemde toepassingen van de grote brandnetel. Tsap van den bladeren in den mont ghenomen ende ghegorgelt es seer goet voor den huych ende die swillinghe van dat lelleken.
Die bladeren van Netelen ghestooten ende op die nuese ende tvoorhooft gheleyt stelpen dat bloyen uut die nuese/ ende in die nuese ghesteken verwecken zy dat bloeyen.
Van den bladeren van Netelen met Myrrha ghestooten een Pessus ghemaeckt ende in die moeder ghedaen doet den vrouwen huer natuerlijcke cranckheyt comen.
Ik veronderstel dat het geen verse brandnetels zijn die in mond, neus of vagina gestoken moet worden. 


dinsdag, maart 06, 2012

Wild gezaaid

Goudsbloem, Wede, Nigella (2x), Ridderspoor, Coreopsis
We hebben voor de eerste keer gezaaid op onze dijk aan de rivier de Aulne bij Pont ar Gorret. Een lijstje met akkeronkruiden en anderen,die we vorig jaar en ook enkele jaren eerder geoogst hadden.

Goudsbloem
Grote cosmos
Wilde ridderspoor
Bolderik
Juffertje in 't groen
Balsemien uit Luc en Diois
Ruige klaproos
Rapunzelklokje (oud zaad)
Gewone klaproos
Tabacum sylvestris (uit border in De Haan)
Nigella sativa
Coreopsis tinctoria (verfstofplant)
Cosmos sulfureus (verfstofplant)
Wouw (een beetje)
Blauwe knoop
Griekse alant (hoort er niet echt bij)

Wilde margrieten, gewone engelwortel en verschillende soorten sleutelbloem zijn al aanwezig

maandag, maart 05, 2012

Daffodils

De wilde narcissen in mijn Bretoense tuin roepen eindeloos veel herinneringen op aan een verleden tijd: schooltijd waar we het dansend gedicht Daffodils' van William Wordsworth 'moesten' van buiten leren, herinnering ook aan mijn 4 jaar jonge dochtertje die wilde narcissen mocht plukken in het bos bij Gembloux, herinnering aan onze wilde wandeltochten bij Belvaux, waar we door een zee van gele narcissen draafden...en nu, een herinnering voor later, over Narcissus in een wilde droomtuin. Alsof ik eeuwig jong blijf.

I wandered lonely as a cloud
That floats on high o'er vales and hills,
When all at once I saw a crowd,
A host, of golden daffodils;
Beside the lake, beneath the trees,
Fluttering and dancing in the breeze.

Continuous as the stars that shine
And twinkle on the milky way,
They stretched in never-ending line
Along the margin of a bay:
Ten thousand saw I at a glance,
Tossing their heads in sprightly dance.

The waves beside them danced; but they
Out-did the sparkling waves in glee:
A poet could not but be gay,
In such a jocund company:
I gazed - and gazed - but little thought
What wealth the show to me had brought:

For oft, when on my couch I lie
In vacant or in pensive mood,
They flash upon that inward eye
Which is the bliss of solitude;
And then my heart with pleasure fills,
And dances with the daffodils.



William Wordsworth

zondag, maart 04, 2012

Water in de tuin

Na vele dagen zacht en zonnig weer, de voorbije nacht kletterende regen. Nu op de middag wilde wolken met spatjes zon. Ruw, dat is de echte natuur. 

In de tuin laat de lieflijke rivier de Aulne zich van zijn wilde kant zien, de poeltjes in de tuin zijn vol water gelopen verbonden met de rivier. Indrukwekkend mooi en een beetje bedreigend.  De dotterbloemen zijn gedeeltelijk kopje onder gegaan maar dat hoort zo bij de dotters. Ook wilde narcissen staan met hun voeten even in het water.

De dijk langs het water beschermt ons huis tegen overstromingen en die dijk wil ik net vandaag wat 'proper' maken om akkeronkruiden, zoals klaproos, korenbloem en bolderik in te zaaien. Gedeeltelijk verwijderen doe ik de brandnetels, bramen, ridderzuring en een fors gras met massa's knolletjes aan de wortels. Het werk schiet goed op, door de nattigheid komen de toch wel stevige wortels gemakkelijk los. Ik excuseer me niet elke keer weer als ik agressief een brandnetel uit de grond trek, misschien maak ik het enigszins goed als ik wat van dat jonge groen in de keuken gebruik en van de mooie, gele wortels een kruidenextract maak. Deze 'Urtica radix' is zonder meer één van de betere middelen tegen prostaatklachten. De ridderzuring wordt nog weinig gebruikt in de fytotherapie al bevat de wortel wel antrachinonen, de bekende laxerende stoffen die we ook terug vinden in rabarber, senna, vuilboom en aloë. Het braamblad bevat dan weer looistoffen die te snelle darmen kunnen afstoppen.
Ploeteren in de tuin is zo een beetje als lezen in een boek.

