dinsdag, december 29, 2015

Hildegard en entheogenen

De donkere dagen na kerst zijn zowiezo het moment om planten wat anders, wat fantastischer te bekijken. Om bijvoorbeeld de mogelijke relatie tussen religie en rituele planten te bestuderen. Al eerder werd door verschillende schrijvers een verband gelegd tussen het ontstaan van religies en en het gebruik van hallucinogenen, Vandaar ook de naam van entheogenen (de god in onzelf) in gebruik voor planten zoals doornappel, bilzenkruid, alruin... en paddenstoelen zoals de vliegenzwam. Ook de Heilige Hildegard Von Bingen en haar visioenen wordt in verband gebracht met het gebruik van hallucinogenen. Aanwijzingen voor het gebruik van entheogenen door Hildegard vinden we ook in het boek ‘De geheimen van Hildegard von Bingen’van Gerrit Jan Keizer,

Keizer als mycoloog, kreeg interesse  in Hildegard toen hij de miniatuur ‘Die Seele und ihr Zelt’ van Hildegard von Bingen onder ogen kreeg. In die miniatuur is aan de linkerkant een diabolische figuur te zien die een bruine paddenstoel in een schaal met kazen verstopt. De Duitse kunsthistorica Claudia Müller-Ebeling interpreteerde dit als een bewijs van mycofobie, angst voor het aanraken of consumeren van (giftige) paddenstoelen en zwammen. Deze angst zou volgens haar in Duitsland opkomen in de tijd van Hildegard. Alle overige symbolen in de miniatuur verwijzen echter naar het ceremonieel gebruik en de verering van de vliegenzwam. Toen Keizer er vervolgens op werd gewezen dat de miniatuur ‘Das Weltall’ overduidelijk een yoni oftewel (orgastische) vagina weergeeft, besloot hij het leven en de werken van Hildegard aan een nader onderzoek te onderwerpen.
De resultaten van zijn onderzoek zijn verwerkt in zijn boek 'De geheimen van Hildegard von Bingen' en het hoofdstuk 'Hildegard of Bingen. Unveiling the Secrets of a Medieval High Priestess and Visionary' in 'Entheogens and the Development of Culture. The Anthropology and Neurobiology of Ecstatic Experience' van John A. Rush (North Atlantic Books, 2013).

Keizer vond een aantal aanwijzingen voor Hildegards gebruik van paddenstoelen die psychoactieve stoffen bevatten, zoals de vliegenzwam en planten zoals de doornappel, de alruin en het bilzenkruid. Volgens Keizer valt dit bijvoorbeeld op te maken uit de beschrijvingen van haar openbaringen op tweeënveertigjarige en zestigjarige leeftijd en het karakter en de inhoud van haar visuele en auditieve hallucinaties. Volmar, haar secretaris en ervaringsdeskundige is getuige van de eerste ‘openbaring’. Dit wijst erop dat de hallucinatie niet spontaan optreedt, maar dat er sprake is van een geleide, danwel door Volmar geïnitieerde en begeleide ervaring, die na oraal gebruik van mogelijk de vliegenzwam tot stand kwam. Het neerdalen van de ‘vlammen’ oftewel van de Heilige Geest vanuit het plafond is ook een aanwijzing voor het binnenskamers gebruiken van entheogenen.

Zowel Volmar als Richardis zijn aanwezig bij de eerste ‘Schau’ van de laatste tien visioenen, wat opnieuw wijst op het niet spontaan, maar op afroep en onder invloed van entheogenen ervaren van een ‘visioen’. Richardis ‘knipoogt’, terwijl zij getuige is van het ‘visioen’. Dit geeft aan, volgens Keizer, dat er sprake is van ‘inner vision’ en/of een gedeeld geheim, danwel van ‘een oogje dichtknijpen’ voor het door Hildegard gepleegde bedrog. Opvallend hierbij is dat dit keer de uitstorting van de Heilige Geest plaatsvindt vanuit een venster met geopende luiken in een boven haar cel zwevende wolk.

Bilzenkruid in de Queyras
In verschillende miniaturen worden de ‘rivieren van ‘levend’ water’ weergegeven, oftewel het hergebruik van muscimol bevattende urine en de met de fontein des levens geassocieerde ouroboros, het symbool van de cirkel van het leven.

Verder zijn in vele miniaturen psychoactieve planten en paddenstoelen door symbolen en kleuren weergegeven. In ‘Das Weltall’ bijvoorbeeld is een orgastische yoni te zien - het gevolg van het aanbrengen van klompjes witte bolletjes met vurige rode tongetjes tussen de grote en kleine schaamlippen. In ‘Das Ende der Zeiten’ verschijnt een diabolisch monster in de schaamstreek van Hildegard als de gekroonde Heilige Maagd, hetgeen mogelijk het gebruik van heksenzalf impliceert. In de rand van de miniatuur is bilzenkruid afgebeeld.
In ‘Physica’ schrijft Hildegard over de gedeeltelijk zelf ervaren effecten van entheogene planten, waaruit kan worden opgemaakt dat ze bekend en vertrouwd was met het gebruik van geestverruimende middelen. En uit de vele ontmoetingen met koningen, keizers, edelen en hoge geestelijken, waaronder de privéconsultatie van Barbarossa in zijn keizerlijk paleis, kunnen aanwijzingen voor haar dealerschap of het optreden als ‘pigmentarius’ voor de elite worden afgeleid.
Fantasie of werkelijkheid? Wie zal het ons echt zeggen?

Entheogenen en religie
  • Gerben Hellinga en Hans Plomp - Uit je Bol
  • Wasson, R. Gordon, Hofmann, Albert en Ruck, Carl A.P., The Road to Eleusis: Unveiling the Secret of the Mysteries. New York, 1978.
  • Aldous Huxley, The Doors of Perception, diverse uitgaven sinds 1954/1956.
  • Entheogens And The Future Of Religion. Edited by Robert Forte. San Francisco, 1997. (ISBN 1-889725-01-3)
  • Schultes, Richard Evans & Hofmann, Albert, Plants Of The Gods – Their Sacred, Healing and Hallucinogenic Powers. Rochester/Luzern, 1992.
  • Terence McKenna, Food of the Gods: The Search for the Original Tree of Knowledge – A Radical History of Plants, Drugs and Human Evolution (1984/1992/1999)
  • Ton Lemaire, Godenspijs of duivelsbrood - Op het spoor van de Vliegenzwam. Baarn, 1995.

zondag, december 27, 2015

Driekantig look in december

Gefotografeerd in onze tuin 23 december
Het driekantig look in onze Bretoense tuin staat stevig in blad. De bladeren met een lichte looksmaak zijn nu massaal te oogsten...... Inderdaad dank zij de zachte winter. De plant komt hier in Bretagne vooral in de kuststreek verwilderd veel voor. Een dankbare plant voor de wilde keuken. Meekoken met rijst, in de wok, in de soep, door de sla, in de aardappelpuree...

Edible Uses.
Bulb - raw or cooked. The rather small bulb is up to 20mm in diameter, it has a mild garlic flavour and can be used as a flavouring in salads and cooked foods. It is harvested in early summer when the plant has died down and will store for at least 6 months. Leaves - raw or cooked. A leek substitute. The leaves are available from late autumn until the spring, they are nice in salads when they are young, or cooked as a vegetable or flavouring as they get older. The leaves have a milder and more delicate flavour than onions. Flowers - raw. Juicy with a mild garlic flavour, they make a tasty and decorative garnish on salads.

Botanisch
Driekantig look groeit gemakkelijk, is zelfs woekerend, kan zonnige tot beschaduwde, vochtige, goed gedraineerde, voedselrijke zand- en leemgrond verdragen. Ze groeit in graslanden, in bossen en op kapvlakten, in bosjes en onder heggen, langs rivieroevers en in bermen, ook op ruderale plaatsen. Op veel plaatsen dus. De plant stamt oorspronkelijk uit het westelijke Middellandse Zeegebied. In Nederland wordt de soort als stinzenplant gebruikt in parkbossen en langs stromend water. Driekantig look is goed herkenbaar aan de scherp driekantige stengels en bloemstelen. De 2 tot 5 bladeren zijn vlak, de bloeischede is korter dan de bloeiwijze en de meeldraden zijn ongedeeld en steken niet boven de bloemen uit. De losse bloeiwijze draagt geen broedbolletjes en bestaat dus uitsluitend uit bloemen die tenslotte overhangen, zuiver wit zijn en een groene middennerf hebben. Naast vegetatieve vermeerdering worden er ook zwarte, langwerpig ronde zaden gevormd. Deze zijn ook nog voorzien van een oliehoudend mierenbroodje.