Mijn artikels over brandnetel op www.herborist.infoteur.nl
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/lifestyle/32372-brandnetel-en-paardebloem-kruiden-voor-een-voorjaarskuur.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/45877-brandnetelroede-en-brandnetelwijn.html

zaterdag, maart 03, 2012

Wandelen van Pont ar Gorret naar Huelgoat

Holle weg bij Kerseliou
Eikvaren bij Kergoly
Wandelen hier bij mijn Bretoens verblijf doe ik op dit moment niet veel. Eerder werken en wandelen in de tuin. Vandaag toch binnendoor naar Huelgoat gewandeld. 

Vertrekkend bij Pont ar Gorret, de Romeinse brug over, dan links het fietspad Voie verte op, richting Gare Locmaria, het eerste pad naar rechts een smalle holle weg in tot het gehucht Kerseliou-Laurent (meer naam dan huizen). Een wat wereldvreemde man, die daar waarschijnlijk woont, maakt me met een handbeweging duidelijk dat ik verder moet gaan. Dat was ik zo wie zo van plan. Verder op een wegsplitsing kan ik niet aan de verleiding weerstaan om naar Kergoly te gaan. Eén boerderij met 2 keffende hondjes, veel brandhout voor de deur en moeder lam met kleintjes maar (gelukkig?) geen mensen. Het stippelpaadje op de kaart is in het echt verdwenen of eerder opgevuld met afval en hout. Dan maar recht op recht naar de vallei en de daar stromende rivier met de verleidelijke naam Rivière d'Argent. In de buurt van de Pont Mikael kan ik de rivier en de weg van Huelgoat naar Poullaouen oversteken. Via een breed bospad boven de rivier wandel ik verder richting Huelgoat, ik wandel voorbij de oude mine d'argent en volg dan, de rivier overstekend, het prachtige pad (ook GR) langs het water. Vanaf hier is de rivier bezaaid met grote, ronde bemoste keien, het zijn deze stenen in allerlei grillige vormen waar Huelgoat zijn toeristische reputatie aan te danken heeft. Bij Le Gouffre kom ik op de verharde weg op 1 km van het stadje. Die kilometer hoef ik niet meer te wandelen, want net op dat moment komt mijn 'taxi' voorgereden.

Le Gouffre
Lees ook

Aronskelk in holle weg
Info over Huelgoat
Huelgoat, een stadje in het binnenland van Bretagne, gelegen op 30 kilometer van de Bretoense Noordkust (Morlaix, Roscoff) en op 50 kilometer van de Zuidkust. De omgeving van Huelgoat mag je gerust het mooiste stuk Bretoens binnenland noemen. Groene bossen worden afgewisseld met grijze heidegebieden.

Info over de oude spoorweg, nu fietspad dat Bretagne van Noord naar Zuid doorkruist.
Cette Voie Verte a été créée sur une ancienne voie ferrée. Améliorée en 2007/2008 c’est maintenant la « V7 » du Schéma régional des Véloroutes et Voies Vertes de Bretagne. Elle possède un revêtement correct en VTC.
Elle offre une grande qualité au niveau des paysages : le parcours, en permanence très sauvage, en pleine nature, monte depuis Carhaix à travers landes et bois jusqu’aux Monts d’Arrée, suit les crêtes, et redescend vers Carhaix et le canal de Nantes à Brest. Splendide façon de découvrir la Bretagne profonde.




Stone-henge

 Omdat we de plek waar onze groentetuin moet komen, niet kunnen omspitten, willen we een verhoogde tuin maken omringd door een stenen muur. Mooie, rotsachtige stenen hebben we toch op overschot en omdat we in Bretagne zitten maken we er maar direct een ronde stone-henge van.

Na enkele dagen sleuren met stenen, ziet het resultaat er zo indrukwekkend uit, dat we het 'gat' nauwelijks durven opvullen met grond.