Inhoudsstoffen: kaempferolglycosides
En er zitten blijkbaar ook wat geneeskrachtige stoffen in deze driekantige look. Al had ik ook niks anders verwacht.  Vooral zeepstoffen en flavanoïden. J Nat Prod. 2003 Nov;66(11):1405-11.Saponins and flavonoids of Allium triquetrum. Corea G1, Fattorusso E, Lanzotti V.
A phytochemical investigation of the flowers and bulbs of Allium triquetrum has been undertaken, leading to the isolation of five new furostanol saponins, triquetrosides A1/A2 (1a/1b), B (3), and C1/C2 (4a/4b), from the flowers, along with ascalonisides A1/A2 (6a/6b). The 22-O-methyl derivatives of triquetrosides A1/A2 (2a and 2b) and C1/C2 (5a and 5b) were also isolated, but they are considered extraction artifacts. Large amounts of seven kaempferol glycosides, of which one (7) has a new structure, were also isolated from both flowers and bulbs.

http://kruidwis.blogspot.fr/2014/03/driekantig-look-bij-presquile-de-crozon.html
Over kaempferol: http://personal.us.es/mlopezlazaro/2011.%20MRMC.%20Kaempferol.pdf

vrijdag, december 25, 2015

Kerst in Locronan


Om origineel te zijn, gaan we op kerstdag toch maar eens naar een kerstmarkt in Bretagne. Locronan is zonder de kerstmarkt ook de moeite waard. Misschien wel de  mooiste gemeente van het Bretoense binnenland. 

De naam van de plaats verwijst naar de heilige Saint-Ronan, die hier rond 500 hier moet gepredikt hebben. Hij is één van de populaire heiligen van Bretagne, die een tijdlang in de buurt als kluizenaar geleefd heeft en naar men zegt, begraven is op de plaats, waar tegenwoordig de gelijknamige kerk staat. Ter ere van deze heilige vindt ieder jaar op de tweede zondag van juli een groot "Pardon" plaats, die de Petite Troménie wordt genoemd. Om de zes jaar, de volgende in 2019, daarna in 2025, wordt de Petite Troménie een Grande Troménie, met een processie van 12 km rond de Montagne de Locronan.   De processie begint en eindigt op de Grand Place te Locronan. Daar staan granieten huizen uit de renaissanceperiode, uit de 16e en 17e eeuw, rijkdom die het stadje aan de productie van zeildoek te danken heeft. Aan dit plein staan naast elkaar de kerk uit de 15e eeuw en de Chapelle du Pénity uit 1504 tot 1515. In de kerk zijn de kansel en de gebrandschilderde glasramen, uit de 15e eeuw, de moeite waard om te zien. In de kapel zijn een zeer opmerkelijke graflegging uit de 16e-eeuw en het grafteken van de heilige Ronan te zien. 

Wij wandelen, zoals dat hoort, langs kraampjes met houtsnijwerk, glas geblazen sieraden, gluhwijn en ambachtelijk gepofte kastanjes. Bezoeken een bijzondere boekhandel, waarvan vooral de historische locatie tot de verbeelding spreekt. Eten dan.... een crêpe, drinken een kopje koffie en een typische bolée de cidre.... en kunnen dan in den donkere, in de regen over weinig verlichte wegen terug naar huis. 





Wintervoedsel: Douglasspar en andere naalden

Ook in de winter, zeker in onze nieuwe, zachtere winters is er wel wat voedsel te oogsten in de natuur. Hoog in de dennenbomen vinden we aromatische naalden en bladknoppen, vooral de naalden van de Douglasspar zijn een lekkernij. Als thee, als aroma in honing of suiker maar vooral als likeur zijn deze 'blaadjes' met hun appelsienachtig aroma goed te eten of te drinken. Zie receptuur in
https://hagezussen.wordpress.com/2015/12/14/over-de-douglas-spar/

Bij de Douglasspar
Pseudotsuga menziesii (Mirb.) Franco. Deze naaldboom is genoemd naar Archibald Menzies (1754
- 1842) een Schot, die tuinman was in de botanische tuin van Edinburgh en als doktersassistent de wereldreis van de Vancouver meemaakte. De Douglasspar behoort samen met de Abies - Zilverspar en de Pinus - Den tot de familie van de Pinaceae en de klasse van de Coniferaceae - de kegeldragende Naalbomen.
De Douglas is nog al eens van naam veranderd: Pinus taxifolia en Pinus douglasii zijn nu ongeldige namen, aan deze laatste ontleent hij zijn Nederlandse naam Douglasspar. Het is een brede piramidale boom met vrijwel kale twijgen en spitse, bruinrode knoppen. De hangende korte kegels (5 tot 10 cm) zien er sympathiek slordig uit, door hun losstaande schubben met ver naar buitenstaande dekschubben. De naalden hebben een fijne aromatische geur die volgens sommigen naar appels ruiken en volgens anderen naar appelsien. Het hangt er van af hoe lang je kop in een zak met naalden steekt.

De Indianen noemden deze boom sacoo-paps: grote boom. Die gebruiken de boom ook om er visharpoenen van te maken terwijl uit de deelbare wortels manden gefabriceerd werden. De vreemde wortels heb ik wel eens gevonden.
De verse naalden die in heet water gedaan worden geven een goede thee met veel vitamine C. De takken kunnen als kerstversiering gebruikt worden omdat de naalden minder snel afvallen dan van de gewone kerstboom.

https://hagezussen.wordpress.com/2015/12/14/over-de-douglas-spar/
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/alternatief/41149-douglasspar-in-geur.html

Ander nu te eten wild bladvoedsel in mijn tuin: wilde veldsla, kleine veldkers, brandnetel, vogelmuur, jong kleefkruid, verwilderde peterselie. jong bereklauwblad en de groene zaden, jong blad van speenkruid, zevenblad en ik vergeet er nog wat. Misschien niet direct kerstvoedsel maar als vulling voor kalkoen is het wel te gebruiken. Al hoeven de kalkoenen voor mij niet bang te zijn.

donderdag, december 24, 2015

Winterse schoonheid

Gedroogde, half vergane plantenresten zijn in de winter voor een herborist niet alleen een rationeel determineerkenmerk maar ook een spiritueel moment van kwetsbare schoonheid. Op de foto de lege zaaddozen van de saffloerplant Carthamus tinctorius. Zijn wetenschappelijke naam stamt mogelijk van het Arabische kurthum. Verven is in het Hebreeuws kartami. In India heet hij kusumba, en onder die naam kennen ook de Indonesiër hem.

Platearius schreef?:  'De Turken telen Carthamus ook veel en niet alleen om de reuk van de bloemen die hun zeer behaagt, maar ook om bij hun tuiltjes te doen omdat hun de zaadbol er van zo goed bevalt die voorwaar zo wonderlijk is om te zien dat hij met kunst gemaakt en niet zo als men hem ziet gegroeid schijnt te wezen'.

En ook magische handelingen met planten waren in het verleden nooit ver weg. Platearius: 'De gestampte bloemen die met azijn zijn gemengd zijn is goed om op schorpioenensteken te leggen. Sommige denken dat als iemand in zijn hand de wortel van de saffloer heeft en dan door een schorpioen wordt gestoken dat hij die pijn dan niet zal voelen, maar werpt hij het weg, dan zal hij het voelen'. 
Item, sla een ouwe haan met deze twijgen en terstond wordt die gedood en vallen zijn veren af, dan steek je in zijn buik saffloer, boomvaren, steentijm, anijs en kaneel en kook het tezamen in water, drink het, want samen is dit zeer goed tegen de voorgenoemde ziektes.