Het lijkt wel alsof dit 'monument' er al eeuwen ligt, bewaakt door immense maretakken.

woensdag, februari 29, 2012

Mistige mystieke ochtend aan de Aulne




De ochtendzon verzilvert de mistige morgen. Dampen drijven over de Aulne de tuin in... betoveren elzen- en hazelaarkatjes, maken spinnenwebben zichtbaar en boomtakken onzichtbaar. 

Elfjes en andere onzichtbare wezens, als ze bestaan, moeten ze nu te voorschijn komen....

Daslook aan de Aulne

maandag, februari 27, 2012

Bosplanten en bingelkruid


Achteraan in onze Bretoense tuin ontdekken we weer nieuwe planten, amandelwolfsmelk, dubbelloof en tongvaren. Niet verwonderlijk in dit schaduwrijk bosbiotoopje, ook enkele bolgewasjes zijn al aanwezig oa wilde narcis, bosanemoon en boshyacint. Andere schaduwminnende bol- en knolgewassen zouden we hier nog wel voorzichtig kunnen aanvullen. Wat muskuskruid, helmbloem, lelietje van dalen, aronskelk en salomonszegel horen hier wel thuis. In onze privé holle weg hopen we ook bedstro, maarts viooltje en stinkend nieskruid te ontmoeten. Misschien als we hard genoeg verlangen dat ze vanzelf wel komen.

Wat er ook al goed zichtbaar aanwezig is, zelfs al met enige, weliswaar weinig opvallende bloemen, is het bosbingelkruid. Zoals vele bosplanten kan ook deze Mercuriales perennis nogal woekeren, noem het maar een grondbedekker. Deze plant is niet echt bekend als geneeskrachtig of magisch kruid toch heeft hij een lange, verborgen geschiedenis van gebruik achter zich. In de oudheid hoorde bingelkruid onder Mercurius, de god van de genezing, en daaraan dankt het ook de geslachtsnaam Mercurialis. Ook de Noord-Germanen hadden veel waardering voor het bingelkruid en wijdden het aan de god Wodan / Odin.

In de middeleeuwen was het bingelkruid bestanddeel van sommige heksenzalven, die volgens een oud recept de volgende negen kruiden moesten bevatten: slaapbol, ijzerhard, godskruid (Mercurialis), huislook, lievevrouwenhaar (muurvaren), heliotroop (Heliotropium), bilzekruid, wolfskers en monnikskap.

Een verdere bijzonderheid van het bingelkruid is zijn kleurgedrag. De inhoudsstof hermidine verandert, al naar gelang de verwerking, in een blauwe, rode of bruine kleurstof. Bij de uitscheiding veroorzaakt het een roodverkleuring van de urine, maar de plantendelen zelf kleuren bij het drogen blauw. Wegens deze diepblauwe kleuring werd het bingelkruid eerder ook beschouwd als indigo. Door de eveneens bij het drogen optredende, licht onaangename geur kreeg bingelkruid in de volksmond de bijnaam "Stinkerich ".

In de tuin valt het weinig op met zijn groene bollige bloemetjes en... met zijn vertakkende wortelstokken kan het dus woekeren, al mag dat ook in een schaduwrijke bostuin en verder zijn er zijn genoeg andere bosplanten die er gezellig tegen op groeien. Daslook bijvoorbeeld. Grond bedekken en in grote groepen groeien is eigen aan bosplanten.

Over ecologie van het bosbingelkruid
Bosbingelkruid is een typische schaduwplant van kalkhoudende, matig vochtige bodem waarop het meestal dichte tapijten vormt. De plant komt op allerlei bodemtypes voor: zand, leem, klei en kalk (Mukerji 1936a). Wade et al. (1981) beschrijven dat mannelijke vorm van deze plant meer te vinden is op open plaatsen terwijl de vrouwelijke vorm op meer donkere plaatsen. Met zijn uitgebreide netwerk van uitlopers voorkomt Bosbingelkruid het afschuiven van de bodem op steile hellingen (Weeda et al. 1999). De plant groeit niet op plaatsen waar water stagneert omwille van de gevoeligheid voor het zich ophopende ijzer. Wel kan het in kleine groepen nabij stromend water – op beekoeverwallen en in bronbossen- groeien. Omdat Bosbingelkruid oppervlakkig wortelt en door horizontale uitbreiding aan nieuwe voedingsbronnen komt, kan het op ondiepe verweerde krijthellingen groeien. Op kapvlakten en langs resten van houtwallen handhaaft Bosbingelkruid zich beter dan veel andere schaduwplanten.
http://www.inbo.be/files/bibliotheek/88/175188.pdf