http://dier-en-natuur.infonu.nl/bloemen-en-planten/66817-saffloer-meer-dan-kleurstof.html

Over Platearius
Matthaeus Platearius est un médecin de l'école de médecine de Salerne, à qui est attribué la rédaction au XIIe siècle d'un manuscrit latin sur les plantes médicinales intitulé Liber de simplici medicina, ou Circa Instans, traduit par la suite en français sous le titre de « Livre des simples médecines ». C'est à la fois une liste alphabétique et un manuel de simples basés sur le Vulgaris de Dioscoride, qui décrit l'aspect, la préparation et les utilisations de divers remèdes. Largement acclamé, ce fut l'un des premiers herbiers médiévaux publiés grâce au procédé d'impression nouvellement créé en 1488. Le botaniste allemand, Ernst Meyer, le considérait à l'égal des ouvrages de Pline l'Ancien et de Dioscoride, tandis que George Sarton, historien des sciences américain, pensait que c'était une forme améliorée du De Materia Medica de Dioscoride.
Matthaeus et son frère, Johannes, étaient les fils d'une femme médecin de l'école de Salerne, mariée à Johannes Platearius I. On suppose qu'il s'agit de Trotula, qui est l'auteur de traités importants sur la gynécologie, dont « Les maladies des femmes ».

Met de woorden Circa Instans begint een farmaceutisch-medisch werk, dat wordt toegeschreven aan Platearius, en dat gedurende de middeleeuwen een zeer grote invloed heeft uitgeoefend. Over de auteur, Johannes of Mattheus Platearius, is slechts weinig met zekerheid bekend. Hij was een Salernitaans medicus (School van Salerno), die leefde rond het midden van de twaalfde eeuw. Zijn Latijns werk, het Liber de simplici medicina, meestal naar de beginwoorden Circa Instans geheten, is een van de drie boeken ‘die het medisch en farmaceutisch denken gedurende de middeleeuwen het sterkst heeft beheerst’, samen met de Grabadin van Pseudo-Mesues en het Antidotarium Nicolai.

dinsdag, december 22, 2015

Geklist


Winterse resten van zomerse planten. Een forse plant met tientallen zaadbollen staat net niet in het water bij onze gezwollen rivier de Aulne. Grote klis of Arctium lappa. De klisbollen kunnen zelfs in december  nog in het haar hechten. Zouden ze daarom altijd als goed voor het haar beschouwd zijn? In de klassieke fytotherapie wordt vooral de wortel, getrokken in olie, tegen 'het grijs worden' van het haar gebruikt.

In de oude literatuur oa bij Dodonaeus worden sporadisch ook wel de zaden geadviseerd. Dodonaeus: Het zaad is tot dezelfde dingen zo goed als de wortel en het wordt ook met suiker gekonfijt.....het is veel krachtiger in niergruis dan de wortel, ja breekt de steen zowel van de nieren als van de blaas en daarboven stopt het de rode afgang. Hetzelfde zaad gestampt en veertig dagen lang met goede wijn gedronken is zeer goed voor diegene die jicht hebben en is zeer nuttig voor diegene die van de steen gesneden zijn om te beletten dat die niet meer groeit'. 

Arctium lappa semen (Niu Bang Zi) wordt het in de Chinese kruidengeneeskunde genoemd en Dr. Mao schrijft er dezelfde eigenschappen aan toe als aan de wortel:  Arctium has long been known as an herb that detoxifies the blood and promotes urination. This herb is commonly used for cleansing, soothing and purifying the entire system. It has antibiotic properties and has been shown to reduce blood sugar levels in lab experiments. Arctium is also used to treat colds that are accompanied by fever, cough, and a red, swollen sore throat. Additionally, arctium is used for hot, itchy rashes and red swellings on the skin. Ointments or tinctures of arctium applied to the skin can be effective in alleviating psoriasis, eczema, acne, hemorrhoids, and chronic sores. 

Het moment om toch eens van het zaad een tinctuur maken.


http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/84800-grote-klis-geschiedenis-van-een-kruid.html
http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/taal/35962-in-de-naam-van-klis.html

maandag, december 21, 2015

Kortste dag, langste nacht

Kortste dag, langste nacht. Pont ar Gorret Bretagne. Het verlaten en vervallen heksenhuisje van onze buurvrouw.
Na het overlijden van de oude moeder komen kinderen en kleinkinderen het vervallen huisje leeg maken. Het oude leven wordt verbrand. De donkerste dag wordt verlicht met het vuur van de oude sofa. Alsof de oude moeder als een fenix uit de as verrijst.

Vanuit onze tuin kijk ik en de boommalva toe hoe alles eindig is.

December specerij-moment: gloeiend en geest-verruimend

Kruidnagelen, met hun sterke, doordringende, zoete smaak worden in verschillende landen op verschillende manieren gebruikt. Indonesiërs kunnen niet zonder hun kreteksigaretten; Indiërs gebruiken kruidnagelen om de betelpruim te kruiden en te kauwen; in Engeland worden ze door de appeltaart gedaan; in Frankrijk vormen kruidnagelen en uien een basisbestanddeel voor soep.
Ook de klassieke geurbol, een appelsien vol gestoken met kruidnagel, is nog steeds bekend. In de moderne aromatherapie wordt de etherische olie als pijnstiller bij tandpijn gebruikt, als ontsmettend middel bij darmproblemen (gassen, ontsteking, diarree) en zeker ook bij bacteriële en virale infecties van de luchtwegen. Je kan de klassieke glühwijn met kruidnagel en kaneel gerust als een preventiemiddel beschouwen bij verkoudheid en griep. Dus een goedgemaakte glühwijn is in zekere zin een aangenaam en verwarmend medicijn. Een wijn die niet toevallig in de winter populair geworden is.


Nootmuskaat kent iedereen. Het is in de burgerlijke keuken een gewaardeerd specerij, maar wordt in minder burgelijke kringen als een alternatief hallucinogeen beschouwd. Les extremes se touche!  Nootmuskaat bevat onder meer safrol-olie. Deze olie kan worden gebruikt als een van de grondstoffen voor de productie van XTC. Een nootje muskaat kan je een high gevoel geven. Je moet wel 2 tot 5 uur wachten voordat er effecten optreden. Sommige gebruikers krijgen het idee te zweven. Een enkele keer lijkt het alsof je geen ledematen meer hebt. Tijd en ruimte worden anders ervaren. De high neemt langzaam af, maar kan wel 1 tot 2 dagen aanhouden.
Al tijdens het gebruik kun je misselijk en duizelig worden en hartkloppingen krijgen. Gebruikers klagen over een gevoel van algehele malaise, hoofdpijn, duizeligheid, een droge mond en hartkloppingen. Bij overdosering is een psychose mogelijk.

https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/eugenia-cariophilla-kruidnagel
https://sites.google.com/site/kruidwis/planten-van-a-tot-z/mmyristica-fragans-nootmuskaat
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/28949-kruidnagel-het-kippetongspecerij.html
http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/gezonde-voeding/57925-nootmuskaat-geschiedenis-van-een-specerij.html

donderdag, december 17, 2015

Over Dodonaeus en mijn herboristenopleiding

De kaft van het cursusboek van de Herboristen Opleiding 'Dodonaeus'. Voor mij een bijzondere tekening. Afbeelding van een jonge Dodoens, wel een vrije interpretatie, speciaal gemaakt om het cursusboek van de lessen kruidenleer te sieren. Nu 27 jaar geleden.

Dodonaeus, geboren en getogen.
Dodonaeus werd in 1517 te Mechelen geboren. Zijn eigenlijke naam was Rembert Doedesz of Dodoens Joenckema, zijn familie was van Friese afkomst. Op zijn 14de jaar was hij al medisch student aan de universiteit van Leuven. Na zijn studies reisde hij veel en studeerde ondertussen verder aan universiteiten in Frankrijk, Italië en Duitsland.
In 1548, hij was toen zowat 30 jaar, werd hij benoemd tot stadsarts in Mechelen. Enkele jaren later in 1554 publiceerde hij zijn bekende ‘Cruyde-boeck’, wat gedeeltelijk gebaseerd was op ‘De Historiae Stirpium’ van Fuchs, waar Dodoens eerder al een Nederlandse vertaling van gemaakt had.
Dodoens was ook bevriend met de bekende botanici Clusius en Lobelius. Zij gebruikten ook elkaars materiaal om hun boeken te schrijven. Er werd toen al even veel overgeschreven als nu, in ons digitale tijdperk.

Cruyde-Boeck.
In de inleiding van zijn‘Cruyde-boeck’ zegt Dodoens over de kruidenleer ‘ ghelyck vele edele scientien (wetenschappen) ende schoone konsten, lange tijt van de medicijns (de dokters) is cleyn geacht,...omdat sy meynden dat alsulcken kennisse haer niet en betaemde... Wat komt me dat bekend voor!

Dodoens probeerde de tot dan toe versmade gewassen, niet op alfabetische volgorde in te delen maar te groeperen naar hun uiterlijk. Dat ziet er voor ons soms vermakelijk uit, maar het was wel een eerste poging om familieverbanden in de plantenwereld te zoeken. Al is, ‘Een aantal planten zonder nader verband’ en ‘Bloemen bevallig aan het gezicht’ nog ver verwijderd van een botanisch of medisch indeling. Alhoewel de hoofdstukken ‘Van der Wortelen, Van der Corenen en Van der Boomen’ al wat op een flora-indeling beginnen te lijken.

Dodoens geeft ook nauwkeurige beschrijvingen van de planten, telt de meeldraden en spreekt over mannelijke en vrouwelijke planten. Een voorbeeld: Sint Jans cruyt heeft bruyn roode stelen/ met veel aenwassende zijde tacxkens verciert. Sijn bladeren zijn lanck en smal/ den bladeren van Wijnruyt niet seer onghelijck/ die als zy teghen den dach ghesien worden/ vol cleyne gaetkens schijnen al oft zy met naelden duersteken waeren.

Bijzonder vind ik ook de vermelding van de plantennamen in verschillende talen. Sint Jans cruyt wordt gheheeten in Griecx/ in Latijn ende in die Apoteke Hypericum/ ende van sommighen Perforata en Fuga daemonum. In Hoochduytsch S. Johans kraut en van sommighen Harthauw. In Neerduytsch S. Jans cruyt. In Franchois Millepertuys.

Bij de medische toepassing van de verschillende kruiden volgde hij voornamelijk de elementenleer, maar er zijn ook veel voorbeelden van signatuurleer te vinden. Al vond hij dat geneeskracht van planten aan het uiterlijk van de plant aflezen ‘'teghen alle reden.....ydel ja belachelijck’ is.

Vooral de beschrijving van ‘die Crachte’ spreekt mij erg aan, zij zijn kernachtig kort en toch bijna poëtisch weergegen. ‘Sint Jans cruyt met saet en bloemen ghesoden ende ghedroncken/ lost die urine/ ende doet water maken/ ende es seer goet teghen den steen in die blase/ het brenght den vrouwen huer natuerlijcke cranckheyt weder/ ende het stopt den loop des buycx.

Dodoens eindigt zijn boekwerk met een alfabetisch ‘Register van die Crachte ende Werckinghe der Cruyden’, dat klinkt als volgt: ‘Bijslapen lust maken’, Clapooren ghenesen, Dronckenschap beletten, Handen vol puysten doen comen, Hersenen goet maken, Kinderen doen pissen, Menschen dooden’ en ‘Rimpelen vergaen’.
Deze selectie is niet bedoeld om de zot te houden met een onvoorstelbaar wijs man als Dodoens. Het is eerder een bewondering en verwondering voor de mens en voor Dodonaeus in het bijzonder, die met verstand en gevoel ‘crachte ende werckinghe’ in de wereld brengen.

Dodoens hofarts en docent.
Dodoens werd in zijn leven ook niet gespaard van tegenslag. In 1572 overleed zijn vrouw en enkele maanden later werd Mechelen door de Spanjaarden geplunderd en gingen al zijn bezittingen verloren. Hij trok toen naar Oostenrijk, waar hij, 5 jaar lang, hofarts van keizer Maximiliaan II en keizer Rudolf II was.
In 1582 aanvaarde hij een leerstoel in de medicijnen te Leiden, waar hij, tot aan zijn dood 3 jaar later, bleef. In die Leidense periode verscheen bij Plantijn ook zijn ‘Stirpium Historiae Pemptades Sex’ zijn meesterwerk van ‘pemptades’, verhandelingen van 900 bladzijden, geïllustreerd met 1300 houtsneden.
Op zijn grafschrift in de Sint Pieterskerk te Leiden lezen we: Aan Rembert Dodoens uit Mechelen, van de keizers Maximilliaan II en Rudolf II de arts en raadsman: aan hem die inzake astronomie en geneeskrachtige kruiden door zijn kennis en geschriften beroemd geworden is, die thans als grijsaard bij de Leidense universiteit van de Betaafse staat als leraar in de medicijnen in zaligheid heengegaan is, in het jaar 1585 op de zesde dag van Maart, 68 jaar oud. Rembert Dodoens een zeer vrome zoon.

zondag, december 13, 2015

Weris gewandeld.


Onze traditionele winterwandeling in Weris. Deze keer zonder winters weer maar toch in December, het zachte weer zorgt ervoor dat we nog volop fris groen kunnen plukken voor een wilde soep. Blad van look zonder look, nieuwe blaadjes en steeltjes van kleefkruid, brandneteltoppen en ook zevenblad is nog proper te oogsten. We starten bij de kerk, wandelen langs een mooie notenboom en een imposante linde om dan achter het café-restaurant La Pierre lévéé de zandweg richting Oppagne in te wandelen. De maretakbollen in meidoorn en in de knoestige fruitbomen profileren het landschap. Maretak in meidoorn een kruidig verbond voor hart- en bloedvaten.

Bij de eerste huizen van Oppagne vinden we nog smeeuige smeerwortel en vogelmuur, ook die kunnen onze groene soep volumineus verrijken. Jazeker, ook een blad smeerwortel kan er, ondanks de aanwezige pyrrolizidines, gerust bij. Het hoogtepunt van de ochtendwandeling is natuurlijk de dolmen van Oppagne. Een bevreemdend bouwwerk in het landbouwlandschap van Oppagne. In de verte voorbij Weris kunnen we met enige moeite of is het met enige fantasie de witte menhir ontwaren. Dolmens en menhirs, stenen tekens, GPS en GSM uit een oude, lang vervlogen tijd.

Dolmen van Oppagne

De "dolmen van Oppagne" of hunebed van Oppagne werd op het einde van de 19de eeuw ontdekt. Op een mooie dag in het jaar 1888 besloot Félix, zoon van boer Antoine Lambert, het zijn vader wat gemakkelijker te maken door de grote stenen die op de akker lagen, eindelijk eens uit te graven en weg te slepen. Maar... Félix deed gelukkig niets zonder nadenken. Toen hij even pauzeerde en de uitgegraven stenen overschouwde, vroeg hij zich af of het hier misschien niet om een dolmen ging. Hij zag een opmerkelijke gelijkenis met de dolmen van Wéris, zo'n anderhalve kilometer verder en zo werd een nieuwe, oude dolmen ontdekt.

De rechthoekige kamer heeft als binnenafmetingen L 5 m x Br 1,00 - 1,80 m x H 0,7 - 0,9 m). De grafkamer wordt gevormd door vier draagstenen (o-s-t-u), drie dekstenen (p-q-r), een hoofdeindesteen (w) en een toegangssteen (m). In deze laatste is een rondboog uitgeklopt, de opening vormt een omgekeerde U. Hierlangs werden de overledenen de grafkamer ingebracht. Evenals bij de dolmen van Wéris heeft deze dolmen een kort, onoverdekt voorportaal (b-e + a-j). Achter de grafkamer ligt een groot blok puddingsteen (x). Deze steen ligt iets dieper dan de grafbodem en is gelijkend met steen G van de dolmen van Wéris. Waarom die er ligt en wat zijn betekenis is, blijft tot nu toe onbekend. De vele kleine stenen die zich op de site bevinden, werden als stopstenen gebruikt om de ruimte tussen de grote stenen op te vullen.